Marc Didden over cinema. En over M.D.

dec 1, 2022   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, Belgische cinema, boek  //  Reacties uitgeschakeld voor Marc Didden over cinema. En over M.D.

Verkapte memoires. Zo omschrijft journalist en filmmaker Marc Didden zijn boek ‘Over cinema’. Een terugblik op een leven, op films maken, op passioneel naar cinema kijken en praten met (andere) filmmakers. Filmische hartstochten, maar die titel was al benomen. Mijmeringen over hoe werken ook niet werken kan zijn en waarom dromen belangrijker blijven dan ambitie. Met zwier geschreven en gedrenkt in humor.

“Met Brussels by Night (1983) krijgen we eindelijk een film die boeit, die geen aftands verhaal probeert te vertellen, maar je als kijker weet te interesseren voor de emotionele tribulaties van herkenbare en moderne personages. Eindelijk ook een film die ernst en humor raak vermengt.” Dat schreven we bij de release van de debuutfilm van Marc Didden (°1949) in het ondertussen verdwenen filmtijdschrift Andere Sinema. Alhoewel we nog ver verwijderd waren van het huidige klimaat waarin enkel positieve verhalen over ‘Vlaamse cinema’ geduld worden, kon daar toen niet iedereen mee lachen.

Marc Didden en Team Brussels by Night

Opschudding in filmland

Was het de lage inschatting van Vlaamse cinema anno 1983? De verdediging van wat in Antwerpse filmkringen gold als “die Brusselaar van Humo”? Of ons statement in een ander stuk dat er mensen waren die vooral ‘filmmaker’ wilden zijn terwijl anderen gewoon films wilden maken? Feit is dat een briesende Antwerpse regisseur de redactielokalen in de Gratiekapelstraat binnenstormde om een eitje te pellen met de jonge snaak verantwoordelijk door deze ongein (en uitgebreid interview met de debutant die zo’n 112.000 euro subsidiecentjes had versierd).

Althans, dat vernamen we achteraf want op dat moment genoten we van een rijst-met-tonijn slaatje in de lunchroom gerund door theatermaker en filmfan Ivo van Hove. Of zijn “jij bent die (enige) andere Belgische Versus (Nederlands filmtijdschrift) abonnee” echt van die dag dateert durven we niet meer met 100% zekerheid zeggen, wel dat we blij waren de opwinding gemist te hebben. Een nieuwe showdown kwam er niet maar Brussels by Night bleef vooral in Hollywood aan de Schelde voor giftige oprispingen zorgen. Ook de figuur Marc Didden bleek polariserend te werken.

Brussels by Night – Marc Didden

Filmende Vlaming

Tot onze verbazing want de man die zelf ontelbare interviews had afgenomen (voor Humo en terug te vinden in May I Quest You an Askion? The best of M.D., uitgeverij Globe, en Enkele interviews, Dupuis) bleek een aangename gesprekspartner en een fijn man. Hij benadrukte zich niet te willen afzetten tegen ‘de Vlaamse film’, “ik ben een Vlaming die een film wilde maken. Dat heeft te maken met de persoon die ik ben. Geen enfant terrible die als een stoute jongen alles omver wil kegelen. Ik haat slogans en vermijd iemand met een betuttelende boodschap te bekeren. Ik wil het wel over iets hebben; menselijke emoties. En gevoelens die slinger je niet als een rauwe steak in iemands gezicht, maar je verzint daar een metafoor voor: een verhaal. Op die manier laat ik mensen los op mensen. (Andere Sinema 52)”

“Je kent je film natuurlijk voor je hem draait,” liet Didden zich ook ontvallen, “het is eigenlijk wel een tof gevoel rond te lopen en te weten dat je de film eigenlijk al gezien hebt, dat je die volledig gedroomd hebt, met elk geluid erbij. Het prachtigste wat er kan bestaan is als die afgewerkte film op die droom lijkt.” Brussels by Night zagen we pas twintig jaar later opnieuw, in de dvd-reeks Kroniek van de Vlaamse film 1955-1990 van het Filmarchief. Ook die hernieuwde kennismaking was een meevaller, Diddens debuut had nog niets van zijn kracht ingeboet. Integendeel, het existentiële angstgevoel verbonden met de tijdsgeest en thema’s als toeval, racisme, moord en vervreemding bleek anno 2003 niet enkel beklijvend maar ook actueel en urgent.

Istanbul – Marc Didden

Brussel dag en nacht

De volgende zeven jaar kwamen we als (tijdelijke) Dansaert Vlaming Marc Didden, die na Brussels by Night en Istanbul niet de carrière maakte die we verhoopt hadden (al is Sailors Don’t Cry een zwaar onderschatte film), vaak tegen op straat. Iets hield ons tegen om Marc aan te spreken en uit te nodigen om even wat te gaan zeveren op café. Over koffie. Verdwenen bioscopen. Films die zorgden voor een krop in de keel. Avonturen in interviewland. Projecten die enkel een droom waren gebleven. Muziek als soundtrack van een leven. Zijn Brussels sentimenteel museum. De ondertussen verdwenen plekken. Plannen die mannen beter niet maken. Lesgeven aan de filmschool. De evolutie van de Vlaamse film.

Dat ging dus niet door maar gelukkig is er na Een redelijk leven (Luster, 2019, 285 pagina’s) nu ook Over cinema. Een boek met een goed aanvoelende hardcover over film, herinneringen, ervaringen, gevoelens en enkele van de hoger vermelde onderwerpen. Een terugblik in twee delen. Enerzijds de verkapte memoires van Marc Didden en anderzijds een selectie van interviews die de auteur afnam van twaalf filmmakers waaronder Woody Allen, Mel Brooks, Martin Scorsese, Ken Loach, Mike Leigh, Bertrand Tavernier, Emir Kusturica en de gebroeders Dardenne. Oudere (Humo)interviews aangevuld met een recent gesprek met een van Diddens studenten, Fien Troch, op het terras van good old Walvis.

Sailors Don’t Cry – Marc Didden

Wijsheden en anekdotes

“Natuurlijk weet ik niet waarom ik dit boek geschreven heb. Als u maar weet waarom u het gaat lezen.” Met een kwinkslag tempert Marc Didden in Over cinema de verwachtingen. Om even later aan te geven dat “Nobody knows anything” de belangrijkste regel in de filmwereld is. Voor zekerheden, ijzeren wetten, academische geschiedschrijving en wetenschappelijke analyses moet je niet bij deze journalist, filmmaker en lesgever zijn. Niemand, ook Didden niet, weet iets met absolute zekerheid (succes en kwaliteit zijn moeilijk te voorspellen), alleen filmliefde is rotsvast. En het verlangen een passie te delen met een filmploeg of met filmstudenten. En met lezers natuurlijk.

Maar een cursus of een naslagwerk is Over cinema dus niet. Geen probleem want de verhalen van Didden in het eerste deel van dit boek bieden een boeiende kijk achter de schermen en vormen een interessante insteek om onderwerpen als filmkritiek, beoordelingscommissies, scenario cursussen, filmscholen, filmfestivals, productieproblemen en lesgeven (“ik nam me voor om nooit vanuit de hoogte te spreken tegen studenten, nooit op een toon van ‘ik weet het allemaal’.”) te fileren. De immer loyale auteur is bijzonder lief voor ‘zijn’ filmschool en studenten en gaat niet echt in op mogelijke gevolgen van de huidige grote afhankelijkheid van het VAF (het Vlaams Audiovisueel Fonds) voor de Vlaamse Film in het algemeen en filmmakers in het bijzonder. Klagen en vernietigend uithalen is niet/was nooit zijn ding.

Brussels by Night – Marc Didden

Persoonlijke ontmoetingen

Interviewen wel. Marc Didden is een begenadigd interviewer. Gedreven door nieuwsgierigheid, nederigheid, inlevingsvermogen en gevoel voor avontuur. Bij ‘Amerikaanse meesters’ denken we zelf niet spontaan aan Woody Allen en Mel Brooks (wèl aan The Wolf of Wall Street regisseur Martin Scorsese) maar Didden ontlokt hen interessante uitspraken over ernst en humor, over acteren, censuur en kritiek. Een interview is telkens opnieuw een babbel, een gesprek tussen mensen met een passie voor film. Ook al ‘out’ Didden zich nooit als filmmaker (alleen Jacques Ledoux bewonderaar Scorsese was op de hoogte). Wat niet belet dat er steeds gepraat wordt over cinema en films maken. Over verhalen vertellen. Soms hoor je haast Didden zelf antwoorden. Wanneer Ken Loach zegt “de enige theorieën waarin ik geloof zijn politieke theorieën. Wat kunst betreft, en dus ook acteren, geloof ik in geen enkele theorie” bijvoorbeeld.

Didden is bijzonder sterk op dreef wanneer hij met buitenbeentjes praat. Een Mike Leigh (“Ik verdedig mijn films alleen als ik ze nog moet maken. Zodra ze er zijn, moeten ze zichzelf maar verdedigen”), Bertrand Blier (“Je moet nooit filmen om te filmen. Er moet behalve de envie ook altijd een honger zijn om te filmen”), Emir Kusturica (“Ik maak me zo vaak boos als het nodig is. Dat wil zeggen: telkens als iemand het welzijn van mijn film in gevaar brengt”) of Nikita Mikhalkov (“Ik weet niet of film zoals hij nu is nog lang zal bestaan, maar in een of andere vorm: zeker”).

Ken Loach

Passie en engagement

Een barricade klimmer was cineast Didden nooit maar zijn werk bevat wel een kritische onderstroom en met geëngageerde cineasten kan hij het best vinden. Getuige de interviews met Ken Loach en de gebroeders Dardenne. Op zijn vraag of de broers de courante vergelijking met Loach erg vinden, is Jean-Pierre overduidelijk: “als ze daarmee bedoelen dat wij tot de familie behoren van mensen die met film willen inspelen op wat er vandaag in de wereld gebeurt, dan word ik graag in één adem met Ken Loach genoemd, ja.”

Die Britse cineast stuurt Didden in 1993 met opmerkelijke quotes richting Brussel. “Ik bedenk altijd kleine verhaaltjes, die ik heel goedkoop kan verfilmen. Ik voel me ongemakkelijk in gezelschap van geld.” “Hidden Agenda is een anti-Engeland film, omdat ik het mijn plicht als geëngageerd filmer vind om tegen dàt Engeland te reageren.” “Ik word gewoon iedere dag bozer. Als je ziet wat er allemaal om ons heen gebeurt, kun je dan wat anders zijn dan boos?” “Als ik niet meer kan filmen dan maak ik daar een film over. Een documentaire over een land dat verbiedt dat films gemaakt worden waarin de waarheid wordt gezegd.”

Brussels by Night – Marc Didden

Liefde voor film

Nu in Frankrijk – eerst in de zalen, straks ook op Blu-ray – ‘Round Midnight (Autour de minuit), de legendarische jazzfilm van Bertrand Tavernier uit 1986, opnieuw wordt uitgebracht door Carlotta Films is het ook boeiend om Diddens Tavernier interview door te nemen. De regisseur van L’Horloger de Saint-Paul, Coup de torchon en In the Electric Mist was een groot cinefiel en begenadigd verteller. Dat weerspiegelt zich in een gesprek gedrenkt in (gedeelde) jazzliefde en filmpassie. “De strijd tussen techniek en emotie,” benadrukt Tavernier, “daar moeten wij mee werken; daar moeten muzikanten zéker mee werken. Films maken is een hard en complex beroep, net zoals jazz spelen er een is. Als men films over film maakt lijkt alles daar altijd op wieltjes te lopen. Nu, zo is het niet, François Truffaut heeft in La nuit américaine aangetoond wat een film maken misschien kan zijn.”

Bij de release van Brussels by Night vertelde Didden ons hoe de locaties een ‘sentimenteel museum’ vormden (“Mijn Brussel heb ik in de film willen steken”) maar dat daarbij “esthetiek ondergeschikt blijft aan emoties en menselijkheid”. Hij onthulde ook zijn toekomstdroom: “Ik zou grote kleine films willen maken over wat mensen mekaar aandoen.” Dat Marc Didden zo bleef dromen werd duidelijk dankzij films als Istanbul, Sailor’s Don’t Cry en Mannen maken plannen en via scenario’s (De Kavijaks, Koning van de wereld, De smaak van De Keyser) die zijn stempel droegen.

Istanbul – Marc Didden

En nu dus ook met de publicatie van Over cinema. Door Didden aangegrepen om via de media tegelijk zijn afscheid (“mijn laatste interview”) aan te kondigen als wilde plannen (lowbudgetfilms die hij wel/niet zelf hoopt – ‘hoop’ is een term die nadrukkelijk valt in het afsluitende gesprek met Fien Troch – te verfilmen) te lanceren. Elke terugblik worstelt met een eindpunt – ‘the end’ en gordijnen toe – maar hoeft geen einde te zijn. Marc Didden blijft films dromen. Hij heeft ze al gezien, wij hopen op ‘binnenkort in deze zaal’.

IVO DE KOCK

Marlène Dietrich doet dromen in Berlijn.

Marc Didden, Over cinema, Uitgeverij Luster, Antwerpen, 2022, 288 pagina’s.