Met de poëtische, tragische klucht Dogman koppelt Gomorra en Reality regisseur Matteo Garrone een ode aan de stomme cinema aan een portret van een hedendaags Italië in de greep van verwarring en onzekerheid. Hoofdacteur Marcello Fonte werd in Cannes terecht bekroond voor een ijzersterke vertolking met een hoog Buster Keaton gehalte.
Scenarist, regisseur, muzikant en schrijver S. Craig Zahler groeide met drie gewelddadige genrefilms uit tot een markante figuur van de Amerikaanse onafhankelijke cinema. Zowel Bone Tomahawk als Brawl in Cell Block 99 en Dragged Across Concrete zijn gewild controversieel. Aardig gevonden worden is eerder een schrikbeeld dan een streefdoel voor Zahler.
“De stroming houdt het lichaam onder het wateroppervlak tot aan de barrière” zegt de ‘begrafenisondernemer’ tegen zijn gangsterkompaan wanneer ze een lijk in de Thames dumpen. Net zoals zijn ‘Amerikaanse’ pendant A History of Violence gaat het ‘Britse’ gangsterdrama Eastern Promises over verborgen gruwel en een criminele onderstroom in een bedrieglijk universum waar “elke zonde een teken nalaat” en “de toekomst al een realiteit is”. Met deze morele fabel vermomd als misdaadthriller, zijn eerste volledig buiten Canada gedraaide film, tekent David Cronenberg voor tegelijk briljante én verontrustende cinema.
New York stond centraal in Martin Scorsese’s doorbraakfilm uit 1973: Mean Streets, een energiek «coming of age»-verhaal waarin de gewelddadige straten van «Little Italy» jongeren naar de misdaadleiden. Scorsese’s personages groeiden op tot psychotische Vietnamveteranen (Taxi Driver), getormenteerde boksers (Raging Buil), gestoorde gangsters (GoodFellas, Casino) en gestresseerde ambulanciers (Bringing Out the Dead). Gangs of New York sluit de cirkel: in de 19de eeuwse New Yorkse straten kondigt de wraak van een jonge migrant de Amerikaanse gangsters aan.
£Met nadrukkelijke geluiden en een zwart scherm begint en sluit Gangs of New York af. Het schrapende geluid voor de beginbeelden suggereert meteen een dreigende spanning, de stadsgeluiden (auto’s, metro) die volgen op de eindgeneriek en U2’s «The hands that built America» verplaatsen ons van een imaginaire onderwereld naar de prozaïsche realiteit. 2 uur en 38 minuten lang prikkelt Martin Scorsese onze zintuigen met geluiden en beelden die verrassen en verwonderen. Met enige vertraging krijgen uitspraken, acties, objecten, locaties en mensen hun betekenis en plaats in deze georganiseerde chaos.
Twee gemaskerde broers, waarvan één met hoorapparaat, voeren een ‘stomme’ hold-up uit. Ze spreken geen woord en communiceren enkel via haastig neergeschreven berichten. Juist daarvoor had de brutale en hyperactieve Connie zijn autistische broer Nick bevrijd van het goedbedoelde paternalisme van een ervaren psycholoog,. Net op het ogenblik dat de explosieve situatie (“ik hou er niet van dat men noteert wat ik zeg,” verklaart Nick met ingehouden woede, “ik hou er niet van dat men over mij spreekt in mijn afwezigheid”) ontmijnd leek. Connie’s plan om met de buit een nieuw leven te beginnen, ontploft letterlijk in het gezicht van de broers.
“Ik spreek niet over een lectuur op het tweede niveau maar de prent is als suspensefilm wél grappig,” zei David Cronenberg toen hij A History of Violence voorstelde in Cannes, “de balans tussen ernst en humor is lastig maar het ene sluit het andere toch niet uit? Het verschilt van een Tarantino- pastiche die verwijst naar oude films. De referenties gaan terug op míjn leven; we trokken naar Philadelphia en kwamen dingen aan de weet over maffiosi. Hun gedrag en omgang zijn apart. Zij zien het leven als een opera. Het laatste deel is niet aangedikt; ze zijn geestig én formeel. Hun ego is groot en ze leven in een vreemde cocon. Het spel van William wordt zo komisch én sinister maar erg realistisch. De spanning tussen tragische, oprechte en kolderieke emoties is af en toe bijna tastbaar”.
Meester provocateur Lars von Trier daalt film na film af in de duistere diepten van de menselijke geest. Na zijn ‘vrouwelijke’ apocalyptische trilogie (Antichrist, Melancholia, Nymphomaniac) voert hij ons in zijn ‘mannelijk’ portret van een psychopaat The House that Jack Built zelfs letterlijk mee op een helletocht. Andermaal sneuvelen heilige huisjes.
Nadat de filmische mokerslag I pugni in tasca in 1965 de toon zette ontwikkelde de Italiaanse scenarist-regisseur Marco Bellocchio zich met politiek geladen films tot een rebelse chroniqueur die uitbundig de heilige huisjes van zijn land sloopt. Zijn waargebeurd misdaadepos annex rechtbankdrama Il Traditore fileert op briljante wijze de Cosa Nostra.
“Vroeger dachtik”; met die woorden en de close-up van een oude Robert De Niro in een rolstoel begint The Irishman. Na een onheilspellende, tragische noodlottigheid uitademende, travelling door de gangen van een bejaardenhuis op het ritme van de ballade ‘In the Still of the Night’.