The Deep Blue Sea van Terence Davies: De verwoestingen van de liefde
“Ik veroordeel niets, ik keur niets goed,” zegt de huisbazin van Hester Colver, de vrouw die rechter Sir William Collyer verliet voor de jonge piloot Freddie. Een passionele affaire waar ze haar veilige leven voor op het spel zet. De houding van de huisbazin in The Deep Blue Sea om mensen te laten primeren op morele oordelen, is ook die van Terence Davies.
Naar het voorbeeld van Jean Renoir hebben alle mensen hun redenen bij de regisseur van het op het gelijknamige toneelstuk van Terence Rattigan gebaseerde The Deep Blue Sea. Geen van zijn drie protagonisten in dit fifties verhaal zijn volledig goed of volledig slecht. Ze hebben allemaal hun fouten, zwakheden maar ook sterkten.
Pijnlijke emoties en een rijk innerlijk leven maken hen menselijk. Net zoals in Terence Davies Trilogy, The House of Mirth, Distant Voices, Still Lives, The Long Day Closes, Sunset Song en A Quiet Passion worden hier vaste thema’s zoals verscheurende passies, familie, geheugen en verleden aangesneden. De toon van de film is melancholisch, het ritme langzaam en de stijl lyrisch. Met muziek, literatuur en schilderkunst als overduidelijke invloeden leidt dat tot intense en picturaal mooie cinema.
Bijna terloops wordt in The Deep Blue Sea ook het conservatisme en het seksisme van de Britse standenmaatschappij gefileerd. Maar in dit melancholisch emotioneel drama wordt die realiteit overschaduwd door een stormachtige passie. Van de man die “You belong to me” meezingt, de vrouw die op de vraag wat er met haar gebeurd is “De liefde, meer niet” antwoordt en de ongelukkige echtgenoot die ondanks alles van zijn vrouw blijft houden.
In een magistrale scène daalt Hester af in de metro en stapt ze af van een nieuwe zelfmoordpoging wanneer ze zich een samenzang tijdens de oorlog herinnert, wanneer voor de bommen schuilende mensen spontaan de Ierse traditional ‘Cockles and Mussels’ zingen. Een lied over een dode geliefde met het refrein “Alive, alive-O! alive, alive-O!”.
Zoals wel vaker zitten Davies’ personages gevangen in het verleden (“Zijn leven eindigde in 1940” zegt Hester over Freddie) en in raamkaders. Beiden komen aan bod in een magische slotscène waar een travelling ons van een raam naar de straat in een andere tijd voert. “Ik ben geobsedeerd door lege kamers, traphallen en mensen die aan ramen staan,” bekent Davies, zonder dat die obsessie een tic wordt. Daarvoor is zijn liefde voor mensen te groot.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 671, januari 2017)
THE DEEP BLUE SEA: Terence Davies, GB 2011, 98′; met Rachel Weisz, Tom Hiddleston, Simon Russell Beale; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Wild Bunch.