John Boormans Hope and Glory: De oorlog door kinderogen.

dec 30, 2019   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, dvd, film, genre, oorlogsfilms, regisseur  //  No Comments
Hope and Glory

“Ik heb een zwak voor Hope and Glory (1987) omdat die film gaat over mijn eigen familie,” herhaalt de Britse regisseur John Boorman (Point Blank, Deliverance) in interviews. Terecht want deze semi-autobiografische film die door de ogen van een verbaasde zevenjarige jongen kijkt naar een door bommen geteisterd Londen tijdens WO II is intrigerend en wondermooi.

Hope and Glory

Met Full Metal Jacket (Stanley Kubrick), Good Morning,Vietnam (Barry Levinson), Gardens of Stone (Francis Ford Coppola) en Hamburger Hill (John Irvin) kregen bioscoopgangers in 1987 al flink wat oorlogsfilms te verwerken. Daar kwamen nog drie films bij waar de oorlog door kinderogen werd bekeken: Empire of the Sun (Steven Spielberg), Au revoir les enfants (Louis Malle) en Hope and Glory (John Boorman).

Daar waar het autobiografische aspect zich bij Spielberg beperkte tot de fascinatie van jongetjes voor vliegtuigen, bommen en wapens blikken Louis Malle en John Boorman terug op hun eigen jeugdjaren tijdens WO II. Au revoir les enfants toont een traumatische realiteit (vol schuldgevoelens en pijn) met een actieve, zij het niet alles begrijpende, hoofdfiguur. Malle’s film heeft, alhoewel de Franse regisseur van Les Amants en Lacombe Lucien reeds 20 jaar bezig was, ook wat van een debuutfilm met zijn gevoel van dringendheid gevat in een sobere stijl.

Hope and Glory

De Britse filmmaker John Boorman daarentegen toont een vrolijk en humoristisch beeld van de oorlog zoals de jonge observator die ervaart. Hope and Glory oogt als het werk van een gevestigd filmmaker (alhoewel Boorman niet veel langer dan Malle actief was). Evenwichtig geënsceneerd, rijk gefotografeerd maar vooral tegelijk een synthese en een herbronning, een zoeken naar de oorsprong van de eigen bekommernissen in de jeugd en een bezinning over de eigen (film)kunst.

Het verhaal draait rond de jonge Bill die opgroeit in het surrealistische landschap van het door Duitse bommen geviseerde Londen in het begin van de Tweede Wereldoorlog. De nachtelijke bombardementen zijn voor hem even spannend (“Thank you, Adolf!” zegt hij wanneer zijn school getroffen wordt) als beangstigend terwijl hij omringd wordt door de heftige emoties van volwassenen die hem ontgaan maar die hij tracht in te passen in zijn eigen visie op de wereld. Wanneer zijn zus verliefd wordt op een Canadese piloot wordt Bill geconfronteerd met de kracht van familiebanden en de spanningen die relaties veroorzaken.

John Boorman draait Hope and Glory

Hope And Glory was really about an innocent eye vs. his family looking at the war” zegt Boorman in The Dissolve. Realiteit en fantasie lopen daarbij door elkaar, zowel de verbeelding van de protagonist als de herinneringen van de regisseur vormen de motor van de film. In een frappante scène loopt een jong meisje door het puin van het huis waarin haar moeder stierf tijdens een bombardement. Ze vertelt op haast enthousiaste wijze het verhaal van dit drama terwijl haar vriendjes haar bijna niet willen geloven. “Dat gebeurde echt,” benadrukt Boorman, “het meisje was niet populair, niemand wilde haar vriend zijn maar de dood van haar moeder gaf haar een zekere status. Ze was plots belangrijk en genoot ervan dat mensen die voordien niet met haar praatten nu wel afkwamen. In zekere zin was het een compensatie voor het verlies van haar moeder.”

Het benadrukken van humor in een tragische situatie heeft iets dubbelzinnigs en Boorman schrikt er niet voor terug die ambiguïteit te onderzoeken. De jongen in Hope and Glory experimenteert met geweld en vernietiging als spektakel. Hij ziet het esthetische aspect van het gebeuren en maakt zich (zelfs als slachtoffer) los van de explosies en de dood. Logisch eigenlijk want men kan de dood niet zien, men kan enkel de dood aan het werk zien. En dat is, zoals Jean Cocteau zei, precies de essentie van cinema. “Film: de dood in actie.” Pas wanneer Bills eigen huis verwoest is, zijn tinnen soldaatjes gesmolten zijn en andere kinderen respectloos in zijn huis spelen voelt hij zich betrokken. Het gevolg daarvan is een gewelddadige explosie.

Hope and Glory

Hope and Glory toont hoe oorlog ingrijpt in de verbeelding van een jongeling, welke rol zijn dromen en cinema daarbij spelen. De film maakt, voor wie vertrouwd is met het oeuvre van John Boorman, duidelijk wat de invloed van zijn familieleven op zijn later werk is geweest. Zo is er het centrale Arthuriaanse thema dat bij Boorman steeds terugkeert: verraad (Point Blank, Leo the Last, Excalibur). Het gegeven van Lancelot die verliefd wordt op Geneveva, de vrouw van zijn beste vriend, vinden we terug in de relatie tussen zijn moeder en de beste vriend van zijn vader.

Een ander steeds terugkerend thema is dat van de stedeling die opnieuw tracht aan te knopen met de natuur (Deliverance, The Emerald Forest en in zekere zin ook Excorcist II: The Heretic). Bill maakt in Hope and Glory het geweld en de verwoesting mee in de stad en ontdekt op het platteland de magische harmonie met de natuur en vooral het water (een ander terugkerend element bij Boorman).

Hope and Glory

Bill bouwt een positieve relatie op met de natuur en zijn vreugde is extatisch wanneer hij bij de terugkeer naar de stad vaststelt dat zijn school (symbool van de beschaving) platgebombardeerd is. “In all my life nothing ever quite matched the perfect joy of that moment. My school lay in ruins, the river beckoned with the promise of stolen days” zegt hij. Het gebeuren laat hem immers toe zich opnieuw voor korte periode onder te dompelen in de natuur. Want bij Boorman passeert een harmonieuze relatie met de omgeving via het isolement.

Niet toevallig woont zijn grootvader op een eiland. En wijst opa George naar een elektrische transformatie toren aan de rand van zijn domein als naar een onheil: “Look! They’re coming this way: the Future on the march. I curse you, Volt, Watt and Amp!Hope and Glory toont daarbij de realiteit op een heldere en verfrissende wijze, met oog voor details en kleuren. Het is de blik van het kind dat de dingen voor het eerst opmerkt en ze dan ook ziet. Niet de dingen zijn evident, maar wel de ontdekking. Vandaar dat de kinderen meer zien en ook tegen meer opgewassen zijn.

Hope and Glory

De filmtitel is afgeleid van ‘Land of Hope and Glory”, een nummer van de componist Edward Elger dat zowat het tweede Britse volkslied werd tijdens de oorlogsjaren. Boorman gebruikt het met een zekere ironie. Voor hem is niet de ‘Empire‘ (het rijk, alles wat op de wereldkaart ‘van ons’ is zoals een lerares het uitdrukt) die de hoop insluit, maar wel de verbeelding gesymboliseerd door het kind.

Het is deze kinderlijke fantasie die de ware kracht vormt. Wat niet zonder ambiguïteit is want verbeelding is ook verbonden met bedrog en illusie. Zoals de bedrieglijke cricket-worp de ‘googly‘ die de vader aan zijn zoon leert,(“Your hand is too small to master it, but you can make a start”) waardoor hij zelf verslagen wordt. De oudere generatie wordt uitgeteld, de toekomst is aan de jeugd. Hope and Glory is een hoopvol oorlogsdrama. En een hele mooie film van een regisseur die dringend herontdekt mag worden.

IVO DE KOCK

HOPE AND GLORY: regie: John Boorman; GB – 1987 – 109′; met Sarah Miles, Darick O’Connor, Susan Woolridge, Sammi Davis, Ian Bannen, Sebastian Rice-Edwards; scenario John Boorman; fotografie Philippe Rousselot; muziek Peter Martin; montage Ian Crafford; FILM: **** / EXTRA’S: 0; distributie: Sony.

Hope and Glory

Leave a comment