Fabrice du Welz over ‘Maldoror’: De zaak Dutroux vergeten? Juist niet natuurlijk!

De Brusselse cineast Fabrice du Welz blijft uitblinken in grimmige genrefilms maar voegt er met Maldoror een Belgisch maatschappelijk trauma aan toe: de gruwelzaak-Dutroux.
Na bloedmooie nachtmerries en zoektochten als Calvaire, Vinyan, Alléluia en Adoration leek de Belgische cineast Fabrice du Welz (°1972) genrecinema af te zweren met Inexorable. Maar zijn mainstream flirt werd slecht onthaald. Eigen schuld bekent du Welz wanneer we hem in Gent spreken, “mensen hadden geen zin in het erotisch getinte verhaal van een zestiger en een meisje.” Gelukkig was hij al bezig met nieuwe tocht naar het hart van het kwaad en de waanzin, een frontale confrontatie met een van de donkerste kanten van de Belgische geschiedenis. Maldoror inspireert zich op het verhaal van kinderontvoerder en -moordenaar Marc Dutroux. Een duik via fictie in de jaren negentig en een blijvend nationaal trauma. Resultaat is een keerpunt in de carrière van du Welz én zijn meesterwerk.

Met een rood kleurende begingeneriek én de filmtitel geeft u een signaal. Fabrice du Welz: “We kruipen meteen in de geest van de impulsieve jonge agent Paul Chartier (Anthony Bajon). Zijn door inwendige woede gekleurde blik weerspiegelt het gevoel van machteloosheid van de ouders van slachtoffers en de frustratie van een volk omwille van een falend, absurd rechtssysteem toen de zaak-Dutroux in 1995 losbarstte. Ik koos Maldoror als naam van de politie operatie en filmtitel omwille van zijn literaire associatie. Het is een verwijzing naar Les Chantes de Maldoror, een lang gedicht uit 1869 over het kwaad geschreven door de Franse graaf Lautréamont.”
De agent staat centraal, niet de slachtoffers of familieleden. “Omdat de zaak zo traumatisch was voor België wou ik ze frontaal maar sereen benaderen. Zonder sensatiezucht of polariserende provocatie. Onderzoeksprocedures volgen helpt om te begrijpen waarom alles ontspoorde. Omdat René Michaux, de gendarme die Dutrouxs kelder bezocht en niets hoorde, me fascineerde wou ik het verhaal vanuit het standpunt van een speurder vertellen. Chartier is een jonge idealist die een gezin en toekomst wil opbouwen maar het gewicht van het onderzoek niet kan torsen. Hij wil de wereld rechtvaardiger maken maar wordt geconfronteerd met tegenwerking én een gruwelijke wereld. Ik wou ook de streek Charleroi en Marcinelle (n.v.d.a. waar het huis van Dutroux zich bevond) tonen, een streek die diep getraumatiseerd is door de affaire én de neerbuigende reacties van de rest van het land.”
Chartiers zoektocht wordt steeds obsessiever. “Ik vertrok van twee essentiële vragen. De eerste: wat kan een eerlijk man doen in een samenleving waar justitie faalt? Hoe kan het gevoel van gerechtigheid teruggevonden worden? De tweede vraag is die van het kwaad. Wat is het kwaad? Is het een gedegenereerde man die afschuwelijke dingen doet met kinderen in een kelder? Of de informatie die door de politieoorlog wordt achtergehouden? Het gerecht dat zijn werk niet doet? Corruptie? Ik wil geen antwoorden suggereren maar Chartier plaatsen in een wereld waar het kwaad zich verspreidt.”

Het huwelijksfeest, dat met zijn vreugde-net-voor-lijden refereert aan The Deer Hunter, vormt een dramatisch keerpunt. “Het is een ode aan een Henegouwse gemeenschap die veel meer geleden heeft onder de affaire dan Vlaanderen en Brussel. Ik ben Brusselaar en tijdens de research ging ik de regio beter begrijpen. Daarom integreerde ik de mensen van Italiaans-Siciliaanse afkomst in het verhaal. Met het huwelijk belanden we in het hart van de film. De belofte die nooit waargemaakt gaat worden, Pauls door de schaduw van het kwaad gebroken liefde. De nachtmerrie wenkt maar de vreugdevolle uitbundigheid waarmee het huwelijk gevierd wordt houdt hoop levendig. De zaak-Dutroux schudde mijn naïef wereldbeeld door elkaar. Voordien was ik me wel bewust van het bestaan van het kwaad maar ging ik er van uit dat de volwassenwereld alle middelen inzette om het te bestrijden.”
Rita (Béatrice Dalle) verstoort het huwelijksfeest. “Paul heeft iets te verbergen. Zijn moeder is een ex-prostituée en hij komt uit een kansarm milieu. Gendarme worden liet hem toe een streep te trekken onder een verleden waar de roots van zijn woede, frustraties en schuldgevoelens liggen. Het opduiken van zijn moeder is een ongewenste terugkeer van een verleden dat zelfs zijn vrouw niet kent. Paul is een gebroken man die via een gezin en een kruistocht voor gerechtigheid wil genezen. Maar zijn inwendige woede groeit tot de explosie dreigt. Vraag is welke tools hij dan zal kiezen, die van het rechtssysteem of die van zijn afkomst. Een cruciale keuze. In het slotdeel wordt Paul een vleesgeworden wraakmachine die achter de moordenaar van de meisjes aangaat. Hij is kapitein Ahab die jaagt op Moby Dick.”
Naast die wraakfantasie zijn er ook feiten. “Mijn co-scenarist Domenico La Porta en ik verzamelden veel informatie. Het was belangrijk om feiten te verwerken in de fictie maar ook de theorieën mee te nemen. Die van de lone wolf kindermisbruiker en die van het netwerk. Ons opzet is een onderhoudende karakter gedreven film die onderzoekt hoe het kwaad aan de ziel vreet en een gemeenschap traumatiseert. De feiten leren ons dat er minstens een netwerk van drie personen bestond maar hoe ver het reikt weten we niet. Ik ben geen rechter of advocaat maar een filmmaker die vond dat het tijd was om een film te maken over dit onderwerp en te streven naar heling.”
Door de Belgische zwijgcultuur was het koloniale verleden lang taboe en de zaak-Dutroux dreigt die weg op te gaan. “Ik hoop een trilogie van Belgische trauma’s te maken. Films over Dutroux (Maldoror), de collaborerende Belgen die tijdens W.O.II aan het Oostfront met nazi-Duitsland vochten (Rex) en Belgisch Congo (Rubber). Die laatste film gaat over een barbaarse episode gelinkt aan uitbuiting van grondstoffen in de Belgisch-Congolese geschiedenis. Het scenario is geschreven en de locatiezoektocht kan beginnen. Voor mij wordt het opnieuw een onderzoek naar mijn identiteit. Wie ik ben is verbonden met wat er overblijft van mijn land.”

Maldoror start een nieuwe oriëntatie. “Het begon met La Passion selon Beatrice, de documentaire waar ik me als auteur wegcijfer om via een zoektocht naar Pasolini het zelfportret van actrice Beatrice Dalle te schetsen. Het was leuk om films te maken over mijn eigen angsten, frustraties, obsessies en bekommernissen. Nu wil ik zaken opzoeken die dit overstijgen. Traumatische, maatschappelijk relevante gebeurtenissen.”
Het slot is hallucinant. “Met de ontsnapping wou ik ook een omslag maken naar iets anders dan een realistisch drama. Een fantasie die ons bevraagt. Wat doe je wanneer het gerecht faalt? Ik ben helemaal niet voor de doodstraf maar wil Paul voor de keuze stellen. Zijn wapen neerleggen of niet? Ik hoop dat de kijker zich identificeert met hem en zichzelf de vraag stelt: wat zou ik doen? “
En: wat is de impact van mijn keuze? “Inderdaad. Op het einde is hij niet meer de impulsieve, dromerige idealist. Hij is volwassen geworden en maakt de keuze van een man. Hij aanvaardt daarvoor de gevolgen. Paul verliest alles, op zijn integriteit na. Op dat vlak staat hij symbool voor alle Belgen. De affaire heeft ons beroofd van onze illusies en vertrouwen. Zonder de waardigheid van de ouders van de meisjes die tijdens de Witte Mars opriepen tot kalmte had het slecht kunnen aflopen. Het land kon omslaan in chaos en geweld.”
Marcel Dedieu (Sergi López) is een natuurkracht, een monster uit een horrorverhaal. “Omdat hij de banaliteit van het kwaad is wou ik hem zo gewoon mogelijk maken. Maar het is iemand zonder moreel kompas. Hij ziet geen verschil tussen auto’s en kinderen verhandelen. Dedieu heeft ook geen greintje empathie. Voor mij komen de gedegenereerde individuen in Maldoror uit het universum van The Texas Chain Saw Massacre.”

Volgens cineast Karyn Kusama in Alexandre O. Philippe’s Chain Reactions maakt Tobe Hooper een statement, ‘America is a madness and I want you to look at it’. “Yes! In die geest maakte ik Maldoror. Mensen doen kijken naar waanzin, naar het kwaad dat een land en een tijdsgewricht in zijn greep houdt. Hoe het kwaad evolueert en zich verspreidt fascineert me. Hoe het mensen besmet. Omdat ik het niet begrijp wil ik zoeken naar verklaringen.”
Via een genrefilm die doet denken aan de polars van Alain Corneau zoals Le Môme. “Ik dacht inderdaad aan de jaren 70 films van Corneau en aan misdaadfilms van Yves Boisset zoals La femme flic. Is Le Môme een noir trip op muziek van Otis Redding? Dan moet ik hem dringend zien want ik ken de film niet. Er zijn nog invloeden. De rauwe films van Sidney Lumet en William Friedkin. En recenter Once upon a time in Hollywood. De manier waarop Quentin Tarantino in die film de geschiedenis herschrijft om loutering te creëren inspireerde me voor het slot.”
Is het publiek klaar voor Maldoror? “Ik hoop en denk het. We zijn toe aan heling. Daarvoor moet je trauma’s willen zien. Ik was gechoqueerd toen een gerenommeerde journaliste me vroeg ‘waarom wil je een film maken over de zaak Dutroux terwijl iedereen ze wil vergeten?’ Vergeten? Juist niet natuurlijk. Vergeten is onderdrukken en het onderdrukte keert altijd terug. Dat weet elke horror fan.”
IVO DE KOCK
(recensie verschenen in Filmkrant)
