Dossier Franse Cinema. Deel 4: Chronologie van de Franse film
Algemeen wordt aangenomen dat een in Engeland wonende Fransman, Louis Aimée Augustin Le Prince, rond 1888 de eerste film maakte. De nieuwe uitvinding, het nieuwe medium, kreeg echter pas een boost toen de broers Auguste en Louis Lumière furore in 1895 in Parijs vertoningen begonnen te organiseren voor een betalend publiek. Met zwart-wit films zonder geluid. Dat maakte film meteen grensoverschrijdend waardoor in alle landen snel mensen op de bewegende beelden afkwamen. Ook al oogden de onderwerpen alledaags en was film vooral documentair. Aanvankelijk was tachtig procent van de mondiale filmproductie van Franse origine en Franse filmmakers zouden ook tekenen voor belangrijke mijlpalen in de filmgeschiedenis. Een chronologisch overzicht van films, auteurs en stromingen in het meest cinefiele land op aarde.
1895
Met LA SORTIE DES USINES LUMIÈRE À LYON van filmpioniers Louis en Auguste Lumière wordt op 28bdecember de cinema geboren. (Image Entertainment)
L’ARRIVÉE DU TRAIN EN GARE DE LA CIOTAT – Louis Lumière, Auguste Lumière (Image Entertainment)
L’ARROSEUR ARROSÉ (ontwikkeld uit LE JARDINIER) – Louis Lumière (Image Entertainment)
REPAS DE BÉBÉ – Louis Lumière (Image Entertainment)
PARTIE DE CARTES – Louis Lumière (Image Entertainment)
1900
Visionair talent en vader van de SF Georges Méliès maakt L’HOMME ORCHESTRE. (Total Film)
1901
L’HOMME À LA TÊTE EN CAOUTCHOUC – Georges Méliès (Total Film)
1902
LE VOYAGE DANS LA LUNE – Georges Méliès (Total Film)
1908
L’ASSASSINAT DU DUC DE GUISE – André Calmettes & Charles Le Bargy (L. C. J. Editions et Productions)
1913
FANTÔMAS – Louis Feuillade (Gaumont Columbia)
JUVE CONTRE FANTÔMAS – Louis Feuillade (Gaumont Columbia)
LE MORT QUI TUE – Louis Feuillade (Gaumont Columbia)
1914
LE FAUX MAGISTRAT – Louis Feuillade (Gaumont Columbia)
FANTÔMAS CONTRE FANTÔMAS – Louis Feuillade (Gaumont Columbia)
1915
Louis Feuillade maakt de serie van 10 episodes LES VAMPIRES. Zijn invloedrijke werk wordt gered door Henri Langlois, Resnais, Truffaut, Godard en Buñuel. (Gaumont Columbia)
1921
EL DORADO – Marcel L’Herbier (Gaumont Columbia)
L’ATLANTIDE – Jacques Feyder (Warner)
1923
COEUR FIDÈLE – Jean Epstein (Fox Pathé Europa)
1927
NAPOLÉON is Abel Gance’s meesterwerk, geïnspireerd door Birth of a Nation (Optimum)
1928
TIRE-AU-FLANC van Jean Renoir met Michel Simon. (Gaumont Columbia)
1929
De Gaumont-productie LE COLLIER DE LA REINE (29) is ‘de eerste Frans gesproken film’. Ook LES TROIS MASQUES (29) van Pathé dingt mee naar dit label, hoewel de Gaumont-productie een dag vroeger zou zijn uitgebracht. De films bevatten dialoogfragmenten en liedjes. (L. C. J. Editions et Productions)
1930
Outsider Jean Vigo maakt À PROPOS DE NICE. Hij regisseerde slechts 4 films want stierf op 29-jarige leeftijd. Truffaut is een adept van z’n kruising van sociale cinema en poëtisch avant-gardisme. De Franse censuur bant z’n films tot 1945. (Gaumont Columbia)
LE SANG D’UN POÈTE van Jean Cocteau, een van de meest vooraanstaande Franse auteurs van de vorige eeuw, hoewel hij amper 6 langspelers regisseerde. (Universal Music France)
1931
TARIS, ROI DE L’EAU – Jean Vigo (Gaumont Columbia)
LA CHIENNE – Jean Renoir (Gaumont Columbia)
À NOUS LA LIBERTÉ van René Clair is een klassieke sociale satire. De futuristische sets zouden een inspiratiebron geweest kunnen zijn voor Chaplin’s Modern Times. (Criterion, regiovrij)
POUR UN SOU D’AMOUR – Jean Grémillon (Ciné Horizon)
1932
BOUDU SAUVÉ DES EAUX – Jean Renoir (Fox Pathé Europa)
1933
MADAME BOVARY – Jean Renoir (Universal Music France)
ZÉRO DE CONDUITE – Jean Vigo (Gaumont Columbia)
1934
L’ATALANTE – Jean Vigo (Gaumont Columbia)
1935
LE CRIME DE MONSIEUR LANGE – Jean Renoir (Universal Music France)
LA BANDERA van Julien Duvivier, met populaire jongen par excellence Jean Gabin, mythisch acteur en filmicoon. (Warner)
Henri Langlois sticht de Cinémathèque Française, een monument van ‘cinéphilie’ dat wordt beschouwd als het belangrijkste filmarchief ter wereld.
1936
LES HOMMES NOUVEAUX – Marcel L’Herbier (Fox Pathé Europa)
LES BAS-FONDS – Jean Renoir (TF1Video)
UNE PARTIE DE CAMPAGNE – Jean Renoir (Universal Music France)
1937
Tweede onbetwiste topper van Jean Renoir : LA GRANDE ILLUSION. (Universal Music France)
PÉPÉ LE MOKO met Jean Gabin van Julien Duvivier. (Universal Music France)
GUEULE D’AMOUR – Jean Grémillon (René Château Vidéo)
1938
LA MARSEILLAISE – Jean Renoir (Universal Music France)
LA BÊTE HUMAINE met Jean Gabin, van Jean Renoir. (Universal Music France)
QUAI DES BRUMES met Jean Gabin, van Marcel Carné. (Universal Music France)
HÔTEL DU NORD van Marcel Carné is een archetypisch Frans melodrama. (A-film)
LE SCHPOUNTZ van scenarist-producent-regisseur Marcel Pagnol, die toekomstige regisseurs zoals Chabrol en Rohmer beïnvloedde. (Compagnie Méditérranéénne de Films)
1939
REMORQUES van Jean Grémillon met Jean Gabin en Michèle Morgan. (Warner)
Pre-film noir LE JOUR SE LÈVE met Jean Gabin van Marcel Carné. André Bazin beschouwde deze film én QUAI DES BRUMES als twee van de meest succesvolle drama’s van het decennium. (Universal Music France)
Absoluut topwerk LA RÈGLE DU JEU van Jean Renoir. De film flopt bij de release en wordt in de zomer van 1939 opnieuw gemonteerd wegens een ‘te depressieve inhoud’. (Editions Montparnasse)
1941
L’ASSASSINAT DU PÈRE NOEL – Christian-Jaque (Fox Pathé Europa)
1942
LE CAPITAINE FRACASSE – Abel Gance (Universal Music France)
FIÈVRES – Jean Delannoy (René Château Vidéo)
LES INCONNUS DANS LA MAISON van Henri Decoin naar een roman van Belgische misdaadauteur/scenarist Georges Simenon.(Universal Music France)
1943
LE CORBEAU van Henri-Georges Clouzot of ‘de Franse Hitchcock’. (Universal Music France)
1945
Klassieker LES ENFANTS DU PARADIS van Marcel Carné is een epische productie naar wellicht het rijkste scenario van Prévert. De werkmethode van Carné (in werk en organisatie) evenaart deze van het Hollywoodsysteem. (Fox Pathé Europa)
André Malraux, outsider in de filmindustrie, draait ESPOIR. (Zalys)
1946
LA BELLE ET LA BÊTE van Jean Cocteau is een kolossale literaire adaptatie en wellicht zijn populairste film. De prent tekent voor het hoogtepunt van de impressionistische vertelling. (Universal Music France)
René Cléments LA BATAILLE DU RAIL wint 1ste festivaleditie in Cannes. De film is een spiegel van hetItaliaanse neorealisme. (Sony BMG Music Entertainment)
Marcel Carné maakt LE PORTES DE LA NUIT. Door een overdosis decors en studiosets verminderde zijn succes aanzienlijk. (Fox Pathé Europa)
1947
Jean Renoir draait in de V.S. THE WOMAN ON THE BEACH (Arcadès)
1948
Jacques Tati brengt innoverende cinema dankzij JOUR DE FÊTE. (Fravidis)
LES DERNIERS JOURS DE POMPEI – Marcel L’Herbier (Sony Music Video)
1949
ORPHÉE van Jean Cocteau is een huwelijk tussen de Griekse mythe en de poëtische filmtaal van de regisseur. (Criterion, regiovrij)
1950
LA MARIE DU PORT van Marcel Carné, naar een roman van Simenon. (Aventi Distribution)
LES ENFANTS TERRIBLES van Jean-Pierre Melville, de voorman van de onafhankelijke cinema én een van de spirituele vaders van de Nouvelle Vague. Zijn ideeën waren voorafspiegelingen van de beweging zovele jaren later. (Les films de ma vie)
1951
LE PETIT MONDE DE DON CAMILLO – Julien Duvivier (Universal Music France)
SOUS LE CIEL DE PARIS – Julien Duvivier (René Château Vidéo)
Jacques Doniol-Valcroze en André Bazin stichten in april het filmtijdschrift Les Cahiers du Cinéma, al snel de belangrijkste referentie in het Franse filmlandschap.
1952
MANON DES SOURCES – Marcel Pagnol (Compagnie Méditérranéenne de Films)
CASQUE D’OR – Jacques Becker (Universal Music France)
FANFAN LA TULIPE – Christian-Jaque (René Château Vidéo)
Vijftien jaar na z’n intrede in de VS waait kleur over naar Europa. LUCRÈCE BORGIA van Christian-Jacque is een van de eerste belangrijke kleurenproducties. (L. C. J. Editions et Productions)
JEUX INTERDITS – René Clément (Universal Music France)
Filmtijdschrift Positif wordt uit de grond gestampt. Met radicaal verschillende ideeën dan ‘Cahiers’.
1953
THÉRÈSE RAQUIN – Marcel Carné (Universal Music France)
LE SALAIRE DE LA PEUR – Henri-Georges Clouzot (Paradiso)
LES VACANCES DE MONSIEUR HULOT – Jacques Tati (BFI)
1954
TOUCHEZ PAS AU GRISBI – Jacques Becker (Universal Music France)
Henri Verneuil zou enkele van de populairste films in Frankrijk maken, zoals LE MOUTON À CINQ PATTES. (René Chateau Vidéo)
1955
LES DIABOLIQUES – Henri-Georges Clouzot (Paradiso)
LOLA MONTÈS – Max Ophüls (Homescreen)
Alain Resnais is een van de eerste filmers die de toekomstige Nouvelle Vague zou omarmen. Zie NUIT ET BROUILLARD, een sporadisch voorbeeld van ‘politieke film’. (A-film)
Jean-Pierre Melville breekt door met noirklassieker BOB LE FLAMBEUR. Hij was bekend om z’n lowbudgetproducties, op locatie draaien met filmsterren, zelfgeschreven scenario’s, complete artistieke controle in het naoorlogs tijdvak. DOP Henri Decaë inspireerde talloze Nouvelle Vague-cineasten. (Universal Music France)
1956
ET DIEU CRÉA LA FEMME – Roger Vadim (Dutch Film Works)
LE MYSTÈRE PICASSO – Henri-Georges Clouzot (Gaumont Columbia)
UN CONDAMNÉ À MORT S’EST ÉCHAPPÉ van Robert Bresson. Deze authentieke artiest mixt intellectuele integriteit met artistieke oprechtheid. Bresson is een van de eersten die door Truffaut als auteur werd omschreven. Hij streeft naar totale controle over elke productie, waardoor hij uiteindelijk maar 13 langspelers zou draaien in z’n hele loopbaan. (Gaumont)
Geboorte van cinéma de boulevard. Spectaculair succes kent de komiek Louis de Funès, die vaak samenwerkt met Bourvil, zoals in LA TRAVERSÉE DE PARIS van Claude Autant-Lara. (René Château Vidéo)
1958
EN CAS DE MALHEUR met Jean Gabin, Brigitte Bardot, van Claude Autant-Lara, naar een roman van Simenon. (René Château Vidéo)
MON ONCLE – Jacques Tati (Cinéart)
Nadat Louis Malle als cameraman werkte voor Bresson en LE MONDE DU SILENCE coregisseerde met Cocteau, maakt hij zijn debuut met
ASCENSEUR POUR L’ÉCHAFAUD. (Lumière)
LES AMANTS – Louis Malle (Lumière)
Cinéma vérité introduceert een pionierstijl van documentaire cinematografie, zie MOI, UN NOIR van Jean Rouch. (Editions Montparnasse)
Claude Chabrol’s LE BEAU SERGE, de eerste film van de ‘Cahiers’-bende. (Fravidis)
MAIGRET TEND UN PIÈGE – Jean Delannoy (René Château Vidéo)
1959
PICKPOCKET – Robert Bresson (A-film)
René Cléments PLEIN SOLEIL werd een klassieker in de Franse traditie van het psychologisch realisme. (Universal Music France)
Nouvelle Vague-cineasten praten vooral over zichzelf, nemen het existentialisme als belangrijkste invloed en zetten personages neer die outcasts, antihelden, loners zijn. Typerend is Antoine Doinel in LES QUATRE CENTS COUPS. Bekend gebruik van ‘freeze frame’ in Truffauts klassieker, alsook de jump cuts en korte productietijd. Deze film wordt de belangrijkste festivalfilm ter wereld én technische ontdekking én mediarevelatie. (A-film)
LE SIGNE DU LION – Eric Rohmer (Homescreen)
Marcel Camus wint in Cannes de Gouden Palm voor ORFEU NEGRO. (A-film)
Polemisch auteur Alain Resnais maakt HIROSHIMA, MON AMOUR. De film brengt ons een absolute transformatie van de filmtaal; de plot moet worden gecreëerd naargelang de verbeelding van elke toeschouwer. De film heeft de intellectuele vernieuwing als grootste verdienste. (Gaumont Columbia)
ARCHIMÈDE, LE CLOCHARD van Gilles Grangier met dialogen van Michel Audiard, bijna een garantie voor succes. (René Château Vidéo)
LA VACHE ET LE PRISONNIER met Fernandel van Henri Verneuil. (Universal Music France)
1960
Baanbrekend is Godards À BOUT DE SOUFFLE: hét cinematografische evenement van het decennium. Jean-Paul Belmondo is de Franse Humphrey Bogart, de film is jachtig gemonteerd, romantisch en cinefiel. Een hoogtepunt van creativiteit. Opnieuw is de regisseur de kwintessentiële auteur van het project. Met handgehouden camerawerk, rusteloze jump cuts, exterieurs, natuurlijk licht, nagesynchroniseerd geluid, referenties naar de (Amerikaanse) film en improvisatie. De meest innoverende film van de Nouvelle Vague, die
de cinematografie zou moderniseren als geen andere stroming ooit zou doen. Cameraman Raoul Coutard wordt beschouwd als toonaangevend DOP. (Universal Music France)
LE TESTAMENT D’ORPHÉE – Jean Cocteau (Universal Music France)
LE TROU is Jacques Beckers laatste film. Hij sterft tijdens de postproductie in 1960. (Universal Music France)
In een politiek emotioneel klimaat maakt Jean-Luc Godard LE PETIT SOLDAT die slechts drie jaar later, in 1963, wordt uitgebracht. (Universal Music France)
ZAZIE DANS LE MÉTRO – Louis Malle (Lumière)
PARIS NOUS APPARTIENT – Jacques Rivette (Warner)
TIREZ SUR LE PIANISTE vat de essentie van de Nouvelle Vague, b.v. in de shifts in sfeer van komedie naar melodrama. (A-film)
Gilles Grangier scoort met LES VIEUX DE LA VIEILLE met Jean Gabin. (Film Office Distribution)
1961
CHRONIQUE D’UN ÉTÉ van Jean Rouch. Hij vermeed conventionele documentaire journalistiek. Zijn ‘cinéma vérité’ of ‘direct cinema’ beïnvloedde andere filmers van documentaire kronieken. (Gaumont Columbia)
UNE FEMME EST UNE FEMME – Jean-Luc Godard (Studio Canal)
L’ANNÉE DERNIÈRE À MARIENBAD is Resnais’ cinematografische puzzel die boogt op een mentale structuur. Zijn ‘retoriek’ komt terug in dit meesterlijk experiment; een serie van vloeiende beelden en allegorische concepten. Het is een van de meest invloedrijke, enigmatische en atypische films ooit gemaakt. De kijker wordt een actieve observator in plaats van een passieve consument. (Universal Music France)
LE DOULOS – Jean-Pierre Melville (Universal Music France)
1962
LE PROCÈS DE JEANNE D’ARC – Robert Bresson (MK2/Warner)
UN SINGE EN HIVER met Jean Gabin en Jean-Paul Belmondo, van Henri Verneuil. (Film Office Distribution)
JULES ET JIM van Truffaut heeft instant succes door z’n innoverende frisheid en vloeiende regie. (A-film)
Het personage van Antoine Doinel komt terug in L’AMOUR À VINGT ANS (62), BAISERS VOLÉS (68), DOMICILE CONJUGAL (70) en in L’AMOUR EN FUITE (79). Beïnvloed door pioniers zoals Renoir, Becker, Vigo, Lubitsch, Hitchcock en Welles zijn Truffauts eerste films
typerend voor de Nouvelle Vague. LES 400 COUPS is opgedragen aan spirituele mentor André Bazin. Jeanne Moreau werpt zich op als favoriet van de Nouvelle Vague-regisseurs, vooral van Truffaut. (A-film)
Hét meesterwerk van Agnès Varda, de eerste vrouw in de Franse filmgeschiedenis die een langspeelfilm helemaal alleen ineenstak, is CLÉO DE 5 À 7, een authentieke, bijna documentaire benadering van het moderne leven in Parijs. Met een memorabele score van Michel Legrand. (Ciné Tamaris)
1963
CENT MILLE DOLLARS AU SOLEIL – Henri Verneuil (Gaumont Columbia)
LE MÉPRIS – Jean-Luc Godard (Universal Music France)
LA JETÉE – Chris Marker (Gaumont Columbia)
LE JOURNAL D’UNE FEMME DE CHAMBRE van Luis Buñuel, voorhoeder van de surrealistische cinema in Frankrijk. (Studio Canal)
LA CUISINE AU BEURRE met Fernandel én Bourvil, van Gilles Grangier. (Studio Canal)
GERMINAL – Yves Allégret (René Château Vidéo)
De ‘tradition de qualité’ kon terugkomen door een solide box office. Vaudevilles zoals L’HOMME DE RIO van Philippe de Broca slaan aan. (Gaumont Columbia)
Succesfilm LES TONTONS FLINGUEURS van Georges Lautner met Lino Ventura en Bernard Blier. (Gaumont Columbia)
Thrillers zoals MÉLODIE EN SOUS-SOL van Henri Verneuil – meer dan een half miljoen tickets zijn in Parijs in de eerste week verkocht – worden hits. (Film Office Distribution)
1964
Varda creëert met LE BONHEUR een abstracte voorstelling van geluk. (Ciné Tamaris)
LES PARAPLUIES DE CHERBOURG van Jacques Demy, met een mooie score van Michel Legrand. (Aventi Distribution)
1965
Jean-Paul Rappeneau debuteert met LA VIE DE CHÂTEAU. (Paradiso)
LES TRIBULATIONS D’UN CHINOIS EN CHINE – Philippe de Broca (Gaumont Columbia)
PIERROT LE FOU – Jean-Luc Godard (Universal Music France)
Gérard Oury’s LE CORNIAUD, het grootste box office succes sinds Verneuil’s komedie LA VACHE ET LE PRISONNIER (59). (Film Office)
1966
Oury verenigt Bourvil en De Funès in LA GRANDE VADROUILLE. (Universal Music France)
Claude Lelouch maakt z’n beroemdste film UN HOMME ET UNE FEMME – Gouden Palm in Cannes – met Anouk Aimée en Jean-Louis Trintignant. (Warner)
Eric Rohmer ontvangt in Berlijn een Zilveren Beer voor LA COLLECTIONNEUSE. (Homescreen)
PLAYTIME – Jacques Tati (De Filmfreak)
LE DEUXIÈME SOUFFLE – Jean-Pierre Melville (René Château Vidéo)
1967
MOUCHETTE – Robert Bresson (Gaumont Columbia)
LES BICHES – Claude Chabrol (Fravidis)
LES DEMOISELLES DE ROCHEFORT – Jacques Demy, Agnès Varda (Aventi Distribution)
LE SAMOURAÏ – Jean-Pierre Melville (TF1 Vidéo)
1968
ONE + ONE – Jean-Luc Godard (Carlotta)
Gesticht door Henri Langlois was de Franse Cinémathèque snel het belangrijkste filmarchief ter wereld. Film werd er beschouwd als gecompliceerde kunst en moest goed worden bewaard. Zijn leiderschap werd door de regering in twijfel getrokken; in 1968 kwamen meer dan driehonderd filmers op straat om hunstichter te verdedigen tegen de beslissing om hem af te zetten. Een aantal regisseurs stichtte zelfs de ‘Comité de défense de la Cinémathèque’: Truffaut, Godard, Chabrol, Carné, Renoir. Langlois werd terug in ere hersteld. Over de affaire Langlois zou Godard zeggen: “Lumière, Méliès, Griffith, von Stroheim, en anderen zouden twee keer gestorven zijn”.
1969
De Griek Costa-Gavras presenteert de Frans-Algerijnse productie Z, een steengoede politieke film met Yves Montand en Jean-Louis Trintignant. Costa-Gavras pint de urgentie van politieke isssues van de vroege jaren 70op de kaart in een flamboyantere stijl dan anderen.
Ook Louis Malle en Joseph Losey brengen politieke cinema. (Universal Music France)
Jean-Pierre Melville’s L’ARMÉE DES OMBRES met Lino Ventura en Simone Signoret is de historisch meest accurate versie van het Franse verzet, gefilmd met een ongeziene authenticiteit. Hij wijdde ook twee andere films aan de bezetting: LE SILENCE DE LA MER (49) én LÉON MORIN, PRÊTRE (61). Deze film toont Simone Signoret in haar meest memorabele rol als charismatische Franse verzetsvrouw. (Universal Music France)
LA SIRÈNE DU MISSISSIPPI van François Truffaut met Cathérine Deneuve. (Fox)
Henri Verneuils LE CLAN DES SICILIENS schreef geschiedenis door de sterrencast met Jean Gabin, Alain Delon en Lino Ventura. Hét equivalent van een Hollywoodblockbuster. (Fox Pathé Europa)
BELLE DE JOUR met Catherine Deneuve, van Luis Buñuel. (Universal Music France)
Samen met de politieke parameter komt er ook een nieuwe Cannes-sectie: La Quinzaine des Réalisateurs.
MA NUIT CHEZ MAUD – Eric Rohmer (Homescreen)
Claude Sautet breekt door met LES CHOSES DE LA VIE, met Michel Piccoli. (Studio Canal)
1970
Eric Rohmer maakt het sensuele LE GENOU DE CLAIRE. (Gaumont Columbia)
LE CERCLE ROUGE – Jean-Pierre Melville (Universal Music France)
1971
LA FOLIE DES GRANDEURS – Gérard Oury (Gaumont Columbia)
Pierre Granier-Deferre verfilmt LA VEUVE COUDERC naar een roman van Simenon. (Studio Canal)
LES MARIÉS DE L’AN II – Jean-Paul Rappeneau (Gaumont Columbia)
1972
Jean-Luc Godard vangt bijna in z’n eentje de kruistocht aan van militant filmen, b.v. TOUT VA BIEN met Yves Montand en Jane Fonda. Militante films scoren niet aan de kassa. (Arrow Films)
Claude Sautet wordt bewierookt omwille van z’n razend knappe montagetechnieken. Hij viert het leven in de humanistische traditie van Renoir, inbegrepen het seventies meesterwerk CÉSAR ET ROSALIE met Romy Schneider en Yves Montand, twee van Sautets lievelingsacteurs. (Homescreen)
L’AMOUR L’APRÈS-MIDI – Eric Rohmer (Gaumont Columbia)
LE CHARME DISCRET DE LA BOURGEOISIE – Luis Buñuel (Universal Music France)
1973
LES AVENTURES DE RABBI JACOB – Gérard Oury (TF1 Vidéo)
DEUX HOMMES DANS LA VILLE is José Giovanni’s belangrijke bijdrage in het thrillergenre. (Fox Pathé Europa)
LA NUIT AMÉRICAINE van François Truffaut met Jacqueline Bisset. (Warner)
Bertrand Tavernier werkte als criticus voor ‘Cahiers’ en ‘Positif’, schreef boeken over de Amerikaanse cinema en was assistent-regisseur van Melville. Zijn fictiedebuut: L’HORLOGER DE SAINT-PAUL. (Studio Canal)
1974
STAVISKY – Alain Resnais (Studio Canal)
PARADE, Jacques Tati’s laatste film. (De Filmfreak)
Bertrand Blier’s LES VALSEUSES met Gérard Depardieu schetst een extreem verstorend maatschappijportret. Een donker poëtisch werkstuk dat wordt gezien als een pionierfilm die de film het volgende decennium inleidt. Blier is een gewetensvol observator van
psychologische conflicten. (Aventi Distribution)
Twintig jaar na LA TRAVERSÉE DE PARIS (1956)revalueert Louis Malle met LACOMBE LUCIEN opnieuw het verheerlijkte beeld van stedelijk verzet onder de bezetting. Daarna vertrekt hij naar de VS. (Lumière)
VINCENT, FRANCOIS, PAUL… ET LES AUTRES – Claude Sautet (Universal Music France)
Adjani wordt bekend door LA GIFFLE van Claude Pinoteau. (Gaumont Columbia)
1975
QUE LA FÊTE COMMENCE – Bertrand Tavernier (Studio Canal)
François Truffaut kent na L’ENFANT SAUVAGE (70) en LA NUIT AMÉRICAINE (73) z’n tweede doorbraak met L’HISTOIRE D’ADÈLE H., een uitgesproken humanistische film met Isabelle Adjani als Adèle. (Fox Pathé Europa)
LE JUGE ET L’ASSASSIN van Bertrand Tavernier met Philippe Noiret. (Studio Canal)
L’IMPORTANT C’EST D’AIMER – Andrzej Zulawski (Studio Canal)
PEUR SUR LA VILLE – Henri Verneuil (Universal Music France)
Patrice Leconte maakt zijn eerste fictiefilm met Coluche, LES VÉCÉS ÉTAIENT FERMÉS DE L’INTÉRIEUR. (Gaumont Columbia)
1976
POLICE PYTHON 357 – Alain Corneau (Universal Music France)
MONSIEUR KLEIN van Joseph Losey. Robert Klein wordt onvergetelijk gespeeld door Alain Delon die uitgroeit tot één van Europa’s populairste filmfiguren. (Universal Music France)
L’AILE OU LA CUISSE met Louis de Funès & Coluche van Claude Zidi. (Universal Music France)
LE CORPS DE MON ENNEMI – Henri Verneuil (Studio Canal)
BAROCCO met Isabelle Adjani van André Téchiné. (Fravidis)
De Speciale Juryprijs in Cannes gaat naar Rohmers LA MARQUISE D’O. (Homescreen)
1977
François Truffaut exploreert de psychologische waarheid in L’HOMME QUI AIMAIT LES FEMMES met Charles Denner en Brigitte Fossey. Samen met LES 400 COUPS wellicht zijn meest persoonlijke film. (Fox Pathé Europa)
LE CRABE-TAMBOUR – Pierre Schoendoerffer (Gaumont Columbia)
Economisch zouden nieuwe vormen van financiering aankloppen; vele jonge regisseurs financieren hun film met de hulp van bedrijven, kleinere productiemaatschappijen en Franse televisie. Ook Robert Bresson met LE DIABLE PROBABLEMENT. (Gaumont Columbia)
1978
PERCEVAL LE GALLOIS – Eric Rohmer (Les films du Losange)
Na de dood van komieken Bourvil en Fernandel worden er middelmatige komedies geserveerd die wèl commerciële hits waren. Behalve LA GRANDE VADROUILLE en LE CORNIAUD ook LA CAGE AUX FOLLES van Edouard Molinaro. Dat succes genereert twee sequels: LA CAGE AUX FOLLES II en III. (Fox Pathé Europa)
PRÉPAREZ VOS MOUCHOIRS, Bertrand Blier’s experiment met de narratieve vorm: sentimenteel maar ook extreem sarcastisch. (Gaumont Columbia)
LES BRONZÉS – Patrice Leconte (Universal Music France)
1979
LA DRÔLESSE – Jacques Doillon (Warner)
Bertrand Blier maakt de zwarte komedie BUFFET FROID met Gérard Depardieu. (Universal Music France)
SÉRIE NOIRE van Alain Corneau met Patrick Dewaere. (Universal Music France)
CORPS À COEUR – Paul Vecchiali (Antiprod)
Met L’AMOUR EN FUITE zet François Truffaut een punt achter Antoine Doinels sentimentele tribulaties. (A-film)
1980
L’AVARE – Jean Girault, Louis de Funès (Universal Music France)
MON ONCLE D’AMÉRIQUE – Alain Resnais (Warner)
Verre van een natuurlijke schoonheid is Romy Schneider wel een gerespecteerde actrice in o.m. Francis Girod’s LA BANQUIÈRE. (Universal Music France)
Bertrand Tavernier maakt LA MORT EN DIRECT metRomy Schneider. (Universal Music France)
LE DERNIER MÉTRO, Truffauts meest geprezen en succesvolste film. (A-film)
Ondanks de groeiende dominantie van de Amerikaanse cultuur creëren Fransen toch kassakrakers, zoals LA BOUM van Claude Pinoteau. (Gaumont Columbia)
Maurice Pialat bleef ook na 1968 een krachtig regisseur. Zijn films mengen klassieke vertellingen met cinéma vérité. Hij tekent voor een van de meest sociale en politiek geladen Franse producties van toen: LOULOU, een sterk klassenbewust liefdesverhaal. (Gaumont Columbia)
INSPECTOR LA BAVURE met Coluche van Claude Zidi. (Fox Pathé Europa)
JE VOUS AIME van Claude Berri met Deneuve, Depardieu, Trintignant, Gainsbourg, Alain Souchon. (Fox Pathé Europa)
1981
LA FEMME D’À CÔTÉ, met Depardieu en Ardant, alweer een Truffaut-saga van gepassioneerde liefde. (A-film)
LE PROFESSIONEL – Georges Lautner (Studio Canal)
COUP DE TORCHON van Bertrand Tavernier met Philippe Noiret. De carrière van deze acteur is nauw verbonden met deze van Tavernier. (Studio Canal)
LA SOUPE AUX CHOUX met Louis de Funès van Jean Girault. (Universal Music France)
HOTEL DES AMÉRIQUES – André Téchiné (Universal Music France)
GARDE À VUE – Claude Miller (Paradiso)
Verhalenverteller Bertrand Blier, zoon van acteur Bernard Blier, maakt in de jaren 80 en 90 enkele van de populairste films aan de Franse kassa, zoals BEAUPÈRE. (Universal Music France)
LE CHOIX DES ARMES met Gérard Depardieu van Alain Corneau. (Universal Music France)
Franse bigbudgetfilms doen het in de jaren 80 goed in eigen land. Belangrijk figuur daarin is producentregisseur Claude Berri. Hij produceert andermans werk én eigen films zoals LE MAITRE D’ECOLE, met Coluche. (Fox Pathé Europa)
Jean-Jacques Annaud is net zoals Berri een filmer die op de internationale markt speelt; “een Fransman die films maakt” maar “géén Frans filmer”. Wereldfaam verwerft hij met LA GUERRE DU FEU, een enorm succes. (Aventi Distribution)
De nieuwe garde filmers wordt al vroeg getypeerd door de innoverende stijl van Jean-Jacques Beineix die begon als assistent van Zidi en Berri. DIVA is zowel een auteurfilm als een commerciële thriller. Een typische jaren 80-film met z’n sterke visuele esthetiek, kleuren en
contrasterende tonen. (Universal Music France)
1982
Costa-Gavras’ Gouden Palm-film MISSING gaat over de politieke dictatuur in Chili. Met Jack Lemmon en Sissy Spacek. (Universal Pictures Vidéo)
LE RETOUR DE MARTIN GUERRE met Gérard Depardieu van Daniel Vigne. (TF1 Vidéo)
L’AS DES AS met Belmondo van Gérard Oury. (Studio Canal)
1983
LA FEMME DE MON PÔTE met Coluche, van Bertrand Blier (Fox Pathé Europa)
L’HOMME BLESSÉ – Patrice Chéreau (Universal Music France)
Jean-Jacques Beineix maakt LA LUNE DANS LE CANIVEAU met Natassja Kinski, Depardieu en Victoria Abril. (Warner)
À NOS AMOURS – Maurice Pialat (Gaumont Columbia)
TCHAO PANTIN! van Claude Berri, met Coluche, de populairste stand-up komiek in Frankrijk die zich tot dan niet had ontplooid als dramatisch acteur. De film herschept een stukje poëtisch realisme uit de jaren 30, met de dramatische spanning van de film noir.
(Fox Pathé Europa)
EDITH ET MARCEL – Claude Lelouch (Aventi Distribution)
L’ÉTÉ MEURTRIER met Isabelle Adjani van Jacques Becker. (TF1 Vidéo)
VIVEMENT DIMANCHE van François Truffaut met Fanny Ardant. (A-film)
L’ARGENT – Robert Bresson (Warner)
PRÉNOM CARMEN – Jean-Luc Godard (Cahiers du Cinéma)
GARCON! – Claude Sautet (Universal Music France)
Eric Rohmer maakt het tedere PAULINE À LA PLAGE. (Gaumont Columbia)
LA VIE EST UN ROMAN – Alain Resnais (MK2)
1984
UN DIMANCHE À LA CAMPAGNE – Bertrand Tavernier (Universal Music France)
LA VENGEANCE DU SERPENT À PLUMES – Gérard Oury (Fox Pathé Europa)
L’AMOUR À MORT – Alain Resnais (Warner)
Prestigieus holocaustdocument SHOAH van Claude Lanzmann. (Les Films Aleph)
Exact dertig jaar nadat hij de filmarena betrad sterft François Truffaut op 1 augustus. Als erfgenaam van de humanistische traditie van Renoir wordt hij door zowel een breed publiek als filmhistorici herinnerd als een uniek filmer, geroemd om z’n besmettelijke, exuberante
viering van filmmaken.
Jaren 80-revelatie Luc Besson of de Franse George Lucas of Steven Spielberg scoort z’n eerste commerciële succes met SUBWAY, met Christophe Lambert en Isabelle Adjani. (Columbia)
MARCHE A L’OMBRE – Michel Blanc (Studio Canal)
1985
SANS TOIT NI LOI – Agnès Varda (Cine Tamaris)
Tegen alle verwachtingen in komt het grootste komische succes van de jaren 80 van een quasi onbekende vrouwelijke regisseur: Coline Serreau met 3 HOMMES ET UN COUFFIN, met Roland Giraud, André Dussollier en Michel Boujenah. (Universal Music France)
RENDEZ-VOUS – André Téchiné (MK2)
De wedergeboorte van populaire komedies wordt voortgezet met LES RIPOUX, een film die zelfs bij de Césars ontzettend scoorde. Unicum van Claude Zidi, met Philippe Noiret. De regisseur staat bekend om z’n mainstream burleske komedies. (Aventi Distribution)
PAROLE DE FLIC – José Pinheiro (Fox Pathé Europa)
1986
Voor TENUE DE SOIRÉE schrijft Bertrand Blier het script en componeert hij de muziek met Serge Gainsbourg. (Paramount)
AUTOUR DE MINUIT – Bertrand Tavernier (Warner)
Claude Berri’s JEAN DE FLORETTE of de ‘eerste acte’ met Depardieu, Montand, Auteuil. Berri zou altijd het sterkst gefascineerd zijn door acteurs, al maakt hij ook zeer visuele cinema. Voor Daniel Auteuil betekent de samenwerking met Berri een keerpunt in z’n carrière.
Met deze film wipt hij van archetypisch B-filmacteur naar A-filmacteur. Acteurs zijn in de jaren 80 geen ‘movie stars’, noch helden of culticonen, maar veeleer mediatieke figuren (zoals Depardieu, Deneuve, Nathalie Baye, Richard Berry, Adjani). (A-film)
Claude Berri’s MANON DES SOURCES of de ‘tweede acte’ met Emmanuelle Béart. Voor haar dé springplank naar succes. (A-film)
LE PALTOQUET – Michel Deville (C’est la vie)
THÉRÈSE – Alain Cavalier (Arte)
Jean-Jacques Beineix maakt 37,2° LE MATIN waarmee hij de verwachtingen van beloftevol filmer inlost. (Warner)
Veber is een meester in Franse ‘concept’-komedies. Net zoals Bresson is hij erg bestudeerd en geïmiteerd. Veel kritische lof valt hem niet te beurt maar Hollywoodproducenten hebben oog voor z’n producties die vele remakes zouden krijgen: b.v. THREE FUGITIVES (89) als remake van LES FUGITIFS. In totaal kregen acht films van Veber een tweede leven in Hollywood. (Aventi Distribution)
1987
Na een uitstap in Amerika (ATLANTIC CITY) betekent AU REVOIR, LES ENFANTS de comeback van Louis Malle. (Lumière)
De jaren 80 worden gekenmerkt door een verschuiving van onafhankelijke producties naar commerciële films. De grootte van het budget steeg: b.v. bigbudgetregisseur Jean-Jacques Annaud’s THE NAME OF THE ROSE (LE NOM DE LA ROSE). (Warner)
SOUS LE SOLEIL DE SATAN van Maurice Pialat met Depardieu. De film verdeelt het publiek en de critici maar stelt fans gerust door de Gouden Palm in Cannes te winnen op het veertigste festival. Pialat sneert: “Si vous ne m’aimez pas, je peux vous dire que je ne vous
aime pas non plus!” (Gaumont Columbia)
LE SOLITAIRE – Jacques Deray (Studio Canal)
1988
36 FILLETTE – Cathérine Breillat (Editions Montparnasse)
LE GRAND BLEU van Luc Besson, één van de belangrijkste cultfilms van de jaren 80. (Fox Pathé Europa)
CAMILLE CLAUDEL met Isabelle Adjani van Bruno Nuytten. (Universal Music France)
L’OURS – Jean-Jacques Annaud (Fox Pathé Europa)
1989
LA VIE ET RIEN D’AUTRE – Bertrand Tavernier (Studio Canal)
De impact van Eric Rohmer’s films beslaan zo’n vier decennia. Z’n aanhangers maakten het mogelijk dat hij elke volgende film kon bekostigen, wat ongezien is in de Franse film. Zijn laatste cyclus Contes des Quatre Saisons omhelst UN CONTE DE PRINTEMPS (89), UN
CONTE D’HIVER (92), UN CONTE D’ÉTÉ (96), UN CONTE D’AUTOMNE (98). (Gaumont Columbia)
1990
Patrice Leconte’s LE MARI DE LA COIFFEUSE wordt een succes. (Gaumont Columbia)
MILOU EN MAI – Louis Malle (Lumière)
NOUVELLE VAGUE – Jean-Luc Godard (Cahiers du Cinéma)
URANUS met Gérard Depardieu van Claude Berri. (Fox Pathé Europa)
NIKITA – Luc Besson (Gaumont Columbia)
CYRANO DE BERGERAC van Jean-Paul Rappeneau is een grootschalig, flamboyant kostuumdrama met Depardieu. (Fox Pathé Europa)
1991
TOUS LES MATINS DU MONDE – Alain Corneau (TF1 Vidéo)
LA BELLE NOISEUSE – Jacques Rivette (Gaumont Columbia/Artificial Eye)
MADAME BOVARY – Claude Chabrol (Total Film)
LA TOTALE! – Claude Zidi (Aventi Distribution)
J’ENTENDS PLUS LA GUITARE – Philippe Garrel (Cahiers du Cinéma)
LES AMANTS DU PONT-NEUF met Juliette Binoche van Leos Carax. (Gaumont Columbia)
DELICATESSEN is in een regie van Jean-Pierre Jeunet, terwijl Marc Caro de visuals en het production design controleerde. De film, ergens tussen farce en horror, boogt op een cartoonachtige visuele esthetiek. (Universal Music France)
1992
Yves Montand sterft tijdens de afwerking van Jean- Jacques Beineix’ IP5: L’ILE AUX PACHYDERMES. (Warner)
L’AMANT – Jean-Jacques Annaud (Fox Pathé Europa) Regis Wargniers INDOCHINE, met Deneuve en Vincent Pérez, wordt overspoeld door een lawine aan prijzen. Het is een schoolvoorbeeld van cinematografisch neokolonialisme maar raapt internationaal kritisch succes. (A-film)
1993
TANGO – Patrice Leconte (Fox Pathé Europa)
MA SAISON PRÉFÉRÉE – André Téchiné (Universal Music France)
De Franse film doorstaat de aanvallen van Hollywood goed. Hét goudhaantje van de jaren 90 is LES VISITEURS met Jean Reno van Jean-Marie Poiré. Komedies blijken terug in. Het is de tweede grootste film in de Franse filmgeschiedenis met 13,6 miljoen verkochte tickets. (Na Oury’s LA GRANDE VADROUILLE met 17,2 miljoen verkochte tickets.) (Gaumont Columbia)
MÉTISSE – Mathieu Kassovitz (Gaumont Columbia)
Claude Berri’s epoquefilm GERMINAL, een realistisch epos met Depardieu, de vierde Emile Zola-adaptatie. (Fox Pathé Europa)
1993-1994
Vele regisseurs vertrekken uit Frankrijk richting Hollywood (Annaud, Besson, Autant-Lara, Renoir) maar velen zijn er ooit ook neergestreken: Dreyer, Buñuel, Altman, Scola. Een traditie die begon in de stille filmera met de invasie van Russische filmers. In de jaren 70 worden dan weer Poolse regisseurs in Frankrijk verwelkomd zoals Polanski, Borowczyk, Zulawski én Kieslowksi met TROIS COULEURS: BLEU, BLANC en ROUGE. (A-film)
1994
Het futuristische, onirische LA CITÉ DES ENFANTS PERDUS van Jeunet & Caro herinnert aan Méliès’ LE VOYAGE DANS LA LUNE. (Universal Music France)
LÉON – Luc Besson (Gaumont Columbia)
Patrice Chéreau presenteert LA REINE MARGOT; gedrenkt in somptueuze visuals en met Isabelle Adjani in een verhaal van verdoemde liefde. Een groots epos maar toch een karaktergedreven vertelling met vele personages, gefotografeerd door Philippe Rousselot. (Fox Pathé Europa)
1995
LES VOLEURS – André Téchiné (Universal Music France)
Mathieu Kassovitz begint z’n carrière als acteur. Toch zal hoofdzakelijk z’n bijdrage tot ‘le jeune cinéma’ blijven hangen. De banlieue-film LA HAINE is de belangrijkste prent, met beangstigende visuals, handgehouden camerabeelden van de grimmige realiteit in de suburbs.
Personages blijven authentiek in een expressionistisch canvas dat een serie gebeurtenissen toont, meer daneen plot. Een sociale mokerslag die doet denken aan het beste van een Spike Lee en een Tarantino. (Universal)
LA FILLE SEULE – Benoît Jacquot (Warner)
1996
LE HUITIÈME JOUR – Jaco van Dormael (Universal Pictures Vidéo)
Patrice Leconte’s RIDICULE, met Charles Berling, is een van de grootste jaren 90-successen, zowel bij het publiek als bij critici. Deze overweldigende film is een visueel feest en een semantische tour de force. In dit Versailles-kostuumdrama speelt Fanny Ardant een
opmerkelijke rol. (Universal Pictures Vidéo)
1997
SEVEN YEARS IN TIBET – Jean-Jacques Annaud (Fox Pathé Europa)
THE FIFTH ELEMENT – Luc Besson (Gaumont Columbia)
Belangrijk tv-producent Alain Sarde produceert vele films, b.v. PONETTE van Jacques Doillon. (Warner)
RIEN NE VA PLUS – Claude Chabrol (Warner)
ASSASSIN(S) – Mathieu Kassovitz (Universal Music France)
1998
Erick Zonca maakt droomdebuut met de vagebondfilm LA VIE RÊVÉE DES ANGES met Elodie Bouchez en Natacha Régnier. Met een minimalistisch script én dito cameratechnieken door veterane Agnès Godard. (Gaumont Columbia)
Gérard Pirès’ TAXI past naadloos in het rijtje grootschalige producties. (Fox Pathé Europa)
PLACE VENDÔME – Nicole Garcia (Universal Music France)
Gaspar Noé maakt SEUL CONTRE TOUS, nihilistische voorloper van film choc IRRÉVERSIBLE. (De Filmfreak)
Francis Veber’s LE DINER DES CONS is een commercieel succes. De film herinnert aan de populaire boulevardkomedies; het is een snel geritmeerde comedy of errors met alle essentiële elementen uit de traditionele farce. (Gaumont Columbia)
1999
JEANNE D’ARC – Luc Besson (Gaumont Columbia)
MA PETITE ENTREPRISE – Pierre Jolivet (Universal Music France)
ASTÉRIX ET OBÉLIX CONTRE CÉSAR met Gérard
Depardieu van Claude Zidi. (Fox Pathé Europa)
ÇA COMMENCE AUJOURD’HUI – Bertrand Tavernier (Movie Affairs)
EST-OUEST van Régis Wargnier met Sandrine Bonnaire en Catherine Deneuve. (Warner)
2000
LA VEUVE DE SAINT-PIERRE – Patrice Leconte (Universal Pictures Vidéo)
INTIMITÉ – Patrice Chéreau (Universal Music France)
LES ACTEURS – Bertrand Blier (Universal Music France)
LES DESTINÉES SENTIMENTALES van voormalig Cahiers du Cinéma-criticus Olivier Assayas. (Fox Pathé Europa)
LE PRINCE DU PACIFIQUE – Alain Corneau (TF1 Vidéo)
LES RIVIÈRES POURPRES – Mathieu Kassovitz (Gaumont Columbia)
ESTHER KAHN – Arnaud Desplechin (Universal Music France)
MERCI POUR LE CHOCOLAT – Claude Chabrol (Total Film)
SELON MATTHIEU – Xavier Beauvois (Universal Music France)
SOUS LE SABLE – François Ozon (Homescreen)
LE PACTE DES LOUPS – Christophe Gans (Universal Music France)
2001
VIDOCQ, met Depardieu, door Pitof (of Jean-Christophe Comar). (TF1 Vidéo)
ÉLOGE DE L’AMOUR – Jean-Luc Godard (Optimum)
Schandaalfilm BAISE-MOI van Virginie Despentes. (A-film)
ENEMY AT THE GATES – Jean-Jacques Annaud (Paramount)
ASTÉRIX ET OBÉLIX : MISSION CLÉOPÂTRE met Gérard Depardieu, van Alain Chabat. (Fox Pathé Europa)
Jean-Pierre Jeunet scoort met LE FABULEUX DESTIN D’AMÉLIE POULAIN, starring Audrey Tautou; 8 miljoen tickets worden er aan de Franse kassa’s verkocht. (Paradiso)
PROFILS PAYSANS: L’APPROCHE – Raymond Depardon (Gaumont Columbia)
CARRÉMENT À L’OUEST – Jacques Doillon (Gaumont Columbia)
LIBERTÉ-OLÉRON – Bruno Podalydès (Universal Music France)
L’ANGLAISE ET LE DUC – Eric Rohmer (Fox Pathé Europa)
L’EMPLOI DU TEMPS – Laurent Cantet (A-film)
LAISSEZ-PASSER – Bertrand Tavernier (Universal Music France)
2002
HUIT FEMMES – François Ozon (Homescreen)
MARIE-JO ET SES DEUX AMOURS – Robert Guédiguian (Warner)
L’AUBERGE ESPAGNOLE – Cédric Klapisch (Universal Music France)
Het leerproces van kinderen, door Nicolas Philibert geregistreerd in ÊTRE ET AVOIR. (Moskwood)
CHOSES SECRÈTES – Jean-Claude Brisseau (De Filmfreak)
HISTOIRE DE MARIE ET JULIEN – Jacques Rivette (Total Film)
VENDREDI SOIR – Claire Denis (Gaumont Columbia)
RENÉ – Alain Cavalier (Fox Pathé Europa)
2003
SWIMMING POOL – François Ozon (Homescreen)
LE MYSTÈRE DE LA CHAMBRE JAUNE – Bruno Podalydès (Home Collection)
Kritische Cannes-reacties op LES CÔTELETTES van Bertrand Blier ontlokken bij Philippe Noiret een sneer naar Patrice Chéreau én de opmerking “wij Fransen zijn te Germaans geworden”. (Fox Pathé Europa)
LES ÉGARÉS – André Téchiné (Paradiso)
SON FRÈRE – Patrice Chéreau (De Filmfreak)
De radicaalste, misantropische Bruno Dumont-film TWENTYNINE PALMS lokt verdeelde reacties uit. (Blaq Out)
2004
TRIPLE AGENT – Eric Rohmer (Paramount)
Hartveroverende publiekshit LES CHORISTES van Christophe Baratier. (A-film)
NOTRE MUSIQUE – Jean-Luc Godard (Optimum)
MA MÈRE – Christophe Honoré (De filmfreak)
10° CHAMBRE , INSTANTS D’AUDIENCES – Raymond Depardon (Artevideo)
5 x 2 – François Ozon (Fox Pathé Europa)
De rotambitieuze publieksfilm van Jean-Pierre Jeunet UN LONG DIMANCHE DE FIANÇAILLES speelt tegen deachtergrond van de Grote Oorlog. (Warner)
ROI ET REINE – Arnaud Desplechin (Paramount)
Depardieu en Deneuve worden herenigd in LES TEMPS QUI CHANGENT van André Téchiné. (Aventi Distribution)
LEMMING – Dominik Moll (Total Film)
2005
Voormalige president Mittérand verrijst in LE PROMENEUR DU CHAMP DE MARS van Robert Guédiguian. (Fox Pathé Europa)
Jacques Audiard oogst kritische lof met DE BATTRE MON COEUR S’EST ARRÊTÉ. (Total Film)
LA MOUSTACHE van Emmanuel Carrère verrast tijdens de Quinzaine in Cannes. (Fox Pathé Europa)
DOUCHES FROIDES – Antony Cordier (Paradiso)
Frans monstersucces overspoelt BRICE DE NICE van James Huth. (RCV)
LES POUPÉES RUSSES – Cédric Klapisch (Universal Music France)
LES AMANTS RÉGULIERS – Philippe Garrel (MK2)
GABRIELLE – Patrice Chéreau (A-film)
LE PETIT LIEUTENANT – Xavier Beauvois (Twin Pics)
LE TEMPS QUI RESTE – François Ozon (Homescreen)
ANGEL-A – Luc Besson (Fox Pathé Europa)
2006
Het publiek houdt nog altijd van Patrice Leconte’s LES BRONZÉS 3. (Universal Music France)
MEURTRIÈRES – Patrick Grandperret (Universal Music France)
Bruno Dumont valt met FLANDRES in Cannes opnieuw in de prijzen. (Aventi Distribution)
Met LES ANGES EXTERMINATEURS balanceert een door actrices voor de rechtbank gesleepte Jean-Claude Brisseau op de grens van fictie en realiteit, ernst en sensatiezucht. (Paramount)
Michel Gondry keert naar eigen land terug met LA SCIENCE DES RÊVES. (Gaumont Columbia)
Rachid Bouchareb diept in INDIGÈNES een weinig gekend historisch verhaal op: tijdens WO II dienen Afrikanen als kanonnenvoer voor het (Franse) vaderland. In Cannes wordt de voltallige mannelijke cast bekroond. (TF1 Vidéo)
Césarfilm LADY CHATTERLEY van feministe Pascale Ferran. (Warner)
Zilveren Leeuw in Venetië voor Alain Resnais’ meesterlijke COEURS. (Universal Music France)
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 575, juni 2007)