William Friedkin: In het hart van de duisternis
In de jaren 70 was William Friedkin, na de hits The French Connection en The Exorcist, even de koning van ‘New Hollywood’. Maar de eigenzinnige cineast viel snel uit de gratie. Tijdens Cannes ‘06 werkte hij zich opnieuw op het voorplan met de claustrofobische thriller Bug. Een radicaal meesterwerk dat in seventies-stijl de vinger legt op een hedendaagse ziekte: de besmettelijke paranoia die vreet aan een samenleving in de ban van terreur en monsters. Ondanks staande ovaties en kritische waardering brak Bug niet uit het festivalcircuit. Gelukkig is hij nu, net zoals cultfilm Cruising, op dvd te bewonderen.
“Action is character”. Hollywoodveteraan William Friedkin (°1935) verwijst graag naar het briefje dat schrijver Scott Fitzgerald boven zijn bureau hing. “Je bent wat je doet, niet wat je zegt” verduidelijkt de regisseur. Dat principe paste hij toe op zijn leven en zijn werk. Het leidde tot conflicten, controversen en een outsiderstatus.
Maar ook tot films die niemand onverschillig laten. Stormachtige films als afspiegeling van een bewogen leven; zo hoort het volgens Friedkin. De auteur met een neiging tot zelfvernietiging doet er dan ook alles aan om de kijker te provoceren. Via felle stellingname (The French Connection, To Live and Die in L.A., Rules of Engagement), verwarrende ambiguïteit (Cruising, Rampage) of tastbaar gemaakte bezetenheid (The Exorcist, Bug).
Tot vreugde van Friedkin laaiden de passies vaak hoog op. Hij werd beschuldigd van homohaat (The Boys in the Band, Cruising), verdediging van zelfberechtiging (The French Connection, Rampage), godslastering (The Exorcist), racisme (Rules of Engagement), extreme gewelddadigheid (To Live and Die in L.A., The Guardian), voyeurisme (Jade), het fout inschatten van wapenhandel (Deal of the Century) en respectloosheid (de Clouzot-remake Sorcerer).
Zijn grootste successen (The French Connection, The Exorcist) dateren uit de jaren 70 en zijn cinema is aan die scharnierperiode schatplichtig: ontluistering van mythes, realistische actie, maatschappijkritiek, antihelden en paranoia,… Toch was Friedkin een buitenbeentje binnen het ‘New Hollywood’ dat zich dan aftekent.
In tegenstelling tot Coppola, Pakula, Romero en Scorsese gelooft hij niet in een wereldbeeld met duidelijke scheidingslijnen, scherpe tegenstellingen en eenduidige categorieën die positionering vergemakkelijken. De seventies auteurs bekijken contrasten (arm versus rijk, meerderheid vs. minderheid, gerechtigheid vs. onrecht) vanuit de positie van het zwakke individu maar zonder de tegenstelling (lees: het systeem) in vraag te stellen.
Niet zo bij William Friedkin. De vaak als reactionair omschreven cineast levert films af die onmogelijk volgens dat schema te klasseren zijn. Zwart-wit tegenstellingen ontbreken en het standpunt van de regisseur blijft vaak onduidelijk of ambigu. Het is geen toeval dat Friedkin twee versies aflevert van Rampage, één met een schijnbaar pro-doodstraf stellingname en één met kritiek op de doodstraf. Hij houdt ervan dingen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken én zijn mening te wijzigen. “Wanneer ik een derde versie zou maken, dan zou ik waarschijnlijk nog iets anders zeggen” liet Friedkin n.a.v. Rampage optekenen.
Zijn beste films verankeren de ambiguïteit van situaties en personages – twijfel omtrent hun morele en seksuele identiteit – in het verhaal en de manier waarop het wordt verteld. Getuige The French Connection, The Exorcist, Sorcerer, Cruising, To Live and Die in L.A., Rampage, Rules of Engagement, The Hunted en Bug. Krachtig en omstreden werk terwijl Friedkins ‘onschuldige’ films (The Brink’s Job, Deal of the Century, Blue Chips) ondramatisch zijn.
“Ik heb geen moreel kompas” provoceert Friedkin en zijn films boeien vooral wanneer ze flirten met de grenzen van het ‘aanvaardbare’. Wanneer hij risico’s neemt door een ‘beeld teveel’ in te lassen. Het beeld dat we niet willen (of kunnen) zien, dat de grenzen van ons blikveld verruimt, dat naar een verborgen beeld verwijst. De groezelige gay underground in Cruising, het meisje met een pistool dat opduikt uit de massa in Rules of Engagement of de man die insecten onderhuids voelt kriebelen in Bug; het zijn geen leuke lyrische beelden, wel verontrustende donkere beelden. Niet zwart of wit maar zwart én wit.
De ambiguïteit die de motor vormt van Friedkins cinema is niet alleen verbonden met de vervaging van de grenzen tussen goed en kwaad maar ook met de aard van de beelden zelf, met hun tegelijk materiële (actiescènes zijn op de fysieke realiteit geënt) en symbolische (betekenis overstijgt het concrete) natuur. De versmelting van beiden verleent aan het hyperrealisme van Friedkin een magische dimensie. Waardoor zijn films vleesgeworden nachtmerries lijken.
Friedkins tocht naar het hart van de duisternis (“Wat me interesseert zijn karakterstudies en bijna al mijn films gaan over de dunne scheidingslijn tussen goed en kwaad”) ademt de geest van de seventies uit. “Ik dreef toen mee op de Zeitgeist” zegt hij op de dvd van BUG, “ik weet dat die tijdsgeest nu is maar het interesseert me niet om die te volgen”. Geen ‘vroeger was het beter’ nostalgie bij Friedkin: “De onafhankelijke producenten groeiden de jongste tien jaar en daardoor hebben filmmakers meer vrijheid dan wij in de jaren 70. Je zou verbaasd zijn hoeveel bemoeienissen er waren in die zogenaamde gouden jaren”.
Na werk voor tv en als documentairemaker debuteerde Friedkin eind jaren 60 met onpersoonlijke fictie. “Het waren louter vingeroefeningen” zegt hij zelf over Good Times, The Birthday Party, The Night They Raided Minsky’s en The Boys in the Band. Maar anno ‘71 injecteert hij zijn anticonformisme en zijn liefde voor de cinema van Howard Hawks in de mokerslag The French Connection. Friedkin verzoent er documentaire esthetiek met een hommage aan de genrefilm (een beweeglijke camera tast de gangsterwereld af ) en linkt de onderhuidse maatschappelijke woede aan een persoonlijke fascinatie voor morele ambiguïteit (agenten zijn tot alles bereid om drugstrafikanten te vatten).
De realiteit overtreft de fictie in een universum zonder goeden of slechten waar mensen elkaar opjagen en achtervolgen. Bravourestuk is een autoachtervolging geënsceneerd als een fysiek duel. De jacht wordt een thema in het werk van Friedkin en legt de dierlijke instincten van de mensheid bloot. Dankzij vijfvoudig Oscarsucces mag de cineast van Warner ook zijn stempel op The Exorcist drukken. Een verhaal van bezetenheid (een ander thema dat Friedkin niet loslaat), met een jong meisje als speelbal van de duivel.
De terreur is alomtegenwoordig in dit horrorverhaal dat seksualiteit, ziekte, jeugd en religie samenbrengt. De voor zijn tijd grensverleggende film verontrust door te flirten met irrationaliteit, de onmacht van de kerk tegenover de ziekte, de seksualiteit van een kind en de vernietiging van het gezin. De combinatie van een realistische weergave van existentiële angst met een gestileerde evocatie van een abstract universum wordt door Friedkin in de briljante overlevingstocht Sorcerer geperfectioneerd.
Maar Jaws en Star Wars veranderden ondertussen Hollywood en Friedkins gesublimeerde brutaliteit slaat niet langer aan. Hij keert in de jaren 80 terug naar de televisie (The Twilight Zone, C.A.T. Squad, Tales from the Crypt) om sporadisch uit te pakken met markante doch omstreden films: Cruising, To Live and Die in L.A. en Rampage. Brutale actiedrama’s die het publiek bevragen over de eigen verantwoordelijkheid en opvattingen over gerechtigheid, seksualiteit en schuld.
In de surrealistische (en sensuele) seksuele thriller Cruising toont Friedkin – via het verhaal van een agent die infiltreert in een New Yorkse sadomachochistische subcultuur om een moordenaar te vatten – hoe twee schijnbaar tegenstrijdige werelden zich in een hallucinante schizofrenie vermengen. Hij krijgt het verwijt homoseksualiteit monsterlijk te maken maar levert, door de botsing van fascinatie en angst tot de motor van het geheel te maken, een subtiele karakterstudie af.
Ambigu want zonder zekerheden. De archetypische strijd tussen goed en kwaad leidt ook in To Live and Die in L.A. niet tot een confrontatie tussen goede agenten en slechte gangsters. Iedereen blijkt vatbaar voor wraak en geweld; iedereen is verscheurd tussen waarheid en leugen. Rampage bestudeert schuld en boete via het duel tussen een ziekelijk empathische agent en een gevaarlijke moordenaar.
Na deze tegen de stroom oproeiende en ongemakkelijk makende films verdwijnt Friedkin in de jaren 90 van het toneel. Zijn odes aan gothic horror (The Guardian), basketbal (Blue Chips), Hitchcock (Jade) en de rechtbankthriller (12 Angry Men) zijn weinig memorabel. “Niet al mijn films zijn geslaagd,” geeft Friedkin toe, “soms werkte het gewoon niet”.
Ook in het nieuwe millennium blijft hij een outsider in de filmindustrie (opnieuw biedt tv met CSI een uitweg) maar zijn werk haalt opnieuw niveau. Via een gecamoufleerde trilogie en thema’s zoals schuld, verantwoordelijkheid en ziekte peilt Friedkin naar de gevolgen van oorlog op de verstoorde psyche van de personages, vertolkt door Samuel L. Jackson, Tommy Lee Jones, Benicio Del Toro en Michael Shannon. In Rules of Engagement wordt een slachtpartij verbonden met oorlogslogica en hypocrisie m.b.t. geweld, in The Hunted wordt een doder opgejaagd door hen die van hem een machine maakten, in Bug wordt waanzin heel gewoon voor een Irakveteraan die via een paranoïde liefdesavontuur tracht te overleven.
De oorlog is tegelijk concreet en metafysisch; de mens verkeert bij Friedkin in een constante staat van oorlog en wordt door leugens omringd. Zijn cinema heeft één groot onderwerp: bezetenheid. Met al zijn mogelijkheden en gevolgen. Peter Evans’ (Bug) besmetting en obsessieve relatie met een alter ego herinnert aan de viscerale avonturen van Popeye Doyle (The French Connection), de chauffeurs in de jungle (Sorcerer), de agenten Steve Burns (Cruising) en Richard Chance (To Live and Die in L.A.). Dat zijn werk persoonlijk blijft, dankt Friedkin ook aan zijn status van outsider. “Wanneer je ouder wordt, vraagt men je minder als regisseur,” merkt hij nuchter op, “dus moet ikzelf dingen opstarten”. Dat is hem op het lijf geschreven.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE , n° 587, september 2008)
WILLIAM FRIEDKIN OP DVD
THE FRENCH CONNECTION; USA 1971; 99’; met Gene Hackman, Roy Scheider; extra’s: commentaren, documentaires, verwijderde scènes; FILM: **** / EXTRA’S: *****; dis. Fox;
THE EXORCIST; USA 1973; 122’; met Max von Sydow, Linda Blair; extra’s: commentaar, documentaires; FILM: **** / EXTRA’S: *****; dis. Warner;
CRUISING; USA 1980; 98’; met Al Pacino, Paul Sorvino; extra’s: commentaar, documentaires; FILM: ****/ EXTRA’S: ****; dis. Warner (import);
RULES OF ENGAGEMENT; USA 2000; 126’; met Tommy Lee Jones, Samuel L. Jackson; extra’s: commentaar, documentaires, interviews; FILM: *** / EXTRA’S: ***; dis. DFW;
THE HUNTED; USA 2003; 91’; met Tommy Lee Jones, Benicio Del Toro; extra’s: commentaar, documentaires, verwijderde scènes; FILM: *** / EXTRA’S: ****; dis. Touchstone;
BUG; USA 2006; 98’; met Ashley Judd, Michael Shannon; extra’s: commentaar, introductie, interview; FILM: **** / EXTRA’S: ****; dis. A-Film.