Ramin Bahrani’s ‘The White Tiger’: Woede in de neoliberale jungle

feb 1, 2021   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, film, genre, nieuws, regisseur  //  No Comments
The White Tiger: Vlammende kritiek.

Met de levendige filmparabel ‘The White Tiger’ sluit de Iraans-Amerikaanse onafhankelijke filmmaker Ramin Bahrani aan bij zijn eerdere authenticiteit uitademende sociaal-realistische studies van de machtsverhoudingen in de neoliberale jungle zoals ‘Man Push Cart’, ‘Chop Shop’, ‘Goodbye Solo’ en ’99 Homes’. Bahrani’s adaptatie van Aravind Adiga’s met de Booker Prize bekroonde rond een jonge Indische opportunist draaiende rags-to-riches verhaal is een scherp en grimmig antwoord op Danny Boyle’s feelgood sprookje ‘Slumdog Millionaire’ en Garth Davis’ zeemzoete ‘Lion’. Een parabel tjokvol humor en woede.

Man Push Cart

Nieuwsgierigheid. Het is een term die terugkeert telkens we Ramin Bahrani (° 1975) interviewen. Net als empathie, verwondering en verontwaardiging. De Iraans-Amerikaanse cineast weet als geen ander hoe via montage, fotografie en dramatische effecten een verhaal te vertellen maar hij kijkt toch vooral gefascineerd naar mensen en de wereld waarin ze leven. Bahrani startte zijn filmcarrière in 2000 met een zoektocht naar zijn Iraanse roots (Strangers) en focuste daarna driemaal op outsiders in de V.S.: een man die een aluminium koffie- en bagelkarretje door de straten van Manhattan duwt (Man Push Cart, 2005), in garages werkende Latino weeskinderen (Chop Shop, 2007) en een Senegalese taxichauffeur die optrekt met een oude, blanke Amerikaan (Goodbye Solo, 2008).

Amerikaanse nachtmerries en slechteriken

Tijd voor een nieuwe oriëntatie dacht Bahrani en At Any Price (2012) draaide om het morele conflict in het hart van twee Amerikaanse iconen: een landbouwer en een autopiloot. Daarna volgde 99 Homes (2014) dat peilt naar de menselijke impact van de crisis in de huizensector van 2007-2008, een periode waarin ontelbare mensen hun huizen verloren aan de banken. Via research stuitte Bahrani op grote menselijke drama’s maar ook op misleiding en bedrog. Haast automatisch kwam hij uit bij een thriller. Maar wel een emotiegedreven, menselijke en kritische thriller. “A thriller with a humanist heart” dixit Bahrani die meteen de slechterik aanwijst, “the villain is the system”. Het is duidelijk waar zijn sympathie ligt: “ik geef niet om immobiliën maar wel om wat er met mensen gebeurt”.

The White Tiger

In zijn Ray Bradbury adaptatie Fahrenheit 451 (2018) voert Bahrani een andere boeman op. Een totalitaire staat die boeken als staatsgevaarlijk beschouwt omdat lezen leidt tot onrust en twijfel waardoor de samenleving van gelijkgeschakelde onderdanen aan het wankelen wordt gebracht. “We zijn niet gelijk geboren, daarom moeten we gelijk worden gemaakt door het vuur om gelukkig te zijn” aldus brandweerkapitein Beatty. Bahrani pleit voor vrijheid van geest en toont een dystopische wereld die dictatoriaal, gewelddadig en technologisch is. Met slogans als “Tijd om weer te branden voor Amerika” verankert de regisseur zijn film in het Trump tijdperk. Maar tegelijk wijst hij zowel op de toenemende snelheid en vluchtigheid als op de fascinatie voor en impact van moderne technologie.

“We geven onze identiteit, onze gegevens aan al die technologiebedrijven,” vertelde hij ons in Deauville, “we hebben gezegd dat we geen fantasie meer willen. We willen niet nadenken, we geven het allemaal aan hen zodat ze kunnen vertellen wat het is.” Volgens hoofdacteur Michael Shannon “drijven we weg van kennis. Alles wordt steeds meer een mening.” Het punt van de nachtmerrie lijkt bereikt en dat geeft Fahrenheit 451 een angstaanjagend, documentair karakter. Maar het blijft een fabel en de Feniks wordt hier een vogel met literatuur in zijn DNA. Een metafoor die Bahrani gebruikt als alarmsignaal. Onrust en woede zijn verbonden met het schrikbeeld van de Amerikaanse nachtmerrie, een consumptiesamenleving die zijn burgers reduceert tot slaven.

The White Tiger

Onderwerping en woede in India

Technologie speelt ook een rol in The White Tiger (2021), een Netflix productie waarmee Bahrani de Verenigde Staten verlaat zonder zijn vertrouwde thema’s en obsessies achter te laten. Want ook in New Delhi spelen technologie, armoede en uitbuiting een cruciale rol en kan hij via het portret van een armlastige maar ambitieuze entrepreneur een bijtende studie van de neoliberale jungle maken. “Ik begrijp de meeste plaatsen die ik bezoek niet en voel me er ook niet thuis,” zegt Bahrani, “dat motiveert me om in mijn films werelden op te zoeken die we nog niet zagen.” Vandaar dat films als Man Push Cart, Chop Shop en Goodbye Solo met verhalen over minderheden aan de zelfkant van de Amerikaanse samenleving al diversiteit weerspiegelden toen het thema nog minder evident was. Vandaar ook dat The White Tiger  een India in beeld brengt dat Amerikaanse mainstream films doorgaans negeren of vanuit westers oogpunt bekijken zoals in de sprookjesverhalen Slumdog Millionaire en Lion.

Vandaar ook dat Ramin Bahrani met een voornamelijk Indische filmploeg op locatie de met de Man Booker Prize bekroonde bestseller van de bevriende auteur Aravind Adiga ging verfilmen. The White Tiger draait rond een straatarme opportunist die evolueert van bescheiden dorpeling in de ban van zijn familie tot eerst een lakei van de stedelijke rijken en daarna een genadeloze ondernemer in Bangalore, het technologische hart van India. We maken kennis met verteller Balram wanneer hij tijdens een dolle nachtelijke autorit met angstige ogen kijkt naar het gegoede, verwesterde echtpaar dat het stuur overnam van hun gedienstige chauffeur. Net voor de onvermijdelijke klap keert de verteller terug naar zijn roots om te starten met zijn levensverhaal. Via een brief aan de Chinese premier Wen Jiabao die op bezoek komt.

The White Tiger

Waardoor zijn persoonlijke herinneringen tegelijk het verhaal van de transformatie van India onder impuls van de globalisering vertellen. De filmmakers verbinden Balrams aanvankelijke onderworpenheid en gehoorzaamheid met het traditionele kastensysteem dat Indiërs ‘op hun plaats’ houdt. Balram zit klem tussen verplichtingen aan zijn familie en zijn maatschappelijk lage positie maar toont zich behoorlijk hardnekkig en achterbaks wanneer het er op aan komt de job van ‘chauffeur nummer 1’ in te pikken. Zijn chantage blijft onopgemerkt, mede doordat niemand een ‘bediende’ echt ziet en hij zich vlot in zijn lot (gesymboliseerd door zijn verblijf in een soort onderwereld, een barak die veel weg heeft van een hok) lijkt te schikken.

Maar de wereld verandert (aan de Chinese premier schrijft hij dat de “blanke overheersing zo passé is”) en door de tech-industrie worden talent, lef en manipulatie belangrijker dan de sociale positie van weleer. Balram rukt zich los van zijn meesters – mede doordat die zich argeloos verkijken op zijn ambitie, woede en bereidheid om over lijken te gaan – en bereikt uiteindelijk de top. Daar is het evenwel eenzaam want na een wraakactie werd zijn familie uitgeroeid. Al lijkt Balram aan het slot niet overstuur. Zijn avontuur was voor hem een overlevingstocht.

The White Tiger

Een stevig weksignaal

Net als 99 Homes peilt The White Tiger naar de relatie werkgever/werknemer en de ambigue emoties die vaak spelen bij mechanismen van uitbuiting, corruptie en onderdrukking. Ook al kent Balram uiteindelijk succes in zijn streven naar vrijheid, de morele en emotionele prijs die hij daarvoor betaalt is immens en zijn individueel traject verandert structureel niets. De ongelijkheid tussen rijk en arm neemt enkel toe, van herverdeling of transformatie onder impuls van de tech-industrie is er geen sprake. Het onrecht blijft bestaan. Alleen komt de onderhuidse woede aan de oppervlakte, samen met een verlangen naar een beter leven. Dat die explosie gepaard gaat met misdaad en moord is iets waar Bahrani niet over wil oordelen. Hij wil best begrijpen dat kansarmoede morele vraagstukken naar de achtergrond duwt.

Ramin Bahrani zet daarom de complexiteit en de vele contradicties in de verf. Zijn protagonist projecteert een heroïsch zelfbeeld – Balram ziet zich als een witte tijger, een uitzondering op de regel – maar zaait tegelijk twijfel. “Verbergen we de walging die we voelen voor onze meesters achter een façade van liefde,” klinkt het retorisch, “of houden we van hen vanachter een masker van walging?” Bahrani geeft aan dat er bovendien grote spanningen zijn tussen de individuen en de mensen die ze zouden willen zijn. Tussen hun imago en hun identiteit. In de neoliberale jungle kan niemand zijn wie hij wil zijn, iedereen is enkel wie hij zich kan permitteren te zijn. Bij dreigend gevaar blijkt vrijheid illusoir en de slachtpartij onvermijdelijk.

The White Tiger

Tijdens zijn picareske herinneringen sluit Balram zich aan bij wat hij een Moslim wijsheid noemt, “het moment waarop je herkent wat er mooi is in deze wereld is het moment waarop je stopt om een slaaf te zijn.” Het verzet tegen slavernij, en de woede die de uitbuiting veroorzaakt, vormt de onderstroom van The White Tiger. Ook al is de rebellie instinctief en wordt de strijd tegen de structuren niet ingezet. Is Balram een held, een antiheld of een schurk? Die vraag wordt nooit eenduidig beantwoord. Er blijft ambiguïteit sluimeren. Maar Balram licht een tipje van de sluier via Buddha’s antwoord op de vraag of hij nu mens of god is: “Geen van beiden. Ik ben enkel iemand die wakker is geworden terwijl de rest van jullie nog slaapt.” The White Tiger is een krachtig weksignaal. En een sterke film.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldmorgen.be, dinsdag 2 februari 2021)

THE WHITE TIGER van Ramin Bahrani. USA 2021, 125’. Met Adarsh Gourav, Rajkummar Rao, Priyanka Chopra, Vendant Sinha, Kamlesh Gill. Scenario Ramin Bahrani naar Aravind Adiga. Muziek Danny Bensi & Saunder Jurriaans. Fotografie Paolo Carnera. Montage Ramin Bahrani & Tim Streeto. Te bekijken op Netflix.

The White Tiger

P.S. In The Personal History of David Copperfield van de Schotse The Death of Stalin en In the Loop scenarist-regisseur Armando Iannucci bezit het Uriah Heep personage (aanvankelijk onderdanig maar uiteindelijk cynisch en machiavelliaans), veel meer dan de van armoede naar rijkdom en terug surfende David Copperfield, het DNA van Ramin Bahrani’s Balram. De regisseur van The White Tiger heeft een hoog Dickensgehalte en slaagt er beter dan Iannucci in om het evenwicht tussen humor en ernst te bewaren.

Iannucci heeft de verdienste de vaak over het hoofd geziene ironie van Dickens van onder het stof te halen en radicaal te kiezen voor een heel diverse cast (met een briljante Dev Patel als Copperfield). Maar hij verliest zich in deze adaptatie van Dickens meesterlijke Bildungsroman uit 1850 in de excentrieke figuren, de groteske situaties en de surrealistische avonturen. Waardoor de ongelijkheden en de gewelddadige realiteit van het Victoriaanse Engeland in The Personal History of David Copperfield uit beeld verdwijnen. Het spektakel is wervelend, duizelingwekkend onderhoudend zelfs, maar de humor lacht de urgentie van de boodschap weg. Dat terwijl Bahrani ons in zijn hedendaagse Dickens confronteert met, onderdompelt in, een verontrustende nachtmerrie.

THE PERSONAL HISTORY OF DAVID COPPERFIELD van Armando Iannucci. UK 2019, 118’. Met Dev Patel, Peter Capaldi, Hugh Laurie, Tilda Swinton, Ben Whishaw. Scenario Simon Blackwell & Armando Iannucci naar Charles Dickens. Muziek Christopher Willis. Fotografie Zac Nicholson. Montage Mick Audsley & Peter Lambert. Dvd distributie: The Searchers.

The Personal History of David Copperfield

Leave a comment