Foxtrot van Samuel Maoz: Absurde intieme tragedie
Acht jaar na zijn langspeelfilmdebuut Lebanon (2009) tekent de Israëlische filmmaker Samuel Maoz (° 1962) opnieuw voor een omstreden maar (in Venetië) bekroonde film. Foxtrot (2017) is een intieme tragedie in drie bedrijven die de absurditeit van oorlog blootlegt. Ex-militair Maoz is een ervaringsdeskundige die de traumatische impact van oorlogsgeweld en de mythe van de Israëlische natie als geen ander in ontluisterende filmverhalen weet aan te kaarten. Tot woede van Israëlische ministers die meer nestbevuiling dan kunst zien.
Van oorlogsveteraan tot autobiografisch cineast
Samuel Maoz is net zoals Ari Folman (Waltz with Bashir) en Yariv Mozer (My First War) een voormalig militair die als soldaat deelnam aan de Libanese oorlog en vele jaren later ontdekte dat een filmcamera kan fungeren als schild tegen de oorlogsdemonen. Lebanon, zijn in Venetië met de Gouden Leeuw bekroond fictiedebuut (voordien maakte hij de documentaire Total Eclipse), is autobiografisch en refereert aan de eerste Libanese oorlog in 1982, toen Israël na een aanslag op de Israëlische ambassadeur in Londen en de moord op de Libanese falangistisch-christelijke presidentskandidaat Bashir Gemayel troepen stuurde om de PLO trainingskampen in Libanon uit te schakelen. De samenwerking met christelijke falangisten leidde echter tot een waar bloedbad in de PLO-kampen van Sabra en Shatila.
In de anti-heroïsche oorlogsfilm Lebanon plaatst Maoz zijn camera letterlijk in een tank met vier beginnende dienstplichtigen belaagd door vijandige Syrische troepen en door hun falangistische bondgenoten gedwongen tot gruwelijke vergeldingsacties die emotionele en morele sporen nalaten. Wanneer de tank klem geraakt in een zonnebloemenveld loopt de fysieke en mentale schade binnen en buiten het pantservoertuig stevig op. De tank blijkt letterlijk en figuurlijk een beschermende cocon die evenwel het gezichtsveld van de protagonisten sterk inperkt. Wat leidt tot claustrofobie maar vooral ook onzekerheid, angst, chaotisch gedrag, radeloosheid en een onvermogen om het grotere beeld te zien. In hun verwarring richten ze een bloedbad aan bij de burgerbevolking.
Het duurde 24 jaar voor Samuel Maoz zijn oorlogservaringen kon omzetten in een filmproject. “Het wou maar niet lukken,” liet Maoz noteren in Filmmagie, “het was wachten op de regisseur in mij… Het eerste wat ik me herinnerde was de geur van verbrand vlees. Er werd mij duidelijk gemaakt dat dat kwam omdat ik bang was. Dat was ook zo. Uiteindelijk is de film er toch gekomen, hoofdzakelijk omdat ik voelde dat ik het moest doen, niet omdat ik daar toen was, in Libanon… Die geur was dus een soort teken.” Maoz bleef worstelen met het project tot “ik begreep ik dat ik het verhaal niet kon vertellen door mijn hoofd, wel door mijn buik, door mijn hart. En om dat te bereiken, om dat emotioneel te begrijpen, moest een sterke ervaring worden gecreëerd. Ik zei bij mezelf: ik drop de kijker mee in de tank op zo’n manier dat je je totaal met de soldaten identificeert; je ziet alleen wat zij zien, je weet slechts wat zij weten… Gewoonlijk kijken toeschouwers objectief naar een verhaal, weten zij dingen die de acteurs niet weten. Mijn idee was dat je de film moest proeven, moest ruiken… Wanneer je vanuit de tank naar buiten kijkt is het jouw gezichtspunt. Wanneer de mensen buiten naar je vizier kijken, kijken ze naar jou. Als kijker ga je dan al vlug denken: ‘Wat zou ik doen als ik in hun plaats was’.”
Een Griekse tragedie in drie akten
Het gestileerde drieluik Foxtrot mag dan wel geen oorlogsfilm zijn, de trauma’s van de oorlog laten opnieuw hun sporen na. Samen met de mythe van de Israëlische natie en de erfenis van de Holocaust drukken ze hun stempel op de geest van een samenleving en de levenshouding van burgers (en opnieuw ex-militairen). Ook al groeit hier een kloof tussen generaties. Het idee voor de film ontstond toen Maoz door zijn schuld haast zijn dochter verloor. Na een ruzie omdat ze zich overslapen had stuurde hij haar niet met de taxi maar met de bus naar school. Een half uur later hoorde Maoz op de radio dat een terrorist zich had opgeblazen op de lijn die zijn dochter moest nemen. Met heel wat doden als gevolg. Zijn dochter nam haar telefoon niet op en Maoz doorstond doodsangsten.
“Dat was het ergste uur van mijn leven,” aldus Maoz in De Filmkrant, “erger dan de hele oorlog in Libanon. Na een uur kwam ze thuis: ze had die bus nét gemist. Ze had hem zien staan op het busstation, ze had nog gerend en gezwaaid — maar de buschauffeur was niet zo aardig geweest om te stoppen.” Niet zozeer deze anekdote lag aan de basis van Foxtrot, wel Maozs eigen initiële reactie: “Mijn eerste gedachte was dat ik deze straf verdiende, dat dit een onvermijdelijk deel van mijn lot was.” De ontredderende cocktail angst, woede en schuldgevoelens fascineerde zodanig dat Maoz wel iets zag in een film opgebouwd als een Griekse tragedie, “met zo’n typisch Griese held die zijn eigen straf creëert, een held die zich onbewust is van de uitkomst van zijn daden. Elk deel van Foxtrot is anders: de scènes in het appartement van de ouders zijn scherp, kil, symmetrisch, verstikkend; die bij het checkpoint bedwelmend, hypnotiserend – de film zweeft daar iets boven de grond, als de wereld van een dromerige artiest. En het slotstuk is ontroerend.”
Zowel Lebanon als Foxtrot leggen Israëlische wonden bloot. Toch is er een verschil tussen beiden. “Lebanon ging over trauma, Foxtrot over post-trauma,” stelt Maoz in NRC, “Lebanon was een persoonlijke uiting van iemand die als 20-jarig kind zonder enige ervaring met geweld opeens mensen moest doodschieten. Het hart van de oorlog, het principe van de chaos, is dat er geen morele opties zijn. Je moet een dorp doorzoeken. In de ene helft van de huizen wachten ze je op met machinegeweren, in de andere helft zitten onschuldige gezinnen. Check ze één voor één en er zullen vrienden sterven. Schiet er een paar granaten in en onschuldige burgers sterven. In een microseconde paniek vermoord je een meisje met wie je zojuist nog zat te flirten, zoals in Foxtrot. Dat is de realiteit van oorlog, en ikzelf leed na 1982 heel lang aan kleine post-traumatische stress. In films is PTSS een cliché: mannen die tot niets in staat zijn, imploderen. Zo werkt het niet altijd. Ik functioneerde sociaal, kreeg een baan en een gezin. Maar iets blokkeerde me, daarom maakte ik pas op mijn 46ste mijn filmdebuut.”
Een ander onderscheid is dat Foxtrot de zaken meer opentrekt. De film gaat over het tragische karakter van de ‘Israëlische situatie’, over rouwende ouders van gevallen frontsoldaten, over het arbitraire karakter van de dood in Israël, over de kloof tussen de tweede en derde post-Shoah generatie en de prijs die de Palestijnse bevolking betaalt. Door de cocon van de tank te verlaten focust Maoz niet enkel op het trauma van de Israëlische soldaat of ex-militair die een tragische vergissing begaat maar ook de Palestijnse burgers die de eerste slachtoffers van vernederingen (een koppel wordt tot tranen bewogen door de controle van soldaten) en een drama (een vergissing leidt tot paniek en een dodelijke reflex). Het trauma van Israëlische militairen is een ‘perpetrator trauma‘, een morele wonde veroorzaakt door de brutaliteiten die ze pleegden als pionnen van een machine, een structuur, een logica.
De eenzaamheid van de grenswachter
Een veelfilmer is Samuel Maoz niet meteen. Na de lange ontstaansgeschiedenis van Lebanon was het opnieuw acht jaar wachten op Foxtrot. “Ik ben drie jaar bezig geweest met dit project,” aldus Maoz in Le Vif/L’express, “maar ik doe ook heel wat andere activiteiten. Ik schilder, hou me bezig met mijn docter en schrijf aan een collectie monologen die ik nooit zal verfilmen.” Bovendien was het ditmaal moeilijker. Lebanon was autobiografisch en een film die hij ‘moest’ maken, die in Maoz zat en er enkel als een ‘vuistslag’ kon uitkomen. Met Foxtrot wou Maoz eerder dingen onderzoeken.
Zoals de kloof tussen wat we onder controle hebben en wat daar aan ontsnapt of zoals het conflict tussen liefde en schuldgevoelens. Een meer cerebrale insteek die leidde tot de drie-akte structuur met een openingsdeel dat choqueert, een tweede deel dat intrigeert en een slotluik dan emotioneel raakt. “De eerste akte is die van vader Michael,” stelt Maoz, “hard, koel, grafisch en symmetrisch. De derde akte is die van zijn vrouw Dafna. Eenvoudiger en warmer. Daartussenin zit de akte van hun zoon Jonathan, de artistieke ziel die zweeft tussen realiteit en verbeelding. De film is een filosofische puzzel die draait rond het concept van noodlot maar een verhaal vertelt dat verankerd is in de werkelijkheid.”
Foxtrot opent met een klop op een appartementsdeur, de vraag “Mrs Feldman?” en een vrouw die flauwvalt. We bevinden ons in Tel-Aviv en de aankloppende militairen komen het slechte nieuws brengen dat zoon Jonathan, een soldaat aan de slag in een afgelegen grenspost, om het leven is gekomen. Maoz neemt de tijd om te observeren hoe moeder, vader, oom en zus lijden, het uitschreeuwen of met medicijnen verdoofd worden. Het lijkt een rauw realistische episode maar bizarre dingen (zoals het glas water dat Michael exact om het uur moet drinken of zijn extreem theatrale woede uitbarstingen) wijzen op het allegorische karakter van deze akte. De met bloed bespatte muren vol foto’s en affiches (in akte twee duikt een hoofdkussen met bloedvlekken op én vloeit bloed naast een bierblikje) zorgen voor een surrealistische touch.
Een voorbode van een absurde plottwist: Jonathan blijkt niet dood maar verward met een naamgenoot. Akte twee dompelt ons voluit onder in het absurde en symbolische. Jonge soldaten die leven in een alsmaar schuiner in de drassige grond zinkende container, laten in hun grenspost kamelen passeren maar trachten strikt te zijn naar mensen toe (de eenzame grenswachter Jonathan bewerkt hen met licht, tekenpen en fantasie). Maar angst en een militaire reflex leidt tot een fatale blunder waarbij Palestijnse burgers het leven laten. Een affaire die letterlijk (een bulldozer ‘begraaft’ de auto met inzittenden) toegedekt wordt. Maar het lot (of is het karma?) slaat toe met Michael (die de terugkeer van zijn zoon eist) en een kameel als sleutelfiguren. De tragedie zorgt in de derde akte voor rouw en loutering. Voor schuld en boete.
Het leven als een dans
De filmtitel Foxtrot – naam van een dans waarbij dansers steeds opnieuw eindigen op hetzelfde vertrekpunt, welke variatie ze ook kiezen – is uiteraard symbolisch en in zijn nadrukkelijk theatrale aanpak onderstreept Maoz dit. Michael zegt het met zoveel woorden in de derde akte. De foxtrot duikt echter al vroeger op, wanneer Michael zijn hoogbejaarde en dementerende moeder gaat vertellen dat haar kleinzoon dood is. Wanneer hij haar, versuft van het verdriet, zoekt stapt hij per ongeluk een zaaltje binnen waar ouderen danspasje oefenen. Het is de foxtrot. De banale vrolijkheid en bevreemdende details zoals de hond die schoppen krijgt van Michael en het gestructureerde begrafenisritueel dat legerverantwoordelijken willen opdringen geven aan dat er iets vreemd aan de hand is. Een perfecte overgang naar de soldaten die de grensbareel openen voor een voorbij slenterende kameel.
Samuel Maoz maakt een weloverwogen en sterk gestructureerde film maar wel een over de absurditeit van het bestaan. Niet toevallig keert ook in de vormgeving de chaos steeds weer terug: op de muren hangen schilderijen met kriskras door elkaar lopende lijnen, op de vloer vormen tegels een Escher-achtig patroon van blokken. Een (rechte) lijn is er niet, noch in het leven, noch in de film. De cirkelbeweging van de dans keert terug in de filmstructuur met een beweging die gaat van bittere afschuw naar donkere humor en terug. Van revolte (woede over hoe het zo is gelopen) naar berusting (machteloos tegenover de werking van het noodlot) en terug.
Cruciaal is dat een grap nooit zomaar een grap is bij Maoz. Zo is er het verhaal van Michael die als tiener de familiebijbel (een erfstuk dat Auschwitz overleefde) ruilde voor een Playboy, wat hem jaren van trauma en schuld opleverde. “Foxtrot gaat over de tweede en derde generatie Holocaust-overlevers, die aan dat trauma hun eigen oorlogstrauma’s hebben toegevoegd,” aldus Maoz, “een eindeloos traumatische situatie. Maar het inruilen van een oude Bijbel, die als Holocaust-gedenkstuk van generatie op generatie is doorgegeven, voor een Playboy lijkt me positief en gezond. Dat betekent: kiezen voor het leven.”
Controversiële ervaringscinema
Foxtrot kreeg in eigen land bergen kritiek. Links verweet Maoz geen partij te kiezen. “Ik ben geen vlaggendrager” repliceert hij, “ik maak films.” Voor de Israëlische minister van cultuur Mir Regev was de film “anti-Israëlische propaganda.” Daarbij moet vooral de scène het ontgelden waarin grenswachters een bloedbad laten volgen door een cover-up. Maoz verdedigt zich door te zeggen dat het symbolische scène is die vooral kritiek levert op het feit dat problemen in Israël systematisch toegedekt worden: “Een realistische film over zo’n roadblock maken, dat interesseert me niet. Mijn cinema is überhaupt niet naturalistisch. Het is een ervaringscinema, die probeert door te dringen tot de ziel van de personages. Waarbij het visuele aspect een integraal onderdeel vormt van het verhaal. Tekst is voor mij, simpel gezegd, de vijand. Als het lukt iets zonder woorden te zeggen, dan liever zonder. Ik vertrouw liever op lichaamstaal, op ogen, op gezichtsuitdrukkingen. Dat is een menselijke taal die geen vertaling nodig heeft. Iedereen begrijpt het. Net zoals iedereen kan begrijpen dat de surreële scènes met het roadblock niet een specifieke werkelijkheid verbeelden, maar een allegorie vormen van de maatschappij. En dat de boodschap dus breder is.”
Dat Foxtrot omstreden is stoort Samuel Maoz niet. Integendeel, hij ‘wil dat mensen zich erover opwinden. Dat we beginnen te praten, want bij ons wordt alles altijd doodgezwegen.” De controverse zorgde ervoor dat film veel volk naar de zalen lokte en discussies teweeg bracht. Precies de missie die Maoz voor ogen heeft. Want “elke samenleving zou ernaar moeten streven zichzelf te verbeteren. En de snelste weg naar verbetering is openstaan voor kritiek. Iemand zei ooit, ik weet niet meer wie: “Onze fouten zijn de mislukkingen van onze kinderen.” Als ik kritiek heb op de plek waar ik leef dan is dat omdat ik me zorgen maak. Omdat ik die wereld wil beschermen. Dan is dat uit liefde.”
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen bij MOOOV, e-learning juni 2018, Foxtrot)