Het seksuele lichaam op het witte scherm: De nieuwe moraalridders geven zich bloot

apr 6, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, drama, genre, thema  //  No Comments
20111208142214-Shame_12

SHAME

Het naakte lichaam en menselijke seksualiteit zijn al lang geen taboebrekers meer. De tijd dat films zoals Last Tango in Paris, L’empire des sens en Salò choqueerden ligt ver achter ons. Maar toch is het seksuele lichaam populairder dan ooit bij cineasten. Niet omdat ze commercieel willen scoren met een ‘sexy’ film maar omdat ze graag metaforische verhalen vertellen over mensen en thema’s van nu. Lichaam en geest, schuld en boete zijn vandaag in de filmzalen weer innig verstrengeld. Een kwartet recente films – The Invader en Shame, Sleeping Beauty en L’Apollonide illustreert zowel de hernieuwde fascinatie voor het seksuele lichaam als de terugkeer van een puriteinse moraal.

DE SEKSUELE METAFOOR VAN THE INVADER

Verbazing alom, en teleurstelling bij sommigen, toen de Belgische beeldende kunstenaar Nicolas Provost het filmfestival van Venetië inpakte met een toegankelijke, ‘commerciële’ film. The Invader confronteert een ruim publiek met een thema – vluchtelingenproblematiek – dat verbonden wordt met de inwendige onrust van een eigenzinnige, visuele verhalenverteller.

De tocht van een zwarte immigrant die in een donker Brussel vanuit een hopeloze situatie (uitbuiting) in een intense neerwaartse spiraal belandt, wordt gepresenteerd als een nadrukkelijke seksuele metafoor. Compleet met een paradijselijk naakt vrouwelijk lichaam, een fallische drilhamer en tunnels die de vagina symboliseren. De antiheld projecteert in een bange blanke wereld zijn verlangen naar liefde en economische geborgenheid op een mooie zakenvrouw. Liefde verandert in agressie, seksualiteit slaat om in gewelddadigheid.

Invader 7

THE INVADER

Provosts debuut is een film over film, een verhaal over de kracht van verlangen, identificatie en projectie. Waarbij de verbeelding van een outsider ons meevoert naar het hart van een samenleving vol spanningen en tegenstellingen. The Invader schuwt de symbolen, metaforen en archetypes niet maar ondanks de soms ijzige picturale schoonheid werd het geen koele film. Integendeel, Provost vertelt op warme, emotionele manier het verhaal van een seksueel lijf dat in een wraakmachine verandert. Zonder te oordelen, zonder te moraliseren. Maar ook zonder het kijkplezier te vergeten.

DE MORELE ONTSPORING IN SHAME

Dat is heel anders in Shame. Daar wordt het seksuele lichaam beladen met meer schroom, schaamte en schuldgevoelens. Deze film heeft net als The Invader een aantal bar-, restaurant- en seksscènes, maar kijkt met een meer morele blik. De door uitgeputte lichamen gefascineerde Britse installatie-kunstenaar Steve McQueen (Hunger) opent met het naakte lijf en de lege blik van een gekruisigd op bed liggende Michael Fassbender.

Die speelt Brandon: een seksverslaafde yuppie gevangen in een labyrintisch New York, een seksueel roofdier. Hij versiert vrouwen in de metro of in een bar, neukt hoeren in op glazen kooien lijkende appartementen, beleeft wilde seks in gore backrooms en masturbeert tussendoor op alle mogelijke plaatsen. Brandon is een op hol geslagen seksueel lichaam.

20111208142215-Shame_06

SHAME

Dit goed gevormd lichaam met een penis als wapen werkt wanneer de geest controle bewaart maar slaat tilt (valt stil) op het moment dat intimiteit dreigt (wanneer Brandon gevoelens ontwikkelt). De crisis is compleet wanneer Brandons zus Sissy opduikt. Die suïcidale zus met haar emotionele fragiliteit rukt zijn masker af.

Brandon worstelt met psychologische problemen maar McQueen vermijdt elke (Freudiaanse of andere) duiding. Op Sissy’s vage ‘We’re not such bad persons, we just came from a bad place’ na. Wat de regisseur interesseert is de morele ziekte die dit seksueel lichaam treft. De vele seksscènes zijn ondanks hun expliciete karakter allerminst provocerend of sexy (lees: opwindend of prikkelend), ze illustreren enkel de malaise in Brandons eenzaam bestaan.

20111208142214-Shame_02

SHAME

In Shame zien we hoe de ontsporing van een seksueel lichaam onvermijdelijk leidt tot een triest en onmenselijk bestaan. In die zin is McQueens film een morele vingerwijzing aan het adres van het oversekste lichaam, en een waarschuwing voor de vervreemding van een verslaafde geest. Het heeft wat van modern puritanisme: seks is niet langer zondig, maar het leidt enkel tot een hels ‘Sex in the City’ leven dat in het teken staat van buitensporigheid en schaamte.

Uiteraard verwijzen Brandons schuldgevoelens ook naar de recente financieel-economische crisis met zijn schuldigen-in-maatpak (en met hebzucht als motor) maar toch blijft vooral de morele vingerwijzing bij. Shame is briljante en intense cinema, maar ook een als ‘controversieel kunstwerk’ vermomde neo-conservatieve tragedie. Of hoe moralisme terugkeert via het seksuele lichaam.

HET ANTI-EROTISCH SPROOKJE SLEEPING BEAUTY

Sleeping Beauty is zowat de companion piece van Shame. In het debuut van de Australische romanschrijfster Julia Leigh staat opnieuw het seksuele lichaam centraal maar de heldin is ditmaal geen expressief, seksuele bevrediging zoekend subject maar een zwijgzaam en lijdzaam seksueel object. Lucy is een getroebleerde studente zonder veel zelfrespect die zo’n nood heeft aan geld dat ze gelijk welke job aanneemt. Ze verkoopt haar slapend (met pillen verdoofd) naakte lichaam aan seksueel geobsedeerde oude mannen. Aangevuurd door de bazin van een escortservice met beloftes zoals ‘Je vagina zal je tempel zijn’.

Net zoals Brandon in Shame is deze Lucy een emotioneel afstandelijke en met een existentiële malaise worstelende eenzaat. En net als hij geraakt zij uit evenwicht door controleverlies. Haar ‘val’ wordt niet veroorzaakt door intimiteit en liefde maar door nieuwsgierigheid: door het verlangen te zien (via bewakingscamera’s) hoe ver het ritueel van vernedering en misbruik gaat (wat de mannen doen die de nacht bij haar doorbrengen).

Sleeping Beauty 3

SLEEPING BEAUTY

Ook Lucy is een archetype (hier de mysterieuze, blonde sprookjesprinses) met een vage voorgeschiedenis en een rudimentaire persoonlijkheid. En net zoals Brandons zus Sissy heeft Lucy’s vriend Birdman vooral een dramatische functie: zijn rol moet duidelijk maken dat er overeenkomsten zijn tussen de manier waarop klanten omspringen met haar lichaam (onhandig, teder, wreed) en de wijze waarop ze omgaat met de pijn en het lijden van een naaste.

Kortom, ook Sleeping Beauty is een film met veel symbolen en metaforen maar weinig emoties, plezier en humor. Het is een anti-erotisch sprookje waarin het seksuele lichaam nooit voor opwinding zorgt. Een filmisch essay met meer verwijzingen naar de theorieën van Georges Bataille dan naar erotiek, passie en menselijke warmte. Leigh maakt een veel koelere, meer afstandelijke film dan McQueen maar ook zij zwaait met een moraliserend vingertje.

Sleeping Beauty 2

SLEEPING BEAUTY

Voor haar zijn de personages verwerpelijk, de situaties decadent en het seksuele lichaam onmenselijk. Leighs slapende schone lijkt in een Bunuel-imitatie zonder subversieve vrolijkheid te zijn gesukkeld. Terloops wordt ook de kijker, die in een voyeuristische positie opgesloten zit, terechtgewezen. Schuld en schaamte, aflevering twee.

MYSTERIE HAALT HET OP MORAAL IN L’APOLLONIDE

De Franse cineast Bertrand Bonello (Le Pornographe, De la guerre) tapt met L’Apollonide, souvenirs de la maison close uit een ander vaatje. Zonder te oordelen focust hij op het dagelijkse leven van 12 prostituees in een bordeel aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Het portret van deze groep vrouwen legt tegenstellingen bloot. Het contrast tussen de luxe van de salons en het ware leven van de jonge vrouwen; het verschil tussen het schijnbaar tijdloze gesloten huis met zijn rituelen en de buitenwereld waar veranderingen op til zijn die de zeepbel uit elkaar zal doen spatten.

Tegelijk worden ook verbanden duidelijk. Met name de link tussen de emancipatie van het seksuele lichaam en de strijd tegen vervreemdende sociale verhoudingen. De vrouwen lopen quasi naakt rond (omwille van de tijdrovende vele kledijlagen) en benadrukken het opgezette handeltje (‘On fait commerce?’ is de geijkte openingszin) en het opgevoerde toneeltje. ‘Het bordeel is een theater,’ zegt Bonello, ‘we zijn afgesneden van de rest van de wereld en de slaapkamerscènes zijn mise-en-scènes van een mise-en-scène, van mannelijke fantasieën.’

LApollonide 2

L’APOLLONIDE

L’Apollonide verwijst naar film (de donkere filmzaal als maison close) en de spektakelmaatschappij, maar zonder dat de personages holle archetypes worden. Vooral de vrouwen blijven complexe, mysterieuze wezens. Hier blijkt het verlangen om alles te zien een illusie. Het seksuele lichaam bewaart zijn geheim en prostitutie wordt geen zonde. De tragiek is hier niet een permanente staat van zondigheid (zoals die waarin Brandon en Lucy zich bevinden) maar de litteken-lach waarmee een puritein Madeleine opzadelt.

L’Apollonide is een preutse film. Maar deze prent respecteert zijn personages in plaats van ze te veroordelen, en benadrukt de menselijke waardigheid. Geen zonde of schaamte hier maar een seksueel lichaam dat zich niet helemaal blootgeeft, dat zelfs in een handelsomgeving zijn mysterie bewaart.

L'apolonide 3

L’APOLLONIDE

Bonello verwijst graag naar een uitspraak van regisseur Max Ophuls (Lola Montès, La Ronde): ‘Ik vind het streven om alles te willen weten, dit gebrek aan respect tegenover het mysterie, beangstigend’. Het is dit respect dat Bonello én Provost belet in de val te trappen waarin McQueen en Leigh tuinden: die van de moraliserende metafoor. Gelukkig wordt niet elke verhalenverteller een moraalridder wanneer hij het seksuele lichaam op het witte scherm tovert.

BELICHAMING EN BEZIELING

Wat delen deze hedendaagse filmmakers-met-artistieke-background? De drang om te focussen op het seksuele lichaam en op die manier een spanningsveld te creëren tussen kunst en realiteit, tussen een individuele droom en de geest van de tijd. Provost, Leigh, McQueen en Bonello zetten (elk op hun manier) het seksuele lichaam in om het overwicht van het subjectieve, het inwendige en het eigen wezen in deze tijden te illustreren.

Het seksuele lichaam dat de motor van hun metaforische verhalen is biedt weerstand, het geeft dingen bloot én maakt zaken onzichtbaar. Het is tegelijk tastbaar (want gebonden aan de realiteit) en ongrijpbaar (want mysterieus). In dit kwartetje films blijkt het seksuele lichaam nauw verbonden met de paradox van cinema zelf: het vermogen om tegelijk realistisch te zijn en die realiteit te negeren.

Invader 5

THE INVADER

Wat willen deze filmakers bereiken met die spanning tussen fictie en realiteit, met hun hernieuwde focus op het seksuele lichaam? Het antwoord schuilt in hun creatieve passie. Deze mavericks stelden vast dat hedendaagse mainstream films niet meer de vormgeving van een passie zijn: de films drukken nog zelden een emotie, een idee, een visie uit. Films voor een ruim publiek verloren hun kracht, wekken nog weinig enthousiasme.

De seksuele lichamen in de films van Provost & co willen een tegengewicht bieden voor dat manco. In de be-lichaming van de cinema door deze vier regisseurs zit ook een verlangen naar (meer) be-zieling. Zowel Provost als Leigh, McQueen als Bonello trachten hun creatieve passie te vertalen in films die iets betekenen. Ze springen niet gratuit om met naakte lijven maar trachten bezielde cinema te maken door het seksuele lichaam te koppelen aan een metaforisch verhaal.

20111208142215-Shame_05

SHAME

De ideale filmauteur bestaat uit drie persoonlijkheden die, ieder op hun beurt, in de film tot uitdrukking (moeten) komen: een moralist, een estheet en een emotioneel beest. De moralist staat achter de camera, het beest ervoor en de estheet tussen die twee in. McQueen schildert met Shame de terugkeer van een puriteinse moraal. Leigh toont zich met Sleeping Beauty te veel een moraliserende esthete. Maar Provost en Bonello doen ook het emotioneel beest ontwaken in hun gestileerde, morele parabels The Invader en L’Apollonide, souvenirs de la maison close. Films met respect voor het uitgebuite seksuele lichaam. En voor de kijker.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in REKTO VERSO, n° 51, maart-april 2012: Seksuele lichaam)

20111208142215-Shame_11

SHAME

Leave a comment