Leigh Whannells The Invisible Man: De wraak van de ‘female gaze’

jul 8, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, dvd, film, genre, horror, regisseur, thriller  //  No Comments
The Invisible Man

Saw en Insidious scenarist Leigh Whannell wil als regisseur iconische figuren actualiseren. Straks Snake Plissken via zijn Escape from New York remake, nu al James Whale’s waanzinnige onzichtbare wetenschapper in The Invisible Man. Een perspectiefwissel linkt angst voor en verzet tegen terreur met een feministische strijd tegen patriarchaal geweld.

The Invisible Man

“Deze film heet The Invisible Man maar is in feite een emotioneel drama en een verhaal over een vrouw die zichzelf, haar kracht en haar stem vindt,” zegt hoofdactrice Elisabeth Moss (Mad Men, The Handmaid’s Tale, Us) in de making of, “regisseur Leigh Whannell gebruikt de emotionele ontwikkeling van de protagoniste om te praten over moeilijk bespreekbare dingen. Hij was bereid om mijn ideeën over het vrouwelijke perspectief mee te nemen.”

Gladde promo talk zoals we wel vaker opgedist krijgen? Niet echt. Met dank aan Jason Blum, de producent die staat moderne en intelligente horror (Get Out, Us, The Purge, Split, The Visit), serveert Whannell (scenarist van Saw, Insidious en The Mule) ons een viscerale angstfilm die haast een illustratie lijkt van hoe Iris Brey in ‘Le regard féminin’ de female gaze omschrijft; “een blik die ons op het witte doek de ervaring van een vrouwelijk lichaam doet voelen.”

The Invisible Man

Begin jaren 30 verwierf Hollywoodstudio Universal de reputatie van ‘home of horror’ met drie films: Dracula (1931), Frankenstein (1931) en Murders in the Rue Morgue (1932). De gok dat geluid een nieuwe dimensie zou toevoegen aan horror bleek lucratief en leidde tot een subgenre: de monsterfilm. The Mummy (1932), The Invisible Man (1933), The Wolf Man (1941), Phantom of the Opera (1943) en Creature from the Black Lagoon (1954) werden driftig geïmiteerd.

De klassieke monsters met hoog metafoorgehalte maakten in de jaren zestig plaats voor meer realistische equivalenten. Pas in de jaren zeventig en tachtig dompelden Michael Myers (Halloween) en Freddy Krueger (Nightmare on Elm Street) monsters weer in een fantastische sfeer, al bleef realisme overheersen. Een poging om in het nieuwe millennium een nieuw monsteruniversum op te zetten mislukte na het floppen van The Mummy (2017). De comeback van Frankenstein en de onzichtbare man (Johnny Depp was voorzien) kwam er niet.

The Invisible Man

Tot Jason Blum en Leigh Whannell er zich mee bemoeiden. “Reeds als tiener was ik fan van iconische horrorschurken,” zegt Whannell, “mijn interesse ging naar het maken van horrorfilms en het uitpluizen van hoe die werken. Tijdens mijn research merkte ik dat de onzichtbare man niet zo vaak aan bod in de cinema. Dat bood kansen.” Teruggrijpen naar het literaire werk van H.G. Wells werd niet die nieuwe insteek. Voor Blum was “het allerbelangrijkste het monster actueel te maken, relevant voor een eigentijds publiek. Dat deed Leigh met The Invisible Man (2020).”

Twee keuzes waren daarbij cruciaal. Een eerste was af te stappen van klassieke monsters waarbij gevaar van buitenaf komt (het monster als ‘de ander’) en te kiezen voor intieme dreiging en angst voor ‘monsterlijke’ relaties. Zoals in de klassieke thrillers van Fritz Lang (Secret Beyond the Door), George Cukor (Gaslight), Douglas Sirk (Sleep, My Love) en Alfred Hitchcock (Rebecca, Suspicion, Notorious) het geval was. Waarbij mannelijk sadisme en vrouwelijke paranoia werden uitgespeeld. Een tweede dramaturgische keuze was het perspectief van de onzichtbare man – een point of view dat ook in Memoirs of an Invisible Man (Carpenter) en Hollow Man (Verhoeven) centraal staat – in te ruilen voor dat van de vrouw. Waarbij Whannell verder bouwt op Verhoevens idee dat de almacht van de onbelemmerde onzichtbare man leidt tot mannelijk voyeurisme en seksueel geweld.

The Invisible Man

“De vroegste herinnering die ik aan de  onzichtbare man heb is de iconografie van dat personage,” stelt Whannell, “de regenjas, de hoed en de zonnebril (in de film uit 1933 van James Whale). Het was boeiend om na te denken over wat ik kon doen met dit personage en hoe ik hem een beetje kon veranderen.” Het meest vernieuwend leek het de scenarist-regisseur om de film “te maken vanuit het standpunt van zijn slachtoffer. Een vrouw die ontsnapt aan haar gewelddadige partner midden in de nacht en dan ontdekt dat hij zelfmoord heeft gepleegd. Maar ze geloof het niet helemaal, vooral wanneer mysterieuze dingen beginnen te gebeuren.”

Na de onheilspellende woeste golven van de begingeneriek zitten we meteen in de geest van Cecilia die de hand van haar slapende man wegneemt van haar lichaam, uit bed komt en door een labyrintische hightech villa de weg naar buiten zoekt. De sfeer is unheimisch, de dreiging tastbaar en de mentale ontreddering van de ontsnappende vrouw wordt benadrukt door sombere beelden, akelige muziek en agressieve geluidseffecten. De gewelddadige achtervolging van de echtgenoot en de nipte ontsnapping dankzij zus Emily duwen ons verder in het standpunt van de vrouw en ondermijnen elke twijfel aan haar slachtofferrol.

The Invisible Man

De impact van de terreur blijkt uit Cecilia’s agorafobie en haar obsessieve paranoia gevoed door vreemde gebeurtenissen (objecten die opduiken, verdwijnen of bewegen). Hoe sterker ze overtuigd geraakt dat Adrian zijn dood geënsceneerd heeft (“He’s not dead, I just can’t see him”) en haar blijft terroriseren, hoe meer buitenstaanders beginnen twijfelen aan haar verhaal (de nuchtere, ‘normale’ agent James) of haar mentale gezondheid (ordehandhavers en medici). Alleen de kijker blijft door haar ogen kijken.

Wat we zien is niet zozeer de gewelddadige man, die blijft lang onzichtbaar, maar wel de angst en de impact van mishandeling. Het meestal verborgen trauma van het vrouwelijke slachtoffer van een toxische relatie wordt op een ondraaglijke, viscerale wijze zicht- en voelbaar. Haar pijn, onmacht, vertwijfeling en eenzaamheid maar ook haar woede. The Invisible Man toont ook het verzet, de reactie en uiteindelijk de empowerment van de beproefde heldin. Lange tijd toont Whannells camera Cecilia’s isolement, de manier waarop ze bespiedt en gecontroleerd wordt, de dreiging die van schijnbaar lege ruimtes uitgaat, om uiteindelijk de heldin de beeldvoering en de regie te laten overnemen. Waardoor een nieuwe fictie ontstaat, een die het vijandige patriarchaat schaakmat zet.

The Invisible Man

The Invisible Man is een post #MeToo-thriller, een film die het ‘hij zei, zij zei’ dilemma vertaalt in een voor het vrouwelijke personage in een patriarchale samenleving moeilijk te bewijzen realiteit van seksisme, misbruik en mishandeling. Technologie versterkt de macht en het perspectief van de macho (‘optisch specialist’ Adrian ontwierp een pak dat hem onzichtbaar maakt, camera’s en computers sturen de perceptie) maar regenweer en vrouwelijke vindingrijkheid maken het mannelijke monster deels zichtbaar. Geweld is niet echt de oplossing blijkt tijdens confrontaties in het psychiatrische hospitaal en in de woning van Cecilia’s ersatzdochter Sydney. Ontmaskering, onthulling en manipulatie wel.

De spanning wordt versterkt door vraag wie wat ziet, hoe het monsterlijke binnendringt in een beeld en of het monster niet gewoon de maatschappij weerspiegelt. The Invisible Man sluit wonderwel aan bij de vervanging van de male gaze door de female gaze die Iris Brey nastreeft. Cecilia en Adrian vechten met filmische middelen terwijl de blik wordt bijgestuurd. We zien lange tijd vooral het sadisme en voyeurisme van de man door de ogen van het vrouw waardoor er geen genot of plezier is.

The Invisible Man

Het angstaanjagende spektakel is pijnlijk voor Cecilia en onaangenaam voor de kijker. Maar de female gaze leidt ook tot empowerment. De vrouw neemt de mise-en-scène over al gelooft de zichtbaar geworden man nog de regie te voeren. Gewoon omdat hij een man is. Maar in beeld blijkt de narcistische tiran kwetsbaar, controleert hij net als de bewakingscamera’s niets meer en moet hij toestaan dat Cecilia de blik en het gebeuren leidt. Want wie de blik leidt, kleurt ook de realiteit. Waardoor het ooit hysterische “I can see you!” krachtig en dreigend wordt.

IVO DE KOCK

THE INVISIBLE MAN: Leigh Whannell; USA 2020, 124′; scenario: Leigh Whannell; met: Elisabeth Moss, Hariet Dyer, Oliver Jackson-Cohen, Aldis Hodge, Storm Reid; fotografie Stefan Duscio; montage Andy Canny; muziek Benjamin Wallfisch; extra’s: verwijderde scènes, interview Elsiabeth Moss, making of, audiocommentaar; FILM: **** / EXTRA’S: ****; distributie: Universal.

The Invisible Man

Leave a comment