Cameron Crowe’s Elizabethtown: Soundtrack van het hart
“Ik hield altijd al van het idee een verhaal van flops en fiasco’s te vertellen met midden daarin een personage dat alleen maar leeft voor de liefde”, zegt Cameron Crowe n.a.v. zijn nieuwste romantische komedie Elizabethtown, “ik schrijf vaak over zulke personages omdat ze mijn helden zijn, ze ademen mislukkingen in, spuwen ze opnieuw uit en gaan voort met leven en positivisme uitstralen”.
De voormalige rockjournalist en regisseur van Jerry Maguire, Almost Famous en Vanilla Sky is een buitenbeentje in de filmwereld. Crowe voelt zich nog altijd journalist en werkt graag aan een artikel over de relatie muziek/film voor de ‘L.A. Times’ of aan zijn filmboek ‘Conversations with Wilder’. Door zijn voorliefde voor de klassieke populaire cinema van William Wyler en Billy Wilder valt Crowe ook tussen Hollywood en Indiewood. Bovendien wordt zijn nadrukkelijk niet-cynische cinema gedreven door muziek.
De man die steevast luchthavens in zijn films verwerkt deed ditmaal inspiratie op ‘on the road’ en “wil personages laten schitteren zoals Wyler en Wilder deden”. Elizabethtown is een film naar het beeld van die personages: uit evenwicht maar met het hart op de juiste plaats. Cameron Crowe zag Jerry Maguire’s “show me the money!” deel worden van de populaire cultuur maar kickt zelf niet op cinefiele citaten. “In de toekomst zal iedereen regisseur zijn”, stelt hij, “iemand moet een ècht leven leiden zodat we iets hebben om een film over te maken”.
Niet toevallig ontkiemde het idee voor Elizabethtown, misschien wel Crowe’s meest persoonlijke film, door contact met de werkelijkheid en niet in een of andere bioscoop. Al zag de scenarist-regisseur meteen ‘the bigger picture’; “ik wou commentaar leveren op de typisch Amerikaanse obsessie voor succes en mislukking via het contrast met een échte zaak van leven of dood”. Crowe verandert Warhols “iedereen heeft recht op 15 minuten roem” in “iedereen heeft recht op een publiek fiasco”.
Beloftevol schoenontwerper Drew Baylor faalt deerlijk, zijn gevleugelde sportschoen dreigt de “flop van de eeuw” te worden én zijn vriendin Ellen dumpt hem prompt. Na deze afgang bouwt Drew een sporttoestel om tot harakiriinstrument. Tijdens zijn ook op een fiasco afstevenende zelfmoordpogingen belt zus Heather met de melding dat vader dood is en moeder doldraait. Of hij even op bezoek wil bij vaders familie in Elizabethtown, Kentucky. Kwestie van vaders wensen m.b.t. (lees: moeders visie op) de begrafenisregeling door te drukken. Onderweg ontmoet hij airhostess Claire, een levenslustig meisje met het hart op de tong. Ze zal hem begeleiden bij het verwerken van verlies, het verkennen van familiale roots, het herschikken van prioriteiten, het aanboren van levensenergie en het herontdekken van liefde.
“De film begint met een einde en eindigt met een begin”, aldus Crowe, “ik wou het verhaal vertellen van een man wiens drang tot zelfmoord onderbroken werd door de dood van zijn vader, een vader die mogelijk het leven van zijn zoon redt door zijn eigen dood. In feite een waanzinnig idee voor een komedie. Het ontstond tijdens een road trip door Kentucky. Ik volgde de tour van Heart, de rockgroep van mijn vrouw Nancy Wilson, en liet enkele dagen de bus voor wat ze was om zelf rond te rijden. Tijdens de rondrit schreef ik ideetjes neer, van situaties over personages tot muziek.
Toen ik enkele dagen later in Arizona opnieuw bij de tour kwam, zei ik tegen mijn vrouw: ‘Weet je, dat ander script waar ik al maanden over spreek? Ik heb enkele nieuwe ideeën gevonden en ik denk dat het belangrijker voor mij is dan het scenario waar ik nu aan werk’. Zo begon ik aan Elizabethtown. Mijn eigen reis als vertegenwoordiger van de Californië-familietak naar vaders familie in Kentucky is die van de film. Sinds vaders begrafenis in 1989 was ik niet meer in Kentucky geweest en mijn nieuwe road trip bracht herinneringen en gevoelens naar boven. Velen daarvan belandden in het script. Het is geen autobiografisch maar een persoonlijk verhaal, verrijkt met ervaringen van anderen. Goed verteld wordt zo iets universeel. Het is belangrijk dat je schrijft wat je kent. Het publiek merkt meteen wanneer iets uit je hart komt”.
Zelf had Crowe “een nauwe band met mijn vader, maar het was de band tussen ouder en kind. Toen hij stierf bouwden we net aan een relatie van volwassene tot volwassene. Je denkt altijd: dat komt later, wanneer we tijdens de kerst in comfortabele zetels met elkaar praten. Maar soms komt ‘later’ nooit. Mijn moeder ken ik als een volwassene. Maar ik slaag er nog altijd niet in haar weg te houden van de actrices die in mijn films moedertypes spelen. ‘Ik zal niet met Susan Sarandon praten, ik wil ze alleen aan het werk zien’ zegt ze. Vijf minuten later zijn ze de rol aan ’t doorspreken”.
Of moeder Alice net zoals bij Almost Famous dominant aanwezig zal zijn tijdens de dvd-commentaar is verre van zeker: “Ik was doodsbang tijdens die commentaar. Heel losjes had ik haar gevraagd: ‘Ma, wat denk je ervan om mee te doen aan de audiocommentaar?’. Ze reageerde met: ‘Ik moet er over nadenken, okay ik heb er over nagedacht, ik doe het!’. Toen kwam bij me op: ‘Waar ben ik aan begonnen?’. De dag zelf wou ik geregeld onder tafel kruipen. Maar het is wèl de commentaar waar mensen me het meest over aanspreken. Dus het moet wel goed zijn!”.
Voor deze tocht van de dood naar het leven was de locatie cruciaal. “Het gemeenschapsgevoel van Kentucky bevalt me”, zegt Crowe, “mensen verlangen om er te blijven terwijl ze in Californië succes nastreven om weg te kunnen. Kentucky is, zeker in de zomer, een magische plek”. De sfeer van Kentucky zit dan ook in de film, net zoals het gevoel dat het mogelijk is om via plaatsen mensen te leren kennen. Crowe’s trip door Kentucky was, net zoals die van Drew, een manier om met vertraging zijn eigen vader beter te leren kennen.
“Ik omschrijf Elizabethtown graag als een dubbele cd-film”, vertelt de cineast- muziekliefhebber, “er zijn veel tracks en bij een tweede visie zie je andere dingen. Het voelde alsof enkele verhalen samenkwamen in een vrolijk/triest portret van hoe het verwerken van teleurstelling en verdriet kan omslaan in het gevoel echt te leven”. Crowe maakt andermaal een soort iPod-film volgepropt met Amerikaanse ‘roots music’ en songs van Tom Petty. Geen toeval want “muziek is de taal waarmee ik opgroeide, die me het meest direct aansprak. Muziek gaf me het gevoel dat ik niet alleen op de wereld was omdat ik merkte dat anderen met dezelfde emoties zaten”.
De cineast “had het gevoel dat Elizabethtown een musical moest zijn. Muziek voelt anders aan wanneer je ‘out in the world’ met open ramen rondrijdt. Ik had een muziekmix-cd bij en bijna alles daarvan is ook gebruikt. Deze film moest absoluut een muzikale ervaring zijn. Sommige mensen dansen zelfs! Alleen begint niemand echt te zingen. Het ging me om het gevoel. Muziek is erg belangrijk in het leven, ook al omdat het vaak opduikt als herinnering”. Vandaar dat Claire een zelfgemaakte compilatie meegeeft voor Drews trip met zijn vaders asse.
Ook na zijn zesde film voelt Cameron Crowe “zich nog altijd journalist. Ik besteed nog altijd veel aandacht aan details, aan de context. Voor mij is het een manier om stukjes ‘echt leven’ te vatten. Dat begon toen ik bewust vele details in het boek Fast Times at Ridgemont High stak om te voorkomen dat bij een eventuele verfilming de authenticiteit verloren zou gaan. Ik denk de jongste tijd veel aan de films van Hal Ashby. The Last Detail en Shampoo vielen op door hun geloofwaardige personages. Ashby-scenarist Robert Towne liep in het hotel hier rond en ik had veel zin om hem te interviewen. Maar ik had geen taperecorder. Uiteindelijk praatte ik toch met hem over Ashby”.
Waarop Crowe zich ineens richt tot de journalisten: “Ik heb een vraag voor jullie: zou een film zoals The Last Detail vandaag de dag door de studio’s gemaakt worden? Of alleen independent zeker?”. Maar niet bij de Weinstein- broers. Crowe: “Ik zag Harvey Weinstein onlangs nog. ‘Je zou een film voor ons moeten maken’, zei hij; ‘Come over to the dark side!’”.
Met meer liefde praat Crowe over Billy Wilder: “Er hing een bord in zijn bureau: ‘How would Lubitsch do it?’. Ik had er al van gehoord maar toen ik het effectief zag dacht ik: ‘Nu ben ik in Billy Wilders wereld’. En dan lichtte hij zijn ‘2 + 2’-theorie toe: ‘zeg 2 en 2 maar nooit 4. Ik zag Titanic en die film gilt constant 4, 4, 4! Als filmmaker laat je de kijker de optelsom maken, je zegt 2 + 2 en de toeschouwer concludeert 4 zonder dat je het toont’. Ik tracht dat toe te passen. Laat toeschouwers zèlf bepalen wat ze voelen en denken. Laat ze hun eigen hart en ziel naar het verhaal brengen. Ik verkies het publiek niet te onderschatten. Het was hartverwarmend om hier in Deauville en in Venetië te zien dat het publiek de subtiele dingen wèl begreep”.
Volgens Crowe zit er “een klein eerbetoon aan William Wyler in de film. Ik ben dol op The Best Years of Our Lives. Ik vraag me vaak af hoe je zo’n film nù zou maken. Een film die de tijd weerspiegelt en over personages gaat. Wyler zelf vond het ‘goede sentimentaliteit’. Er is ‘goede’ en er is ‘slechte sentimentaliteit’, authentiek en kunstmatig sentiment. Wanneer je zoals in Elizabethtown thema’s zoals dood en zelfmoord aansnijdt, moet je opletten voor vals sentiment. Uit eigen ervaring weet ik hoe verrassend mensen met de dood omgaan. Het loopt meestal niet zoals je verwacht; mensen huilen niet wanneer je het verwacht. Mijn moeder ging ‘comedy’-les volgen. Niemand begreep het. De lesgever stuurde haar naar huis. Dat is mijn favoriet waargebeurd moederverhaal. Weet je wat ze deed? Ze schreef zich elders in voor een comedy cursus. Tot ze zèlf besliste dat het genoeg was”.
Cameron Crowe stelde in Venetië en Deauville zijn “atmospheric version” van Elizabethtown voor. Want hij twijfelde aan lange scènes zoals de begrafenismonoloog van Susan Sarandon én de trip van Orlando Bloom. Dingen die inderdaad de film uit evenwicht halen en tijdens scenario-workshops ongetwijfeld zouden sneuvelen. Maar deze ‘lange nummers’ maken net de charme van deze soundtrack van het hart uit. “Ik denk niet dat je ooit alles weet of een film tot in de perfectie werkt”, besefte Crowe, “mijn goede vriend Billy Wilder zei dat je een leven lang je ‘craft’ verfijnt. Hij was nog altijd The Apartment aan ’t hermonteren in zijn hoofd, voor mij de beste film ooit. Ik denk niet dat er ooit een moment komt waarop je kan zeggen: ‘Nu weet ik het!’”.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in Film & Televise, n° 557, november 2005)
American Filmfestival Deauville, september 2005
ELIZABETHTOWN: reg. & sce. Cameron Crowe / fot. John Toll / mon. David Moritz / muz. Nancy Wilson / act. Orlando Bloom (Drew Baylor), Kirsten Dunst (Claire Colburn), Susan Sarandon (Hollie Baylor), Judy Greer (Heather Baylor), Jessica Biel (Ellen) / pro. Cameron Crowe, Tom Cruise & Paula Wagner/ USA / 2005 / 132’ / dis. UIP