De Stanley Kubrick archieven. Deel 1: De Odyssee van een miniaturist

mrt 28, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Kubrick, portret, regisseur, thema  //  No Comments

STANLEY KUBRICK

Stanley Kubrick (1928-1999) was het prototype van de ’maverick director’: bezeten, eigenzinnig en origineel. Maar zijn gedrevenheid ging verder; hij was een perfectionist, een visionair schrijver met beelden, een eenzaat die vluchtte uit de wereld waarop hij zijn camera richtte.

In de ogen van die wereld was Kubrick een vreemde vogel: een zonderling die zich opsloot in een Engels domein (Childwickbury Manor nabij St. Albans), die schijnbaar meer vrouwen (3 huwelijken) dan pakken had versleten (kleding stond niet hoog op zijn prioriteitenlijstje), die gesloten en zelfs paranoïde was, maar vooral ook koppig vasthield aan zijn visie op alles en nog wat (van ’cinema’ tot de constructie van geluidsopnameapparatuur, van machtsmechanismen tot de werking van computers).

STANLEY KUBRICK ALS FOTOGRAAF

Overal bemoeide hij zich mee (hij liet zelfs een bioscoop herschilderen om de projectieomstandigheden te verbeteren). Kubrick deed bewust niets om dat beeld van vleesgeworden Dr. Mabuse bij te stellen. Enerzijds omdat hij vond dat het mysterie rond zijn figuur de (film)magie versterkte. Anderzijds omdat hij van oordeel was dat het mediacircus toch geen aandacht had voor het essentiële (zijn werk).

«Stanley Kubrick is a talented shit».

— Kirk Douglas

De films van Kubrick waren felomstreden. Voor criticasters was Spartacus te onbenullig, Paths of Glory té schematisch, Lolita té onderkoeld, Dr. Strangelove té cynisch, 2001: A Space Odyssey té oppervlakkig, A Clockwork Orange té gewelddadig, Barry Lyndon té academisch, The Shining té weinig fantastisch, Full Metal Jacket té nadrukkelijk symbolisch en Eyes Wide Shut té dubbelzinnig.

DE KUBRICKS

Toch is er één zekerheid: over het unieke van de cinema van Kubrick is iedereen het eens. Eigenlijk vreemd, gezien zijn statuut van ’outsider’. Stanley Kubrick was immers een artiest en in de filmwereld een levend anachronisme. Zo ging hij in tegen de versplintering van de filmarbeid terwijl de taken alsmaar verder werden opgedeeld en aan specialisten toegewezen, trok Kubrick als een veelzijdige ’bricoleur’ alles naar zich toe. Wat verband hield met zijn streven naar controle, maar ook met zijn drang naar perfectionisme. Voor Kubrick was elk detail belangrijk, was elk beeld een ’miniatuurtje’ dat moest worden gepolijst.

Elk shot, elke scène, elke acteur, elk decor, elk stukje muziek, kortom: elk onderdeel (tot de kleinste details toe) nam hij minutieus onder handen. Een beetje zoals een middeleeuwse monnik. Even nauwgezet en geduldig. Vandaar dat het oeuvre van Kubrick kwantitatief beperkt is en zijn projecten zo tijdrovend waren. Dat de films die hij uiteindelijk, bijna met tegenzin, op het publiek losliet ook kwalitatief zo goed waren, heeft te maken met de persoonlijkheid en het talent van Kubrick. En vooral met de kracht en originaliteit van zijn beelden.

Stanley Kubrick was géén populair man. Noch binnen, noch buiten de filmindustrie. Maar hij dwong ontzag af. En straalde gezag uit. Aan het eind van zijn carrière had hij meer vrijheid dan eender welke regisseur ooit gehad heeft (en ongetwijfeld zal hebben). Als ’auteur’ besliste hij over onderwerp, budget, casting, locatie, opname, montage, promotie, distributie en vertoning.

STANLEY KUBRICK

Daarom was ongetwijfeld in zijn ogen zijn laatste film, Eyes Wide Shut, nog niet af. Ook al waren de laatste retakes achter de rug en was de montage afgewerkt (bij Kubrick was dat wel nooit definitief). Maar Kubrick bracht de film graag tot bij de kijker. Niét door in de schijnwerpers te staan, wél door achter de schermen te blijven sleutelen. De promotie-interviews zullen hem bespaard blijven (een zegen voor Kubrick), maar de controle is hij toch een stukje kwijt. Een van de nadelen van de dood, zou Kubrick cynisch besluiten.

«Actors are drawn to Stanley Kubrick because of his undoubted skills and mystique, but they only work for him once».

— John Baxter

Voorspelbaar was Stanley Kubrick nooit. Hij werd geboren in de New Yorkse Bronxwijk en leek, met een vader actief in de medische wereld, voorbestemd voor een academische loopbaan. Maar de studies verliepen niet vlot en slechts schaken en fotograferen (met een camera gekregen voor zijn dertiende verjaardag) leken Stanley te interesseren.

DE KUBRICK ARCHIEVEN

In april 1945 verkocht Stanley Kubrick zijn eerste foto aan het gereputeerde blad ’Look’ met daarop een verslagen kijkende krantenverkoper n.a.v. het overlijden van president Roosevelt. Authentiek zo lijkt, maar jaren later zou blijken dat Kubrick de man had gecoacht. Ook een andere fotoreportage van Kubrick, zgn. infraroodopnamen van een vrouw die in een bioscoop wordt lastiggevallen, bleek achteraf geënsceneerd. De jonge Kubrick ontpopt zich al meteen als een gewiekste manipulator. En met het observeren van menselijk gedrag duikt ook al een eerste thema in zijn werk op.

Met twee documentaire kortfilms, één waar de bokser Walter Cartier wordt gevolgd voor een belangrijke kamp (Day of the Fight) en één waar we zien hoe een priester met een vliegtuig zijn parochianen bezoekt (Flying Padre), waagt Kubrick zich voor het eerst aan film. Hij is gebeten door de microbe en pakt uit met een one-man-show: Fear and Desire. Bij deze lowbudget film zorgde Kubrick voor het budget (via familie en vrienden), het scenario, het camerawerk, de regie en de montage. Zijn obsessieve gedrevenheid koste hem wel zijn eerste huwelijk. Met Killer’s Kiss hernam Kubrick hetzelfde procédé (minus de echtscheiding). Voor het eerst kon hij ook de banaliteit van het gegeven overstijgen via een inventieve regie.

THE KILLING

Vooral het vermogen van Kubrick om uit een minimaal budget een maximaal resultaat te puren trok United Artists aan. Besloten werd het volgende project van Kubrick en zijn vriend/producent James B. Harris te financieren: The Killing, een racebaanthriller over een perfecte misdaad die fout loopt. Kubrick bewees meteen al zijn eigenzinnigheid door als scenarist ’hard boiled’ schrijver Jim Thompson aan te trekken en de adviezen van zijn ervaren cameraman Lucien Ballard stelselmatig te negeren. De uiterst gestileerde prent bracht Kubrick onder de aandacht van critici en professionelen.

De machtige acteur Kirk Douglas bezorgde Kubrick de commerciële doorbraak die hij nodig had. Via de dramatische oorlogsfilm Paths of Glory en het big budget peplumepos Spartacus. En hoewel deze laatste een pure opdrachtfilm was (Kubrick nam de regie over van de ontslagen Anthony Mann) dreef de regisseur zowat iedereen tot wanhoop door zijn eigenzinnigheid en perfectionisme.

Door de bemoeienissen van Kirk Douglas en van de studio groeide bij Kubrick het besef dat alleen totale controle – van financiering over scenario-ontwerp en opnamen tot postproductie – een eindproduct kon opleveren waarmee hij zich kon verzoenen. Maar dat was in het Hollywood van begin jaren zestig ongewoon hautain en ondenkbaar waanzinnig. Op zoek naar meer onafhankelijkheid trok Kubrick in 1961 naar Groot-Brittannië. Hij zou er tot zijn dood blijven.

LOLITA

Zijn eerste film in exil, de verfilming van Nabokovs Lolita, speelde zich echter af in de V.S. In deze onderkoelde pedofiele love story komen de karakteristieken van Kubricks cienma volledig tot uiting: zwarte humor, een fragmentarische vertelstijl, ontbreken van psychologische karakterisering en monsterlijke normaliteit. Lolita is bovendien totaal onmodieus. Ook zijn volgende prent, Dr. Strangelove, roeit tegen de stroom in. In volle koude oorlog pakt Kubrick uit met een bijtende satire die achter de humor nauwelijks nihilisme en pessimisme verbergt.

«He’s kind of a dyspeptic filmmaker, a Type A filmmaker, worrying and wanting to edit right up to the end. He’s very painstaking, obviously. You know what? I think he wants to hurt people with this movie. I think that he really wants to make a movie that will hurt people».

— Stephen King

Kubrick gebruikte zijn groeiende reputatie om nog zorgvuldiger aan zijn films te werken. Vijf jaar voorbereiding gingen vooraf aan 2001: A Space Odyssey. Logisch, gezien het streven van Kubrick om technologisch te vernieuwen en zowat de geschiedenis van de mensheid in een enigmatisch ruimteverhaal samen te ballen. Nieuw was ook dat Kubrick door van de klassieke narratieve vertelstijl placht af te wijken, waar de nadruk ligt op dialogen en de karakterontwikkeling van personages, en te vertrouwen op de suggestieve kracht van het beeld. Zijn non-verbale cinema (in het eerste halfuur van de film wordt zelfs geen woord gesproken) is ook uiterst muzikaal; voor het eerst wordt de (klassieke) muziek zowat een personage in de film.

2001: A SPACE ODYSSEY

2001: A Space Odyssey is en blijft de enige echte space opera: scènes die rond muziek draaien, bestaande muziek die filmeffecten verlengt. In A Clockwork Orange accentueerde de muziek dan weer het conflict tussen beschaving en barbarij dat aan de basis lag van het verhaal van losgeslagen jongeren in een ultragewelddadig universum. Kubrick reageerde, tot wanhoop van de zich in de steek gelaten voelende Anthony Burgess, niet op de kritiek dat de film zinloos geweld promootte. Maar na wilde verhalen over de negatieve voorbeeldfunctie van de film, haalde Kubrick zelf de film uit distributie in het land dat hem had geadopteerd.

Een illustratie van hoeveel macht Kubrick had verworven. Warner, dat zich aan Kubrick had verbonden, liet hem bij zijn filmkeuze vrij. Dat blijkt uit het oncommerciële Barry Lyndon, een bijzonder trage en gestileerde film over de kunstmatigheid van beschaving en de beestachtigheid van mensen. Andermaal dreef Kubrick de technische experimenten erg ver; hij realiseerde de ’onmogelijke’ krachttoer uitsluitend kaarslicht te gebruiken om sommige scènes op te nemen.

BARRY LYNDON

Ook in The Shining introduceerde hij een technisch hoogstandje: het gebruik van steadycam opnamen om ongrijpbare en alomtegenwoordige terreur uit te drukken. Kubrick gebruikte alle middelen om de groeiende waanzin van een labiel gezinshoofd tot een nachtmerrie te maken; het uitspelen van een labyrintisch decor, het versterken van de isolatie door klimatologische omstandigheden en het terroriseren van zijn hoofdactrice Shelley Duvall («troost haar niet» bezwoor Kubrick zijn crewleden m.b.t. een duidelijk overspannen Duvall in ‘Making The Shining’, de documentaire van zijn dochter Vivian).

Een volgend bizar exploot van Kubrick was het reconstrueren van Vietnam in een buitenwijk van Londen voor Full Metal Jacket, vooral ingegeven door Kubricks angst om te vliegen, zijn verlangen dicht bij zijn veilige thuis te werken en zijn alsmaar gegroeide negatieve wereldbeeld (de buitenwereld was voor hem de afspiegeling van A Clockwork Orange geworden, waardoor het verlaten van zijn huis een even zinloze als gevaarlijke onderneming werd). En gezien het universele karakter van het in twee delen uiteenvallende verhaal van constructie en deconstructie van een gevechtsmachine, was authenticiteit het minste van zijn zorgen.

THE SHINING

Dat zijn geduldig perfectionisme met de jaren alsmaar extremer werd bleek uit de productie van Eyes Wide Shut. Strikte geheimhouding, vreemde casting (Tom Cruise en Nicole Kidman), een mager basisverhaal (naar Arthur Schnitzlers ‘Traumnovelle’: twee psychiaters brengen hun leven uit balans door seksuele avonturen), acteurs die worden vervangen, opnamen die worden overgedaan, releasedata die alsmaar opschuiven: de vertrouwde ingrediënten waren andermaal aanwezig.

Alleen heeft Kubrick niet de tijd gehad ze te laten volgen door even bekende rituelen: supervisie van de promotiecampagne, selectie van filmcritici die als spreekbuis mogen fungeren, controle van filmkopieën, begeleiding van het dubben, evaluatie van geschikte bioscoopzalen. Stanley Kubrick controleerde veel, maar tegen de dood was hij machteloos. Zoals ook zijn personages niet konden ontsnappen aan de absurditeit en de gewelddadigheid van het bestaan. De nachtmerrie was eindeloos in de ogen van Stanley Kubrick. De films die hij als gedreven miniaturist van een unieke expressieve kracht voorzag, zijn tijdloos. Ze bewaren hun impact. Ze zullen overleven.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Film en Televisie, n° 492, mei 1999)

«Each month Stanley Kubrick isn’t making a film is a loss to everybody».

— Sidney Lumet

EYES WIDE SHUT

FILMOGRAFIE STANLEY KUBRICK

  • 1951 – Day of the Fight (kortfilm)
  • 1951 – Flying Padre (kortfilm)
  • 1952 – The Seafarers (documentaire)
  • 1953 – Fear and Desire
  • 1955 – Killer’s Kiss
  • 1956 – The Killing
  • 1957 – Paths of Glory
  • 1960 – Spartacus
  • 1962 – Lolita
  • 1964 – Dr. Strangelove or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb
  • 1968 – 2001: A Space Odyssey
  • 1971 – A Clockwork Orange
  • 1975 – Barry Lyndon
  • 1980 – The Shining
  • 1987 – Full Metal Jacket
  • 1999 – Eyes Wide Shut

KUBRICK MOVIE POSTERS

Leave a comment