Émile Zola: De zoektocht naar het ultieme meesterwerk

aug 18, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actueel, boek, nieuws, portret  //  No Comments
Emile Zola

Émile Zola stierf in 1902 maar blijft, samen met Honoré de Balzac en Victor Hugo, zowat de meest prominente romanschrijver uit de Franse literaire geschiedenis. Hij werd onsterfelijk dankzij het manifest ‘J’accuse…!’ maar vooral ook door zijn monumentale twintigdelige romanserie ‘Les Rougon-Macquart’. Een deel daarvan, ‘Het meesterwerk’, werd in een nieuwe vertaling uitgegeven. Het blijft een meesterlijke bespiegeling over de kracht en valkuilen van kunst, over hoe een mislukte zoektocht naar artistieke perfectie duidelijk maakt dat een meesterwerk ongrijpbaar blijft.

“Ik wil niet gelukkig zijn, ik wil schilderen” zegt de protagonist van Het meesterwerk wanneer hij na een jarenlange queeste naar perfectie toegeeft aan zijn muze en geliefde dat ‘levensvreugde’ en ‘samen leven’ geen streefdoelen zijn. Dat leidt bij haar tot een bittere conclusie: “Het zal je een zorg zijn dat het mijn dood wordt, hè, of dat het jouw dood wordt, dat we allebei ten onder gaan in het bloed en de tranen die we ervoor hebben vergoten… Voor jou bestaat alleen de kunst, die almachtige, wrede godin die ons met haar bliksem treft en voor jij in aanbidding op de knieën gaat. Zij kan ons vernietigen, zij is de meesteres, en nog zul je haar dankbaar zijn.”

Emile Zola

Een magistrale mislukking

Het meesterwerk werd door uitgeverij Oevers via een nieuwe, hedendaagse vertaling (van Lidewij van den Berg en Marijke Scholts) en een nawoord van Marjolein van Tooren in een fris jasje gestoken maar het blijft vooral een tijdloos en universeel… meesterwerk! Het portret van een falende kunstenaar, een gedreven creatieve geest die ontdekt hoe dun de grens tussen meesterwerk en mislukking is. Of zoals Émile Zola (1840-1902) het zelf omschreef: “Met Claude Lantier wil ik het gevecht van de artiest tegen de natuur schilderen, de inspanningen van het scheppen van een kunstwerk, inspanningen die met bloed en tranen gepaard gaan om leven te scheppen: steeds weer strijden met het ware, en steeds weer verslagen worden, het gevecht met de engel.”

Franse schrijvers zijn, in tegenstelling tot hun Britse en Amerikaanse tegenhangers, geen echte verhalenvertellers. Zelfs Honoré de Balzacs onvolprezen ‘Comédie Humaine’, een groep werken waarin Zola’s favoriete schrijver (met Gustave Flaubert) de Franse post-Napoleon maatschappij schetst, onderscheidt zich veeleer door de fijne karaktertekening dan door een krachtige verhaallijn. Dat geldt ook voor het werk van Zola. Voor J’accuse…!, Madame Sourdis en Thérèse Raquin maar ook voor de cyclus Les Rougon-Macquart, een twintigdelige serie waarin Zola het leven tijdens het Tweede Franse Keizerrijk (1852-1870) wilde evoceren via het portret van verschillende leden van dezelfde familie (en vijf generaties) en de diverse sectoren van de samenleving waarin zij zich bewogen. Ook deel veertien van de ambitieuze cyclus, Het meesterwerk, houdt de samenleving een spiegel voor en is vooral een milieuschets en een tijdsbeeld.

We maken kennis met een groep kunstenaars en hun vrienden, vrouwen en vriendinnen. De verteller en tegelijk ook het morele centrum van de roman is Pierre Sandoz, een integere schrijver die werkt aan een groots literair project en duidelijk het alter ego van Zola is. Centrale figuur is Claude Lantier, een begenadigd maar niet alom gewaardeerd schilder die steevast geweigerd wordt door het jaarlijkse officiële Parijs salon (en dan maar zijn toevlucht zoekt tot het in aanpalende zalen georganiseerde Salon des Refusés) en continu worstelt met zijn drang naar perfectie en zijn droom om het ultieme meesterwerk te maken. Rond hem cirkelen naast zijn echtgenote en model Christine ook de opportunistische journalist Jory en modeschilder Pierre Fagerolles, een volgeling die succes kent in mondain Parijs met een meer ‘aanvaardbare’ variant van Lantiers stijl.

Zola geschilderd door Manet

Verontrustende vernieuwing

Enig doemdenken en determinisme is Zola niet vreemd. Hij schetst Lantier als een kunstenaar die als zoon van een alcoholistische moeder en kleinkind van een krankzinnige oma gedoemd is om niet enkel zijn artistieke strijd maar ook zijn levensgeluk te verliezen. Zijn levenswerk komt nooit definitief uit de verf, zijn verwaarloosd zoontje sterft een tragische dood, zijn vrienden laten hem vallen, zijn huwelijk loopt slecht af en uiteindelijk ziet hij een stevig als zijn enige uitweg. Het lot blijkt sterker dan alle passie, gedrevenheid en liefde. Sandoz legt de vinger op de wonde: “Ongetwijfeld heeft hij fysiek geleden, verteerd door die te pijnlijke genialiteit, drie gram te weinig of drie gram te veel, zoals hij zei, wanneer hij zijn ouders ervan beschuldigde dat ze hem zo vreemd hadden geschapen.”

Maar samen met Sandoz wijst Zola ook naar de maatschappij als oorzaak voor de roemloze ondergang van de artiest die ageerde tegen de ‘officiële kunst’: “Zijn kwaal zat niet alleen in hem, hij was het slachtoffer van zijn tijd. Ja, onze generatie zat tot aan haar middel in de romantiek, en daar zijn we van doordrenkt gebleven, en ook al schrobben we ons schoon, dompelen we ons onder in de harde realiteit, die vlek blijft, geen wasmiddel ter wereld krijgt die geur eruit.” Naast die loodzware erfenis van de romantiek blijkt ook angst voor vernieuwing en revolutionaire verandering een rol te spelen in de ‘mislukking’ van de schilder. Zijn compromisloos realisme, naturalisme wordt eerst uitgespuwd en pas vele jaren later omarmd door het kunstmilieu.

Zola

Het universum van Zola

Zola schetst in Het meesterwerk op meesterlijke wijze een hem vertrouwde wereld. Het mondaine Parijs van kunstenaars en journalisten was immers ook zijn leefwereld. Compleet met de wekelijkse bijeenkomsten van een vriendengroep, de soms gespannen relatie tussen schrijvers en schilders en het verzet tegen een verlammende academische wereld. Voor zijn protagonist baseerde hij zich vooral op zijn jeugdvriend Paul Cézanne (ze zaten samen op de schoolbanken in Aix-en-Provence). Geen klein beetje zelfs en de schilder, aan wie Zola altijd als eerste nieuw werk liet lezen, was woedend toen hij ontdekte dat hij werd geportretteerd als een mislukt kunstenaar met demonen (faalangst, perfectionisme) die hij helaas herkende. Zeker omdat het waarheidsgetrouwe verschil tussen de gefaalde artiest en de ‘succesvolle schrijver’ zout in de wonde strooide. De vriendschap van de verwante zielen verwaterde erdoor.

Dat is pijnlijk maar Zola (die weigerde Het meesterwerk als een sleutelroman te zien) schetst wel een boeiend beeld van het leven en het werk in impressionistische kringen. Ook al schrikt hij niet terug van clichés zoals de romantische tegenstelling tussen platteland en (groot)stad, het beeld van het in armoede levende artistieke genie zoals dat wel vaker in kunstenaarsromans opduikt en de vrouw van vlees en bloed die niet op kan tornen tegen haar imaginaire rivale. Maar via Lantiers controversiële schilderij verwijst de schrijver ook subtiel naar ‘Le Déjeuner sur l’herbe’ van Édouard Manet (die overigens ook een mooi portret van een werkende Zola schilderde) en het revolutionaire gebruik van licht, kleur en naakt in dat werk.

Terwijl het gigantische 8 bij 5 meter schilderij dat Lantier maar niet rond krijgt – met een naakte vrouw op een boot midden de Seine aan het Île de la Cité – ook een einde van een tijdperk gevoel uitstraalde. Zola’s heldere kijk op dit Parijse universum is ook heel visionair. De kunstwereld staat voor transformaties maar ook de oude stad dreigt te verdwijnen. Via de aanleg van grote boulevards (en de verwoesting van vele kleine huizen) veranderde onder impuls van architect en baron Haussmann het middeleeuwse centrum van Parijs van aanzicht. De weg naar de ‘lichtstad’ lag open.

Le Déjeuner sur l’herbe van Edouard Manet

Immersieve ervaring

Het is genieten geblazen van Zola’s liefdevolle, gedetailleerde beschrijvingen van Parijs maar ook van de lyrische dialogen, de complexe karakterschetsen en de satirische kijk op het mondaine kunstenaarsmilieu. Het meesterwerk is een beklijvende duik in de geest van de kunstenaar – schrijver èn schilder – waardoor we zien hoe kunst ontstaat, hoe een werk tot leven komt en hoe een artiest zichzelf en zijn samenleving een spiegel voorhoudt. Maar ook hoe emoties en ervaringen vaak enkel geuit (kunnen) worden via kunst. Zo leidt de onmogelijk te verwerken tragische dood van het kind dat moest wijken voor zijn vaders artistieke werk tot “een meesterwerk van helderheid en kracht, maar ook van een onmetelijke triestheid, het einde van alles, het leven dat uitdoofde met de dood van dit kind.”

We maken dankzij Het meesterwerk kennis met een milieu en proeven een tijdsgeest maar zoeven af en toe ook met een tijdmachine naar het heden. Via Lantiers klaagzang dat zijn generatie schilders hard moest knokken voor een doorbraak “terwijl tegenwoordig de eerste de beste pedante kwast die een poppetje kan tekenen de trompetten van de publiciteit al laat schallen. (…) Een kakofonie tot in alle uithoeken van Frankrijk, plotselinge roem, in één nacht opgekomen, pats-boem, te midden van het volk dat met open mond toekijkt.” Klinkt vertrouwd.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 1 september 2020)

Émile Zola, Het meesterwerk, Uitgeverij Oevers, Zaandam, 2020, 470 pag., oorspronkelijke titel L’Oeuvre, Charpentier 1886.

Leave a comment