Arthur Penns Four Friends: Portret van de sixties

apr 20, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, cult, drama, dvd, film, genre, regisseur  //  No Comments

FOUR FRIENDS

Met Four Friends borstelde Arthur Penn een fraai coming of age immigranten melodrama dat tegelijk een portret van de rebelse sixties is. Deze mix van Truffauts Jules et Jim en Scola’s C’eravamo tanto amati is een vergeten parel van de maker van Bonnie and Clyde en Little Big Man maar gelukkig ook een cult classic in Frankrijk waardoor hij nu eindelijk een dvd-release krijgt.

Penn maakte, als een de leidende figuren van de Amerikaanse New Hollywood generatie die in de jaren ’60 en ’70 stevig aan de filmboom schudde, naam met bovengenoemde brutale, ontluisterende films maar Four Friends is een meer subtiele deconstructie van de Amerikaanse mythe en de Kennedy-jaren die tevens universele dingen zegt over migratie, vriendschap, liefde, volwassen worden en vernietigde illusies.

FOUR FRIENDS

De cineast van de tegencultuur had er net twee commerciële flops (Night Moves, The Missouri Breaks), vijf jaar inactiviteit en een traumatische ervaring (Palestijnse aanval op de Munchense Olympische Spelen waar hij meewerkte aan Visions of Eight) op zitten toen hij samen met schrijver en scenarist Steve Tesich (Oscarwinnaar met Breaking Away) begon aan deze door de Franse DOP Ghislain Cloquet virtuoos in beeld gebrachte kroniek. Het belet hem niet zijn stempel te drukken op dit verhaal van de (ook innerlijke) reis van vier vrienden en er de generatie die opgroeide tussen de verkiezing van Kennedy en de maanlanding mee te portretteren.

FOUR FRIENDS

De sixties, maar gezien door de ogen van een immigrant. Four Friends vertrekt immers van Tesichs sterk autobiografisch scenario dat verankerd is een jeugd als zoon van een Joegoslavisch immigrant die opgroeit in de industriële buitenwijken van Chicago. Als veertienjarige arriveerde Tesich in een Amerika dat hij enkel kende van John Fords Stagecoach.

Die gedroomde iconische ruimte zit in Danilo’s geest wanneer hij arriveert uit het oude continent en vanuit zijn vaders auto kijkt naar een landschap met fabrieksschouwen, verwilderde weiden en grijze huizenrijen. ‘A-mé-ri-ca’ stamelt hij met een van bewondering en opwinding trillende stem. ‘America’ zucht zijn vader met een mengeling van cynisme en ingehouden woede. Hoop en ontgoocheling gevat in symbolische openingsscène.

FOUR FRIENDS

Wederzijds onbegrip ook want daar waar voor zoonlief Amerika een droom (illusie) is, beleeft zijn vader het land als een beproeving (de realiteit is een desillusie). Het verlangen, de hoop, die vader op een dag te zien glimlachen wordt een obsessie van de opgroeiende Danilo. Een andere, amoureuze, obsessie is die voor hippie-buitenbeentje Georgia (Ray Charles’ ‘Georgia On My Mind’ wordt de muzikale leidraad), ook een favoriete van zijn vrienden David en Tom.

FOUR FRIENDS

“We wilden dat Georgia aanvankelijk een soort kabouter was, een elf die over tien jaar Amerikaans leven vloog,” aldus Penn, “tot ze uiteindelijk in de realiteit verankerd zou geraken aan het eind van de sixties, wanneer alles somber wordt.” Maar die donkere, ontnuchterende realiteit is ook een opluchting. “Waarom duurt alles zo lang?” zucht Georgia wanneer zij en Danilo elkaar eindelijk als mensen en niet langer als droombeelden zien. Op een moment dat Danilo ook een lach kan toveren op het gezicht van zijn vader die bij een terugkeer naar zijn roots ook zijn emoties vrije baan laat.

FOUR FRIENDS

Ondertussen hebben de vier vrienden, net als het land, verschillende crisissen doorgesparteld. Met als hoogtepunt de brutale explosie van een brutale, incestueuze despoot die symbool staat voor het geweld, de uitbuiting en de klassenongelijkheid van een kapitalistische maatschappij die ondanks de Flower Power, Vietnam en de burgerrechtenstrijd overeind blijft. De catharsis is een persoonlijke loutering na een dubbele crisis.

FOUR FRIENDS

Danilo’s besef dat zijn beeld van de Amerikaanse droom niet enkel door weinigen gedeeld wordt maar ook niet strookt met de werkelijkheid én de vaststelling dat hij zelf vervreemd is van zijn cultuur. Hij moet zichzelf heruitvinden, net zoals zijn schoonmoeder die vaststelt dat na de gewelddaad van haar man de woorden ‘moeder’ en ‘echtgenote’ wegvallen. Die herbronning gebeurt rond het kampvuur waar de rituele verbranding van de koffer die hem overal vergezelde zijn impulsieve zoektocht naar de ‘american dream’ afsluit. “Er is nog zoveel dat we niet gedaan hebben” klinkt het hoopvol aan het einde van deze melancholische maar kritische parel.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 675, mei-juni 2017)

FOUR FRIENDS: Arthur Penn, USA 1981, 110′; met Craig Wasson, Jodi Thelen, Michael Huddleston, Jim Metzler, Scott Hardt; extra’s: boekje, interview; FILM: **** / EXTRA’S: **; dis. Rimini Editions.

FOUR FRIENDS

Leave a comment