Lizzie Borden over Born in Flames: De dystopie is werkelijkheid geworden
De Amerikaanse onafhankelijke feministische filmmaker Lizzie Borden kwam in Europa haar recent gerestaureerde en in guerrilla-stijl geproduceerde cultfilm uit 1983, Born in Flames, voorstellen. En haar hart luchten over Donald Trump, “niet mijn president”, en een dystopisch geworden werkelijkheid.
“Het is verontrustend hoe actueel Born in Flames is,” zei Lizzie Borden (° 1958) toen ze tijdens haar tocht langs Europese filmmusea in de Brusselse Cinematek haar gerestaureerde cultfilm uit 1983 voorstelde, “er wordt veel gesproken over fake news maar de radiostations uit mijn film en de onder Trump bedreigde televisiezenders staan juist voor echt nieuws. De vraag voor de toekomst wordt: hoe weten we waar we nieuws kunnen vinden, naar wie we kunnen luisteren, op wie we kunnen vertrouwen. Het dwingt de linkerzijde tot een eigen survivalism, een strijd om de mensen te verdedigen die we vertrouwen om betrouwbaar nieuws te maken. Wanneer men ons echt nieuws afneemt dan neemt men ons te vrijheid af om te leven in een wereld die aangenaam is en ons niet verdeelt in kampen”.
Lizzie Borden heeft als onafhankelijk filmmaker niet bepaald een uitgebreid oeuvre. Zelf ziet ze Born in Flames en Working Girls (1985) als ‘haar’ films. Daarnaast zijn er enkel verminkte films en (nog?) niet gerealiseerde projecten. Maar het ambachtelijke Born in Flames, een in documentaire stijl gefilmd sciencefiction film over de utopische strijd van een feministisch vrouwenleger in een post-revolutionair Amerika, groeide uit tot een mythische film in het canon van de feministische cinema.
De film weerspiegelt het eigenzinnige en rebelse karakter van een vrouw die haar oorspronkelijke naam, Linda Elizabeth Borden, veranderde in Lizzie Borden, de naam van een vrouw die in 1890 haar vader en moeder vermoordde met een bijl. Een symbolische oudermoord, klinkt het: “Mijn naam was toen de best mogelijke rebellie voor mij”.
Seksualiteit, gender problematiek, kapitalisme, racisme, armoede en impact van de tijdens het presidentschap van Ronald Reagan gestarte reactionaire Republikeinse cultuur; de thema’s die Borden fascineerden zorgden er voor dat haar met een beperkt budget (40.000 dollar) en over een periode van vijf jaar opgenomen tweede film (na haar debuut Regrouping) politiek geladen was.
Born in Flames speelt in de toekomst, tien jaar nadat een revolutie een socialistische regering aan de macht bracht in New York. De utopie is een dystopie geworden, de revolutie heeft niets veranderd aan de discriminatie van de vrouw. Terwijl de onenigheid tussen de progressieve groepen blijft verder leven en de ‘progressieve’ regering afwijkende meningen als contra-revolutionair wegzet. Tot vrouwen van alle leeftijden, milieus, rassen en seksuele geaardheid besluiten om een harde strijd te voeren tegen het patriarchaat.
Door hedendaagse ogen bekeken is de mix van sciencefiction fantasie en feministisch avontuur heel bizar, maar in de context van de post-punk underground cinema van begin jaren ’80 was Born in Flames niet zo vreemd. Bovendien (her)ontdekken we dankzij een met dank aan Scorsese’s Film Foundation en de Hollywood Foreign Press Association puik gerestaureerde kopie een somber en brutaal maar ook satirisch sprookje dat op het juiste moment de geest van de punkbeweging opnieuw tot leven roept.
Born in Flames was een militante, feministische film in een sciencefiction jasje die pleitte voor meer vrouwenrechten. Meer dan 30 jaar later lijkt de toestand nog dramatischer.
“Dat is deprimerend. Ik nam deel aan de vrouwenmars in Los Angeles en genoot van de sfeer maar de toestand is catastrofaal. Donald Trump is niet mijn president, hij zaait haat en verdeeldheid. Terwijl er in de VS 30 jaar na Born in Flames nog meer politiegeweld is, de daklozenproblematiek nog vergroot is en armoede maar blijft toenemen; er zijn verschillende decades voorbij en we moeten sterker dan ooit vechten. Ik ben blij dat uit de reacties van een nieuwe generatie kijkers blijkt dat mijn ‘oude’ film bij kan dragen aan het noodzakelijke verzet. Gillo Pontecorvo’s The Battle of Algiers was niet toevallig een inspiratiebron.”
Toen we Little Men-regisseur Ira Sachs een week na de presidentsverkiezingen spraken zei hij “alles veranderde op dinsdag 8 november, ik ben aangeslagen en toe aan bezinning. Ik moet weten waar ik sta voor ik er films over kan maken.”
“Ik was vooral verbijsterd, woedend en strijdvaardig. Ik trok met de gerestaureerde versie van Born in Flames rond tijdens de verkiezingscampagne en velen legden een link met de opkomst van Trump ook al draait het er om een ontspoorde sociaal-democratische revolutie. Maar het feit dat in het slotbeeld de zendmast op het World Trade Center wordt gebombardeerd maakte indruk. Men vroeg me vaak of ik voor geweld ben. Dan refereer ik naar de uitspraak van de militante advocate Flo Kennedy in de film, “The right to violence is like the right to pee: you’ve gotta have the right place and the right time.” Persoonlijk denk ik niet dat geweld de zaak helpt.”
Born in Flames was een reactie op het conservatieve klimaat onder president Reagan. Maar de nachtmerrie die je er in beeld brengt is een sociaal-democratische revolutie die haar beloftes niet naleeft. Nu is een nog conservatievere president verkozen die zijn beloftes wel nakomt.
“Het is hallucinant. Dat had ik me niet kunnen voorstellen toen ik begin jaren 80 de film maakte. Ik had gedacht dat alleen het visuele aspect van Born in Flames slechter zou zijn geworden maar raar genoeg vond onder burgemeester Bloomberg zo’n opkuis plaats dat de stad uit mijn film wel een dystopisch New York lijkt. De graffiti zijn weg en braakliggende gronden werden parken maar tegelijk knabbelde men aan vrouwenrechten en sociale vrijheden. Onder Trump wordt het nog erger. Alle verwezenlijkingen van de Democratische presidenten worden teruggedraaid, de LGBT gemeenschap krijgt het zwaar te verduren, elke dag is er weer een nieuwe belediging. De dystopie is werkelijkheid geworden. Dat is angstaanjagend.
Born in Flames bekijk ik als een kind dat zich in de wereld heeft begeven en niet meer van mij is. Wanneer ik naar screenings ga vraag ik vooral de Occupy Wallstreet generatie naar hun reactie om te vernemen wat hun wereldvisie is Zelf denk ik dat de machtsovername van de rechterzijde en hun anti-contraceptie politiek zal leiden tot meer abortussen, zeker bij kansarmen. In Born in Flames zegt Flo Kennedy “wat zou je liever door een deur zien komen, een leeuw of vijfhonderd muizen”.
Zo een groot monster op je zien afkomen is paralyserend maar we kunnen zoals Ira Sachs zegt goed nadenken en via onze kunst elk op één ding focussen. Als iedereen zo’n keuze maakt worden al die kleine reacties een stevige golf. Voor mij zal de focus op choice liggen. Anderen zijn nu al bezig met kwetsbare immigranten uit staten zoals Texas te halen zodat ze hun opleiding kunnen afmaken. Hopelijk staan er ook aborteurs op om vrouwen in nood bij te staan.
Dat soort dingen zullen we opnieuw moeten doen, niet gewelddadig worden maar wel bereid zijn om naar de gevangenis te gaan voor de dingen waarin we geloven. Want we stevenen op 4 ultra-conservatieve jaren af, zelfs wanneer Trump via impeachment verwijderd wordt is er nog altijd vice-president Mike Pence die staat voor christelijk extreemrechts. De laatste theorie die circuleert in de VS is dat ze een impeachment zoeken zodat Pence de rechtse agenda koel en efficiënt kan implementeren.”
Met Born in Flames reageerde je op de verdeeldheid in progressieve kringen.
“De film maken was een manier om politiek actief te zijn. Toen ik New York arriveerde stelde ik vast dat er veel ongelijkheden waren maar dat de oppositie ertegen erg verdeeld bleef. Een gevolg van de mannelijk georiënteerde anti-Vietnambeweging. Bovendien namen homo- en vrouwenbewegingen gewoon de onderscheiden van de dominante cultuur over.
De scheidingslijn tussen zwarte en blanke vrouwen was markant, terwijl ook Latino en Aziatische vrouwen in heel eigen werelden leefden. Die verdeeldheid onder vrouwen die eigenlijk een gezamenlijke strijd voeren wou ik in Born in Flames aankaarten. Ik leerde veel zwarte vrouwen kennen en daarom maakte ik van hen ook het morele centrum van de film. Born in Flames is agit prop, maar het is vooral ook een politiek onderzoek. Maar kenmerkend voor het hokjesdenken was dat velen afgaande op mijn protagonisten dachten dat ik een zwarte, lesbische filmmaakster was.”
Je interesse voor radicaal feminisme is gegroeid. Voor je vanuit Massachusetts naar New York verhuisde studeerde je kunstgeschiedenis.
“Ik studeerde kunst maar wou eigenlijk schilder worden. Een van mijn leraars suggereerde me om kunstkritieken te schrijven en zo maakte ik kennis met kunstenaars die films maakten. Mensen zoals Gerard Jonas en mijn idool Richard Serra. Samen met zijn toenmalige vrouw maakte Serra een film waarvoor hij me vroeg de soundtrack te maken. Er heerste in de jaren 70 een stimulerende creatieve sfeer in New York, iedereen werd aangezet om van alles te doen.
Ik wou al snel geen kunstgeschiedenis meer studeren omdat het mijn schilderwerk verpeste. Doordat ik wist hoe schilders werken en critici oordelen begon ik al te zelfbewust te werken, Een retrospectieve van Jean-Luc Godard zorgde voor een déclic. Bij Le Mépris, Bande à part en Pierrot Le Fou had je tegelijk het beeld en de afstand van dat beeld, Godard combineerde agit prop met niet-narratieve beelden. Dat wou ik ook doen.
Maar alhoewel er eind jaren zeventig, begin jaren tachtig boeiende films zoals Liquid Sky (Slava Tsukerman), The Blank Generation (Amos Poe) en The Brother from Another Planet (John Sayles) gemaakt werden, liep ik de zalen niet plat. Net als iedereen was ik bezig met multimedia experimenten en samenwerkingen met kunstenaars uit verschillende disciplines. In de loft waar ik woonde en het steegje achter mijn hoek draaide Kathryn Bigelow haar eerste kortfilm, The Set-Up (1978). Zelfde filmde ik er stukken van Born in Flames (1983), waarin Kathryn een rol speelde, en Working Girls (1986).”
Wat leerde je van Godard?
“Dat taal een belangrijk onderdeel van het maken van films kan zijn en dat cinema meer is dan een gladde, eendimensionale narratieve ervaring. Zonder filmopleiding begon ik met een open geest aan film maar dat brak me zuur op toen ik aan Working Girls begon zonder te weten hoe scenario’s structureel opgebouwd worden.
Tot dan had ik vooral intuïtief gewerkt. Een goede zaak want wanneer ik filmschool had gelopen was een project als Born in Flames afgeschoten. Ik begon er immers aan met een premisse zonder te weten waartoe die zou leiden. Het duurde dan ook vijf jaar voor de film af was. Ik startte met mijn eigen geld en pas toen ik na enkele jaren iets kon laten zien kreeg ik ook een beurs. Wanneer je naar een filmschool gaat maak je eerst een film van 20 minuten, dan een van een uur en tenslotte een normale langspeelfilm.
Je moet wel telkens een gedetailleerd script hebben en dat had ik niet. Bovendien heeft Born in Flames uiteindelijk 40.000 dollar gekost, wanneer ik dat vooraf had geweten zou ik waarschijnlijk afgeschrikt zijn. Nu ging ik iets draaien telkens ik 200 dollar had. Voor mij was het een noodzakelijk proces omdat ik zelf nog met vragen zat die ik moest beantwoorden.
Toen ik Born in Flames na een lange tijd opnieuw zag besefte ik dat hij voor de hedendaagse kijker gedecodeerd moet worden. Niet enkel omdat er heel wat mensen uit de toenmalige kunstwereld in zaten, mensen die nu onbekend zijn, maar ook omdat we over een creatieve vrijheid beschikten die nu ongewoon is. Heel veel experimentele films werden ook vooral in musea en kunstgalerijen vertoond en zelfs voor mij waren ze te hermetisch. Bovendien zocht ik steeds naar een diepere, politieke dimensie.”
Hoe moeilijk was het om verder te werken in de filmwereld na je eerste drie films?
“Films maken is niet evident in de VS en daardoor lijkt het of ik lange tijd niets heb zitten doen. Maar ik werk bijvoorbeeld al heel lang aan Rialto, een project over een aborteur waar Susan Sarandon even mee verbonden was. Mensen die het geld beweerden te hebben kwamen uiteindelijk niet over de brug.
Maar het is misschien geen toeval dat er op Vera Drake en 4 Months, 3 Weeks and 2 Days na bijna geen films gemaakt zijn over dit thema, het ligt te gevoelig om financiers te overhalen. In 2016 met Born in Flames rondtrekken deed me inzien dat ik beter teruggrijp naar dergelijke guerilla manier van filmmaken i.p.v. te blijven wachten op andere mensen. Ook al betekent het dat ik van mijn huidige verhaal moet afstappen.
Na mijn ervaringen met Love Crimes (1992), een afgrijselijke Sean Youg-film die door Miramax achter mijn rug herwerkt is, heb ik het sowieso niet zo begrepen op Hollywood. Het had een film over authentieke vrouwelijke seksualiteit moeten worden maar het tonen van de seksuele noden en verlangens van een vrouw bleek onaanvaardbaar en de sadomasochistische onderstroom te verontrustend. Scènes werden verwijderd, een andere regisseur voegde flashbacks toe en de montage werd door elkaar geschud.
Ik had mijn naam van die slechte film moeten halen maar uit onervarenheid heb ik dat onder druk niet gedaan. Daar heb ik nog altijd spijt van. Want het is niet eens mijn film. Jammer want met Love Crimes wou ik meer de richting uitgaan die Verhoeven met Elle insloeg. Ook Erotique (1994) is trouwens buiten mijn wil volledig herwerkt zodat eigenlijk enkel Born in Flames en Working Girls ‘mijn’ films zijn. En mijn debuut Regrouping (1976), maar dat is vooral een vingeroefening.”
Maar je zit dus niet stil?
“Ik schrijf dagelijks aan scenario’s maar veel verdwijnt gewoon in de kast. Daarom heb ik nu de illusie opgeborgen een film van 5 miljoen dollar over een aborteur te kunnen draaien. Ik moet iets schrijven dat ik voor 100.000 dollar kan maken waardoor ik terug naar mijn roots kan. Ideeën uitwerken op de ‘oude’ manier. Want zolang geldschieters ook nog andere producten hebben die geboycot kunnen worden, durven ze het risico niet lopen om een controversieel onderwerp te verfilmen.
Ik ken Spike Lee goed en Kathryn Bigelow is een vriendin; ik weet dat ze heel graag elk jaar een film zouden willen maken. Zelf wil ik maar twee of drie films maken die ik omwille van het onderwerp absoluut moet maken. Films die dingen in vraag stellen, die rimpels creëren in een glad oppervlak. Zo werk ik samen met Antonia Crane, een stripper die ook les geeft aan de universiteit en het boek ‘Spent’ schreef, aan een opzienbarende televisieserie over een stripper. Daarbij wil ik documentaire technieken gebruiken omdat ik dicht op de waarheid wil zitten al zal het fictie blijven omdat ik graag de vrijheid heb om dingen weg te halen van de realiteit.”
Hoe overleef je in deze situatie?
“Ik heb gelukkig niet veel nodig. Geld verdien ik als scenario consultant, ik wordt ook vaak ingehuurd voor dingen die uiteindelijk niet doorgaan. Veel tijdelijke opdrachten maar ik wil me sowieso niet opsluiten in een vaste job. Daarom organiseer ik in Los Angeles seminaries over scenario schrijven. In mijn optimisme denk ik dat wanneer ik ergens een langdurige opdracht aanneem er net dan groen licht zal komen voor mijn film.”
Je was nooit van plan om zoals Kathryn Bigelow de stap van experimenteel filmmaker naar Hollywoodiaans actieregisseur te zetten?
“Ik weet niet of Hollywood nog bestaat. De studio’s zijn nog wel betrokken bij megaproducties zoals Star Wars maar zelfs Kathryn moet andere wegen bewandelen om haar films gefinancierd te krijgen. Ze heeft hard moeten vechten om actiefilms, een mannelijk speelterrein bij uitstek, te mogen maken en tot op vandaag krijgt ze niet de budgetten die ze verdient. Zelfs na die Oscars voor The Hurt Locker en na krachtige films zoals Point Break, Strange Days en Zero Dark Thirty.
Ze werkt momenteel aan een film over het politieoptreden in Detroit anno 1967 dat leidde tot de grootste burgeropstand in de geschiedenis van de VS en ook voor haar loopt dat niet op rolletjes. Kathryn voelde zich altijd aangetrokken tot genrefilms, getuige Near Dark en Blue Steel, en Hollywood dus was het logisch dat ze dat spoor volgde. Van (haar ex) James Cameron leerde ze dat films maken naar een oorlog trekken is en zo heeft ze zich altijd opgesteld.
Ze liet zich niet tegenhouden door de opvatting dat de onderwerpen die haar interesseerden mannenonderwerpen zijn. Er is veel te doen over het feit dat zo weinig vrouwen films maken en zeker in Hollywood is dat zo. Maar wanneer je kijkt naar de kleinere films die overal in de wereld gemaakt worden, of het creatieve werk dat voor televisie gebeurt, dan zie je dat heel wat vrouwen wèl regisseren.
Zelf zou ik geen film over mannen of over mannenonderwerpen willen maken, die zijn er al genoeg. Ik heb lang gewerkt aan een script dat, omdat we niet rechtstreeks het verhaal van Bob Marley mochten vertellen focust op zijn zwarte ontdekker Danny Simms maar dat is iets dat ik niet zelf ga regisseren. Ik wil meer vrouwelijke onderwerpen doen of zoals Jane Campion een vrouwelijke artistieke blik op dingen richten, via film onderzoeken hoe vrouwen denken, voelen en leven.”
Hoe waren de reacties toen je Born in Flames opnieuw voorstelde?
“Ik was verbaasd dat men Born in Flames als eerste uit een pak jaren 80 films selecteerde om gerestaureerd te worden. Wat overigens nodig was want de kopie verkeerde in een erbarmelijke staat. Het was voor mij nog een grotere verrassing dat de gerestaureerde kopie ook op zoveel festivals voorgesteld werd. En de reactie van het publiek, zowel mensen die de film nog in 1983 zagen en de jongere generatie die er amper van gehoord had, was echt verbijsterend. Vooral Occupy Wallstreet activisten reageerden enthousiast.”
Terugkijkend naar de oorspronkelijke release van Born in Flames denk ik dat we hem toen wel als bizar maar niet zo ongewoon beschouwden. Het leek niet meer dan normaal dat dergelijke feministische fantasieën gemaakt werden. Nu wordt het duidelijk dat de film echt wel uitzonderlijk was.
“Ik denk dat je gelijk hebt. Na de voorstelling van de gerestaureerde versie verscheen er in The New Yorker een stuk over hoe moeilijk filmmaken toen was en dat plaatste alles in perspectief. Het was moeilijk maar we deden het toen gewoon zonder er bij stil te staan hoe bijzonder het was. We maakten deze films en toonden ze aan elkaar zonder er verder bij na te denken. Mensen vragen me nu voor wie ik de film maakte maar zo dachten we toen niet, we hadden geen doelpubliek voor ogen en maakten gewoon films. Nu kunnen er zelfs geen kleine films meer gemaakt worden zonder testvoorstellingen en door marketing bepaalde doelpublieken. Dat was niet onze bekommernis.”
Films zoals Born in Flames en de surrealistische fantasie Liquid Sky werden uitgebracht in de zalen, wat nu ondenkbaar is. Er was ook minder informatie over de films. Wie ze gemaakt had, voor welke reden en hoeveel geld was niet bekend. Het publiek liet zich gewoon verrassen door de film terwijl kijkers nu op voorhand willen weten welke kijkervaring hen te wachten staat.
“Klopt, ik wist niet wat ik zag toen ik Liquid Sky voor het eerst in een bioscoop bekeek, maar het was wel een film die me prikkelde en al die jaren is bijgebleven. Met specials effects die tegelijk bizar, fascinerend en handgemaakt waren; vreemde personages en een te gekke plot. In de jaren 80 werden er heel bizarre en creatieve films gemaakt. De films van Jim Jarmusch en Spike Lee zijn klassiekers geworden maar heel wat andere films zijn helaas onder de radar verdwenen. Daarom ben ik trots dat Born in Flames nu herontdekt wordt. En dat het zo’n actuele en nuttige film is.”
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen bij De Filmkrant, 21 februari 2017, Lizzie Borden)