“Het juiste beeld kan ervoor zorgen dat een oorlog gewonnen of verloren wordt”. Flags of our fathers, de eerste van twee films die Clint Eastwood maakte over de bloedige slag om Iwo Jima in 1945, vertelt het verhaal achter een iconische foto. Zijn pendant Letters from Iwo Jima bekijkt alles vanuit Japans perspectief.
Na de John Wayne propagandafilm The Green Berets (1968) kwam de Vietnamoorlog lang enkel aan bod in documentaires (Hearts and Minds, Winter Soldier). Tot in 1978 Michael Cimino’s Oscarsucces met The Deer Hunter de weg opende voor Apocalypse Now, Platoon e.v.a.. Met dank aan enkele ondertussen in de vergetelheid geraakte releases van datzelfde jaar: Coming Home, The Boys in Company C en Go Tell the Spartans.
“Ik herkende de soldaten die ik in Vietnam zag toen ik er een documentaire draaide,” zegt regisseur John Irvin in een bonusdoc, “de personages van Jim Carabatsos’ script waren driedimensionaal en het verhaal toonde hoe jonge mannen zich in een gevechtszone ècht gedragen”. Hamburger Hill stond bij zijn release eind jaren 80 in de schaduw van Platoon en Full Metal Jacket. Ten onrechte
want dit hyperrealistisch menselijk oorlogsdrama is een emotionele mokerslag.
De eigen ruiten ingooien lijkt een specialiteit van Robert Schwentke. De Duitse regisseur van Tattoo, die na dertien jaar Hollywood (Flightplan, Divergent) terugkeert naar eigen land, verknoeide de actiefilm RED door een ridicuul ‘grappig’ slot en ook Der Hauptmann haalt hij onderuit met een epiloog die de illusie vernietigt en het oorlogsdrama herleidt tot een soort verborgen camera grap. Een didactische grap want de verwijzing naar de experimenten die Stanley Milgram voerde naar de relatie tussen macht en gehoorzaamheid is overduidelijk bedoeld om een parallel te trekken tussen historische bloeddorstigheid en hedendaagse apathie. Maar humor en theatraliteit houden daarbij de realiteit – zowel het tijdsgewricht als de maatschappelijke machtsstructuren – uit beeld.
Na lyrische filmgedichten (The Thin Red Line, The Tree of Life) en experimentele essays (To the Wonder, Knight of Cups, Voyage of Time, Song to Song) knoopt Badlands cineast Terrence Malick weer aan met narratieve cinema. A Hidden Life laat in een met Days of Heaven verwant agrarisch universum nazi terreur botsen met harmonie, liefde en morele principes.
“Ik heb een zwak voor Hope and Glory (1987) omdat die film gaat over mijn eigen familie,” herhaalt de Britse regisseur John Boorman (Point Blank, Deliverance) in interviews. Terecht want deze semi-autobiografische film die door de ogen van een verbaasde zevenjarige jongen kijkt naar een door bommen geteisterd Londen tijdens WO II is intrigerend en wondermooi.
Zes jaar na K-19 maakte Kathryn Bigelow een opgemerkte comeback met The Hurt Locker. Een omstreden Irakfilm die sommige (Franse) journalisten tijdens het festival van Venetië omschreven als een ‘fascistoïde heldendicht’ terwijl (Italiaanse en Amerikaanse) collega’s een ‘bijna-perfect apolitiek antioorlogsdrama’ zagen. Oplaaiende emoties die de intensiteit van deze door adrenalinejunkies gedreven viscerale actietragedie weerspiegelen.
“Vroeger zat de filmindustrie vol reuzen, nu zijn er nog slechts dwergen en concerns,” stelde Otto Preminger (1906-1986) vast aan het einde van zijn rijkgevulde carrière. En “Films maken in Hollywood is werken als voorman in een worstenfabriek.” Preminger was een onafhankelijk filmmaker en een auteur, maar geen narcist. “De ideale film is die waar je de regisseur niet opmerkt” beseft de maker van o.a. de a-typische oorlogsfilms In Harm’s Way.
Feestje! ‘Festen’, de cultfeestfilm van de Deense filmmaker Thomas Vinterberg blaast dit jaar 20 kaarsjes uit. Deze ontluisterende kijk op een bourgeoisfamilie n.a.v. een verjaardagsfeest blijft eeuwig jong maar was voor Vinterberg en de subversieve Dogma-beweging zowel een begin als eindpunt. De cineast herbronde zich en bewijst zijn vitaliteit met een als Griekse tragedie gepresenteerd duikbootdrama. Kursk, met Matthias Schoenaert, is zowel een waargebeurd verhaal als een universeel drama over menselijkheid, kameraadschap, hoop en dood.
Meer dan 50 jaar na datum is Legacy of the 500,000, de enige film die de Japanse mythische acteur Toshiro Mifune regisseerde, eindelijk te zien in Europa. Het blijkt een donkere B-film die licht schatplichtig is aan Akira Kurosawa.