Harris Savides: Meester van de eenvoud
“I think the best cinema is cinema with images and not words. That’s the purest form of cinema. The most powerful cinema I’ve seen has been cinema that is just images, great images. I mean, that’s the trick: To try and tell it cinematically.” Aan het woord: Harris Savides, de visuele meester-met-een-camera die als geen ander besefte dat communiceren met beelden ook betekende dat die beelden niet te mooi en te fotogeniek mogen geen. Beelden die afleiden, licht dat afleidt zijn taboe wanneer authentieke filmische schoonheid het doel is.
“Schoonheid is geen doek,” bleef Harris Savides (1957-2012) herhalen, “het vloeit enkel organisch voort uit ons werk”. De baanbrekende DOP schilderde beelden op ons netvlies die in ons geheugen gegrift blijven. De wervelende opening credits van Se7en. De donkere binnenopnamen van The Yards. Een in onwerkelijk licht badende Nicole Kidman in Birth. De tegendraads belichte in seventies sfeer gedrenkte autoscènes uit Zodiac.
Maar alhoewel hij niet vies was van experimenten en een heightened reality creëerde via zijn visuele stijl, toch bleef Savides hameren op eenvoud en bescheidenheid: “Ik denk niet dat je ooit een verbazingwekkende film kan maken door te trachten de film er verbazingwekkend te laten uitzien”.
Daarom had hij achteraf spijt van een verklaring – “ik belicht geen mensen maar ruimtes waarin acteurs zich ontplooien” – die nochtans klopte met zijn werkwijze. “We worden betaald om wat in het script staat in beeld te brengen en niét om te tonen hoe mooi we het er kunnen laten uitzien,” aldus Savides, “ik probeer elk moment zo eenvoudig en direct mogelijk over te brengen”.
Aanvankelijk, in o.m. The Game, koos hij nog voor een gestileerde aanpak. Maar het was de trilogie gestart met het minimalistische Gerry, en verdergezet met Elephant en Last Days, die voor een keerpunt zorgde. Gus Van Sants film uit 2002 over twee Gerry’s die zichzelf verliezen tijdens een woestijnwandeling liet zalen leeglopen maar was voor Savides “een mijlpaal. Ik had de indruk dat ik voor het eerst cinema begreep. Er was geen flitsende montage, geen complexe belichting. In veel opzichten was het pure cinema. Door op zo’n eenvoudige manier te werken kreeg ik een vertrouwen dat ik voordien nog niet had gehad”.
Van Sant gaf bij Gerry de voorzet door aan Bela Tarr schatplichtige lange en hypnotische takes (vaak rugopnamen van stappende figuren in een landschap) te introduceren. Harris Savides reageerde door enkel te werken met natuurlijk licht waardoor de wanhoop en de eenzaamheid van de personages uitvergroot werden.
“In het begin van je carrière geraak je opgewonden van camerabewegingen en belichting,” stelt Savides, “later ga je beseffen dat je de dingen niet te mooi mag maken. Ik probeer glamoureuze belichting te vermijden. Het is te gemakkelijk om de vorm – de techniek – de inhoud te laten overschaduwen”.
Maar Gerry bewees dat je kan spreken met beelden, “de beste cinema is cinema met beelden en niet met woorden”. Voor Savides was cinema “een van de krachtigste expressievormen. Film is intens en gelaagd, het kan mensen raken op manieren die andere kunstvormen niet kunnen. Wanneer dat lukt heb je een sublieme, ongeëvenaarde ervaring”.
De sleutel voor succes? Eenvoud. Instinct. Co-auteurschap met de regisseur. Het is geen toeval dat Savides samenwerkte met de meest Europese onder de Amerikaanse regisseurs: Gus Van Sant, David Fincher en James Gray. Zij blijven verweesd achter.
IVO DE KOCK
“I light a room and let the people inhabit it, as opposed to lighting the people. It’s more organic. You want to protect the people you’re working with, and there’s a constant battle between the best light for their face and the best light for the story. You don’t want to get to the point where the audience notices the light.” – Harris Savides