Scarface van Brian De Palma (of is het Howard Hawks?)

nov 2, 2023   //   by Ivo De Kock   //   De Palma, film, genre, misdaad  //  No Comments
Brian De Palma & Al Pacino. Scarface

Do it first, do it yourself, and keep on doing it”. Met dit citaat van Tony Camonte in de ‘Scarface’ uit 1932 van Howard Hawks en met Paul Muni openden we in 1984 onze bespreking van de toen toch wel omstreden remake van Brian De Palma. Alleen in de betere bibliotheek, of in het filmmuseum, kan je het ondertussen verdwenen tijdschrift Andere Sinema nog vinden. Daarom even een duik in het verleden.

Het film noir genre kent een revival. In Frankrijk is de ‘polar’ terug van (kort) weggeweest (zowat iedereen wil nu polars maken, Jacques Brals film heet zelfs gewoon Polar) en de oude Hollywood film noirs dweilen de Europese TV-zenders af. Een befaamde voorloper van dat Amerikaanse genre is de gangsterfilm Scarfacevan Howard Hawks. Hawks maakte deze film in 1930 (een goede tien jaar voor de ‘klassiekers’ uit de reeks) met dank aan producent Howard Hughes en naar een scenario van de gereputeerde Ben Hecht (De Palma’s  remake is opgedragen op aan Hawks en Hecht). Model stond gangsterbaas Al Capone en de voorstelling van gangsters was voor de Amerikaanse filmcensuur zo fascinerend/realistisch dat de film twee jaar geblokkeerd bleef en slechts met een moraliserende inleiding en dito ondertitel (Shame of the nation) uitgebracht kon worden.

Scarface – Brian De Palma

 Hawks en Hecht zagen Scarface nochtans niet als een realistische film over het ‘gangsterprobleem’ (met stellingnamen voor of tegen de misdadigers, voor of tegen de maatschappij).  Zoals Robin Hood in zijn boek Howard Hawks stelt, “the film shows remarkably little society either to outrage or to defend. Hawks’ ‘naturalism’ is highly selective: he works simply by eliminating society.” Het klopt dat Hawks steevast vooral geïnteresseerd was in mensen/personages en zijn Scarface handelt dan ook eerder over ‘onverantwoordelijk’ gedrag en het autodestructieve effect dat het op individuen heeft.

Maar Scarface was natuurlijk (en gelukkig maar) een immorele film. Er is geen aandacht voor slachtoffers, geen probleemstelling in morele termen, geen interesse voor/geloof in de maatschappij. Terwijl het opgelegde einde (Tony wordt door de politie neergeschoten) wel de onvermijdelijke overwinning van de maatschappelijke ‘orde’ is, maar geenszins een justificatie van die orde. Het is een pessimistische conclusie – zoals in de melodrama’s van Sirk waar de hoofdpersonages uiteindelijk opnieuw in het gareel lopen maar men het gevoel behoudt dat ze er later wel weer eens zullen uitstappen – maar geen definitieve stand der dingen.

Scarface – Brian De Palma

Na John Carpenter (The Thing) heeft nu du sook Brian De Palma met deze Scarface een remake van een Hawks film gemaakt. Eerder onverwacht misschien omdat De Palma’s films meer affiniteit met Alfred Hitchcock – met het dit jaar heruitbrengen van o.m. Vertigo kan men zich overtuigen van die invloed (vermelden we hier enkel de verwarring in Blow Out wanneer de kijker tweemal Nancy Allen denkt te zien – en waarschijnlijk ook ziet – als ‘belaagd’ individu) – dan met Hawks vertonen. De Palma heeft geen getrouwe kopie van de Hawksversie willen maken en Hawksfanaten zullen dan ook waarschijnlijk verre van enthousiast zijn over deze Scarface.

Terwijl de fans van De Palma ongetwijfeld het ontbreken van zijn maniërismen zullen betreuren (de indrukwekkende camerabewegingen worden hier tot een minimum beperkt). De vernieuwing van De Palma is echter dat hij (in tegenstelling tot Carpenter) zijn stijl op de achtergrond kan schuiven om alle aandacht op de personages te richten. Een problem is wel dat hij niet in staat lijkt (i.t.t. een Coppola) zijn stijl aan te passen (i.p.v. even weg te cijferen) zodat deze Scarface ver van homogeen is en zich soms van scène tot scène sleept.

Scarface – Brian De Palma

Van Hawks heeft De Palma de intrige (opkomst en teloorgang van een gangster) en enkele scenario elementen (de obsessie voor geld en geweld, de relaties tussen Tony en Manolo, Tony en ex-baas Lopez, Tony en Elvira, Tony en Gina, Gina en Manolo) overgenomen. Het verhaal werd overgeplaatst van het Chicago ten tijde van de drooglegging (jaren twintig) naar Miami Beach anno 1980 met Cubaanse vluchtelingen (“That son-of-a-bitch Castro is shitting all over us” zegt een immigratie ambtenaar) als narcotica traficanten. Daarbij gingen ook regie elementen (terugkerende beelden en motieven zoals de kruisen die een moord aankondigen en George Rafts’ muntstuk tic) verloren.

Maar het grote onderscheid tussen Hawks en De Palma is de verschillende visie op enscenering. Hawks werkt fysiek:  hij filmt lichamen en bewegingen (meestal op ooghoogte), intellectuele bespiegelingen worden steeds achteraf toegevoegd. Westerns van Hawks tonen personages die zich een zekere ruimte moeten toeëigenen en daardoor gedoemd zijn te vechten tegen natuur of omgeving. En de gangsters zien zich bij Hawks als moderne cowboys. De personages van Hawks beleven hun obsessies (of dat nu geld, macht of liefde van een zuster betreft) zonder afstandname, zonder mogelijke controle of relativering (de personages zijn zelf humorloos al zijn de situaties vaak erg grappig).

Scarface – Brian De Palma

Brian De Palma daarentegen bouwt twijfel in, zijn films en personages stellen constant het eigen beeld in vraag. Zowel de personages (die bij momenten een rol spelen) als de beelden (vaak tegelijk objectief en subjectief, de kijker ziet a.h.w. de film via de ogen van Tony) worden ontdubbeld. Wat geïllustreerd wordt door De Palma’s gebruikelijke ‘film in de film’ symboliek: spiegels, TV-schermen, ramen en zelfs een glazen lift. Vanaf de eerste beelden is het bovendien duidelijk dat ‘Al Pacino Scarface speelt’.

Zijn verklaring dat hij altijd de waarheid zegt zelfs wanneer hij liegt, geeft de toon aan. Zowel de federale agenten (van de immigratiedienst) als de kijker beseffen dat Tony flauwekul aan’t vertellen is en dat hij dat bovendien niet verbergt. Er is een afstand tussen Tony en Scarface en daar slipt ook de humor en zelfrelativering tussen. Zozeer zelfs dat Scarface bij momenten een parodie lijkt. We denken hierbij aan de scène met Elvira en Lopez in de dancing of aan Tony’s eerste opdracht wanneer hij bij de onderhandeling voorstelt aan de drugshandelaar “de scène te hernemen.”

Een gevolg daarvan is dat Tony net als bij Hawks zijn quasi kinderlijk gedrag (bij Hawks speelt Tony de cowboy, bij De Palma speelt hij de gangster) bewaart maar niet zijn onschuld (vandaar dat hij bij De Palma verre van een positieve held is). Als romantische macho projecteert hij zijn verlangen naar reinheid, onschuld en een zondeloos leven op zijn zuster. Wanneer hij Gina in het huis van zijn beste vriend Manolo aantreft kan hij niet anders dan die schending afstraffen. Maar de twee zijn net getrouwd waardoor de moord eigenlijk zinloos is. Niet die zinloosheid, maar wel het feit dat hij Manolo heeft kunnen vermoorden zetten Tony aan het denken. Hij beseft dat hij eigenlijk enkel van zijn zuster heeft gehouden. Dat bewustzijn is hem fataal want zijn sterkte was steeds zijn onwetendheid (wat betreft zijn eigen obsessies dan wel).

Scarface – Brian De Palma

Het acteren, imiteren van de personages in Scarface heeft zowat dezelfde betekenis als het ineengeknutselde filmpje in de paranoide thriller Blow Out. Film is (kan) bij De Palma geen afbeelding van de realiteit (zijn): een achter elkaar geplaatste en van geluid voorzienen reeks filmbeelden of een vertolking betekenen iets, maar niet noodzakelijk ‘de waarheid’. Realiteit en (door de media aangezwengelde) mythologie lopen immers door elkaar. Alles zweert samen om zichzelf in stand te houden. Overheid (corrupte politie en politici) en gangsters (Zuid Amerikaanse drugshandelaars) stoten tesamen ‘vreemde lichamen’ af. De machtsmechanismen zijn evident: geld (goud), geweld (rood) en heroine (wit). Tony komt nooit tot echte macht omdat hij in tegenstelling de Boliviaan de Sosa geen koele controle kan uitoefenen. Zijn emotionele onvolwassenheid (liefde voor zijn zuster), zijn geïnterioriseerde oude Latijnse waarden (hij weigert een vijand te doden om diens kinderen niet te treffen) en zijn kinderlijke onzekerheid (vandaar zijn passie voor geld, zijn obsessie voor veiligheid en zijn nood aan alcohol en heroine) maken hem te emotioneel/onberekenbaar.

Wanneer de afstand Tony/Scarface uiteindelijk verdwijnt, wanneer hij zijn imago wordt is de ondergang nabij. Belaagd in zijn vesting door een duistere bende (handlangers van De Sosa of Zui-Amerikaanse revolutionairen?) die na zijn zuster ook zijn gouden balustrade aan flarden schieten, trotseert hij, in een uiteraard ‘onrealistische’ scene, alle kogels met de kreet “I’m still standing.” Maar een a-seksuele en on-emotionele killer (mét zonnebril zoals bij Peckinpah) velt hem zodat hij midden in het fonteintje dondert. “This world is yours” is zijn grafschrift.

IVO DE KOCK

(gepubliceerd in Andere Sinema, 1984)

Leave a comment