Anton Corbijns Control: Portret van een verliefde, uitgeputte dichter

mei 12, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, drama, film, genre, muzikale film, regisseur  //  No Comments

CONTROL

18 mei 1980, de grauwe Manchester-buitenwijk Macclesfield. Finale fade-out van de 23-jarige Ian Curtis, ‘cold wave’ icoon en gedoemde zanger-dichter van Joy Division. 17 mei 2007, Quinzaine-openingsavond in zonnig Cannes. Spectaculaire comeback, met dank aan een sublieme Sam Riley, van een cultfiguur. Tot leven gebracht – als een verliefd maar uitgeput man verscheurd tussen mythe en realiteit – door de Nederlandse fotograaf, designer en clipmaker Anton Corbijn.

Een ‘jonge God’ op weg naar het onbekende. Terugkijkend terwijl hij door een tunnel wandelt. Zo bracht New Musical Express Ian Curtis op haar cover, de week na zijn dood. Fotograaf? Anton Corbijn. De Nederlander nam deze zwartwitfoto ten tijde van het album ‘Unknown Pleasures’ maar “na de dood van Ian zag iedereen er een voorspelling in”. 27 jaar na deze cultfoto portretteert hij Curtis opnieuw in Control, een aangrijpende biopic die in Cannes bedacht werd met een staande ovatie en alles in huis heeft om een cultfilm te worden.

CONTROL

De openingsbeelden zetten de toon. Na een onheilspellende voice-over (“Bestaan. Wat doet het er toe?”) en een uitdovende filmtitel komt Ian Curtis aanwandelen. Een bal rolt in zijn richting maar de met gebogen hoofd lopende jongeman negeert het ronde ding én de smeekbede van voetballende kinderen. Hij gaat binnen in zijn grauwe woning, glijdt langs zwijgzame familieleden en sluit zich op in zijn kamer. Met Bowie op de platendraaier, dromen in zijn hoofd en gedichten aan de muur.

Even later staart hij via de spiegel naar hoe een vriend een meisje kust. Debbie zal zijn vrouw worden (Corbijn laat hun eerste kus overvloeien in een huwelijkskus). Maar aanvankelijk zijn de gesprekken houterig, gevoerd door mensen die slecht in hun vel zitten. De verveling is tastbaar. Het verlangen te ontsnappen uit de vervreemdende stenen slaapstad ook (“Ik trachtte mijn hele leven weg te geraken uit Macclesfield. Debbie niet” treurt hij later). “Ik wou dat ik een Warhol-schilderij was dat aan de muur hangt” verzucht Ian. Hij wil een held zijn en oefent een podiumact voor de spiegel.

Na een Sex Pistols-optreden schrijft hij ‘HATE’ op zijn jas, wordt zanger van een groep en dwingt met lef en charisma een platencontract bij Factory (letterlijk getekend in bloed door Tony Wilson), een tv-optreden én bekendheid af. Maar na de podiumeuforie volgt de harde realiteit. Een onhoudbaar liefdeloos huwelijk én een onmogelijke liefde (de na een optreden in het Brusselse Plan K ontmoette Belgische Annik Honoré). “Een donkere wolk hangt over mij” stelt Curtis. “Onnodig nog te vechten” schrijft hij bij een eerste zelfmoordpoging. Geconfronteerd met schuldgevoelens en de ondraaglijke zwaarte van het bestaan kiest hij voor een uitweg via de waskatrol die in zijn hypnosedroom opdook.

CONTROL

Anton Corbijn filmt dit alles op onderkoelde en weinig spectaculaire wijze. De zelfmoord verdwijnt in fade-to-black, Debbie’s ontdekking blijft buiten beeld. Haar wanhoop en machteloosheid (“Kan iemand me helpen?”) worden wèl getoond. Net als de emoties van Annik en de groepsleden. Zonder effecten creëert Corbijn gevoelens. Hij filmt Sam Riley met zo’n intensiteit dat het om de èchte Ian Curtis lijkt te gaan. Alle in vaalgrijs zwartwit gefotografeerde sequenties worden beelden in beweging.

De cineast is meer dan een fotograaf. Zijn Control is geen tragische milieuschets maar een psychologisch portret van een getormenteerd zanger (“Géén muziekfilm” benadrukt Corbijn). Een poging om in de psyche van een verliefde dichter te dringen én tegelijk de geest van een tijdperk bloot te leggen. Waardoor een malaise tastbaar wordt. “Sommige dingen zijn niet bedoeld om mooi te zijn” vertelt Curtis aan Annik. Vroeg in de film krast hij eerst ‘IAN’ in zijn schoolbank alvorens het te veranderen in ‘I AM’. Dit ‘ik ben’ stelt Curtis in vraag. Want droomt hij, die wanneer hij gehypnotiseerd naar het bord starend voor het eerst ‘weg’ is, zijn bestaan niet? Ian lijdt immers aan epilepsie en tracht de aanvallen af te weren met medicatie die zorgt voor “verwarring, slaperigheid en verstoorde waarneming”.

CONTROL

Met herhaalde fade-outs en benadrukking van de verwrongen kijk van Ian op de realiteit krijgen Corbijns stijl en thema’s een emotionele lading. We zien en voelen de angst van Ian voor ‘de val’ en zijn verlangen naar verlossing. Een dubbel gevoel t.o.v. de dood, verbonden met de ‘Isolation’ (het isolement) waarover hij zong. Curtis worstelt met schaamte (“Ik ben beschaamd over de persoon die ik ben”), schuld (in Apocalypse Now ziet hij de strijd van de mens met zijn geweten) en het besef dat “love will tear us apart” (dwingt tot verscheurende keuzes). Maar vooral ook met de mythe.

“Ik ben enkel iemand die gekleed is in mijn huid” verzucht hij. Niemand weet hoeveel hij geeft op het podium. Iedereen eist meer. Maar “Ik kan niet meer geven” en “Ik heb geen controle meer”. “Alles valt uit elkaar” klinkt het na een op rellen uitgedraaid optreden. “Het komt juist samen” zegt Wilson. Beiden hebben gelijk. Wilson verwijst naar de mythe, Curtis denkt aan de realiteit. Net voor een aangekondigde Amerikaanse triomftocht stapt hij eruit. Wat Control zo beklijvend maakt, is dat we eindeloze eenzaamheid van de op het podium heftig en compulsief bewegende epilepticus voelen. Die kloof tussen de perceptie van muziekfans en de zoekende blik van de uitgeputte dichter.

 

Anton Corbijn:
Control is voor mij extreem persoonlijk”

Control is voor mij een manier om iets nieuw uit te proberen én een periode af te sluiten die startte met mijn aankomst in Groot-Brittannië anno 1979” benadrukte Anton Corbijn in Cannes. Toen hij Joy Division ontmoette was de Nederlander erg verlegen (“In die tijd liep ik met gebogen hoofd rond en keek ik meer naar de bumpers van auto’s dan naar de auto’s zelf”), maar in 07 praat hij bevlogen over dit persoonlijk project. 15 ‘tracks’ uit een persontmoeting.

1 _ Love Will Tear Us Apart
ANTON CORBIJN: Toen ik Control voor ‘t eerst zag was ik tevreden. Werken met acteurs is nieuw voor me. Ik vind de cast zo geweldig dat ik er, alleen maar beschouwd vanuit dat perspectief, van geniet om de film te bekijken. De eerste avondvoorstelling in Cannes was voor mij een heel mooi, emotioneel moment. Niemand had Control eerder gezien; voelen dat het publiek betrokken was en reageerde op momenten waar ik bij hoopte dat het zou reageren was uniek. De gevoelens waren krachtig. In zekere zin is het alsof je de bijbel verfilmt; je weet hoe het verhaal afloopt want de meeste kennen het, maar de manier waarop we het visualiseerden raakte kijkers. Samantha Morton en Sam Riley spelen tijdens de eindscènes zó geniaal dat je er niet aan kan ontkomen. Zelfs ik moest huilen wanneer ik er de eerste keren naar keek.

CONTROL

2 _ I Remember Nothing
CORBIJN: Sommige van mijn foto’s vertonen emoties die ik er destijds niet instak, maar er pas later aan zijn toegekend. Met film is dat anders; je moet er al een zeker gevoel inleggen. Ik kan alleen maar zeggen dat een verband tussen deze film en mijn fotografie – in het algemeen, en niet louter van Joy Division – zeker en vast bestaat. Het is een erg persoonlijke film, direct, emotioneel. In mijn betere foto’s vind je deze elementen ook terug. Mijn videoclips zijn dan weer lichtjes nonchalanter. Het is namelijk erg moeilijk om daarin emoties te creëren. De enige écht aangrijpende video die ik ooit zag is de Johnny Cash-clip Hurt van Mark Romanek. Maar dat is zo’n zeldzaamheid, zo’n uitzondering.

3 _ Unknown Pleasures
CORBIJN: Toen ik indertijd het kanaal overstak om Joy Division te zien was ik jong en naïef; ik wou gaan naar de plaats vanwaar die muziek kwam. In de jaren 70 was de wereld een veel grotere plek. Van Nederland naar de UK reizen was een gigantische stap. Nu lach je daarmee, maar het was avontuurlijk om op de ferry te stappen, een kleine flat te betrekken en in een squat te eindigen. Naderhand bleek dat een prachtkeuze want ginder gebeurden er fantastische dingen met me.

Ik refereer er soms naar als mijn eigen trip naar ‘Unknown Pleasures’. Gemotiveerd worden om te verhuizen door één album en band blijft nog altijd een beetje… raar. Maar dé reden waarom ik deze film maakte is dat ik een punt wilde zetten achter die periode in mijn leven waarin ik vertrek van referenties en impulsen uit mijn jeugd. Veel van wat ik doe vloeit nog voort uit of refereert naar mijn experimentele tienertijd. Ik zou graag een nieuwe episode starten waarbij mijn werk stamt uit recentere invloeden.

4 _ Heart and Soul
CORBIJN: Waarom juist Joy Division me over de streep trok? Ik was impulsief en wilde verhuizen omdat ik voelde dat ik in Nederland het plafond van mijn kunnen had bereikt. Ik werkte met de grotere muzikanten van toen. Verder gaan kon niet. Thuis hielden mensen ook niet zo van mijn foto’s – te duister voor hen. Ik was ongelukkig en speelde met de gedachte om weg te gaan. De foto’s die ik maakte tijdens de enkele keren dat ik Engeland bezocht voelden krachtiger aan dan de foto’s die ik in Nederland maakte. Ik kon me ook goed vinden in de Engelse mentaliteit waar de keuze om muzikant te worden betekenisvoller was.

De massale armoede die ik aantrof in de UK oversteeg alles wat ik in Nederland had gezien. De keuze om daaraan te ontsnappen was belangrijk. Nogal wat lui probeerden dat door muzikant te worden. Daarvoor kiezen was dus levensbepalend. Met dat idee voelde ik me verbonden want voor mij was fotografie alles wat ik had; ik was ermee getrouwd. Al mijn emoties vonden via de camera een uitweg. Ik begreep de artiesten wier gevoelens d.m.v. hun werk worden gekanaliseerd. Toen ik keek naar mijn eigen portretten over de jaren heen zag ik telkens mensen die zeer toegewijd waren aan hun kunst: schilders, muzikanten, regisseurs, etc.

CONTROL

5 _ Shadowplay
CORBIJN: Doordat Control gaat over een rockster die een einde maakt aan z’n leven overwoog ik om de film niét te doen. De reden waarom ik finaal instemde is dat ik aan die periode verknocht ben. Ik wilde erover vertellen en dan voortgaan. Het was heel persoonlijk. Ik zou bijvoorbeeld nooit een film over Kurt Cobain gemaakt hebben want met hem deel ik niet dezelfde emoties en hij had niet zo’n impact op mijn leven. Bovendien werden de enkele foto’s die ik van Joy Division maakte klassiekers na de dood van Ian Curtis. Net zoals mijn videoclip Atmosphere. Die was geenszins commercieel – mensen stonden niet in rijen te wachten om ‘m te zien, integendeel – maar na twintig jaar is het een erkend stukje mooi werk. Van alle video’s die ik maakte is dat mijn favoriet.

6 _ Transmission
CORBIJN: Mijn foto’s suggereren misschien dat ik Ian beter kende maar dat klopt niet. Oorspronkelijk is Control gebaseerd op het boek van Deborah Curtis, maar ik maakte geen film over haar. Het was het uitgangspunt van ons verhaal, maar we maakten het draagvlak breder. Ik praatte met iedereen die nog in leven was en probeerde zo objectief mogelijk te zijn vis-à-vis ieders emoties. De twee mensen die het meest met de film worstelen zijn beide vrouwen. Zij zijn nog bezig met de vraag ‘what if?’ – zou hij dan nog leven of ook gestorven zijn? De anderen zijn er na 25 jaar niet meer zo emotioneel mee verstrengeld. Ze kijken anders tegen het leven aan, net zoals ik. Het wekt geen verbazing dat New Order pas de jongste jaren opnieuw Joy Division-liedjes speelt; ze konden er lange tijd niet mee om.

7 _ Isolation
CORBIJN: Ik portretteer de man achter de mythe, maar eigenlijk weet ik niet zo af van Ians cultimago. Als puntje bij paaltje komt vertrek je toch altijd vanuit je eigen kleine wereld. Hun muziek beïnvloedde me voldoende om naar Engeland te verhuizen, maar wát me er zo aan ontroerde is moeilijk te omschrijven. Het had een zekere zwaarwichtigheid, een belang. Zelfs al verstond ik de lyrics amper, toch voelde ik me er mee verbonden. Dat was een buikgevoel. In dit project stappen deed ik eveneens op gevoel; ik kon me genoeg in het verhaal vinden om er iets subjectiefs van te maken. Een ‘Joy Division-biopic’ regisseren was immers wel het laatste dat ik wou. Ook wilde ik als cineast ernstig genomen worden – en niet als de zoveelste ‘videoguy’ die een filmpje probeert te maken. Muziek als onderwerp nemen was absoluut geen eenvoudige keuze.

ANTON CORBIJN

8 _ Twenty-four Hours
CORBIJN: Om de eindscènes te kunnen creëren wisten we enkele dingen. Tijdens z’n laatste uren keek Ian naar een film (n.v.d.a. we zien fragmenten uit ‘Stroszek’ van Werner Herzog) en schreef hij een brief. De Iggy Pop-plaat (‘The Idiot’) die je in Control hoort lag op zijn pick-up. Dat is op de realiteit geënt, andere zaken vulden de gaten. Ik weet niet wát hij Debbie schreef want dat is nooit bekendgemaakt. Dat is okay; je hoeft niet alles te weten om de emotie te kunnen voelen. Ik vind ook helemaal geen antwoord op de vraag waarom hij zichzelf van kant maakte. Op papier ziet het eruit als een situatie die je kan overwinnen: je hebt een relatie met twee vrouwen dus moet je kiezen. Op het eerste gezicht lijkt dat geen afdoende reden om je van het leven te beroven.

9 _ She’s Lost Control
CORBIJN: Behalve dat Deborah Curtis het boek schreef dat aan de basis lag van Control, bestaat haar input er vooral uit dat ze open stond voor vele vragen. Ik vroeg haar praktische dingen, b.v. over het ontbijt. Ze adviseerde niks, maar ík ben dan ook de regisseur. Ze verbaasde zich wel over het realiteitsgehalte van de film – over hoe de kamers er b.v. uitzagen. Aan details besteedden we inderdaad veel zorg. Af en toe kwam ze ook eens langs op de set. Sam Riley lijkt enorm op Ian Curtis; op een morgen hoorde ik haar zelfs zeggen: ‘Hallo Ian’.

10 _ Digital
CORBIJN: Ik investeerde geld om Control af te ronden. Wel, om te starten eigenlijk… (lacht). Ik wil niet dramatisch klinken maar om een film te maken heb je veel centen nodig. We dachten dat we het voor de shoot bijeen zouden krijgen maar dat lukte niet. Ik had nog een aantal maanden kunnen wachten, met als gevolg dat ik dan een deel van de cast zou kwijtspelen. De set-up was op dat moment zo perfect dat ik dacht ‘het is nu of nooit’.

Ik wilde mijn leven niet nog eens 3 of 4 maand bevriezen, en verliezen wat ik dacht dat ik in handen had. Dus begon ik de film te financieren. Helaas moest ik hem blijven betalen, 3 maanden op rij. Maar dat was mijn keuze. Ik vind het geen probleem dat je als artiest je kunst financiert. Ik leende wat en het lukte. Destijds verhuisde ik ook intuïtief naar Engeland, zonder dat ik er werk had. Wanneer je dingen doet die gevoelsmatig goed aanvoelen, krijg je het op een of andere manier wel voor elkaar.

11 _ Atmosphere
CORBIJN: Voor de muziekselectie wilde ik enerzijds een ‘best of’, anderzijds een brede, diverse waaier presenteren. De muziek moest passen in het script want de songs maken deel uit van het verhaal. Zoals ‘Isolation’. Het langst zocht ik naar een gepaste eindsong. Het werd ‘Atmosphere’. Op dat punt in de film konden er een boel liedjes gekozen worden maar aan ‘Atmosphere’ ben ik het meest gehecht, ook al omdat ik er een video van maakte.

Een andere belangrijke beslissing was om The Killers ‘Shadowplay’ te laten uitvoeren. Want na die krachtige scène tegen het eind kan je een oppepper best gebruiken. ‘Shadowplay’ geeft je die, én The Killers’ vertolking is opbeurend. Ik wilde tegelijk tonen dat de muziek van Joy Division relevant is voor de generatie muzikanten vandaag. Die song maakt ook deze wens waar. Gelukkig ken ik heel wat musici waarvan we nogal wat gedaan kregen: Kraftwerk (‘Autobahn’), drie David Bowie-songs (‘Drive-In Saturday’, ‘The Jean Genie’, ‘Warszawa’), Lou Reed (‘What Goes On’),… Gasten die niet altijd makkelijk te strikken zijn voor lowbudgetfilms.

12 _ A Means to an End
CORBIJN: Samantha Norton overhalen was makkelijk; ze had al laten blijken dat ze met mij wou samenwerken. Tot moeilijke rollen is ze erg aangetrokken. Dit was er zo eentje, waarbij ze Debbie moest vertolken van vijftien- tot tweeëntwintigjarige. Zij was de eerste actrice aan boord. Ze ziet er een beetje uit zoals Debbie, maar haar imiteren probeerde ze niet. Ze speelt echt een ander. Dat was haar aanpak.

13 _ Dead Souls
CORBIJN: Wanneer ik met acteurs samenwerk, ben ik enorm specifiek. Soms kwamen ze af met betere suggesties, waarvoor ik openstond. Morton had een uitgesproken mening over hoe ze zou acteren dus discussieerden we veel voor en na de shoot. Sam Riley wist altijd instinctief hoe hij iets zou benaderen. Hem vinden was voor mij de sleutel van de film. Naast de financiën was onze hoofdbekommernis immers om een acteur te casten die in de schoenen van Curtis kon staan.

Met Sam vonden we een speld in een hooiberg. Want waar start je de speurtocht naar een onbekend acteur? Ik sprak met velen maar besefte dat de kwaliteiten die ik zocht behoorden tot een persoon en niet zozeer tot een acteur. Door castings in de Midlands en in Londen vonden we Sam. Dat was voor mij het allermooiste. Niet alleen bleek hij nog eens een zanger te zijn – op dat punt dachten we nog niet aan live opnames – maar daarenboven leek hij zo sterk op Ian. Hij stond te wachten, rookte en rilde van de kou zoals hem! Net zoals Joy Division ontmoette ik Sam in de winter. Er waren vele gelijkenissen.

Sam bezit ook zo’n onschuld en frisheid. Eerder vertelde ik al dat het jongetje in Kes zo geloofwaardig is dat het lijkt alsof Ken Loach een documentaire maakte. Die authenticiteit van een Noord-Engelse knul zocht ik. In Sam vond ik alles, en méér, want hij is een filmster in de dop. Aantrekkelijk voor vrouwen, geloofwaardig voor mannen; hij draagt al die emoties in zich. Elke dag moest hij spelen, en de rol was aartsmoeilijk. Ook fysiek. Control start optimistisch maar wordt gradueel somberder. De film wordt opgevrolijkt door humor – zeker Toby Kebbell als Rob Gretton is grappig. Maar als kijker blijf je altijd bij Sam.

14 _ Colony (Live)
CORBIJN: Songs live laten spelen was nooit mijn opzet want dat achtte ik onmogelijk. Sam kon zingen maar ik dacht niet dat de acteurs instrumenten zouden bespelen. Of je vindt acteurs of je vindt muzikanten, meende ik. Maar eens we iedereen hadden gecast waren ze vastberaden om het live te doen werken. De acteurs repeteerden elke dag – gelukkig is de muziek van Joy Division niet danig complex. Ze waren dus in staat om het te leren. Een week voor we begonnen te draaien smeekten ze op hun knieën om live te mogen spelen. Ik besliste het erop te wagen want hun songs hoorden er goed uit. Nu ben ik daar blij mee. Ze waren zo zelfverzekerd; volgens mij maakt dat de film nog sterker. Het timbre van Sams stem lijkt fel op dat van Ian Curtis. Bernard Sumner van New Order kon de gelijkenis gewoon niet geloven.

15 _ Komakino
CORBIJN: Ik ben al 28 jaar uit Nederland weg. Een film maken in het Nederlands wil ik niet; ik vind die taal heel ouderwets, heel ‘stuck’ in de jaren 70. Mijn volgende prent zal zeker opnieuw Engelstalig zijn. Door de filmmicrobe ben ik gebeten; het is een vreselijk uitdagend medium. Nadat ik 35 jaar fotografeerde weet ik hoe een foto te nemen. Dat is niet avontuurlijk meer. Filmen wel. Debuteren was moeilijk want zovele dingen wist ik niet; ik ben niet opgeleid dus was de berg heel hoog. Ik zag weinig wegen naar de top, maar eens ik begon te klimmen voelde ik dat het beklimbaar was.

FESTIVAL DE CANNES – 20 MEI 07

IVO DE KOCK & JULIE DECABOOTER

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 577, september 2007)

CONTROL: biopic / reg. Anton Corbijn / sce. Matt Greenhalgh vrij naar ‘Touching from a distance’ van Debbie Curtis / muz. Ian Neil / fot. Martin Ruhe / mon. Andrew Hulme / act. Sam Riley (Ian Curtis), Samantha Morton (Debbie Curtis), Alexandra Maria Lara (Annik Honoré), Joe Anderson (Hooky), James Anthony Pearson (Bernard Summer), Toby Kebbell (Rob Gretton), Craig Parkinson (Tony Wilson) / pro. Anton Corbijn, Orian Williams & Iain Canning / UK / 2007 / 119’ / dis. Paradiso

Leave a comment