Billy Wilders The Front Page: Screwball komedie met ernstige thema’s.

sep 28, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, dvd, film, genre, komedie, regisseur  //  No Comments
The Front Page

Billy Wilder wordt vooral herinnerd voor zijn jaren vijftig werk, van Sunset Boulevard tot Some Like it Hot, maar de Oostenrijks-Amerikaanse cineast draaide tijdens de seventies enkele miskende meesterwerken. Het melancholische Avanti!, het tragische Fedora én de eerder door Lewis Milestone en Howard Hawks verfilmde bitterzoete komedie The Front Page.

Billy WIlder

“Ik maak geen cinema maar films” vertelde de immer bescheiden Billy Wilder (1906-2002) aan Cameron Crowe in ‘Conversations with Wilder’. In dat interviewboek is de regisseur van Ace in the Hole kritisch voor de andere film waarin hij journalistiek fileert, The Front Page. “Het is de enige remake die ik ooit maakte,” en alhoewel hij de versies van Lewis Milestone (The Front Page) uit 1931 en Howard Hawks (His Girl Friday) uit 1940 fel overschat vindt, toont hij zich erg zelfkritisch: “Pauline Kael had gelijk toen ze op onvolkomenheden wees.”

Té kritisch vinden we, Crowe spreekt terecht over “an authentic and top-notch period comedy set in the newspaper business”, eerlijker dan het nostalgische The Sting (George Roy Hill) dat het jaar voordien wèl een hit werd. “Met Robert Redford en Paul Newman in de rollen van Jack Lemmon en Walter Matthau zou The Front Page niet zo grappig geweest zijn,” benadrukt Wilder fijntjes, verwijzend naar de mix van humor en menselijkheid die zijn favoriet duo zo perfect creëerde.

The Front Page

De journalistieke roots van Wilder

Geprikkeld door het commerciële fiasco van Avanti! (1972) en de kritiek dat hij zijn bijtende kritiek had ingeruild voor sentimentalisme aanvaardde Wilder een zeldzame keer (enkel The Seven Year Itch en The Spirit of St. Louis waren geen persoonlijke projecten) een opdracht (van producent Paul Monash): een derde versie van het door Ben Hecht en Charles MacArthur geschreven The Front Page (Ted Kotcheff zorgde in 1988 met Scoop voor een vierde versie). Al is er een link: Wilder was in Wenen een tijdje actief als journalist. “Misschien aanvaardde ik het project wel omdat het mij 40 jaar terugbracht in de tijd,” citeert Marc Toullec Wilder in een boekje bij de Blu-ray editie van Rimini, “toen reporters nog glamourfiguren waren.”

Toch is er geen greintje nostalgie te bespeuren in The Front Page. De journalisten zijn erfgenamen van de cynische arrivist die in Ace in the Hole (1951) voor niets terugschrikt om ‘zijn verhaal’ te creëren. Journalist Hildy Johnson (Lemmon) wil zijn job in Chicago wel inruilen voor een rustig huwelijksleven elders maar verschilt in de grond niet veel van zijn hoofdredacteur Walter Burns (Matthau), een mooiprater die tot alles bereid is om een sensationeel verhaal te brengen en om zijn beste reporter te behouden.

The Front Page

Een ontsnapte, ten onrechte ter dood veroordeelde, gevangene en de prostituee met het gouden hart die de onschuldige wil beschermen, zijn enkel figuranten in het steekspel tussen het journaille aanwezig om de executie te verslaan. De narcistische en in de perszaal poker spelende krantenmannen zijn geen idealistische bewakers van de democratie maar spiegelbeelden van een corrupte en genadeloze samenleving. Niet toevallig zorgt enkel een prostituee voor menselijkheid en heroïsme.

Komedie met ernstige thema’s

The Front Page is een screwball comedy, een zedenkomedie die naast de traditionele ingrediënten (relatieproblematiek, bedrog, spetterende dialogen) ook een flinke portie tragiek en kritiek bevat. Humor en ernst gaan samen. Twee thema’s duiken op: de schrik voor het communisme en angst voor homoseksualiteit. Wilder knipoogt daarbij naar Freudiaanse psychoanalyse. Een gekke psychiater ligt aan de basis van de ontsnapping van Williams omdat hij hem het pistool van de sheriff bezorgt om zijn misdrijf te reconstrueren. Williams neemt de benen niet zonder het libido van de psychiater te hebben beschadigd en het imago van de sheriff om zeep te hebben geholpen. Vlucht, achtervolging, paniek: de chaos is volledig. Hildy verbergt de bloedende Williams in een bureau-met-rolluik maar die poging is even gedoemd als de betrachting van de politie om een vrijlatingsbevel uit beeld te houden. Het verborgene komt altijd naar boven om de rust te verstoren.

The Front Page

Wat Wilder ook aan de oppervlakte brengt, is de ‘Red Scare’, de anti-communistische paranoia die Amerika in zijn greep hield. Williams is een gauchist die een oproep om Sacco en Vanzetti (twee ter dood veroordeelde anarchisten) te bevrijden in fortunie cookies smokkelt en tevens een vakbond voor prostituees op tracht te zetten. Hij is de zondebok, de ‘bolsjevistische tijger’, voor een corrupte burgemeester die politiek gewin ziet in zijn executie en inspireert Hildy tot de krantentitel ‘Rhapsody in Red’ (een verwijzing naar componist Gerschwin). Opmerkelijk is dat Wilder niet zozeer focust op blacklisting (dat vooral Hollywood trof) maar aangeeft dat de angst voor communisme al dateert van kort na de Russische revolutie van 1917 en verbonden was met schrik voor sterke vakbondswerking.

Journalisten Mathieu Macheret en Frédéric Mercier spreken uitgebreid over een ander ernstig thema van The Front Page: homoseksualiteit. Een thema dat reeds terloops aan bod kwam in Some Like it Hot (1959) en nadrukkelijk uitgewerkt zou worden in The Private Life of Sherlock Holmes (1970). Wilder maakt van het Bensinger personage, oorspronkelijk bij Hecht vooral een perfectionistisch journalist, een homoseksueel die onbewogen blijft bij de homofobe flauwigheden van zijn collega’s.

The Front Page

Voor Wilder was dit personage een middel om het homoseksuele aspect van de liefde-haat relatie Hildy-Walter te belichten. Uitgesproken wordt het nooit maar gebaren en blikken zeggen genoeg. Walter is een bullebak maar zijn hand op de rug van een in trance schrijvende Hildy en zijn blik naar de vergeten verloofde zetten de relatie tussen beide mannen in de verf. Uiteindelijk zal een huwelijksgeschenk dat er geen is (een uurwerk dat Hildy niet had mogen aannemen) hun relatie consolideren.

Veranderende tijden

In het jaar van Chinatown, The Godfather II en Towering Inferno ging The Front Page haast ongemerkt voorbij. Dat kwam hard aan bij Billy Wilder die het beperkte commerciële succes zag als een persoonlijke afwijzing. “De tijd van de Ernst Lubitsch komedies is voorbij,” klonk het bitter, “die stijl hield ik heel mijn carrière aan en ik heb The Front Page dan ook zo elegant mogelijk trachten te maken. Maar het publiek wil nu Clint Eastwood zien zwaaien met een wapen dat groter is dan 140 penissen. Vriendelijkheid en geestigheid bevallen niet langer.” Een einde van een tijdperk gevoel dat Wilder in Fedora (1978) zou verbinden met tragiek voor hij afscheid nam met het melancholische Buddy Buddy (1981). Opnieuw een remake (van L’emmerdeur), zij het een minder geïnspireerde dan The Front Page. Maar goed, Nobody’s perfect!

IVO DE KOCK

THE FRONT PAGE van Billy Wilder; USA – 1974 – 105′; met Jack Lemmon, Walter Matthaus, Vincent Gardenia, Susan Sarandon, Allen Garfield, Charles Durning, Carol Burnett; scenario Billy Wilder & I.A.L. Diamond naar Ben Hecht & Charles MacArthur; fotografie Jordan Cronenweth, montage Ralph E. Winters; extra’s: interviews Jack Lemmon & Walter Matthau, gesprek Mathieu Macheret en Frédéric Mercier, boekje; FILM: **** / EXTRA’S: ****; distributie Rimini Editions.

The Front Page

Leave a comment