Martin Scorsese’s The Departed: Moderne Film Noir
Na de superproducties Gangs of New York en The Aviator was Martin Scorsese toe aan ‘kleine’ films: Dylan-doc No Direction Home en The Departed. Dankzij een sterrencast werd deze laatste toch een ‘grote’ film. Maar ook Scorsese’s zelfverklaard afscheid van Hollywood. Hij zweert alleen nog kleinschalige films te gaan maken. Zoals Silence, het verhaal van Jezuïeten die in de 17de eeuw Japanners trachten te bekeren.
“Hey Marty! Loved ‘Kundun’!” roept een gangster in ‘The Sopranos’ wanneer hij Martin Scorsese opmerkt in een nachtclub. De man dolt met Scorsese’s imago van gangster’s ambassador, chroniqueur van het leven van misdadigers in de New Yorkse Mean Streets. Een imago waarmee de regisseur zelf verveeld zit omdat het slaat op 6 van zijn 24 films. Slechts in Boxcar Bertha, Mean Streets, Goodfellas, Casino, Gangs of New York én The Departed staat misdaad centraal.
Scorsese’s aandacht gaat daarbij niet uit naar de mechanismen van misdaad maar wel naar de mensen die het systeem doen functioneren. Als katholiek geïnspireerde cineast – Scorsese overwoog ooit priester te worden – introduceert hij angst, verleiding, zonde, leugens, bestraffing en loutering in een donkere wereld waar codes moraliteit vervangen.
Dat sommigen een apologie voor gangsters (en geweld) in Scorsese’s oeuvre zien, heeft zijn oorzaken. Enerzijds leidt de adrenalinerush verbonden met ‘actie’ de aandacht af van contemplatieve momenten én mise-en-scène gericht op de relatie tussen mannen, wapens en schuldgevoelens. Anderzijds ontstaat verwarring doordat Scorsese in de geest van zijn protagonisten duikt en op viscerale wijze hun werkelijkheid weergeeft. Subjectief en zonder afstand. Met weinig ademruimte tussen het perspectief van de personages en de objectieve realiteit.
Zo stimuleren isolement en vervreemding Travis Bickle’s paranoïde zuiveringsfantasie in Taxi Driver. Niet het vals heroïsme maar wel de waanbeelden en het voeden van woedegevoelens interesseert Scorsese. In The Departed, het verhaal van de autodestructieve botsing van bloeddorstige mannen in een gewelddadig universum, peilt Scorsese via verbaal en fysiek geweld naar mannelijke neuroses.
Het universum van gangsters en informanten is een mannelijke constructie. Een povere wereld – emotierijk maar moreel arm – opgericht door mannen om zich te onttrekken aan de liefde en het oordeel van een vrouw. Niet toevallig ‘faalt’ een zelfzekere infiltrant soms wanneer hij seks heeft met zijn ‘Miss Freud’, therapeute Madolyn. Toch blijft die vrouwelijke blik alleen een reactie. De (niet foutloze) vrouw is de enige overlevende morele figuur maar ze blijft een outsider. Uit haar ogen spreekt veroordeling wanneer ze haar gevallen geliefde voorbijloopt, maar Scorsese blijft bij zijn tragische mannelijke figuren en hun fatale geweldopera.
Hij knoopt immers aan bij “de traditie van film noir in Amerika”. “In onze samenleving zijn avonturen crimineel” wist Bertolt Brecht. Noir helden zijn de emanatie van een misdadige wereld waarin politiek gecontroleerd wordt door bendes, agenten verbonden zijn met het milieu en justitie verstrengeld blijkt met misdaad. In deze tot de kern misdadige, donkere wereld richt film noir zich op botsende karakters. Een harde stijl (vlijmscherpe dialogen, realistische actie) en een dosis machismo stuwen conflicten waarover de dood zijn lange schaduw werpt.
Ook in Scorsese’s gepast The Departed (op een bidprentje lezen we “De hemel verwelkomt alle overledenen”) getitelde moderne film noir is de dood alomtegenwoordig. Via begrafenissen, executies én een morbide sfeer. Het Iers-Amerikaanse Boston is een onderwereld, een slagveld waar leugen, bedrog en corruptie heersen. Scorsese is geïnteresseerd in de psychologische beschadiging die de constante terreur van misleiding (“We doen aan bedrog, niet aan zelfbedrog”), onzekerheid (“Wie is betrouwbaar?”) en dreigend geweld (“Waarom haat iedereen iedereen in dit land?”) veroorzaakt. Wat gebeurt er onder druk met identiteit en moraliteit? Tast liegen de ziel aan?
In de slotscène komen de visuele en auditieve rode draden samen. Voor de zoveelste keer zien we de gouden koepel van de State House van Massachusetts en horen we Patsy Cline’s ‘Sweet Dreams’. Ditmaal samen. De vervlogen illusies van gerechtigheid en hoop ontmoeten de melancholische emoties van gefrustreerd verlangen. Dromen werden nachtmerries. Net voor de finale fade-out loopt een rat door beeld. Nadrukkelijke symboliek (ook dàt is film noir) verwijzend naar het wegvallen van wet, orde en moraliteit.
The Departed is het verhaal van menselijke ratten (“Ik ruik een rat” zegt de monsterlijke Costello). Informanten en undercoveragenten die tijdens een ‘kat en muisspel’ in een labyrint van bedrog verdwalen. “Alle personages zitten gevangen in een web,” stelt Scorsese, “alsof ze wilden ontsnappen aan elkaar maar verbonden blijven in een soort dodendans”. Hij duwt zijn personages in een geloofs- en gewetenscrisis. In hun wereld is God, dood en moraliteit verdwenen. “Agenten of misdadigers. Wat is het verschil wanneer je in een geladen pistool kijkt?” oppert Costello, symbool van een moreel bankroete samenleving.
Scorsese heeft een donkere kijk op de mensheid. Bijna alle personages van zijn “moderne noir thriller” lijken belast met erfzonde. Geweld (altijd lelijk en shockerend) zorgt voor beperkte loutering maar niet voor redding. The Departed toont een samenleving die van binnenuit verrot. Volgens Scorsese ingegeven door “woede omwille van de huidige toestand”, de vaststelling dat “politie, regering en kerk geen hulp bieden” en de wil “niet alleen maar nihilistisch te zijn”.
“Het is een wereld waarin geen moraliteit meer bestaat,” zegt hij over dit noir universum, “zowel het verhaal als de personages ademen wanhoop uit, een triestheid die zich sinds 9/11 van ons heeft meester gemaakt. De wereld bevindt zich op a moral Ground Zero”. Ondanks het wegvallen van moraliteit is het pessimisme niet totaal. “The only way is up” houdt Scorsese ons voor, de morele zoektocht van Billy toont de uitweg, ook al is ontsnappen voor hem nog onmogelijk want “hij stuit op veel verzet”.
The Departed is 200% Scorsese. Net zoals in Alice Doesn’t Live Here Anymore, The Last Temptation of Christ, Kundun en Bringing Out the Dead tracht een twijfelend personage te overleven in een amorele wereld en een ‘goed leven’ te leiden ondanks alle verleidingen en tegenkantingen. Zoals altijd schuwt Scorsese in deze film over gewelddadige mannen het geweld niet. Maar ook nu suggereert hij meer dan hij toont.
Geen probleem voor een cineast die suspense kan creëren met een trillende gsm. Van Taxi Driver over Raging Bull tot Goodfellas en Gangs of New York maakte Martin Scorsese de donkere kant van de Amerikaanse Droom al zicht- en voelbaar. Met de moderne noir The Departed voegt hij nog een meesterwerk toe aan een oeuvre dat in het teken staat van passie en zingeving. Morele en onderhoudende cinema van een oude meester die jong van geest blijft.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in Filmmagie, n° 569, december 2006)
THE DEPARTED: reg. Martin Scorsese / sce. William Monahan naar ‘Infernal Affairs’ van Andrew Lau & Alan Mak / fot. Michael Ballhaus / mon. Thelma Schoonmaker / muz. Howard Shore / act. Leonardo DiCaprio (Billy Costigan), Matt Damon (Colin Sullivan), Jack Nicholson (Frank Costello), Mark Wahlberg (Sergeant Dignam), Martin Sheen (Captain Queenan), Alec Baldwin (Captain Ellerby) / pro. Brad Pitt, Brad Grey, Graham King / USA / 2006 / 151’ / dis. Warner Bros