Filmisch hedonisme: Het plezier-principe onder vuur, film tussen lijden en verleiden

mrt 4, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, drama, genre, thema  //  No Comments
img215

LA GRANDE BOUFFE: Hedonisme op het menu

Das ist mir Wurst” zei Gouden Palm-winnaar Michael Haneke tijdens het jongste filmfestival van Cannes, “het kan me geen zak schelen of Amour nu genot of ergernis opwekt, het is een persoonlijk verhaal dat ik moest vertellen en dat me via pijnlijke loutering plezier oplevert”. Plezier is elk jaar opnieuw taboe tijdens de grootste filmshow op aarde. Want het rijmt op entertainment en wordt geassocieerd met barbarij. Te commercieel, te hedonistisch.

Bepaalde regisseurs waren meer met hun stijl dan met hun personages begaan” foeterde juryvoorzitter Nanni Moretti na de bekendmaking van ‘zijn’ omstreden palmares. Een duidelijke verwijzing naar David Cronenberg (Cosmopolis), Alain Resnais (Vous n’avez encore rien vu) en Leos Carax (Holy Motors); auteurs die creatief bezig zijn met filmtaal. Maar ook onverholen kritiek op wie zoals Wes Anderson (Moonrise Kingdom), Ulrich Seidl (Paradies: Liebe) en Sergei Loznitsa (In the mist) zedenstudies verrijkt door mise en scène en stilering. Film is in deze visie best geen creatief medium maar politiek-correct verfilmd acteursgedragen toneel. Stijl, experiment en vernieuwing zijn des duivels. Net als genot en plezier.

045113

VOUS N’AVEZ PAS ENCORE RIEN VU

Barbaren: vijanden van de cultuur

Er waart de laatste jaren een spook door Europa en omstreken: cultuurpessimisme. Een onheilsdenken dat zich niet beperkt tot de gevolgen van de economische crisis of van een falend cultuurbeleid. Het gevoel dat er een culturele apocalyps in de lucht hangt gaat veel dieper. De malaise is verbonden met de overtuiging dat ‘vijanden van de cultuur’, hedendaagse barbaren zeg maar, een ware rooftocht ondernemen en een woestenij achterlaten.

Het conflict tussen de verdedigers en de vijanden van de cultuur weerspiegelt een nog altijd sterk romantische beschaving waar de overtuiging leeft dat je om de verhevenheid van de echte waarde te bereiken een kronkelige weg van lijden en geduld moet afleggen. Deze opvatting, en het idee dat het mooie onlosmakelijk verbonden is met vooruitgang, is een creatie van de Romantiek. Cruciaal daarbij is de visie dat de betekenis der dingen enkel bereikbaar is via geduld, inspanningen, diepgang en lijden.

COS_D025-04605.NEF

COSMOPOLIS

Volgens cultuurpessimisten gooien cultuurbarbaren die romantische concepten zoals ‘zonder inspanning geen prijs’, en ‘zonder diepgang geen ziel’, overboord. Om aan te sluiten bij het gevoel dat de toegang tot het hart van de dingen een kwestie van genoegen, van intens leven, van emotie is. In Freudiaanse termen een afwijzing van het realiteitsbeginsel en een omhelzing van het plezier beginsel; een zoeken naar plezier (verleiding) en een afwijzing van pijn (lijden). Het is geen toeval dat de zogenaamde barbaren ‘kinderachtigheid’ verweten wordt.

Voor de volwassene is de kindertijd immers potentieel bedreigend. Op de meest onverwachte momenten kan hij hem parten spelen. De kindertijd is de verleiding van de onverantwoordelijkheid, de ongrijpbaarheid van de melancholie, maar ook de onbegrensdheid van het plezier. “Hang het kind niet uit” is de waarschuwing die iedereen te wachten staat die een bepaalde code negeert of een bepaalde grens van welvoeglijkheid overschrijdt. Als kijker of lezer omgaan met film en literatuur veronderstelt een tijdelijk verlaten van de volwassenenwereld. Dat gaat gepaard met het in vraag stellen van zekerheden én het centraal plaatsen van plezier.

G-spot: Grieken, genot en geluk

Lang, lang geleden; eeuwen voor de Romantiek en voor Christus wees de Griekse filosoof Aristippus op de dichotomie tussen plezier en marteling terwijl Epicurus stelde dat het doel van de mens het nastreven van geluk en het vermijden van ongeluk was. De grondslag van het hedonisme was daarmee gelegd, al zorgde de rede nog voor een rem. Die beheersing viel weg toen latere filosofen hedonisme (afgeleid van het Griekse ‘hèdonè’, genot) verbonden met het zinnelijke, waarbij (zintuiglijk of geestelijk) genot het hoogste goed werd.

Hedonisme werd snel problematisch binnen de dominante cultuur. Het tot het seksuele gereduceerde zinnelijke werd bestreden via het concept zonde, plezier via het concept plicht. Waardoor plezier geassocieerd werd met egoïsme en losgekoppeld van begrippen zoals geluk en welzijn. Zo kregen zowel hedonisme als plezier een negatieve connotatie. Decadent, bandeloos, losgeslagen, narcistisch, amoreel; in weinig fraaie bewoordingen werd er afgerekend met genot.

Les biens aimes 2

LES BIENS AIMES

Film begon eind 19de eeuw zijn leven als kermisattractie – als bron van verwondering, verleiding en plezier – maar werd snel een medium en een kunst. Daardoor kwamen zowel het verhaal als de beleving, de inhoud als de kijkervaring – onder vuur. Censuur (verpakt als keuring) viseerde het eerste, opvoeding (vermomd als duiding) het tweede. Dat leverde taboes op maar ook een moeilijke relatie met (schuldig) plezier. Waarbij conservatieve en progressieve krachten elkaar perfect vinden; zowel schandalen als entertainment irriteren, zowel choqueren als verleiden worden verbonden met genot terwijl diepe waarden en betekenis via lijden bereikt moeten worden.

Een en ander leidt tot verzet. Van cineasten die niet vies zijn van plezier, experiment, eigenzinnige stilering, originaliteit en gedurfde verhalen. Van films die breken met verwachtingen, die hedonistische persoonlijkheden opvoeren en kijkers in vervoering brengen i.p.v. ze op afstand te houden. Het zijn die haarden van verzet die in sommige films levendig worden gehouden en die aantonen dat diepgang en plezier wèl te verzoenen zijn. Maar tegelijk zijn er ook filmmakers die als ware moraalridders met een berispend vingertje wijzen naar hedonisme.

Schuldig plezier: de lach en de pijnlijke grimas

Het blijft opboksen tegen starre vooroordelen en diepgewortelde scepsis, zoveel is duidelijk. “Verontschuldig mij dat ik jullie heb laten lachen” zei Pietro Germi toen in 1966 zijn Gouden Palm Signore e signori werd uitgefloten. En Ken Loach had alle moeite van de wereld om dit jaar critici in Cannes te overtuigen dat zijn komedie The Angel’s Share (2012) een fabel is die inspeelt op de crisis en bewust focust op de Britse ‘verloren generatie’ van werkloze en niet tewerk te stellen jongeren. Maar dan op een humoristische wijze.

045098

ANGEL’S SHARE

De film van Loach is niet beter of slechter dan zijn meer dramatische films zoals Route Irish en The Wind That Shakes the Barley maar heel wat doorwinterde filmliefhebbers vonden het maar niets. “Velen denken dat les chants désespérés sont les chants les plus beaux,” aldus Cannes festival-baas Thierry Frémaux, “cinefielen hebben de neiging om de komedie te onderwaarderen, te beschouwen als een niet ernstig genre. Terwijl het een van de moeilijkste genres is en een intelligent publiek vereist”. En zoals Some Like It Hot cineast Billy Wilder wist: “Wanneer je filmkijkers de waarheid wil vertellen, wees dan grappig of ze verscheuren je”.

Maar er is meer. Wat velen stoort is de ongeremde humor en de complexe immoraliteit van personages die in deze dramatische komedie een uitweg zoeken via een roof (van de perfect whisky). Maar zeker ook het feit dat de kijker niet moet lijden om zich in te leven in beproefde maar tegelijk ook complexloos hedonistische personages. Weinig subtiel is het verwijt, barbaarsheid is de achterliggende gedachte (lees: beschuldiging).

Het is geen toeval dat een film zoals You will meet a tall dark stranger (2010) veel beter wordt ontvangen. De in vitriool gedrenkte ‘dwaze’ humor van Loach maakt er immers plaats voor de ‘intelligente’ zelfspot van Woody Allen die op hilarische wijze afrekent met een decadente moderne levensstijl. Waarbij een hedonist wordt geschetst als iemand die zonder zich om anderen te bekommeren vooral zintuiglijk geniet en die uiteindelijk ook ‘gestraft’ wordt voor zoveel platvoersheid en egoïsme.

Alles draait om twee getrouwde stellen die elk op hun eigen manier op zoek zijn naar geluk. Dat geluk zoeken ze in nieuwe relaties, voorspellingen van een waarzegger en verliefdheden. Maar hun zoektocht loopt slecht af. Via een alwetende verteller en rustig voortkabbelende scènes houdt Allen de kijker op een afstand terwijl hij de spot voert met hedonisme. Het leven van de gewone mensen blijkt zeer vermakelijk wanneer ze zich outen als hedonist. Hun glimlach wordt een pijnlijke grimas.

Moreel verval: ontspoord hedonisme

Vaak plaatsen film hedonisme in een weinig positief daglicht. Dat kan heel extreem gebeuren zoals in Marek Kanievski’s Brett Easton Ellis-verfilming Less than zero (1987) waar een hedonistische rijkeluiszoon uit Beverly Hills die alles lijkt te hebben (knap uiterlijk, charme, geld, intelligentie én een drugsverslaving) fataal ontspoort. Van decadente feesten (cocktails van seks en drugs) gaat het naar erger, ongecontroleerd genot leidt tot eindeloze pijn.

Ensemble 2

ENSEMBLE, C’EST TOUT

Dit nachtmerriebeeld blijft dan weer buiten beeld aanwezig in Ensemble, c’est tout (2007) dat het spiegelbeeld van de hedonistische narcist bepleit via een personage dat naastenliefde, zorg voor je grootouders en een keurig burgerlijk bestaan verkiest én bovendien liefde laat primeren op seks. Claude Berri serveert ons een sentimentele kroniek over gewone mensen met een grijs bestaan die in gedeelde levensruimtes (appartement, keuken) elkaar ‘reanimeren’. Zijn verhaal is gedrenkt in liefde voor mensen en in optimisme, maar ook in scepsis t.o.v. hedonisme. De weg naar geluk loopt via (overwonnen) pijn en niet via plezier. Kinderlijkheid moet plaats maken voor verantwoordelijkheidszin.

In het romantisch oorlogsdrama Head in the clouds (2004) van John Duigan fungeert hedonisme als component van een morele keuze. Wanneer het Europa van midden jaren 30 op zijn kop staat – Hitler is bezig aan een onstuitbare opmars, in Spanje vechten communisten en fascisten op leven en dood – moeten een idealistische student en een losbandige jongedame kiezen tussen engagement en onverschilligheid. Hij gaat vechten in Spanje, zij vlucht in hedonisme. Waarbij ze haar cynische afkeer van politiek (“Er zullen altijd oorlogen zijn”) koppelt aan een afwijzen van schuldgevoelens.

Deze Gilda is een schoolvoorbeeld van een hedoniste: een geestige en sensuele vrouw die streeft naar plezier, genot en geluk. Voor de filmmakers is dit hedonisme een negatief gegeven, het personage is onsympathiek en haar Parijse leefwereld decadent. Dat verandert pas wanneer haar hedonistische persoonlijkheid plots verandert. Ze blijkt toch geëngageerd en evolueert zelfs tot een tragische heldin, een verkeerd begrepen verzetsheldin. Het moreel verval is gestopt en meteen heeft ook het nazisme geen toekomst meer. Bijzonder symboolgeladen en metaforische cinema van een hoog nadrukkelijkheidsgehalte.

Somewhere

SOMEWHERE

Dan is Sofia Coppola’s melancholische Somewhere (2010) heel wat subtieler. Het leven van een Hollywoodster loopt in een parallel universum waar de tijd schijnbaar stilstaat (hij woont en leeft in het legendarische Chateau Marmont hotel). De man bevindt zich in een van de buitenwereld afgesloten cocon. Voor buitenstaanders leeft hij het leven van een koning, voor insiders is het een leeg en eenzaam bestaan. Dit droombestaan heeft ook iets nachtmerrieachtigs.

Toch stelt de cineaste van Lost in Translation zich niet tevreden met het afschilderen van het internationale jetset-bestaan van de filmster als een zielloze hedonistische orgie. Coppola focust op het gevoel, de overtuiging, van de acteur dat er iets ontbreekt in zijn leven. Ze stelt scherp op een onbeschrijflijk gemis, een gebrek ondanks schijnbare overvloed. Coppola zoomt in op een leegte: het ontbreken van mensen, van gevoelens, van warmte, van perspectieven maar ook van plezier, genot en geluk. Op die manier keert het hedonisme terug als een positief gegeven, als iets dat iemand doet ontwaken uit een droom. Ergens voorbij de regenboog moet het geluk immers toch compleet zijn.

Ook in Christophe Honoré’s dramatische musical Les bien-aimés (2011), het verhaal van twee generaties liefdesperikelen in tien liedjes, wordt moreel verval niet veroorzaakt door hedonisme maar door historische ontwikkelingen (keerpunten zijn de Russische inval in Praag, de opkomst van de punk en 9/11). Daar waar in de gloriejaren van moeder Madeleine seks nog puur plezier was (ze maakte de seksuele revolutie mee), wordt haar dochter Vera geconfronteerd met de tijdens de aids-periode tastbaar geworden angst. Die zet een rem op het bevrijdend hedonisme.

Het eiland cinema: voedsel voor gedachten

“Wanneer je besluit te gaan leven op dat kleine eiland dat cinema is, dan woon je op een prachtig eiland met een groot kerkhof,” zei Leos Carax in Cannes, “soms ga je naar het kerkhof, soms ga je wat drinken. Zo is het leven. Maak je een film, dan creëer je cinema”. Zijn Holy Motors (2012) is een nostalgische ode aan de cinema.

Gemaakt met een naïeve, kinderlijke oprechtheid onderzoekt deze film op prettig gestoorde wijze de relatie tussen kunst en leven, de nood die mensen voelen om te acteren in het dagelijkse leven, om verbeelding in hun realiteit te injecteren. Carax (Boy Meets Girl, Les Amants du Pont Neuf) houdt de kijker een betoverende, vervormde spiegel voor waarin we een wanhopige zoektocht naar geluk volgen.

img216

LA GRANDE BOUFFE

Voor heel wat killere cinema kan je terecht bij de Italiaanse cineast Marco Ferreri (La dernière femme, Tales of Ordinary Madness). Die tekende voor dé klassieker van de hedonistische cinema: La Grande Bouffe (1973). De kracht van die beruchte film berust in zijn louter destructief karakter. Op een koude afstandelijke manier rekent Ferreri af met waarden en ideeën van de dominante ideologie zonder een eigen ideaal naar voor te willen schuiven.

Vervreemding (met dank aan Brecht) en ontbinding van de rede (Lukàcs) waren het doel. Deze taboedoorbrekende schandaalfilm draait rond vier anonieme welstellende maar depressieve mannen die zich met enkele hoeren en veel eten terugtrekken in een villa. Daar kiezen ze voor een extreem hedonisme: ze organiseren groepsseks, vreten en zuipen zich te barsten om zo dood te gaan. Allemaal op een nonchalante, emotieloze manier. Onder de leus “wie niet eet, gaat niet dood”.

La Grande Bouffe is een staaltje van excessief hedonisme, een compromisloos verhaal over gretig leven in het volle aanschijn van de dood. Het werd een ophefmakende film die beschuldigd werd van “gratuite decadentie” en omschreven werd als “walgelijke pornografie”. Wat velen stoorde was dat Ferreri geen antwoord geeft op de ‘waarom’ vraag, de actie van de personages nergens psychologisch duidt.

Hij toont enkel hoe mensen hun primaire driften tot het uiterste beleven, hoe ze hun lichaam laten overheersen door hun geest. Is het waanzinnig suïcidaal gedrag? Een uiting van decadentie? De meeste extreme uiting van vrije wil? Of is de situatie een microklimaat van wat zich in de samenleving afspeelt met dat immense contrast tussen mensen die honger leiden en mensen die overdadig eten.

The Boat

THE BOAT THAT ROCKED

Food for thoughts dus, en dat serveert het bravere en pretentieloze The boat that rocked (2009) via een positievere en minder morbide visie op hedonisme. Het schip van de titel is de anarchistische piratenzender Radio Rock die in de jaren 60 de bevrijdende rol van seks, drugs en rock ‘n’ roll verkondigt. Via muziek en promotie van de seksuele revolutie wil deze vrije radio afrekenen met beklemmende conventies, conformisme en burgerlijkheid. Vreemd genoeg wordt deze ode aan de vrijheid op preutse wijze in beeld gebracht en eindigt het verhaal met kritiek op vrije seksualiteit en een verdediging van romantische liefde. Intimiteit en trouw troeven hedonistische seks af terwijl de groepsgeest sterker blijkt dan het individuele genotsstreven.

De film eindigt met een pyrrusoverwinning van de overheid: de rockende boot zinkt maar de in het water belande radiomakers worden gered door luisteraars in kleine bootjes. Een symbolische scène die aangeeft dat er hier sprake is van een doopsel, transformatie en hergeboorte. Door een dromerig hedonisme (verbonden met valse idealen, plat genot en zelfbedrog) in te ruilen voor een meer verantwoordelijke versie (verbonden met kritiek, kinderlijk plezier en fantasie) blijven de rebellen gelouterd achter. Met een aangepast vrijheidsideaal. Catharsis gaat hier samen met lof én kritiek op de swingende sixties, een tijdperk dat hedonisme in the picture plaatste.

Beat: de hartslag van het hedonisme

We were all delighted, we all realized we were leaving confusion and nonsense behind and performing our one noble function of the time, move (Jack Kerouac, On the Road).” Met het langverwachte On the road (2012) maakte Walter Salles (Central do Brasil, The Motorcycle Dairies) een roadmovie over het boek dat aan de basis lag van datzelfde filmgenre.

In april 1951 schreef Jack Kerouac tijdens zijn legendarische schrijfsessie van drie weken op koffie, marihuana en benzedrine immers het scenario voor elke roadmovie die zou volgen. Toen ‘On the Road’ in 1957 uiteindelijk werd gepubliceerd bleek Kerouac met zijn bijbel voor beatniks de vinger gelegd had op de hartslag van een generatie. Hedonistische jongeren op zoek naar ‘het’: extase, leven, kicks, muziek.

Sal Paradise, het hoofdpersonage en alter ego van Kerouac, laar zich inspireren door zijn vriend en levenskunstenaar Dean Moriarty (Neal Cassady) – wiens hedonisme de basis legt voor de ‘beat’ beweging – om zijn veilige middenklassebestaan te verlaten en Amerika te doorkruisen. Samen met de vrijgevochten Marylou kiezen Sal en Dean voor een intenser leven on the road.

77780038© Gregory Smith

ON THE ROAD

Ze zoeken het experiment en vinden de vrijheid. Dankzij de zuiverheid van the road. De reis is de bestemming. Als burgerlijke bohémien opteert Sal voor vrijblijvende rebellie, quasi-spiritueel hedonisme en extase via drank, drugs en popmuziek. Zijn pad is dan ook bezaaid met dronken braspartijen, seksuele experimenten, literaire discussies, hevige ruzies, autoritten door open landschappen en hallucinaties.

De ‘vrije geesten’ van On the road doen de samenleving niet op zijn grondvesten daveren maar zorgen door hun energie, enthousiasme en gedrag voor het ontstaan van een tegencultuur. Regisseur Salles toont de hedonistische energie en persoonlijkheid van zijn personages via fysieke scènes. Waarbij de beweging symbool staat voor de rusteloosheid van personages die als een wervelwind alles door elkaar schudden (Dean) of via literatuur vernieuwing introduceren (Sal).

“Mijn eerste indruk was dat het boek ging over het beleven van elk moment van het leven alsof het het laatste moment was, to burn burn burn like Roman candles in the night, maar ook over die momenten waar je even kon rusten voor de volgende reis om na te denken over wat je had beleefd,” zei Salles ons toen we hem in Brussel interviewden, “het is geen toeval dat het verhaal eerst vooruit gaat om daarna de verteller terug te voeren naar het huis van zijn moeder. Na het experiment belandt hij weer in een beschermende, gesloten familie-omgeving met zijn conservatieve, katholieke stempel. Je voelt dat geloof belangrijk was in zijn familie. Het is straf dat Kerouac die opvoeding achterliet en onbekende werelden ontdekte zonder ze te be- of veroordelen.”

On the road is een van de zeldzame films die ook een ode aan het hedonisme is, die de relevantie en actualiteit ervan onderstreept. Volgens Salles gaat het “over de noodzaak om te leven en onderzoeken in de eerste persoon, in de eerste graad, en niet indirect. Dat is iets dat op een moderniteit verworven heeft. Jonge mensen probeerden dit te doen tijdens de Arabische lente. Gedreven door een verlangen om via eigen ervaringen te herdefiniëren hoe de wereld zou moeten zijn”.

Na de jaren van het narcisme (de eighties), de jaren van het conformisme (de nineties) en de jaren van de angst (de noughties) vragen we ons in de jaren 10 af of er geen fysieke of virtuele manieren zijn om te exploreren, om dingen te voelen op de huid, om ervaringen terug in de eerste graad te beleven.

Mensen bekritiseren Kerouacs boek vaak omdat ze het hedonistisch en zonder diepgang vinden,” zegt Salles, “maar doordat een personage een boek schrijft dat de tijd zal overwinnen, wordt de situatie overstegen. Dat we vandaag over het boek en de film praten is hiervan het beste bewijs. Veel heeft maken met het feit dat het verteld wordt vanuit het standpunt van iemand die niet oordeelt, die dingen gewoon doorgeeft, ze op papier zet. Niet oordelen is erg moeilijk in de huidige wereld”. Het hedonisme wijst ons de weg: niet (be)oordelen maar (be)leven zet ons on the road naar een meer directe, kinderlijke beleving van genot en plezier.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in GIERIK, n° 116, herfst 2012)

The Angels' Share Master STILLS 147

THE ANGEL’S SHARE

Leave a comment