Terry Gilliams Brazil: Surrealistische, kafkaiaanse nachtmerrie

jun 20, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, dvd, dystopie, film, genre, regisseur  //  No Comments

BRAZIL

De enige Amerikaan van Monty Python, Terry Gilliam, liet zich in 1985 ontvallen dat Brazil waarschijnlijk verband hield met zijn «angst voor creatieve, emotionele of financiële gevangenissen». Vandaar dat deze surrealistische nachtmerrie afrekent met de claustrofobe en repressieve leefwereld van een dagdromende ambtenaar die het tragisch slachtoffer wordt van bureaucratische en technologische logica.

Het geloof in de kracht van verbeelding en de afkeer van corporatistische macht zouden vaste thema’s worden in het latere werk van Gilliam (Adventures of Baron von Munchausen, The Fisher King, 12 Monkeys) en een rode draad vormen doorheen zijn carrière (conflicten met studio’s, afbreken van het Don Quichotte-project).

THE FISHER KING

De anti-held van Brazil , Sam Lowry (Jonathan Pryce), gebruikt zijn fantasie om te ontsnappen aan eerst de banaliteit en later de verschrikkingen van totalitaire controle. Zijn droom om superheld te zijn in een ander leven en reëel verzet tegen zijn bestaan geraken in een chaotisch kluwen verstrengeld.

Ook Terry Gilliam is zowel dromer als rebel en zijn Brazil is nog altijd een visueel indrukwekkende donkere komedie met een explosieve cocktail van barokke, maffe, verontrustende en indrukwekkende beelden. In de tijdens de productie gedraaide documentaire «What is Brazil?» worden de problemen niet uit de weg gegaan. Zo praten Terry Gilliam en Tom Stoppard openlijk over hun conflicten. Het wordt zelfs een pingpongspel van verwijten. Stoppard: «Terry wou zoals vele regisseurs ’s middags zaken veranderen die de schrijver ’s morgens had geschreven». Gilliam: «Tom is niet gewend om te overleggen, hij werkt altijd alleen». Stoppard: «De meeste scenaristen willen hun script regisseren. De meeste regisseurs willen hun scenario schrijven, ook al kunnen ze niet schrijven».

BRAZIL

Charles McKeown werd er uiteindelijk bijgehaald om knopen door te hakken. «Ik weet niet meer welke delen van mij waren, uiteraard de beste» zegt hij met een kwinkslag. Gilliam relativeert de discussie door de stellen dat het monteur Julian Doyle is die de film «maakte»: «De man met de schaar heeft uiteindelijk alles te zeggen, hij doet wat hij wil, wat scenaristen en acteurs vooraf ook moge gedaan hebben». Ter illustratie wordt het feit aangehaald dat de droomsequenties eerst niet werkten, tot een aantal scènes verwijderd werd.

«Op film blijkt iets soms minder goed dan in mijn verbeelding» verzucht Terry Gilliam. Rode draad doorheen de documentaire is de vraag waarom de film Brazil heet. Michael Palin, Jonathan Pryce en Katherine Helmond moeten het antwoord echter schuldig blijven. Weinig verwonderlijk, want Gilliam vertrok van een beeld. Bij de filmrelease zei hij hierover het volgende: «Toen ik op zoek was naar locaties voor Jabberwocky bezocht ik een industriestadje te midden van staalfabrieken. Een afschuwelijke stad gedomineerd door de kleuren grijs en groen. De stad lag aan de zee en het strand was pikzwart van de kolenasse. Het zag er allemaal zo donker uit dat je de indruk had dat de nacht gevallen was. En ik zag, ik verbeeldde me dat er een eenzame man op het strand zat met zijn transistor-radio. Hij veranderde constant van zender tot hij plotseling op de song ‘Brazil’ stuitte. Nog nooit had de man zo’n meeslepend, romantisch nummer gehoord. Een dergelijk ritme bestaat niet in zijn leefwereld. Het nummer obsedeerde hem, veranderde zijn leven. Dat was mijn vertrekpunt. De beelden kwamen vanzelf. Ik heb niet getracht ze te controleren of organiseren. Maar er is een verhaal uitgekomen». En een meesterwerk: de tijdloze film Brazil.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 538, januari 2004)

TERRY GILLIAM

Leave a comment