Marco Bellocchio’s Il Traditore: Een rebelse geest en maffiose brutaliteiten

jul 30, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, dvd, film, genre, misdaad, regisseur  //  No Comments
Il Traditore

Nadat de filmische mokerslag I pugni in tasca in 1965 de toon zette ontwikkelde de Italiaanse scenarist-regisseur Marco Bellocchio zich met politiek geladen films tot een rebelse chroniqueur die uitbundig de heilige huisjes van zijn land sloopt. Zijn waargebeurd misdaadepos annex rechtbankdrama Il  Traditore fileert op briljante wijze de Cosa Nostra.

Il Traditore

“Ik engageerde me als politiek militant in de overtuiging dat de revolutie mijn statuut van bourgeois ging veranderen” vertelde hij aan Les Inrockuptibles. Net zoals Bernardo Bertolucci behoort Marco Bellocchio (°1939) tot de generatie Italiaanse filmmakers die debuteerden voor mei ’68 maar de rebelse spirit aankondigden en vrijheid centraal zouden blijven plaatsen in hun oeuvre. Geëngageerde maar solitaire cineasten. “Ik behoor tot de generatie bij wie spreken, discussiëren en communiceren onder elkaar ongewoon was,” stelt de regisseur, “volgens wat ze me vertelden was het verlangen enkel te ontmoeten juist wat de vorige generatie, die van Risi, Comencini, Monicelli en Fellini, typeerde. Rome was toen nog een kleine, provinciaalse stad maar de cafés en restaurants waren ontmoetingsplekken waar filmmakers elkaar stimuleerden.”

De Italiaanse communistische partij, de PCI, speelde nog een belangrijke rol toen Bellocchio kwam kijken maar politieke meningsverschillen zorgden ervoor dat iedereen een eigen weg ging bewandelen. De sowieso eigenzinnige Bellochio brak door met de viscerale, genadeloze studie van een dysfunctionele bourgeoisfamilie in I pugni in tasca (1965). Hij zou lang worstelen met de Italiaanse censuur omwille van schandaalfilms zoals Marcia Trionfale (1976), Diavolo in corpo (1986) en Vincere (2009). Een volbloed aanklachtfilm zou Bellocchio nooit draaien maar zijn sterk persoonlijke films waren steevast gedrenkt in woede, pijn en frustratie. Emoties die hun oorsprong vonden in de streng katholieke en burgerlijke opvoeding waartegen Bellocchio zich een carrière lang bleef verzetten.

Il Traditore

Vandaar dat naast geestelijke en fysieke ‘bevrijding’ ook het zondebegrip uitgroeide tot een belangrijk thema in zijn werk. Ook al waren die films heel verscheiden (“geen van mijn films leek op een vorige,” aldus Bellocchio, “ongeacht het succes van die film”). En ook al weerspiegelden ze “een thema uit mijn leven.” Met naast onderdrukking en misbruik in Nel nome del padre (1972) en Marcia Trionfale ook seksuele bevrijding in Diavolo in corpo, La visione del sabba (1988), La condanna (1991) en Il sogno della farfalla (1994). Of de zieke en misdadige sfeer die de burgerij in zijn greep houdt in I pugni in tsca, Salto nel vuoto (1980) en Gli occhi, la bocca (1982). En niet te vergeten taboeonderwerpen zoals euthanasie in Bella addormentata (2012).

De invloed van psychologie in het algemeen en goeroe-psychiater Massimo Fagioli in het bijzonder was lange tijd groot waardoor Bellocchio’s werk vaak narcistische en groteske trekken kreeg. Dat verdween pas met zijn subjectieve studie van de ontvoering van Aldo Moro in Buongiorno, notte (2003), de emotionele analyse van fascisme Vincere en het pijnlijke drama Fai bei sogni (2016). Nu is er dus het maffiaverhaal Il Traditore, een fraaie en zowel lyrische als intense karakterstudie die andermaal het persoonlijke en het universele verbindt. Maar “psychoanalyse heeft me veel geleerd,” stelt Bellocchio in Les Inrockuptibles, “vooral mijn manier van kijken werd er door gevormd en ook nu nog kleurt het mijn blik op de realiteit.” Het is geen toeval dat Bellocchio vooral in de geest van zijn personages wil kruipen en het verhaal vertelt via de ontwikkeling van deze altijd kleurrijke figuren.

Il Traditore

We maken in Il Traditore kennis met maffialid Tommaso Buscetta tijdens een feestje van de Cosa Nostra. Hij is geen outsider maar kijkt wel met de ogen van een buitenstaander naar zijn vrienden en familieleden. Even later neemt hij nog meer afstand wanneer hij onderduikt in Brazilië. Maar hij wordt terug in de gewelddadige chaos gezogen (heroïnehandel maakt de maffia nog genadelozer waardoor de doden bij bosjes vallen) wanneer zijn vertrouwelingen en familieleden vermoord worden en zijn arrestatie en uitlevering volgen.

De wreedheid van clanleider Salvatore Riina zet Buscetta aan om tijdens zijn ondervraging door antimaffiarechter Giovanni Falcone de zwijgplicht van de maffia te doorbreken. Daardoor kon Falcone de structuren van de organisatie blootleggen en individuele leden aanklagen tijdens het zogenaamde Maxiproces in Palermo (1986-1992). Met stapels veroordelingen als gevolg. “De vraag is of ze eerder u of mij zullen vermoorden,” zegt Buscetta tegen de onderzoeksrechter. Het antwoord krijgen we met de subjectief getoonde moorddadige aanslag op Falcone. Terwijl ‘de verrader’ een natuurlijke dood zal sterven. Anoniem, in een Amerikaans beschermingsprogramma, en met de ogen gericht op de sterren.

Il Traditore

De protagonist is geen held, Bellocchio toont dat Buscetta een schurk is die veel doden op zijn geweten heeft, maar we kijken wel via zijn blik. We delen dan ook zijn dromen en nachtmerries. Vooral de scène waarin familieleden Buscetta in een doodskist leggen is surrealistisch en geeft aan hoe sterk de link met psychoanalyse nog steeds is bij de regisseur. Op dat vlak is de Bertolucci van het incestdrama La Luna (1979) niet veraf. Tegelijk fileert Bellocchio ook de Italiaanse afkeer voor ‘verraders’ in het licht van als ‘normaal’ beschouwde corruptie, machismo en brutaliteiten.

Er is in Il Traditore heel veel sprake van kijken en observeren maar ook van maskeren en verbergen. Personages dragen zonnebrillen of zoeken de ogen van zij die verwensingen uitschreeuwen of beschuldigingen staalhard ontkennen. “Ik moet kijken,” zegt gangster Luciano Liggio, “een blik kan je kwetsen, kan je zelfs doden. De blik is een uitdrukking van de realiteit. Ik moet zij die me willen beoordelen in de ogen kijken.” Vooral tijdens de rechtbankscènes duelleert spijtoptant Buscetta zowel met een vernietigende blik als met verbale mokerslagen. Het levert mede door de vertolking van Pierfrancesco Favino vuurwerk op.

Il Traditore

De tijdsgeest blijft wel grotendeels buiten beeld terwijl de geweldexplosies kort en krachtig worden gehouden (bij de fragmentarisch getoonde executies ligt de klemtoon op snelheid en onafwendbaarheid). Voor tragiek is er geen plaats. Voor de impact van het geweld en de genadeloosheid wèl. Bloeddorstigheid en hebzucht blijken de motor van de ontspoorde maffiosi. Van eer is er geen sprake meer beseft Buscetta die zegt zelf meer gedreven te zijn door seksueel verlangen en lust. “Riina benadrukte dat leiding geven beter is dan neuken,” vertelt hij aan de rechter, “voor mij is het omgekeerd.”

Marco Bellocchio mist geen kans om een Freudiaanse analyse van zijn personages te serveren – op dat vlak is Il Traditore ook een zelfportret – maar zijn relaas van de calvarietocht van de man die de omerta doorbrak is vooral ook emotioneel, melancholisch en spannend. Een brok energie, vitaliteit en woede. Krachtige, visuele cinema. Anti-conformistisch en rebels. Maar vooral heel menselijk.

IVO DE KOCK

IL TRADITORE: Marco Bellocchio; I-F-Zw-Br 2019, 145′; scenario: Marco Bellocchio, Valia Santella, Ludovica Rampoldi & Franceso Piccoli; met: Pierfrancesco Favino, Maria Fenanda Candido, Luigi Lo Cascio, Fabrizio Ferracane, Jacopo Garfagnoli; fotografie Vlada Radovic; montage Francesca Calvelli; muziek Nicola Piovani; FILM: **** / EXTRA’S: 0; distributie: Cinéart.

Il Traditore

Leave a comment