Darren Aronofsky’s The Wrestler: Geveld maar niet uitgeteld

feb 14, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Aronofsky, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments

THE WRESTLER

“De man uit het verleden heeft opnieuw een toekomst” schreef Time nadat Mickey Rourke’s comeback The Wrestler in Venetië met een Gouden Leeuw werd bekroond. Officieel ging de prijs naar het melancholische worsteldrama maar door de intense vertolking van Rourke en de parallellen tussen het verhaal en zijn leven werd de krachttoer vooral op het conto van de voormalige ster uit Rumble Fish geschreven. Waardoor het eerherstel van de na The Fountain uitgespuwde Darren Aronofsky bijna ongemerkt verliep. De regisseur van Requiem for a Dream herontdekte dat “het meest opwindende aspect van filmmaken het werken met acteurs is.”

“Ik wou slechts het authentieke levensverhaal van een worstelaar vertellen en zijn levensstijl tonen,” aldus Darren Aronofsky, “velen kijken neer op worstelen maar hoe meer research ik deed, hoe complexer en tragischer die wereld voor mij werd”. Samen met scenarist Robert D. Siegel ontwikkelde de cineast een donkere variant van het klassieke sportdrama; de neergang en mislukte heropstanding van een ooit gereputeerd vechter.

THE WRESTLER

Randy ‘The Ram’ Robinson is een professionele worstelaar die ‘groot’ was in de jaren 80 maar twintig jaar later aan het einde van zijn Latijn blijkt. Hij leeft in een woonwagenpark, vult zijn mager loon als (door zijn baas vernederde) winkelhulp aan met worstelwedstrijden tijdens de weekends en kan alleen nog bij kinderen ontzag afdwingen.

Respect (en een tikkeltje liefde) krijgt de voormalige koning van de ring uitsluitend van zijn collega-worstelaars, lotgenoten die elkaar vinden (om de kampen te ‘ensceneren’) in groezelige achterafzaaltjes. Locaties die aangeven dat deze ‘showbeesten’ deel uitmaken van een marginale maar levendige cultuur. Hun manier van leven situeert zich aan de rand van de ‘American way of life’, hun traject toont de duistere kant van het archetypische Amerikaanse succesverhaal.

DARREN ARONOFSKY

Darren Aronofsky maakte naam met een even gestileerd als emotioneel transcendentaal drieluik. Pi was een nachtmerrieachtige samenzweringsthriller gedraaid in zwart-wit, Requiem for a Dream een hyperactief gemonteerde subjectieve kijk op het leven van drugsverslaafden, The Fountain een gelaagd spiritueel liefdesverhaal waarin verleden en toekomst, leven en dood, botsen. Het visuele contrast met de korrelige beelden, de handgehouden opnames en het harde realisme van The Wrestler is groot.

THE WRESTLER

Aronofsky’s nieuwste is een kleine, fragiele film die het Amerikaanse neorealisme uit de jaren 70 combineert met de pathos van de klassieke Hollywoodcinema uit de periode 40-50. “Ik wou iets doen met een heel andere energie,” stelt Aronofsky, “iets waar de visuele stijl minder voortvloeit uit het verhaal en meer uit Mickey Rourke en mijn verlangen om een acteursfilm te maken.”

The Wrestler is in die zin ‘de pendant’ van Gran Torino, Clint Eastwoods stukje Americana (de auto van de titel is net zoals de worstelaars een exponent van de Amerikaanse culturele folklore) dat even liefdevol kritisch is, maar als acteursfilm het spoor van de uitvergrote realiteit volgt. Aronofsky zoomt meer op de details in.

De vertwijfelde en beschaamde blik van worstelaars die wachten om handtekeningen en prullaria te verkopen aan de schaarse bezoekers van een fanmeeting, de medische verzorging van wonden na gevechten, de afspraken in de coulissen (“Heb je bezwaren tegen nietjes?” vraagt een tegenstander), het prepareren van opgeblazen lichamen met injecties, scheermesjes die het bloed doen stromen, Randy’s hoorapparaat of zijn lange blonde lokken die onder een haarnetje verdwijnen, het bezoek aan zielloze stripclubs, het ontwaken in de eigen auto…

Niets is meer ontluisterend en ontroerend dan het volgen van een anonimiteit nastrevende voormalige vedette die een delicatessenklant “een beetje meer” of “een beetje minder” tracht te geven. Een even absurde als onmogelijke opdracht voor iemand die alleen kan ontsnappen door zich aan de snijmachine te verminken.

THE WRESTLER

The Wrestler is een harde maar melancholische film die zowel op emotioneel als op fysiek vlak gewelddadig en visceraal is. De worstelscènes zijn rauw en realistisch, lichamen rammen tegen het canvas en de camera duwt ons met de neus op kwetsuren. Maar ook in gesprekken en relaties komen de slagen aan. Mannen en vrouwen kwetsen elkaar uit zelfverdediging.

Uit overlevingsdrang. We leven mee met de getekende geesten in gebroken lichamen omdat Aronofsky elk cynisme weert. Net zoals zijn personages is hij ontwapenend eerlijk, teder en kwetsbaar. Waardoor we verder kijken dan de conventies van het verlossingsverhaal en het clichéhoofdpersonage een figuur van vlees en bloed wordt. Letterlijk en figuurlijk.

De parallel tussen het leven van de worstelaar met de Christustatoeage op zijn rug en de carrière van Mickey Rourke – die na vroeg succes zijn eigen neergang veroorzaakte – is evident. Maar de acteur doet meer dan zichzelf spelen. Door het narcisme te overstijgen komt hij bij een metafoor uit. Het verhaal van Randy is dat van een has-been die met een mix van schaamte en tristesse op de harde realiteit reageert. Aronofsky kadert het in de donkere dubbelzinnigheid van (Amerikaans) populair entertainment.

THE WRESTLER

Een terugkerend shot in The Wrestler is een travelling die Randy van achter zijn rug volgt telkens hij een nieuwe ruimte binnentreedt. Alsof de warrior, de strijder, elke keer een arena instapt om een nieuw gevecht aan te gaan. Alles is voor Randy een strijd: zich door fans naar de ring begeven, door de gangen van de winkel naar de delicatessentoog gaan of het voetpad naar de woning van zijn dochter nemen. Via dat motief geeft Aronofsky aan dat het leven voor Randy een test is, een constante beproeving die hij dreigt te verliezen.

In een discussie over The Passion of the Christ vertelt een vriendin Randy dat Jezus heel wat te verduren kreeg. Hij was “a tough dude”, een taaie kerel, besluit Randy. Zijn eigen onbuigzaamheid en roekeloosheid bleef niet ongestraft. “Wanneer je een kaars aan beide kanten opbrandt, betaal je de prijs” beseft Randy. Onder meer zijn huwelijk en zijn relatie met zijn dochter Stephanie leed onder zijn worstelaarsbestaan.

Wanneer hij na een brutaal gevecht bezwijkt aan een hartaanval (“Je stierf bijna, de volgende keer zal je niet zo gelukkig zijn” voorspelt een dokter die professioneel worstelen “geen goed idee” vindt) tracht hij de draad opnieuw op te pikken met zijn aarzelende dochter (“Waar was jij toen ik wou dat je voor me zorgde?”).

THE WRESTLER

Zijn biecht tijdens een wandeling op de pier is hartverscheurend. “Ik ben een oud, gebroken stuk vlees,” zegt Randy, “en ik ben alleen. Ik verdien het om alleen te zijn. Alleen wil ik niet dat je me haat”. Stephanie ontdooit na deze stuntelige bekentenis maar Randy verknalt het opnieuw door een afspraak te missen na een in een cocaïneroes gedrenkte vrijpartij.

“Ik weet niet waarom ik dat doe” zegt hij. “Omdat je een fuck-up bent, iemand die alles verknoeit” is het antwoord van Stephanie. Meer triest dan bitter besluit Randy “de enige plaats waar ik gekwetst raak, ligt buiten de ring, de wereld geeft niet om mij”. Na een kort afscheid, dat de weg opende voor een nieuw leven, keert Randy ondanks de gezondheidsrisico’s naar de ring terug voor een ‘herkansing’.

Een nieuwe kamp tegen zijn oude ‘vijand’ The Ayatollah. Ingeleid met een publieke biecht. “Ik sta nog recht,” zegt Randy, “men heeft gezegd dat ik uitgeteld was, een loser. Maar alleen jullie, mijn publiek, mogen zeggen wanneer het gedaan is. Voor jullie doe ik het, want jullie zijn mijn familie”. Na een brutaal, pijnlijk gevecht klautert Randy op de ringtouwen voor een finale RamJam, de duiksprong van zijn gepijnigd lichaam richting rivaal en canvas. Waarbij hij zijn grootste angst blootgeeft. De angst om onopgemerkt te blijven, te leven wanneer niemand toekijkt.

THE WRESTLER

Het thema van eenzaamheid in het hart van de spektakelmaatschappij wordt door Aronofsky nog via een andere invalshoek bekeken. Stripteasedanseres Cassidy is net zoals Randy een performer op de terugweg. Ook zij leeft van haar lichaam en merkt dat je niet eeuwig kan schitteren. Ook zij draagt op haar lichaam sporen (tatoeages) van het verleden dat ze niet kan loslaten (“Leve de jaren 80!”). Ook zij verdient amper voldoende om te overleven. Ook zij gelooft dat “de club en de echte wereld niet te combineren zijn”.

Aronofsky geeft hier aan dat populair entertainment in de houdgreep van het kapitalisme zit. Lichaam en bloed zijn werkinstrumenten in een cultuur waar lust en pijn handelswaren werden. Net zoals haat en geweld. Niet toevallig schreeuwt het publiek “USA!” wanneer Randy de ‘Iraanse’ Ayatollah bewerkt met diens vlag. Van Reagan tot Bush is er weinig veranderd. Het spektakel blijft bij toeschouwers primaire gevoelens losmaken: agressie, sadisme, wraak, racisme.

Ook hier is er een raakpunt tussen The Wrestler en Gran Torino, waar de geest van Dirty Harry met het geweten van een Christusfiguur worstelt. Randy the Ram betreurt dingen maar kampt niet met zelfbeklag. Het is Aronofsky die ons duidelijk maakt dat een geënsceneerd gevecht kan leiden tot echte pijn, dat kunstmatig spektakel echt wordt wanneer het stoelt op authentieke emoties. Zeker wanneer het met lichaam en ziel wordt gedragen door een fragiele reus, vol pathos en contradicties, zoals Mickey Rourke. Een man die geveld is maar niet uitgeteld. Die verrijst in een louterende tragedie. Een meesterlijk drama dat de kijker een emotionele dreun verkoopt.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 592, februari 2009)

 

THE WRESTLER: sportdrama / reg. Darren Aronofsky / sce. Robert D. Siegel / fot. Maryse Alberti / mon. Andrew Weisblum / muz. Clint Mansell / act. Mickey Rourke (Randy ‘The Ram’ Robinson), Marisa Tomei (Cassidy), Evan Rachel Wood (Stephanie Robinson), Mark Margolis (Lenny), Todd Barry (Wayne), Wass Stevens (Nick Volpe), Ernest Miller (The Ayatollah) / pro. Darren Aronofsky & Scott Franklin / USA / 2008 / 109’ / dis. Imagine

THE WRESTLER

Leave a comment