Michael Manns Thief: De dief en zijn gestolen jeugd.

feb 14, 2021   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, genre, nieuws, regisseur, thriller  //  No Comments
Thief van Michael Mann

In de jaren 10 van deze eeuw is de Amerikaanse filmmaker en producent Michael Mann (° 1943) wat uit beeld verdwenen maar rond de eeuwwisseling verwierf hij een stevige reputatie met films als Heat, The Insider, Ali, Collateral en Miami Vice. En dat was best onverwacht want over zijn vroeger werk – van tv-film The Jericho Mile over Thief (aka Violent Streets) en The Keep tot Manhunter – werd bij de release wat lacherig gedaan. Terwijl de TV-reeks Miami Vice pas achteraf een cultstatus verwierf. Patrick Duynslaegher was een ‘early fan’ van Mann, zelf lieten we ook ons enthousiasme blijken in het filmtijdschrift ‘Andere Sinema’ over The Jericho Mile, Thief en The Keep. Om wat later in het ook al verdwenen ‘The Movie’ Manhunter een meesterwerk status te bezorgen. Even een duik in onze archieven. Thief, zonder ‘progressieve spelling’ wel.

Thief

Thief, of Violent Streets zoals de Europese distributietitel luidde, lijkt een uiterst verzorgde film noir. Een neo noir met geweld- en angstsfeer geaccentueerd door muziek van Tangerine Dream, natte nachtelijke straten die neon-lichten en de felle kleuren van voorbijflitsende wagens reflecteren, nadrukkelijk vanuit een laag standpunt gefotografeerde straat scènes, veelkleurige laservonken en een haast door de duisternis opgeslokte thief, zorgvuldig geïntegreerde geluiden. Mythische cinema gedrenkt in realisme. Getuige de documentaire, bijna fetisjistische, aanpak van de kraak scènes. Die door de muziek tegelijk iets onwerkelijk krijgen.

Wat evenwel niet betekent dat Thief herleid kan worden tot inhoudsloos maniërisme. Toegegeven, Michael Manns filmstijl kan aanleiding geven tot misverstanden. Er is namelijk een grote invloed merkbaar van zijn vroeger werk. Zijn reclamefilms, documentaires (Insurrection over de Franse mei ’68 en 17 Days down the Line over een Newsweek reporter die na een verblijf van vijf jaar in Biafra en Noord-Ierland terugkeert naar de V.S.) en TV-series (Mann schreef scenario’s voor Starsky and Hutch, Police Story en Vegas). Uiterst verzorgde beeldcompositie, fysisch realisme en quasi sociologische aanpak, duidelijk afgelijnde structuur van het verhaal.

Thief

Deze stijleigenschappen zijn zo nadrukkelijk merkbaar dat ze tegelijkertijd doel en bestaansreden van de film lijken. Maar Michael Mann overdrijft opzettelijk en neigt zo naar hyperrealisme. Terwijl hij ook het verhaal scheeftrekt door de felle tegenstelling binnen één personage (het contrast tussen de professionele kalmte van inbreker Frank en zijn emotionele hypernervositeit) de narratieve evolutie totaal bepaalt. Mann wil zo zijn stijl doorzichtig maken én in dienst stellen van de thematiek die belicht wordt door de dialectiek tussen scènes en beelden.

Ogenschijnlijk domme scènes (zoals het van naïviteit en clichés bolstaande gesprek waarin Frank zijn levensdoel vertelt aan Jessie) zeggen op zich inderdaad niets. Maar ze krijgen hun betekenis door het contrast met andere – geïsoleerd ook weer clichématige – scènes (Frank die al rijdend Jessie zijn ware beroepsbezigheid toeschreeuwt). Stijl en verhaal smelten samen via zowel reflecterende als contrasterende beelden én scènes.

Thief

Het gedrag van een gemarginaliseerd individu komt zo centraal te staan in Thief. Dat is geen primeur. Reeds in The Jericho Mile belichtte Michael Mann het marginale gevangeniswereldje via het op zich banale verhaal van een gevangene die via sport (lopen) tracht te overleven. Dat marginaal systeem blijkt een perfecte kopie te zijn van de maatschappij waarvan het “in de marge” staat. Sociale en economische mechanismen bepalen de machtsverhoudingen en geweld is hèt middel om de status quo te bewaren. Voor de gevangenen is geen ontsnappen mogelijk. Noch aan de wetten van het getto (groepvorming gebeurt op etnische wijze), noch aan de gemarginaliseerde positie.

Frank, de door James Caan vertolkte protagonist van Thief, verzet zich. In de gevangenis rebelleert hij en dat kost hem een strafverlenging. Om de door de schuld van de maatschappij verloren tijd weer in te halen rooft hij kluizen leeg. Willens nillens komt hij zo in de marginaliteit terecht. En omdat hij, dankzij de lessen van zijn gevangenisvriend Okla (Willie Nelson), goed is als inbreker wekt hij interesse bij de machtigen van het milieu. Maffiabaas Leo (Robert Prosky) biedt Frank samenwerking én bescherming aan.

Thief

Frank wil niet beschermd worden maar hij aanvaardt wel om enkele inbraken te plegen die aangeduid en voorbereid worden door Leo. Nadat hij dankzij een heel ingenieus uitgedokterd plan dé kraak weet te realiseren, wil hij zijn geld incasseren en er mee stoppen. Het bedrag dat hij toegestopt krijgt is echter veel lager dan afgesproken omdat Leo Franks geld ‘geïnvesteerd’ heeft in ‘de organisatie’. Frank komt hiertegen in opstand, ook al beseft hij dat verzet eigenlijk zinloos is.

Want Frank evolueert binnen de subcultuur van de professionele misdaad waar iedereen dief is (er zijn geen ‘goeden’ in Thief) en enkel als dief kan functioneren. Het systeem imiteert de maatschappij zowel in het verlangen naar normalisering als in de strenge economische en sociale structurering die schuilgaat onder het bourgeoisvernis. Wie dief is en dus deel uitmaakt van het milieu, zit gevangen; wie de bourgeoisidealen verbonden met de normalisering nastreeft, is verloren.

Thief

Frank is een individualist (hij werkt slechts met één helper) die geld wenst te verdienen én zijn idealen wil verwezenlijken. Stelen is het beroep waarmee hij aan dat geld wil geraken. Frank maakt zich daarover absoluut geen morele bezwaren, hij tracht immers slechts zijn ‘gestolen jeugd’ te recupereren. Dit ten koste van ‘de rijken’ want hij doet geen gewone home invastions. In de gevangenis had Frank zijn idealen in een collage verwerkt: job, huis, vrouw en kind. Jessie (Tuesday Weld) wordt de ideale vrouw, Frank had reeds voordien een lucratieve én respectabele carrière opgebouwd en het kind komt er ook al moet Leo daarbij helpen aangezien Jessie onvruchtbaar is.

Door deze idealen te realiseren heeft Frank zich echter met handen en voeten geboden aan de organisatie. De vreedzame synthese van beroeps- en gezinsleven blijkt onmogelijk. De strand scène blijkt een droom zonder toekomst en er rest Frank niets anders dan het gezin op te doeken en Jessie door te sturen. Hij blaast zijn huis en bar op, verscheurt zijn keurige kleren, steekt zijn wagenpark in brand en knal Leo neer. Maar ook dat biedt geen perspectief en Frank kan enkel in de duisternis verdwijnen waaruit hij opgedoken was.

Thief

Thief toont een systeem dat een tweesnijdend zwaard hanteert: het tegelijk propageren én frustreren van idealen vormt zowel het cement van de structuur als de bron van haar zelfvernietiging. Het individu ontsnapt niet aan het systeem. Franks gedrag wordt er helemaal door bepaald, zijn professioneel succes zorgt niet voor bevrijding en de vernietiging van de autoriteit (vaderfiguur Leo) is wel noodzakelijk maar biedt op zich nog geen toekomst. Je kan Michael Mann eventueel te rigoureus determinisme verwijten (waardoor alles onveranderbaar blijft), maar alleszins geen oppervlakkig maniërisme.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Andere Sinema)

THIEF (Violent Streets) van Michael Mann. USA, 1981, 123′. Met James Caan, Tuesday Weld, Willie Nelson, Robert Prosky, Jim Belushi, Tom Signorelli. Scenario Michael Mann naar Frank Hohimer. Muziek Tangerine Dream. Fotografie Donald E. Thorin. Montage Dov Hoenig.

Thief

Leave a comment