Xavier Dolans Les Amours Imaginaires: Liefdesfantasie gedreven door een aanstekelijk gevoel van absolute verliefdheid

feb 22, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments

LES AMOURS IMAGINAIRES

“Dit kan het verhaal van iedereen zijn,” zegt Xavier Dolan, “van iedereen die al verliefd is geweest. Ik heb niets uitgevonden, ik praat erover omdat ik gedreven wordt door een dwingende drang”. De nu 21-jarige Canadese scenarist-regisseur verbaasde Cannes in ‘09 met het psychodrama J’ai tué ma mère en keerde dit jaar terug met de liefdesfantasie Les Amours Imaginaires. Een dartel en gestileerd werk dat als erfgenaam van Truffauts Jules et Jim een aanstekelijk gevoel van absolute verliefdheid creëert.

Les Amours Imaginaires gaat over de amoureuze illusie, over het idee, de ideologie,” stelt wonderboy Xavier Dolan, “alles ligt aan de oppervlakte; het is een droomwereld, een fantasme, een anti-scenario dat evolueert volgens geen enkele rationaliteit”. Regisseur en hoofdacteur Dolan speelt een jonge homo (opnieuw het alter ego van zichzelf ) die met zijn beste vriendin vecht om de gunsten van een narcistische verleider. Het duo wordt gedreven door fantasie en jaloezie terwijl het object van hun verlangen (een engel met hoog Death in Venice-gehalte) ongrijpbaar mysterieus blijft. Ook wanneer ze met drieën in een bed belanden blijft het liefdesavontuur virtueel, al worden
de spanningen heel reëel en lijkt er iets te breken.

LES AMOURS IMAGINAIRES

“Het gaat niet om een amoureuze driehoek omdat een hoek ontbreekt,” verduidelijkt Dolan, “deze twee jonge mensen idealiseren een wezen van wie ze amper iets weten. Daarom koos ik voor een meer gekunstelde, maniëristische mise-en-scène. Ik wou dat de beelden het buitensporige van hun fantasme onderstreepten”. De rauwe stijl en hysterische toon van zijn naturalistisch debuut J’ai tué ma mère maakt inderdaad plaats voor stilering en een droomachtige, surrealistische en ludieke sfeer.

Les Amours Imaginaires is ook minder eenduidig. Dolan varieert toon en tempo, wisselt visuele referenties (Wong Kar-wai, Cocteau, Visconti, Truffaut, Godard, Ozon, Almodovar, Araki) af met literaire verwijzingen (Stendhal, Barthes), gebruikt muziek om het verhaal van deze verhaalloze film te doen evolueren (‘Bang bang’ van Dalida en ‘Viens changer ma vie’ van Renée Martel), injecteert Facebookachtige
getuigenissen over liefde van personages die buiten het verhaal staan (‘testimonials’ tussen cinéma vérité en parodie, getuige de vrouw die
zichzelf ziet als Glenn Close in Fatal Attraction) en werkt met kleursymboliek, stroboscopische effecten en lyrische beeldvertragingen.

LES AMOURS IMAGINAIRES

Eindresultaat is een moderne jongerenfilm die qua verhaal, toon en stijl herinnert aan de Nouvelle Vague en Louis Garrel voor een finale knipoog laat opdraven. De stijlbreuken van Les Amours Imaginaires zijn verankerd in het onderwerp van de film. Alles begint op luchtige en grappige wijze maar aangezien afwijzing op liefdesvlak een thema is, wordt de malaise alsmaar sterker en de euforie alsmaar meer getemperd. Illusie wordt desillusie, hoop vertwijfeling, plezier pijn.

Dolan dompelt ons onder in een ‘cinéma de l’imaginaire’, een cinema van de verbeelding met personages die zich opsluiten in een verzonnen realiteit waar de amoureuze obsessie heerst. De helden zijn een ambigu object van verlangen en twee eenzame en masochistische dromers die de werkelijkheid ontvluchten en zichzelf, als waren ze James Dean (een getormenteerd man) en Audrey Hepburn (een vrouw op de grens van de zenuwinzinking), een verzonnen filmisch leven toedichten.

LES AMOURS IMAGINAIRES

De kracht van deze tragikomische film is dat hij het gebeuren inschrijft in de kloof tussen fictie en realiteit, tussen het ware en het gedroomde
leven. Deze hedendaagse film is ook een puik staaltje romantische cinema. Niet toevallig citeert de cineast Alfred de Musset: “J’ai souffert souvent, je me suis trompé quelquefois, mais j’ai aimé”. Liefde is een ernstige zaak, ook al mag er al eens gelachen worden. En ook al loopt liefde voor Dolan sowieso slecht af. Een fataliteit die hij verbindt met de dichotomie tussen naïeve, hoopvolle liefdesdromen en de teleurstellende realiteit. En met de machtsspelletjes, die hij zowel in vriendschaps- als in liefdesrelaties ontwaart.

“Wat in cinema belangrijk is, is wat ook telt in een koppel: liefde en vrijheid,” liet Dolan zich op de Croisette ontvallen, “twee gewenste zaken die vaak worden gestereotypeerd maar daarom niet minder waar blijven. Ik doe mijn best om amoureuze ontmoetingen zo goed mogelijk te verfilmen. Al ben ik jong, liefde is voor mij het allerbelangrijkste. Mijn eerste grote liefdesrelatie, mijn grootste passie is misschien wel de cinema. Die is niet imaginair en naar ik hoop wel wederkerig”.

Zijn relatie met film is alleszins complex. Hoewel het semi-autobiografische J’ai tué ma mère anders deed vermoeden, blijken filmverhalen voor Dolan geen uitlaatklep voor frustraties maar fungeert het creatieve proces, het maken van films, als een manier om dingen te verwerken
en zich van remmingen en frustraties (als homo voelt hij zich vaak gediscrimineerd) te bevrijden. Film als instrument “to love and be loved”. In Cannes verbaasden sommigen zich over het zelfvertrouwen dat deze onafhankelijke filmmaker (driftig op zoek naar financiering voor Laurence Anyways, zijn derde film die het verhaal van een transseksueel zal vertellen, met Garrel in de hoofdrol) uitstraalt. “Het is geen zelfvertrouwen,” reageerde Dolan fijntjes, “het is onwetendheid omdat ik jong ben”. Lang leve de onwetendheid!

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 608, oktober 2010)

LES AMOURS IMAGINAIRES: liefdesdrama / reg. & sce Xavier Dolan / fot. Stéphanie Anne Weber Biron / mon. Charlotte Mazzinghi / act. Xavier Dolan (Francis), Niels Schneider (Nicolas), Monia Chokri (Marie), Anne Dorval (moeder) / pro. Xavier Dolan, Carole Mondello & Daniel Morin / Can / 2010 / 95’ / dis. ABC

Leave a comment