Raoul Pecks I Am Not Your Negro: James Baldwin, zwarte cinema en Amerika’s Witte Masker

jun 15, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, documentaire, film, genre, portret, regisseur, thema  //  No Comments

I AM NOT YOUR NEGRO

“Wanneer je je verleden niet kent, kun je je geen toekomst voorstellen” zegt Lumumba-regisseur Raoul Peck. Met zijn intense James Baldwin documentaire I Am Not Your Negro graaft hij in dat verleden naar hoop. Na een lang interview met Haile Gerima (Teza, Sankofa), het uitspitten van de geschiedenis van L.A. Rebellion, Julie Dash’s Daughters of the Dust magie die Beyoncé inspireerde, en de confrontatie met thema’s zoals slavernij (The Birth of a Nation, Free State of Jones) en raciale discriminatie (Loving) fileerden we met plezier Pecks meesterwerk.

Anno 2017 lijkt het BlackLivesMatter protest zijn effect op de Amerikaanse filmwereld niet te hebben gemist. Terwijl de zwarte acteur en komiek Jordan Peele met de horrorkomedie Get Out, een donkere satire die de horror van racisme en van zwart zijn in Amerika vlijmscherp fileert, de grootste commerciële hit van het jaar scoort is Straight Outta Compton regisseur F. Gary Gray de eerste Afro-Amerikaanse cineast die met blockbuster The Fate of the Furious wereldwijd meer dan 1 biljoen dollar in het laatje bracht.

GET OUT

Daarnaast wist Barry Jenkins met Moonlight na enkele #OscarsSoWhite jaren drie Oscarbeeldjes te versieren. Hollywood heeft schijnbaar ‘Black Talent’ ontdekt en begint eindelijk zwarte verhalen te vertellen. De in het Zuiden opgegroeide blanke Jeff Nichols brengt met Loving een subliem liefdesverhaal, een intens maar sober melodrama over racisme en huidskleur en ook Hidden Figures, over de Afro-Amerikaanse vrouwelijke wiskundigen die cruciaal werk verrichtten achter de schermen van het NASA ruimtevaartprogramma, is het werk van een blanke cineast (Theodore Melfi).

THE BIRTH OF A NATION

Maar gelukkig illustreren ook heel wat zwarte filmmakers dat zwarte verhalen van belang zijn. Zo draaide Denzel Washington Fences en Nate Parker The Birth of a Nation, drama’s die respectievelijk de thema’s burgerrechten en slavernij aankaarten. Eerder vertelde Lee Daniels (Precious) in The Butler het verhaal van de zwarte butler en niet de blanke president, focuste Ava DuVernay op Martin Luther Kings epische burgerrechtenmars in Selma en bekeek Fruitvale Station (en straks Black Panther) regisseur Ryan Coogler in Creed de Rocky-mythe door een zwarte bril. De positieve vibe hielp de Haïtiaanse filmmaker Raoul Peck om in de V.S. de financiering voor zijn Oscargenomineerde James Baldwin documentaire I Am Not Your Negro (2016) rond te krijgen.

SELMA

Wil dit zeggen dat racisme geschiedenis is in Amerika en zijn droomfabriek? Verre van. Het geeft enkel aan dat er iets beweegt en dat veel filmmakers de strijd tegen racisme en de nood om het geheugen te voeden op de agenda plaatsen. Los van de radicale koerswijziging waar president Donald Trump voor staat. Door #BlackLivesMatter was de V.S. reeds ontwaakt uit de utopische Obama-droom. Een droom die lang nadrukkelijk gevoed werd. Zo liep tijdens het eerste zwarte presidentschap in de Amerikaanse bioscopen een promotiefilm die filmzalen voorstelde als harmonieuze, pluralistische ruimtes waar alle rassen samen komen om te genieten van een gedeelde filmbeleving. Een reprise van het United Colors of Benetton gevoel, een utopische fantasie van raciale eenheid als bewijs van een post-raciale wereld.

MOONLIGHT

Jordan Peele counterde deze utopie met een dystopie. “Ik begon Get Out te schrijven in het tijdperk dat ik het post-racial lie America noem,” zegt de debuterende regisseur “nadat Obama verkozen was leefde het gevoel dat we ons in een post-racistisch Amerika bevonden. De film wil erop wijzen dat dit niet klopt en dat het in ons DNA zit. Racisme bevindt zich in het merg van ons land.” Peele koos voor een genrefilm, een horrorfilm met thriller- en komedie-elementen, waarbij het monster in het hart van de film racisme is. Hij deed dit omdat “horror onze alledaagse angsten onderzoekt. Elke belangrijke angst heeft een corresponderende klassieke horrorfilm. Alleen stond sinds George A. Romero’s Night of the Living Dead (1968) racisme niet meer centraal in een horrorfilm.”

STRAIGHT OUT OF COMPTON

Een zwart perspectief introduceren in mainstream horror is voor Peele “het ontbrekende stuk in de grote discussie. Genrefilms zijn een prima middel om kijkers onder te dompelen in de ervaring van de protagonist.” Het probleem is dat er natuurlijk zoiets bestaat als een dominante, blanke filmcultuur met films gemaakt vanuit een blank perspectief waar zwarte personages en verhalen door een blanke blik worden bekeken. “De zwarte pianist in Casablanca (1942) heeft geen bloed, geen hart, geen penis,” zei de Ethiopisch-Amerikaanse filmmaker Haile Gerima (Teza) toen we hem interviewden voor De Filmkrant, “dat is blanke fantasie.” Zwarte personages staan in Amerikaanse films in dienst van blanke personages en verhalen.

SANKOFA

“De films van blanke liberale Amerikanen creëerden nieuwe stereotiepen die leiden tot Driving Miss Daisy, een film waarin zwarten niet naar zichzelf maar naar blanke personages kijken” stelt Gerima, “zwarte kijkers identificeren zich niet met personages die geen eigen leven, herinneringen of emoties hebben. Personages mogen dienstbodes zijn maar we willen weten wat ze denken.” Vanuit die geest maakte Gerima de slavernijbespiegeling Sankofa (1993), de zwarte cineaste Julie Dash Daughters of the Dust (1991) en Raoul Peck I Am Not Your Negro (2016), een documentaire die via het gedachtegoed van de zwarte schrijver James Baldwin (1924-1987) – teksten gelicht uit zijn onafgewerkte roman ‘Remember This House’ – kijkt naar een samenleving waar racisme diep geworteld is in de machtsstructuren, geschiedenis en (film)cultuur.

BEYONCE LEMONADE

Dat Raoul Peck (° 1953) een minder bekend filmmaker is, heeft veel te maken met het feit dat hij moeilijk te catalogeren blijft. Daarvoor wisselt hij wat te vlot documentaires, fictiefilms en televisiereeksen af, daarvoor profileert hij zich te weinig als een auteur (stijl staat bij hem steeds in functie van het verhaal), daarvoor zwerft hij ook wat te veel van land naar land (Haïti, Congo, Duitsland, Frankrijk, V.S.), daarvoor weigert hij te nadrukkelijk zich als een banneling te zien en werd hij van cineast te vlot minister.

DAUGHTERS OF THE DUST

“Peck is geen Haïtiaanse maar waarschijnlijk een Engelse naam,” zegt de cineast in een interview op de dvd van Lumumba (dis. JBA Edition), “ik heb misschien voorouders die slaven van Britse officieren waren. In Port-à-Piment, het kleine stadje waar mijn vader vandaan kwam, is er een rots genaamd Peck, verwijzend naar een generaal in de Haïtiaanse revolutie. Hij kan met ons verbonden zijn geweest, veel slaven namen de naam aan van het landgoed van hun eigenaar.”

RAOUL PECK

Die link met slavernij zou zich thematisch vertalen in zijn werk terwijl zijn ervaringen met Haïtiaanse en Congolese dictaturen hem gevoelig maakten voor geweld, repressie en paranoia. “Ik heb geweld altijd heel fysiek gevoeld” zegt Peck die zich herinnert hoe hij als kind samen met zijn moeder Port-Au-Prince doorkruiste op zoek naar zijn verdwenen vader. Die mix van angst, terreur en opwinding is voelbaar in Pecks fysieke cinema. In het genocide-drama Sometimes in April (2004) en het documentaire-speelfilm tweeluik Lumumba, la mort d’un prophète (1991) en Lumumba (2000) maar ook in de tragedies Haitian Corner (1988), L’homme sur les quais (1993) en Desounen, dialogue avec la mort (1994).

L’HOMME SUR LES QUAIS

Een andere leidraad is de wil een alternatief te bieden voor mainstream blanke cinema. “Ik moest mijn Lumumba-documentaire maken maar ik wou ook altijd de speelfilm draaien,” benadrukt Peck, “tijdens mijn jeugd in Haiti en Afrika zag ik immers geen film waarin ik mezelf herkende, waar ik mijn verhaal in terugvond, waar de politieke wereld waarmee ik sinds mijn jeugd werd geconfronteerd zich bevond.” Maar dat eigen verhaal flopte in Frankrijk. “Onze film was een UFO, hij paste niet in de gebruikelijke eenvoudige classificatie,” aldus Peck, “Lumumba was geen Afrikaanse film, het was geen Amerikaanse film, het was geen Haitiaanse film, het was een politieke film. Ondanks de goede kritieken heeft de film niet goed gemarcheerd en dat was een teleurstelling omdat het een opening was naar iets nieuw en anders. Een film waarvoor ik een eigen stem heb moeten vinden.”

LUMUMBA

Die eigen stem, en de erkenning die Lumumba Peck opleverde in Afrika leidde tot Sometimes in April, een intense film over de Rwanda-genocide gemaakt vanuit zwart perspectief, met oog voor de blanke westerse blik (“who are the good guys?” vraagt een Amerikaans journalist). “Ik wou uitleggen wat de politieke achtergrond van de volkerenmoord was,” zegt Peck op de dvd van Sometimes in April (Warner), “ik wilde geen zwarte Schindler’s List maken.” Dat besloot Peck te doen op locatie, in Rwanda. Niet evident voor de getraumatiseerde Rwandezen. “Het was belangrijk dat ik stap voor stap hun vertrouwen kon winnen,” aldus Peck, “en dat ze vonden dat het hun verhaal was. Niet mijn verhaal maar hun verhaal.”

SOMETIMES IN APRIL

Hoe belangrijk het vertellen, herinneren, van een persoonlijk en collectief verhaal is voor de toekomst van (zwarte en blanke) mensen maakt Raoul Peck duidelijk in I Am Not Your Negro. Een documentaire die vertrekt van de figuur, en de teksten van, James Baldwin (1924-1987), de zwarte homoseksuele schrijver die het uithangbord voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging werd. Een activist voor wie Amerika het gedroomde huis was, maar een waar hij niet kon in wonen (enkel in Frankrijk liep hij niet constant angstig rond).

Ook al adviseerde hij met zijn pen “This is your home, do not be driven from it”en bleef hij hopen op, verlangen naar, verandering (“We can make America” zonder adjectief). I Am Not Your Negro is echter meer dan het portret van een man die zwarten adviseerde zich niet te laten verdrijven, het is ook een creatieve documentaire over cinema, over hoe film zwart en blank Amerika een spiegel voorhoudt en hoe de droomfabriek meewerkt aan het instandhouden van de mythe van de blanke zuiverheid en het beeld van de ‘negro‘ als symbool voor ‘de ander’.

I AM NOT YOUR NEGRO

Het fascinerende aan I Am Not Your Negro is dat Peck het verhaal dat Baldwin begon te vertellen – de auteur geraakte niet verder dan een titel (‘Remember This House’) en een dertig pagina’s tellende tekst – afmaakt en aanvult. Baldwins opzet was drie in de jaren zestig vermoorde burgerrechtenleiders te portretteren. Drie vrienden die ook discriminatie en racisme bekampten: Medgar Evers, Malcolm X en Martin Luther King. Peck introduceert via archiefmateriaal (fragmenten uit The Dick Cavett Show, The Hollywood Roudtable on Civil Rights en Baldwin’s Nigger) Baldwin als vierde personage en, via de stem van acteur Samuel L. Jackson, commentator.

Dat creëert een spanning die versterkt wordt door de botsing tussen de literaire teksten en de actualiteitsbeelden van het #BlackLivesMatter protest. Baldwins visie blijkt nog altijd relevant, de Amerikaanse maatschappij is niet fundamenteel veranderd. Baldwin voorspelde dat er “binnen 40 jaar” wel een zwarte president zou zijn maar dat de vraag bleef van welk soort land. Want zolang zwart-wit denken overheerst blijft wreedheid bestaan.

I AM NOT YOUR NEGRO

Het geweld dat de leiders velde trof ook moedige burgers zoals Dorothy Counts, de eerste zwarte scholier die naar een witte school durft te gaan in 1956. Peck trekt de problematiek open naar de geschiedenis van de slavernij, het abolitionisme en de burgerrechtenstrijd. Dat gebeurt niet op een afstandelijke wijze maar op een fysieke manier door de kijker onder te dompelen in de ‘black experience‘. Door de vernederingen, terreur, lynchings, politiebrutaliteiten, het onrecht en de permanente angst tastbaar te maken. Door de ernst, verontwaardiging en tristesse in de blik van Baldwin te tonen wanneer hij stelt dat de uitspraak “freedom or death” blanken lof en zwarten straf oplevert.

Peck deelt Baldwins stelling dat racisme in Amerika’s DNA zit en dat het de grootste vijand van de Amerikaanse samenleving blijft zolang de leugens en misdaden van het verleden (genocide van de indianen, slavernij) niet erkend en verwerkt worden. “Niet alles wat je onder ogen ziet is te veranderen,” stelt Baldwin aan het einde van de documentaire, “maar niets kan veranderen tot het onder ogen wordt gezien.” Hij en Peck benadrukken dat de ‘Negro‘ een uitvinding is van de dominant blanke cultuur om de schizofrenie van het land te camoufleren, de verscheurdheid tussen consumptieplezier en angst voor de ‘ander’. Het ‘Negro‘ probleem is een Amerikaans probleem, een land dat mensen mishandelt martelt zichzelf.

I AM NOT YOUR NEGRO

“In de kern is de maatschappij nog steeds hetzelfde: racistisch en kapitalistisch,” zegt Peck in De Filmkrant, “dat is een machtig systeem. Het salaris wat je verdient bepaalt nog steeds je plek in de maatschappij. Wat Baldwin zegt is dat we nog steeds in een wereld leven vol vooroordelen, waarin een witte minderheid niet naar de rest van de mensheid kijkt. De VS en Europa zijn feitelijk een minderheid, maar ‘bezitten’ de wereld, zijn het machtigste imperium.” Volgens Peck “houdt Baldwin je een spiegel voor. Hij toont dat je deel bent van het probleem, dat het niet iets buiten jou is. Hij laat zien dat je een moreel monster bent. Want er bestaat geen onschuld. De ongelijkheid in de wereld bestaat ook uit jouw naam.”

Door te verwijzen naar een ‘spiegel’ geeft Peck aan dat Baldwin aanzet tot ‘reflectie’ maar ook dat hij via het concept ‘spiegelbeeld’ zwart-wit tegenstellingen op tafel werpt en de vraag waarom we in een op macht gebouwde samenleving (ons beeld van) ‘de ander’ nodig hebben om het eigen ‘ik’ te definiëren. En waarom we vijandigheid en haat laten primeren op empathie en solidariteit. De ‘spiegel’ refereert ook naar cinema en beeldcultuur waar vooroordelen continu weerspiegeld en versterkt worden.

I AM NOT YOUR NEGRO

In zijn essay ‘The Devil Finds Work’ schreef Baldwin als een bevlogen filmcriticus over het racisme dat hij zag in Hollywoodfilms, over hoe de entertainmentindustrie een narcoticum was én een ideologie opbouwde. Peck verstrengelt filmclips en flarden popcultuur met actualiteitsbeelden om de kloof tussen rolmodellen en de werkelijkheid aan te geven. Daarbij accentueert hij de verleidelijke onschuld van Doris Day komedies of Gary Cooper westerns. Baldwin hield van assertieve helden en “het is een shock om op een dag te ontdekken dat Cooper die de indianen aan het vermoorden is, eigenlijk jou vermoordt. Dat er in het land waar je geboren bent, geen plaats voor jou is ingeruimd.”

Hij onderstreept dat de zondvloed van Hollywood-stereotiepen aanvoelt als een aanval en dat zwarte kijkers van de filmindustrie twee keuzes krijgen. De stereotiepen braafjes overnemen of hun racistisch karakter negeren door een ‘wit masker’ op te zetten. Dit illustreert hoezeer de droomfabriek en de realiteit van de ‘Negro‘ parallelle universums zijn. Enerzijds technicolor Doris Day en anderzijds een zwart-wit foto van een anonieme gelynchte vrouw uit dezelfde periode. Baldwin en Peck benadrukken dat geschiedenis niet het verleden is en evenmin ontkend mag worden of vergeten door het witte masker. De toekomst kan pas echt harmonieus worden wanneer het verleden erkend en ‘de ander’ aanvaard wordt.

I AM NOT YOUR NEGRO

“Wanneer u denkt dat ik een ‘negro‘ ben betekent dit dat u dat nodig hebt. U moet zich afvragen waarom.” Deze oprisping van Baldwin zindert nog na wanneer de eindgeneriek van I Am Not Your Negro loopt. Want ze raakt aan de essentiële vraag over ‘de ander’, en de functie van haat en racisme, niet enkel in de Amerikaanse samenleving maar in heel de westerse wereld. Vroeger, tijdens het nazisme, maar ook nu tijdens de vluchtelingencrisis.

Dat we de confrontatie met het verleden moeten aangaan, een verleden dat voortleeft in het heden, is een andere resonerende boodschap. Peck last passend een fragment in van Gus Van Sants Elephant, een van na Baldwins dood daterende fictiefilm geïnspireerd op schoolschietincidenten, om aan te geven dat geweld een perpetuum mobile blijft zolang we onze verantwoordelijkheid niet nemen. De slachtpartij op blanke scholieren is een voortzetting van geweld tegen zwarte jongeren. De geweldcultuur neemt immers steevast ‘de ander’ in het vizier.

THE YOUNG KARL MARX

Voor Baldwin ligt de oplossing niet bij die geviseerde ‘ander’. “Ik ben geen ‘negro‘ maar een mens,” zegt Baldwin, “het is aan de blanken die dit bedacht hebben om het op te lossen.” Daarvoor moet gebroken worden met “morele apathie”, het uit onwetendheid of onverschilligheid nalaten van het verleden in vraag te stellen en de dialoog met die ander aan te gaan. Daar kan film toe bijdragen.

“Ik geloof dat films je kunnen veranderen,” zegt Peck, “films kunnen je verhalen vertellen die je nog niet kent, je iets laten voelen wat je nog nooit gevoeld heb.” Dat vele verhalen moeilijk verteld raken heeft alles te maken met wat Peck ‘het Hollywoodnarratief’ noemt, de Amerikaanse mainstream cinema. “Het koste me tien jaar om The Young Karl Marx (2017) te maken,” aldus Peck, “het is de eerste speelfilm die over Karl Marx gemaakt is. Hoe dat komt? Dat is een vraag waar je je eens het hoofd moet over breken.” Een tipje van de sluier: “er is geen discours meer, geen ideologie, geen wetenschap, alles wat we hebben zijn meningen en niemand weet meer hoe die op waarde te schatten.”

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in STREVEN, september 2017)

I AM NOT YOUR NEGRO

Leave a comment