De Nederlandse animatiefilmer Michael Dudok de Wit was behoorlijk onder de indruk toen hij in 2000 een Oscar won voor zijn kortfilm Father and Daughter. Maar helemaal paf stond hij toen er enkele jaren later bij hem een brief van de wereldberoemde Ghibli-studio, de in Tokyo gevestigde tegenhanger van de Amerikaanse giganten Disney en Pixar, in de bus viel. Of ze misschien samen aan een langspeelfilm zouden kunnen werken? Dudok de Wit hapte toe er werd de eerste niet-Japanse filmmaker die voor Ghibli een lange film maakte. Zijn wondermooie The Red Turtle ging in première op het jongste Filmfestival van Cannes en oogstte er veel lof.
De Oekraïense regisseur, scenarist, DoP, monteur en producent Valentyn Vasyanovych liet zich in het festivalcircuit opmerken met twee weerbarstige en visueel virtuoze films: ‘Atlantis’ en ‘Reflection’. Twee helletochten die dystopisch leken maar profetisch bleken. Van beide films worden voorstellingen georganiseerd om de filmmakers in Oekraïne te ondersteunen.
“There’s no future for people like you and me, Nick,” zegt crimineel Rudy Duncan in Reindeer Games, “the places we come from – plant towns, mill towns, small lives! No future, just more of the same! You want a future you got to stand up and steal it.” Actie heeft bij John Frankenheimer altijd een context.
“Amerikanen martelen niet” sist een CIA-supervisor wanneer ze lastige vragen krijgt over een ontvoerde ingenieur. Rendition was al voor zijn Toronto- première verwikkeld in het staatsraison vs. mensenrechtendebat dat in de VS oplaaide toen het gruwelkarakter van terreurbestrijding duidelijk werd. Hoe meer berichten over vernietigde CIA-martelvideo’s doorsijpelden, hoe minder de beschuldigingen van anti-Amerikanisme aan het adres van de filmmakers steek hielden.
De Frans-Ivoriaanse cineaste Katell Quillévéré, bekend van het melodrama Suzanne, heeft met Réparer les vivants een bijzonder filmische adaptatie gemaakt van de gelijknamige, met een Booker Prize bekroonde, roman van Maylis de Kerangal. Haar emotioneel beladen en poëtische film snijdt het thema van orgaandonatie aan en onderstreept volgens Quillévéré dat “een samenleving die levens verlengt een warme gemeenschap is.” Een gesprek met een van de grote filmmakers van morgen. Over chirurgie, cinema en een warm hart.
Drie jaar nadat hij zich opnieuw in de gratie van Hollywood werkte met Milk verrast Gus Van Sant met een delicaat, teder en karaktergedreven liefdesverhaal. Hij snijdt andermaal zijn thema’s jeugd en dood aan maar kiest niet voor een epische of een experimentele aanpak. “De toon is zeer licht ondanks de donkere omstandigheden,” zegt de maker van Last Days en Paranoid Park, “de personages zien geen reden om over hun leven ontgoocheld te zijn, ze kijken naar de positieve kant”. Restless bewijst dat een kleine film grote cinema kan zijn.
Resurrection, het speelfilmdebuut van de voormalige Vlaamse kortfilmer Kristof Hoornaert, is eigenzinnige contemplatieve cinema en “een film die je moet voelen in je lijf.”
Resurrection, het indrukwekkende speelfilmdebuut van Kristof Hoornaert, is een prikkelende poëtische parabel over wreedheid en beschaving. Een verhaal van schuld en boete, van een louterende hergeboorte, dat onder je huid kruipt en je ook na de vertoning niet meer los laat. Het is een boeiende film, maar een die volgens de cineast “tegen de mainstream manier van film maken ingaat. Vaak ziet men film als entertainment, iets dat je consumeert. Voor mij is het logisch om eerder kunstzinnige films te maken.” Ijzersterke artistieke auteurcinema.
Om het Cruijffiaans te stellen “Ieder nadeel heb zijn voordeel”. Het nadeel van het succesverhaal ‘Vlaamse film’ is dat cineasten nu vooral afgerekend worden op box office cijfers. Het voordeel is dat hypes snel vervelen en smeken om alternatieven zoals Kristof Hoornaerts miskende Resurrection. “Je gaat het pas zien als je het doorhebt” wist nummer 14.
THE REVENANT: Met Oscarwinnaar 2016 Leonardo DiCaprio
Aan het eind van wat ongetwijfeld een van de meest viscerale films ooit is, Alejandro González Iñárritu’s 156 minuten lange avonturenfilm The Revenant, staart Leonardo DiCaprio met dode ogen en getraumatiseerde blik in de camera. Even flitste Gloria Swansons “All right, Mr. DeMille, I’m ready for my close-up” (in Billy Wilders Sunset Boulevard uit 1950) door onze geest; DiCaprio’s acteerkrachttoer solliciteert nadrukkelijk naar een (langverdiende) Oscarbekroning. Maar Iñárritu legt met dit slot ook expliciet een link tussen zijn protagonist, de pelsjager Hugh Glass, en de held uit Werner Herzogs Aguirre, der Zorn Gottes (1972), de door Klaus Kinski vertolkte Spaanse soldaat die in 1560 een expeditie naar het mythische Eldorado in Peru leidde en ook met wilde blik in de camera staart. Net zoals Herzog krabt de Mexicaanse cineast graag het dunne beschermingslaagje genaamd ‘beschaving’ van zijn personages om animale driften, willekeurig geweld en barbaarse wraaklust bloot te leggen. En net zoals Herzog gaat Iñárritu met plezier ver, héél ver, om zijn filmdromen te realiseren.