Louis Malle’s Ascenseur pour L’echafaud: Controversiële klassieker
“Je ziet de wereld beter door het oog van de camera,” zei Louis Malle, “wanneer ons geheugen gefilterd wordt door onze verbeelding maken we films met echte diepgang.” Films zoals Ascenseur pour l’échavaud.
De omstreden maar gerespecteerde filmmaker Louis Malle (1932-1995) was voor de Franse cinema zowel vaandeldrager als buitenbeentje. Dankzij familiekapitaal kon hij in 1956 nog voor zijn debuutfilm Ascenseur pour l’échavaud samen met commandant Cousteau Le Monde du silence maken (meteen goed voor een Gouden Palm in Cannes), na enkele successen (Zazie dans le métro, Le Feu follet) trok hij plots naar Indië om documentaires te draaien (Calcutta, L’Inde fantôme), tijdens mei ‘68 overhaalde hij zijn co-juryleden om ontslag te nemen toen Truffaut en Godard actie voerden, de critici van ‘Cahiers du cinéma’ sabelden zijn “films op zoek naar een onderwerp” (Le Souffle au coeur) genadeloos neer, zijn meesterwerk Lacombe Lucien werd als ‘politiek fout’ bestempeld, Malle vluchtte naar de V.S. (Pretty Baby, Atlantic City, Alamo Bay) om te ontsnappen aan de kritiek en werd weer ingehaald als miskend genie (Au revoir les enfants).
Malle’s regiedebuut Ascenseur pour l’échavaud groeide uit tot een cultfilm dankzij de opmerkelijke soundtrack van jazzlegende Miles Davis. Het werd ook een voorloper van de Nouvelle Vague door vernieuwende technieken zoals het gebruik van handgehouden camera, ultragevoelige pellicule en rauw realisme. De zwart-wit film oogt als een film noir maar Malle combineert expressionisme met surrealisme door toeval en tragiek uit te vergroten.
Oorlogsveteraan Julien en zijn minnares Florence hopen samen het geluk te vinden maar door een fatale samenloop van omstandigheden loopt het behoorlijk mis. Na de als een zelfmoord geënsceneerde moord op Florence’s echtgenoot Simon geraakt Julien niet alleen klem in de lift maar verliest hij ook zijn sportauto aan twee jonge dieven. Florence van haar kant dwaalt doelloos door de straten van Parijs. Het typische noir-fatalisme, alles kan op elk moment gebeuren, wordt door Malle verbonden met de trauma’s van door de oorlog beschadigde mensen. Onzekerheid, wantrouwen en gewelddadigheid overheersen in deze voorbode van Jean-Luc Godards A bout de souffle.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in Film en Televisie, n° 557, november 2005)
ASCENSEUR POUR L’ECHAFAUD: reg. Louis Malle / sce. Noël Calef, Roger Nimier & Louis Malle / muz. Miles Davis / fot. Henri Decaë / mon. Léonide Azar / act. Jeanne Moreau, Maurice Ronet, George Poujouly, Yori Bertin, Jean Wall, Elga Andersen, e.a. / pro. Jean Thuillier / F / 1958 / 88’ / dis. Koninklijk Belgisch Filmarchief