Interview Walter Hill: De wereld als een huifkar vol actie

apr 25, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, interview, regisseur  //  No Comments

THE WARRIORS

“Jij ziet die titels in mijn filmografie als films, ik herinner ze als sociale ervaringen” stelt Walter Hill. De erfgenaam van Raoul Walsh, John Ford en Howard Hawks houdt van dialogen die veel zeggen met weinig woorden en van personages die zich fel ontwikkelen via sterke actie. Voor de meest klassieke onder de moderne cineasten schuilt in elk verhaal een metafoor en in elke film een western. Wij praatten n.a.v. de western Broken Trail met een ‘storyteller’ die de wereld als een belaagde huifkar ziet.

WALTER HILL OP DE SET VAN STREETS OF FIRE

 

“Als astmatisch kind bleef ik vaak van school weg,” herinnert Walter Hill (°1942) zich, “daardoor bracht ik veel tijd alleen door – dagdromend, lezend, luisterend naar radioseries, strips verslindend. Later confronteerden zomerjobs me met de realiteit. Ik leerde dat je je gelukkig mag prijzen wanneer je je brood verdient dankzij je verbeelding”.

Hills eerste Hollywoodjob was postsorteerder. Als regieassistent (Bullitt) zag hij het belang van scenario’s maar als schrijver (The Thief Who Came to Dinner) ontdekte hij de macht van producenten. Als scenarist voor Sam Peckinpah (The Getaway) en John Huston (The Mackintosh Man) leerde Hill respectievelijk ‘met één stem’ en ‘met verscheidene stemmen’ werken. Het verklaart Hills liefde voor klassieke cinema én zijn vermogen om zowel genreregisseur als auteur te zijn.

THE GETAWAY

Als verhalenverteller gruwelt Hill van achtergrondinformatie en psychologie. Actie vormt de motor van verhalen, personages zijn wat ze doen en moraliteit is met gedrag verbonden. Hill plaatst boeiende personages in prangende situaties die hen dwingen morele keuzes te maken. Via Peckinpah, Hemingway en Mailer is er een link met de mannelijkheidscultus in de Amerikaanse cultuur. Mannelijkheid is zowel een code als een metafoor voor de relatie tussen individu en wereld. Ervaring en gevoelens reveleren waarheid. Wat resulteert in individualisme, verzet tegen opgelegde orde en fascinatie voor extreme expressie van emoties.

SOUTHERN COMFORT

Vandaar Hills voorkeur voor een gecodeerd genre zoals de western (The Long Riders, Geronimo, Wild Bill), zijn neiging actie te stileren (Driver, 48Hrs, Streets of Fire, Last Man Standing), zijn liefde voor outsiders (The Streetfighter, Johnny Handsome, Trespass, Undisputed) en aandacht voor geweld (The Warriors, Southern Comfort, Extreme Prejudice).

THE WARRIORS

Ook Broken Trail is een metafoor voor een wereld die functioneert als een belaagde huifkar. Twee cowboys, die in 1898 500 paarden van Oregon naar Wyoming drijven, ontfermen zich over vijf bedreigde Chinese vrouwen, bestemd voor de bordelen van mijnkampen. Belagers veranderen de tocht in een beproeving. Hill schuwt de actie niet, maar neemt in deze contemplatieve, poëtische western de tijd om zijn verhaal te vertellen.

EXTREME PREJUDICE

Broken Trail behandelt de sekshandel tijdens de ontsluiting van het Westen. Waarom introduceer je dit weinig gekend historisch gegeven?
WALTER HILL: Het verhaal van workingclass cowboys, ondernemers die van de stijgende veeprijzen profiteren en ondanks alle beproevingen met succes een kudde paarden meer dan 1000 km door onherbergzaam terrein drijven is heel interessant. Maar we zagen het al vaak. Door het verhaal van de Chinese vrouwen over dat van de cowboys te leggen, sekshandel met paardenhandel te combineren, kon ik het geheel speciaal én dramatisch maken. Het liet me ook toe om iets zeggen over de assimilatie van etnische minderheden, over de kracht van de Amerikaanse multiculturele melting pot waarin een vreemdeling vooral ook een mens is. Niet onbelangrijk in het huidige politieke klimaat.

Ik hield van het feit dat deze mannen, die totaal ongeschikt en onvoorbereid waren om sociale verantwoordelijkheid op te nemen, besluiten te doen wat correct is. Hoe moeilijk dat ook voor hen is en hoe slecht het ook uitkomt. Ze stijgen boven zichzelf uit. Dit zegt iets over ‘american character’. Deze link met het archetypische ideaalbeeld van de western verklaart waarom Broken Trail zo populair was, waarom deze miniserie zo’n hoge kijkcijfers op de Amerikaanse tv-zender AMC haalde. Want dit was mijn grootste succes sedert lang. De jongste jaren ondervond je heel wat moeilijkheden met bioscoopfilms. Supernova werd hergemonteerd, Undisputed flopte…

GERONIMO

Wou je daarom voor televisie werken?
HILL: Je gaat gewoon waar werk is. Ik had het recent inderdaad moeilijk om bioscoopprojecten van de grond te krijgen, maar iedereen die ik ken, verkeert in dat geval. Ik ben niet alleen. In de jaren 60 werkte ik al voor tv, o.m. aan Gunsmoke. De cameraman van Broken Trail, Lloyd Ahern, en ik werkten samen voor die westernserie. We waren toen beiden erg jong. Eigenlijk heb ik nooit eerlijk mijn kost verdiend, ik ging van school recht naar Hollywood. Wat maakt dat ik zo ‘onfatsoenlijk’ ben als maar kan zijn (lacht). Maar werken in Hollywood is niet langer onfatsoenlijk. Jonge mensen studeren nu op college film. Toen ik begon was het nog alsof je het circus vervoegde. Of het leger. Iets dat buiten de mainstream bedrijvigheden lag, een speciale business die nog niet zo groot was. Waardoor het leuk was en een zigeunerleven leek.

TRESSPASS

Toch was er al iets veranderd. Jij en je collega’s waren vertrouwd met cinema, je kende mensen zoals Ford, Walsh en Hawks. De naïviteit van de eerste generatie was al verdwenen.
HILL: Dat wel. Maar het was niet zo, in mijn geval alleszins niet, dat we vooraf al over een gigantische filmbagage beschikten. De industrie leerde ons dingen. Ik had interesse in en aanleg voor film, en later bleek ook dat ik talenten bezat die nodig waren om cineast te worden. Maar ik ben iemand die al doende leerde. Ik startte dus niet met vooraf geleerde schoolkennis zoals de huidige generatie filmmakers. De mensen die je noemt waren legendes. Er werd lovend over hen gesproken en ze golden als voorbeelden.

WILD BILL

Ik hoorde al verhalen over John Ford vooraleer ik zijn werk effectief gezien of gedetailleerd bestudeerd had. Idem voor Howard Hawks, mijn groot idool. Hawks was een meer mysterieuze figuur omdat hij niet zo’n sterke persoonlijkheid als Ford had. Hij was een stille man die zich op de set rustig gedroeg. Ford daarentegen was dominant aanwezig. Raoul Walsh ook. Als beginneling hoorde je hoe ze de zaken runden en wat zij geleerd hadden uit ervaring.

Die verhalen gingen deel uitmaken van een collectieve pool of knowledge, het was een filmgeheugen waaruit je kon putten. Héél interessant voor filmmakers. Ik ben nu een zestiger en al zou ik graag jonger zijn, ik zou niet graag vandaag als regisseur starten. Als ik een wens had, dan had ik vroeger in de filmindustrie willen treden. Ik heb het gevoel dat de filmbusiness op een vreemde manier plezieriger was. Film als product was veel meer gereguleerd, maar het leven in de filmindustrie veel minder. Ik denk dat Walsh en Hawks meer plezier hadden, en plezier is zowat 2/3de van alles. Zelf heb ik zo’n 40 jaar in Hollywood gewerkt en al waren er ups en downs, voor het grootste deel van die tijd heb ik me geamuseerd.

STREETS OF FIRE

Wanneer veranderde er volgens jou iets in Hollywood?
HILL: Ik weet niet of mijn observaties correct zijn, maar ik zag wijzigingen in hoe mensen werkten. De onafhankelijke Amerikaanse cinema bestond niet tijdens het grootste deel van mijn carrière. Die indie cinema is een goede zaak maar heeft zijn beperkingen. Het studiosysteem was tiranniek en arbitrair maar het was geen eigendom van multinationals, van de corporations die nu de dienst uitmaken. De studio’s waren quasi gelijkwaardige concurrenten in de showbusiness, ze concurreerden op het vlak van verhalen vertellen.

Het draaide om storytelling en niet om het ‘marketing potentieel’ van een film, om hoeveel spelletjes, poppen of stripboeken je uit een project haalt. De oude studio’s vonden de verschillende doelgroepen via genres, waarvan de meeste nu ter ziele zijn gegaan of nog enkel voortleven in gebroken vorm via tv. Ik betreur dat. Maar alles verandert en evolueert. Momenteel valt het systeem zoals we het kenden uit elkaar. Jonge mensen, zoals mijn eigen dochters van 20 en 17, zijn erg blasé over het naar films gaan kijken.

LAST MAN STANDING

Ik vind het een vreemde dichotomie maar mijn oudste dochter, die filmregisseur wil worden, zegt me: ‘Mijn vrienden en ik zoeken uit wat we willen zien. Omdat we weten dat de dvd binnen drie maanden uitkomt en het ons bijna evenveel kost om de film in de zaal te gaan zien als om hem als dvd te kopen, wachten we’. Ze moeten dus ontzettend ‘trek’ hebben om iets in de bioscoop te gaan zien. Anders bekijken ze de film later in alle rust samen met vrienden op een breedschermtelevisie. Dat is een heel andere geestelijke benadering van het medium dan wij als kind hadden. Een film liep één week in de bioscoop, je had één kans om hem te zien of hij was weg.

ANOTHER 45 Hrs

Wat de film een uniek karakter gaf, als iets zeldzaams en waardevols.
HILL: Het was veel magischer. Al die mooie technologische innovaties haalden – en je kan technologie nooit tegenhouden – de magie uit film. Toen ik jong was ging ik naar een bioscoop met een gigantisch scherm, de ratio tussen mij en dat immense beeld was groot. Bovendien was het telkens nu of nooit. Je bevond je in de tempel van de Goden, ze doofden de lichten en toonden een verhaal met gigantische personages. De magie was zo sterk dat je tijdens het kijken niet even snel naar het toilet ging. Mijn dochters kopen een dvd en wanneer ze zin hebben in een sandwich stoppen ze de film.

THE DRIVER

In zekere zin verliest de filmmaker zijn macht over het publiek…
HILL: …ja, dat is het…

…mede doordat de kijker niet langer een dwerg is die gebiologeerd tuurt naar dat reuzenscherm.
HILL: De homescreens worden groter maar het is nog altijd niet hetzelfde. Ik ben er heilig van overtuigd dat ik beter af ben. Volgens mij had ik een veel fundamenteler begrip van cinema dan mijn dochters nu omdat ik het als een soort magie beschouwde. Zij bekijken films als iets interessants, maar iets waarover ze technische controle hebben. Dat is iets heel anders.

Speelt dat mee bij je stilistische keuzes? Is er iets veranderd tussen The Long Riders en Broken Trail?
HILL: Dat weet ik zo niet, ik denk dat elk verhaal zijn eigen waarheid heeft en dus ook zijn eigen stijl eist. Ik blijf er wel van overtuigd dat alles om storytelling draait. Dat zal uiteindelijk ook alles overwinnen; er bestaat een grote behoefte bij het publiek om naar verhalen te luisteren. Men verlangt naar nieuwe verhalen die op een of andere manier verbonden zijn met de oude verhalen. Als filmmakers recapituleren we oude verhalen, ik denk niet dat we ooit echt nieuwe verhalen vertellen.

THE LONG RIDERS

Verhalen vertellen is een essentieel onderdeel van mens zijn. Het maakt deel uit van onze bagage, van onze magie. Dat gaat niet verdwijnen. Het vermogen om verhalen te vertellen zal uiteindelijk de flashy technologische trucs overwinnen. Wanneer je verhalen mag vertellen en je denkt over een verhaal te beschikken dat de moeite waard is om verteld te worden, blijft de eerste vraag: hoe ga ik het vertellen? Het antwoord dringt zich vaak op in de plotse mentale realisatie.

Bij The Long Riders was ik er me ontzettend van bewust dat ik zowat de 20ste film maakte over Jesse James en de bende waarmee hij na de burgeroorlog in Missouri treinen beroofde. Het was dus aan mij om dat verhaal te vertellen op een energieke manier en vanuit een ander oogpunt. Werken met echte broers (de broers Carradine, Keach, Quaid en Guest) voor de rollen leek me een goed idee maar ik besefte dat ik het op een speciale manier moest opnemen. Ik woog de mogelijkheden zorgvuldig af. Niemand had op dat ogenblik het verhaal al op heel realistische manier verteld. Het ging telkens om dramatiseringen, zoals Sam Fullers I Shot Jesse James.

THE LONG RIDERS

Realisme was dus een optie, maar je kon ook via extreme stilering de andere kant uitgaan. Uiteindelijk koos ik voor het laatste. Ik dacht dat wanneer je het verhaal bekeek, onze acteurs, de beperkingen qua geld én tijd; dat al die dingen samen maakten dat stilering de beste optie was. Bovendien had ik net een succesvolle gestileerde film gemaakt: The Warriors. In mijn jeugdig enthousiasme – je zelfvertrouwen groeit wanneer je een hit hebt gescoord – dacht ik dat ik goed in stilering was. Ik koos voor die kant van het spectrum.

Het maakte van de James-broers bigger than life figuren, zoals later Geronimo en James Butler Hickok (Wild Bill) die veraf liggen van de gewone mensen van Broken Trail. Wat The Long Riders betreft, ben jij bevoordeeld want wanneer ik een film gemaakt heb, bekijk ik hem daarna nooit meer. Het moet zo’n 27 jaar geleden zijn dat ik hem voor het laatst zag. Wat ik me herinner van de laatste visie is dat me opviel hoezeer Ry Cooders score de film samenhield en een diepere dimensie aan het verhaal schonk.

THE LONG RIDERS

Muziek en beeld vormen een sterke combinatie. Ik zag zopas voor het eerst sedert jaren The Warriors opnieuw en het viel op hoeveel beelden nog in mijn geest zaten. Beelden verbonden met muziek, of met geluid zoals wanneer Luther buiten beeld met flesjes tegen elkaar slaat.
HILL: Ik was een jonge regisseur en zat nog in een leerproces. Je leert met elke film; The Warriors was nog maar mijn derde film. En daarvan wordt gezegd dat hij bepaalt of je in of uit de business geraakt. Iemand vroeg me dan ook waarom ik risico’s nam met een gangverhaal zonder steracteurs. Maar het viel mee.

Nu is The Warriors een cultfilm, maar bij zijn release hadden vele critici het moeilijk met de onrealistische stijl.
HILL: Dat is waar. De studio zelf had trouwens een hekel aan de film. Heel bewust hielden ze hem achter voor de critici. Tot net voor de release, waardoor er zelfs geen krantenbesprekingen waren op de normale dag. Toen ze verschenen bleken ze bijna allemaal negatief. Tegelijk was het openingsweekend een gigantisch succes; zowat elke Amerikaanse jongere ging de film zien (lacht).

THE WARRIORS

Het gebeurt vaak dat iets door critici wordt afgebroken maar toch uitgroeit tot een economisch succes. Maar hier volgde er nog een tweede golf besprekingen. Drijvende kracht daarbij waren de weekbladen, en de toen toonaangevende critica Pauline Kael, die de film loofden. Die tweede golf zorgde voor een omslag waardoor The Warriors niet langer werd beschouwd als een kritisch neergesabelde film maar als een door de kritiek toegejuichte film. Plotseling zei iedereen ‘God, de critici zijn dol op je film’. Ze vergaten wat daarvoor in de kranten was verschenen. In die tijd waren er nog critici die veel macht hadden, nu is het geïnstitutionaliseerd en tellen de media meer dan de critici.

Klopt het dat er een intro bij The Warriors geschrapt werd die het verhaal in de toekomst situeerde en zo het onrealistische karakter van de film benadrukte?
HILL: Het was een van mijn gevechten met de studio die ik verloor. Ik wou Orson Welles de film laten inleiden. Op de vorig jaar in de VS uitgebrachte director’s version dvd kan je het opzet zien. De intro benadrukte het comic book karakter, legde de historische link met de Grieken en gaf aan dat alles zich in een nabije toekomst afspeelde. Waardoor het meer een fantasy-sciencefiction verhaal werd. Ik zei
tegen de studio dat de film zonder deze intro nooit zou werken. Ik bleek ongelijk te hebben. Ik denk dat hij beter werkt wanneer je het kader begrijpt maar voor de toeschouwers bleek het overbodig.

THE WARRIORS

Voor de critici zou het een steun zijn geweest.
HILL: Best mogelijk. Ik weet ook niet of het belangrijk is. Waarschijnlijk niet. De studio was verbijsterd door het succes. Zij haatten de film omdat ze hem niet begrepen. Ze beoogden een soort sequel op Saturday Night Fever. Daarom waren ze bitter teleurgesteld en woedend. En dan bleek het een hit. Het beviel hen dat ze er zo veel geld mee verdienden, maar dat The Warriors niet volgens hun regels was gemaakt bracht hen in verwarring. Bovendien ontstond er ook nog een controverse over de film en dat maakte de zaken nog ingewikkelder.

THE WARRIORS

In 84 vroeg ik je n.a.v. Streets of Fire naar je quote ‘elke film die ik gemaakt heb was een western’. Is die jaren later nog geldig?
HILL: In zekere zin wel. Een schijnbaar eenvoudig verhaal met hard, hard moral choices typeert de western waardoor het genre heel dicht bij het Oude Testament ligt. Ik voel me steevast aangetrokken tot dergelijke, door morele dilemma’s gedreven verhalen. Waar ik meer in varieer, is humor. Soms maak ik films met een komischere inslag, maar tijdens andere periodes zijn ze meer dramatisch. Al blijf ik er van houden om grappen in mijn films te steken.

Maar vooral in mijn recent werk was er minder ruimte voor humor. Voor mij is de western een heel emotioneel genre; ik ben er al dol op van toen ik als 11-jarige Shane zag. Al mijn films westerns? Ja, in de zin dat ik graag problemen laat oplossen op fysieke wijze. Actie.

THE WARRIORS

Raoul Walsh opnieuw.
HILL: Inderdaad, action all the way. Ach, hou je niet van de films dan zeg je ‘geweld’, hou je er wel van dan zeg je ‘actie’, dus… Ik werkte me jaren geleden met een andere quote in nesten. Ik zei dat het verschil tussen horror- en actiefilms is dat je bij horror vrouwen in elkaar slaat en bij actiefilms mannen. Heel wat horrorliefhebbers werden kwaad op mij. Al denk ik dat er een grond van waarheid in de uitspraak zit.

Om af te sluiten een Walsh-vraag. Welke film verkies je: High Sierra of de ‘remake’ Colorado Territory?
HILL: Volgens mij is Colorado Territory de betere film. High Sierra biedt de doorbraak van Humphrey Bogart, wat een ongelooflijk opwindend filmhistorisch feit is. En het heeft de frisheid die gepaard gaat met de eerste keer dat je een verhaal vertelt. Maar ik denk dat de westernversie op vele vlakken superieur is. Het is meer een meditatie. En Joel McCrea is afschuwelijk goed. Bovendien is er een distanced maturity to the storytelling. Het is niet zo bijtend als High Sierra maar er is in Colorado Territory een sombere, tragische onderstroom die echt magnifiek is.

HIGH SIERRA

Ik heb het argument horen gebruiken in dronkemansdiscussies diep in de nacht, en ik denk dat ik zelf aan het woord was, dat Colorado
Territory misschien wel de beste film was die Raoul Walsh ooit heeft gemaakt. Het is niet de meest Walsh-achtige film. Maar dat gebeurt vaak: de beste films van regisseurs zijn zelden hun meest typische films met hun vertrouwde thema’s. Zo is Red River in veel opzichten niet de meest typische Hawks. Hij situeert de actie er tegen een wijd tijden ruimtecanvas i.p.v. te opteren voor zijn traditionele samendrukking van tijd, ruimte en actie.

COLORADO TERRITORY

Het is een epische film en daar hield hij doorgaans niet van. Hawks heeft ook het einde nooit helemaal uitgewerkt. Het slot is erg krachtig, ongelooflijk krachtig, tot de vrouw tussenkomt. Maar het is wel een meesterwerk, voor mij een van de mooiste westerns ooit gemaakt. Ondanks de onvolkomenheden, en er zijn heel wat ‘fouten’ zoals de aanval van de indianen, maar wanneer je het ‘s avonds laat op tv bekijkt, valt op hoe sterk de vertolkingen zijn. Montgomery Clift was nooit beter dan in zijn tweede film. En ik weet niet of John Wayne ooit beter was. Maar het is géén typische Hawks-film.

RED RIVER

Daarom denken velen dat het een Ford-film is.
HILL: Een courante vergissing. William Wellman werd vaak kwaad n.a.v. die schitterende Dana Andrewsfilm, naar het boek van Walter Van Tilburg Clark, met Henry Fonda, een Foxfilm, ik kan even niet op de titel komen, help me, op het einde worden drie mannen ophangen?

The Ox-Bow Incident’?
HILL: Juist! Het is een heel krachtige film en John Ford kreeg er vaak complimentjes voor. Hij bedankte de mensen dan netjes (lacht). Telkens Wellman dat vernam werd hij woedend! ×

FILMFESTIVAL VAN GENT – 12 OKTOBER 07

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 581, januari 2008)

THE WARRIORS

THE STREETFIGHTER; USA 1975; 93’; met Charles Bronson, James Coburn; FILM: ** / EXTRA’S: 0; dis. Columbia; THE WARRIORS; USA 1979; 89’; met Michael Beck, Roger Hill; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Paramount; THE LONG RIDERS; USA 1980; 95’; met David Carradine, Keith Carradine; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. MGM; SOUTHERN COMFORT; USA 1981; 102’; met Keith Carradine, Powers Boothe; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Bridge; 48 HRS.; USA 1982; 96’; met Eddie Murphy, Nick Nolte; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Paramount; STREETS OF FIRE; USA 1984; 93’; met Michael Paré, Diane Lane; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Universal; BREWSTER’S MILLIONS; USA 1985; 97’; met Richard Pryor, John Candy; FILM: ** / EXTRA’S: 0; dis. Universal; EXTREME PREJUDICE; USA 1987; 96’; met Nick Nolte, Powers Boothe; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Columbia; JOHNNY HANDSOME; USA 1989; 94’; met Mickey Rourke, Ellen Barkin; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Columbia; ANOTHER 48 HRS.; USA 1990; 91’; met Eddie Murphy, Nick Nolte; FILM: ** / EXTRA’S:
0; dis. Paramount; GERONIMO: AN AMERICAN LEGEND; USA 1993; 91’; met Robert Duvall, Wes Studi; FILM: ****/ EXTRA’S: 0; dis. Columbia; WILD BILL; USA 1995; 98’; met Jeff Bridges, Ellen Barkin; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. MGM; SUPERNOVA.; USA 2000; 87’; met James Spader, Angela Bassett; extra’s: weggelaten scènes, boekje, trailer; FILM: * / EXTRA’S: *; dis. MGM; UNDISPUTED; USA 2002; 90’; met Wesley Snipes, Ving Rhames; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Bridge; BROKEN TRAIL; USA 2006; 176’; met Robert Duvall, Thomas Haden Church; extra’s: making of, trailer; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Sony.

THE WARRIORS ARTWORK

Leave a comment