Gouden Palm The Tree of Life: Terrence Malick tussen kosmos en familie

mrt 15, 2016   //   by Ivo De Kock   //   film, Malick, regisseur  //  No Comments
0003-417e0d51-TOL-01165

THE THREE OF LIFE

Someday we’ll fall down and weep. And we’ll understand it all, all things”. Terrence Malicks personages streven naar iets wat de cineast niet wil geven: een verklaring voor het mysterie van het leven. Gouden Palm The Tree of Life is een krachtige symfonie over herinneringen, gevoelens en onze plaats in de wereld vanuit het perspectief van een kind dat in de jaren vijftig opgroeit met een verbitterde vader en een engelachtige moeder. De vijfde film van Malick gaat van het kleine naar het grote, van het persoonlijke naar het kosmische. Van de jeugdherinneringen van een man die worstelt met zijn opvoeding en geloof via bespiegelingen over de beproevingen van de mensheid naar een geschiedenis van het heelal. Dit intens visueel meesterwerk is even gedurfd (qua ambities) en radicaal (qua filmtaal) als Kubricks 2001: A Space Odyssey maar veel persoonlijker en emotioneler.

Nieuwsgierigheid. Verwondering. Melancholie. Deze ingrediënten kruiden de manier waarop visueel dichter Terrence Malick kijkt naar een tegelijk brutale en mooie wereld. Het is niet de blik van een wereldvreemde artistieke zonderling maar van een existentiële filmmaker die met poëtische filmtaal de menselijke natuur haarscherp analyseert. Contemplatief maar ook spectaculair. Intiem maar ook barok. En vooral erg visueel. Badlands, Days of Heaven, The Thin Red Line en The New World namen de kijker al mee op een reis door de tijd en het langverwachte The Tree of Life voert ons van het heden naar de prehistorie, van de fifties naar de eeuwigheid.

0006-6c9998be-TOL-09147

THE TREE OF LIFE

“Ik probeerde de jaren 50 tot een minimum te beperken,” zei Malick in 1973, “nostalgie is een krachtig iets, het kan alles verdringen. Daarom moest Badlands een sprookje zijn, een droomachtig verhaal dat buiten de tijd staat”. Dat tijdloze-maar-toch-in-een-tijdsperiode-verankerde aspect kenmerkt het ganse oeuvre van Malick, alleen licht de cineast zijn werk niet meer toe sinds zijn debuutfilm zodat we van hem niet zullen vernemen hoe hij dit poëtisch realisme toepaste op het magnum opus dat al 30 jaar door zijn geest spookte.

Zoals we ook niet uit zijn mond zullen horen dat The Tree of Life een erg persoonlijke film is. We weten echter dat Malick net zoals zijn centrale figuur Jack in het Texas van de jaren 50 opgroeide in een godsvruchtig gezin gedomineerd door een strenge vader. Net zoals Jack (“Ik zie het kind dat ik was, ik zie mijn broer, ik denk elke dag aan hem”) had hij twee broers. Een verloor zijn vrouw in een auto-ongeval waarbij hij zelf brandwonden opliep, de andere sukkelde in een depressie en pleegde zelfmoord.

De doodsdrift van Malicks personages en de tragedies waarin ze verwikkeld raken nemen in dit spiritueel drama de vorm aan van amper onderdrukte agressie en moordfantasieën bij de jonge, vurige Jack en pijnlijke schuldgevoelens bij de oude, melancholische Jack. Zijn gitaarspelende broer sterft op 19-jarige leeftijd, tot verbijstering van vader (“Ik maakte dat hij schaamte voelde, mijn schaamte”) en wanhoop van moeder (“My son. I just want to die to be with him”). Met de dood van een tweede kind, een vriendje dat verdrinkt in het openbaar zwembad, breidt Malick de tragedie uit naar de gemeenschap. De buren wiens leven Jack, die later als architect gebouwen met veel inkijk ontwerpt, observeert via open ramen.

0007-7471a2a2-TOL-07595

THE TREE OF LIFE

Het autobiografische aspect van The Tree of Life beperkt zich niet tot feiten. Ook de dorpssfeer – met uitgelaten rondlopende kinderen (handgehouden beelden), moeders die via vensters hun kroost volgen, vaders die aan tafel gezag uitstralen – komt recht uit Malicks herinneringen. Cruciaal daarbij is dat zijn roots – net als die van Brad Pitt en Jessica Chastain – in het Amerikaanse Zuiden liggen. Vandaar dat hij aan een trager ritme leeft en zijn angsten moeilijker uit. Stiltes zeggen alles en tussen de lijnen valt er veel te lezen.

Malick vertelt zijn verhalen niet via dialogen (gefluisterde voice-overs zeggen meer) en vraagt zijn acteurs om zich anders dan met woorden uit te drukken. De onorthodox gekadreerde Pitt en Chastain lijken acteurs uit stille films die emoties uiten via gebaren, grimassen en blikken. Daardoor wordt het uiteenvallen van het gezin (de kloof die groeit tussen vader en zonen, man en vrouw) meer dan een dramatisch conflict, achter agressie en frustratie schuilen lijden. Iedereen is het slachtoffer van opvoeding en geloof, wat leidt tot begrip.

0011-eb4da2a2-TOL-00431

THE TREE OF LIFE

Waar voor de hedendaagse kijker de pater familias brutaal en autoritair is, gold hij in de fifties als normaal. Op zijn vaders “Ik was nogal hard voor jou” repliceert Jack “Het is jouw huis. Je mag doen wat je wil”. Malick zegt veel met weinig. Een overhandigd telegram, een wankelende moeder en een door vliegtuiglawaai overstemd ‘what?’ van de vader maken duidelijk hoe immens de impact van de dood, van het verlies van een kind, is. De retoriek van een gelovige vriendin (“De Heer geeft en de Heer neemt. Het leven gaat door”) klinkt door het stille lijden extra hol.

Zeven wolken, zeven beproevingen. Wolken verbergen het aangezicht van God. Wie wil kan religieuze verwijzingen vinden in The Tree of Life. Malick helpt een handje door te openen met het antwoord van God aan zijn beproefde dienaar Job: “Waar was jij toen ik het fundament van de aarde legde?” Twintig minuten later snijdt hij van het heden (mediterende Jack in een moderne kantoorkolos) en het verleden (Texaanse idylle verstoord door onheilstijding) naar de oerknal.

Malick volgt het scheppingsverhaal niet maar wel de wetenschappelijke consensus en in een prehistorische scène dicht hij een vleesetende dinosaurus mededogen toe. Die menselijkheid ontgrendelt het openingscitaat. In de wereld van Malick is God niet dood maar afwezig, elders. “Daar leeft God” zegt Mrs. O’Brien terwijl ze naar de wolkenhemel wijst. Op aarde en in alle plaatsen kan rationaliteit onheil niet voorkomen en heelt God geen wonden. Tranen horen bij het leven, voor een kind van negen maand en voor een mens van negentig. Verdriet, pijn en lijden zijn emoties die in al hun zinloosheid woede, weerstand en vragen oproepen.

0027-TOL_BIld59

THE TREE OF LIFE

Vragen die weerklinken bij beelden van inslaande asteroïden, watervallen, zoutvlaktes, vulkaanerupties, wolken, geisers, bomen, een schommel,… Hoe bent U bij mij gekomen? Hoe verloor ik U? Wie zijn wij voor U? Houdt U me in de gaten? Alle vragen leiden naar die ene van Job: waarom moeten onschuldige mensen lijden? Op de eerste gefluisterde woorden – “Brother, mother” – volgt “Er zijn twee manieren om om te gaan met het leven: the way of nature and the way of grace. Je moet kiezen”.

Moeder O’Brien gaat voor gratie, want “de natuur wil alleen zichzelf behagen, vindt redenen om ongelukkig te zijn als heel de wereld geluk uitstraalt”. Gefnuikte artistieke ambities overtuigen vader dat “de wereld leeft op bedrog. Je mag niet goed zijn. De foute mensen worden rijk en geliefd”. Voor hem loopt de weg naar geluk via assertiviteit en uiterlijke schijn. Zijn gezinsleden putten uit hun innerlijke kracht. Een afterlife slotakkoord brengt harmonie in de chaos, verzoening te midden van het lijden.

Is The Tree of Life nu een gebed, een sermoen of een gedicht? De meningen lopen uiteen maar voor ons is het een magistrale, oogstrelende ode aan het leven en de kracht van cinema. Met zijn visuele, contemplatieve stijl en associatieve montage verbindt Malick zichtbare en onzichtbare werelden, vertelt hij een kroniek van liefde en beproeving via manifeste en onderhuidse emoties en laat hij sfeer primeren op plot. Is zijn boodschap – ieders jeugd is een scheppingsverhaal waar de krachten van nature en nurture botsen – zo uitzonderlijk? Nee, maar de manier waarop hij ons ontvoert naar zijn wereld wèl. Dat, en de manier waarop de ‘onzichtbare man’ blijft zoeken naar nieuwe manieren om schoonheid en waarheid in beeld te brengen.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 616, juli-augustus 2011)

drama / reg.& sce. Terrence Malick / fot. Eammanuel Lubezki / mon. Hank Corwin, Jay Rabinowitz, Daniel Rezende, Billy Weber & Mark Yoshikawa / muz. Alexandre Desplat / act. Brad Pitt (Mr. O’Brien), Sean Penn (Jack), Jessica Chastain (Mvr. O’Brien), Hunter Mccracken (jonge Jack), Tye Sheridan (Steve), Laramie Eppler (R.L.) / pro. Dede Gardner, Sarah Green, Grant Hill, Bill Pohlad & Brad Pitt / USA / 2011 / 138′

0026-TOL_BIld51

THE TREE OF LIFE

Leave a comment