‘Chinatown’: De Antiheld en het Grote Seventies Afscheid van de Droomfabriekvan Hollywood

aug 21, 2021   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, boek, dvd, film, genre, regisseur, thriller  //  Reacties uitgeschakeld voor ‘Chinatown’: De Antiheld en het Grote Seventies Afscheid van de Droomfabriekvan Hollywood
Roman Polanski’s Chinatown

“Forget it, Jake. It’s Chinatown.” De quote waarmee Chinatown somber afsloot werd legendarisch terwijl de bij het fysieke en morele landschap van de jaren veertig aansluitende film noir van Roman Polanski uitgroeide tot een klassieker. Zowel een buitenbeentje als de illustratie van de rebelse spirit waarmee de Amerikaanse seventies films het klassieke Hollywood aan het wankelen brachten. Via de ontstaansgeschiedenis van (het op dvd beschikbare) ‘Chinatown’ schetst Sam Wasson in de onderzoekroman ‘The Big Goodbye’ zoals de ondertitel aangeeft ‘de laatste jaren van (droomfabriek) Hollywood.’

“Films maken was de belangrijkste zaak in de wereld,” zei William Friedkin (The French Connection, The Exorcist) m.b.t. de dynamiek van New Hollywood tijdens de seventies, “we verkeerden in een staat van genade.” Dat gevoel van opwinding ging gepaard met een onderstroom van woede en verzet verbonden met de sixties erfenis van politieke strijd en tegencultuur. De jaren zeventig begonnen in een rebelse sfeer maar snel werd de toon donker en paranoïde. De periode blijkt een goudmijn wanneer, gesterkt door het commerciële succes van roadmovie Easy Rider (1969), de stuurloos geworden filmindustrie tracht te cashen door in te spelen op jeugdcultuur en zo ‘andere’ projecten lanceert.

Dat levert een buitenkans op voor een nieuwe generatie die droomt van haar eigen, Amerikaanse Nouvelle Vague. New Hollywood is geboren en zal pas dood verklaard worden bij Michael Cimino’s Heaven’s Gate debacle in 1980. Het is een vruchtbare periode met energieke, gedurfde, eigenzinnige en intelligente films die ergens over gaan. Films die er niet voor terugschrikken mythes te ontluisteren en Amerikaanse archetypes te ondergraven. Die drang naar subversiviteit was verbonden met het gevoel van woede en wantrouwen dat leefde bij de jongeren maar ook met het realisme dat filmmakers in Europese cinema ontdekten.

Chinatown: J.J. Gittes on the road to nowhere.

Andere cinema

Samen met aandacht voor ‘marginale’ personages en seksualiteit, het vervangen van morele oordelen door een kritische blik, het doorbreken van conventionele narratieve regels én het zichtbaar maken van de mechanismen van het medium film. Toch werd de ‘andere’ cinema van New Hollywood nooit echt subversief of radicaal revolutionair. Daarvoor verdween de euforie van de rebellie en het geloof in een maakbare toekomst te snel. Verwarring en pessimisme temperden het verzet.

Peckinpahs einde van een tijdperk gevoel (The Wild Bunch, Pat Garrett and Billy the Kid) sloeg om in verbittering (The Killer Elite, Bring me the head of Alfredo Garcia), Arthur Penns zwanenzang van de tegencultuur (Alice’s Restaurant) leidde de angstcultuur in (Night Moves) en paranoia en geweld namen over. Moorden (Nashville), extreem geweld (The Last House on the Left, Rollerball, Taxi Driver) en samenzweringen (naast The Parallax View en Three Days of the Condor ook Chinatown) creëerden een sfeer van desillusie en verwarring.

Sharon Tate en Roman Polanski © Bill Ray

Radiografie van een chaotische samenleving

“Jarenlang was het eenvoudig, de slechten waren indianen en de goeden witten,” zegt Arthur Penn in Chris Markers Le fond de l’air est rouge, “de man met de zwarte hoed was de slechterik, die met de witte hoed de held. Heel eenvoudige tekens. Nu is het moeilijker: we weten niet of de mensen die straffen uitdelen beter zijn dan zij die ze straffen. Die ambiguïteit leidt tot grote angst bij de Amerikanen.” Zo’n angstgevoel kan omslaan in woede. Wanneer in Sidney Lumets Network (1976) de ‘gekke’ TV-presentator vertolkt door Peter Finch “I’m mad as hell and I’m not going to take this anymore” uitschreeuwt, is hij een explosieve cocktail van angst en woede.

Ook Chinatown is, via de omweg van Los Angeles anno 1937, een radiografie van de morele verwarring, de sociale chaos en gewelddadige roots van de Amerikaanse samenleving. En, zoals Olivier Père benadrukt, “het bewijs dat Roman Polanski, bewonderaar van Orson Welles en Alfred Hitchcock, zich creatief had kunnen ontplooien via een bloeiende Hollywoodcarrière indien zijn privéleven hier niet anders over beslist had.” Het in kleur en Panavision gedraaide Chinatown (1974) is geen imitatie jaren veertig film noir maar evoceert wel de look en de tijdsgeest. Al zijn de thema’s en het geweld meer gelinkt met de brutaliteit en het complot denken gevoed door de Kennedy moorden, de Vietnamoorlog, mensenrechtenconflicten en het Watergate schandaal.

Chinatown: Jack Nicholson en Faye Dunaway.

Een pervers systeem

Chinatown opent niet als een politieke paranoia thriller maar als een mysterieus misdaadverhaal waarin een cynische privédetective gespecialiseerd in echtscheidingen langzaam een web van politieke en individuele corruptie en perversie blootlegt. Verbazing en verontwaardiging leiden daarbij tot engagement. J.J. Gittes (Jack Nicholson) is een speurder die een fysieke en mentale prijs betaalt voor zijn zoektocht en groeiende betrokkenheid, Evelyn Mulwray (Faye Dunaway) een femme fatale die de sporen blijkt te dragen van mannelijk misbruik en Noah Cross (John Huston) de verpersoonlijking van absolute macht en kwaadaardigheid.

Opmerkelijk is dat Roman Polanski niet enkel ambigue portretten schetst maar vooral het systeem als pervers toont. De Amerikaanse droom blijkt innig verbonden met misdaad, de verovering van onontgonnen terreinen (hier onvruchtbare gronden die geïrrigeerd worden, een Bijbelse link) met diefstal (water gestolen van boeren levert landontwikkelaar Noah Cross woekerwinsten op) en de wet van de sterkste impliceert ook (seksueel) misbruik. Het kwaad is politiek, seksueel, moreel en metafysisch. Zowel alomtegenwoordig als onverwoestbaar. Niets aan te doen is de conclusie. “Forget it, Jake,” zegt Gittes compagnon Walsh, “It’s Chinatown.”

Portret romanauteur Sam Wasson © Gary Copeland

Het verhaal van een cultfilm

Sociaal historicus Sam Wasson is thuis in Los Angeles en kende al succes met op de scheidingslijn van roman en historische studie balancerende werken over de droomfabriek als 5 A.M.: Audrey Hepburn, Breakfast at Tiffany’s, and the Dawn of the Modern Woman (2010),  Paul on Mazursky (2011) en Fosse (2013). Met The Big Goodbye (2020), een verwijzing naar Raymond Chandlers door Robert Altman in 1973 verfilmde The Long Goodbye , combineert hij speurdersroman en biografie in een eigenzinnige making-of van Chinatown.

Wasson focust op vier kleurrijke figuren: hoofdacteur en drijvende kracht achter de schermen Jack Nicholson, scenarist Robert Towne, producent Robert Evans en regisseur Roman Polanski. Parallel, en verstrengelend, schetst hij hoe hun traject de ontstaansgeschiedenis van Chinatown tekent. Alleen Evans en Polanski werkten mee en dat heeft zo zijn gevolgen. Het beeld van de betrokkenen is daardoor vaak wat vertekend (zeker omdat de andere twee door getuigen die betrokken partij zijn niet altijd in het meest gunstige daglicht gesteld worden) maar de auteur legt wel dingen bloot. Zo suggereert hij dat de ongelukkige jeugd van de betrokkenen zijn invloed had op de donkere toon van de film. Daar zit zeker waarheid in want Polanski’s ervaringen in het getto van Warschau en de moord op Sharon Tate versterkten zijn aversie voor happy endings. Vandaar dan niet de misdadiger maar het slachtoffer ‘bestraft’ wordt. “Beautiful blondes die in Los Angeles” onderstreepte Polanski, “Sharon did.” Towne bond in een koos voor een donker en tragisch slot.

Chinatown: Regisseur en acteur Roman Polanski.

Einde van het gouden tijdperk

De karakterschets van Robert Towne (toch scenarioschrijver van The Godfather, Shampoo, The Last Detail), die zijn mede-scenarist Edward Taylor graag in de schaduw hield, is ontluisterend en ook de donkere kant van Roman Polanski blijft niet uit beeld. Maar Wasson blinkt vooral uit in het belichten van de ontstaansgeschiedenis van Chinatown. Met eerst de research – waarbij Towne’s toenmalige partner Julia Payne een centrale rol krijgt toebedeeld (ze ontdekte Carey Williams boek Southern California: An Island on the Land dat samen met de tragedie van Owens Valley voor de achtergrond zorgde) – en daarna de discussies en de turbulente samenwerking tussen Towne, Evans, Nicholson en Polanski.

Sam Wasson schetst Chinatown als een passieproject van Robert Towne (‘The Picture Business’ was zijn eerste titel, zelf regisseren de ambitie) dat overleefde dankzij de onverzettelijkheid van zowel Robert Evans als Jack Nicholson maar vooral door de inbreng van Roman Polanski die het noir verhaal omtoverde in een tragedie waarin iedereen verliest. Al geeft hij toe dat het Towne was die duidelijk maakte aan Evans dat ‘Chinatown’ geen exotische plek was maar “een geestesgesteldheid, een mentaliteit, een gevoel en een bewustzijnstoestand die bijna onmogelijk te onderscheiden is van verblinding.” Niet toevallig zou de titel op de filmaffiche tussen haakjes worden geplaatst.

Chinatown: John Huston en Jack Nicholson.

Chinatown state of mind

Robert Towne linkte een mysterie (het verhaal van het ‘gestolen water’) aan een dieper geheim (een moeder die ook zus is) maar het was Polanski die duidelijk maakte hoe de verstrengeling en overgang diende te gebeuren. Uitgangspunt was de misdaad die de motor van het verhaal was. “Wanneer een misdaad niet in het verleden kan blijven,” stelde Towne, “wanneer de misdaad zo ernstig is dat hij later boven water komt, is het geen misdaad meer; dan wordt het een zonde en is het moeilijk te bestraffen.” En aanvullend: “Er zijn misdaden waar men voor gestraft wordt en er zijn misdaden waar de samenleving niet geschikt is om ze te bestraffen, daarom beloont men de misdadigers.”

De scenarist wou de misdaad en de zonde bestraffen maar Polanski weigerde. Chinatown biedt uiteindelijk geen hoop, oplossing of bestraffing terwijl een dromerige kraan scène begeleid door melancholische muziek ook het klassieke Hollywood ten graven lijkt te dragen. “Elke film condenseert de ervaringen die ik beleefd heb,” zegt Polanski, “je absorbeert wat je doormaakt, assimileert alles en je neemt dan een beslissing.” De gruwel waar de Poolse regisseur getuige en slachtoffer was van geweest leidde tot een sombere kijk op de mensheid. Polanski deelt de conclusie van Noah Cross: “You see, Mr. Gittes, most people never have to face the fact that at the right time and the right place, they’re capable of ANYTHING.

Chinatown: De antiheld en de femme fatale.

Eenzame helden

Daar waar de meeste Amerikaanse jaren zeventig films de met geweld gepaard gaande ineenstorting van waarden en de samenleving tegelijk toejuichen en betreuren is er in Chinatown geen spoor van die euforie en melancholie te bekennen. Sam Wasson benadrukt in The Big Goodbye terecht dat hier de hand van Roman Polanski duidelijk werd. Wij zouden daar de eenzaamheid die zoveel noir helden kenmerkt aan toe willen voegen. Op de vraag “Are you alone?” antwoordt de speurder niet toevallig “Isn’t everybody?” Existentiële tragiek.

Voor Polanski geen reden om pathos en sentiment te serveren. De filmmaker houdt het bij een nuchtere vaststelling. De hel op aarde is voor hem een realiteit, geen doembeeld, metafoor of dystopie. Pijnlijk, traumatisch en uitzichtloos. Maar vooral de realiteit. De eenzame antiheld van Chinatown, J.J. Gittes, eindigt verslagen en monddood gemaakt. Heel on-Amerikaans. De kracht van Chinatown is zijn ambivalentie, het vermogen van de film om de droomfabriek tegelijk te ondergraven en  reconstrueren, de droom en de nachtmerrie te fusioneren. Door het klassieke Hollywood en New Hollywood samen te brengen creëerde Polanski een seventies film die een tijdloos meesterwerk zou blijken te zijn. Een film die je kan blijven herbekijken. Of waar je kan blijven over lezen.

IVO DE KOCK

Sam Wasson, The Big Goodbye – Chinatown and the Last Years of Hollywood, New York, Flatiron Books, 2020,  416 pag. (Amerikaanse versie);

Sam Wasson, The Big Goodbye – Chinatown et les dernières années d’Hollywood, Parijs, Carlotta, 2021,  362 pag. (Franse versie);

CHINATOWN van Roman Polanski. USA 1974, 130’. Met Jack Nicholson, Faye Dunaway, John Huston. Perry Lopez, John Hillerman, Diane Ladd. Scenario Robert Towne & Roman Polanski. Muziek Jerry Goldsmith. Fotografie John A. Alonzo. Montage Sam O’Steen. Distributie dvd Paramount.

Filmaffiche “Chinatown”