Otto Premingers Angel Face: Een donkere, lyrische nachtmerrie

okt 25, 2019   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, film, film noir, genre, regisseur  //  Reacties uitgeschakeld voor Otto Premingers Angel Face: Een donkere, lyrische nachtmerrie
Angel Face

Met het donkere melodrama Angel Face uit 1952 sloot Otto Preminger een briljante 8 jaar durende film noir cyclus af die begon met zijn meesterwerk Laura. De laatste film die de regisseur maakte voor hij onafhankelijk producent werd, is zowat zijn meest enigmatische lyrische nachtmerrie.

Angel Face

“Dat kleine kreng moet niet denken dat zij er zo gemakkelijk van af komt. Ik zal mij wreken en u moet me hierbij helpen. (Fox-baas) Darryl Zanuck heeft me gezegd dat ik op u kon rekenen. U schijnt de enige regisseur te zijn die deze deadline kan halen”. Met deze speech, zo lezen we in de autobiografie van Otto Preminger, trachtte Howard Hughes de regisseur te overhalen om hem (en R.K.O.) te helpen bij zijn vete met actrice Jean Simmons.

Preminger zegde toe, op voorwaarde dat het script werd herschreven onder een andere titel, en klaarde de klus in 18 dagen. “Jean Simmons bleek een waar plezier om mee te werken” aldus Preminger en de wraakoefening leverde een sublieme film noir op die perfect aansluit bij de cyclus: Laura, Fallen Angel, Whirlpool, Where the Sidewalk Ends en The 13th Letter.

Angel Face

Angel Face is een somber, melodramatisch moordmysterie dat suspense voor sfeer ruilt. Spanning ontstaat immers uit de perverse romantiek die de personages, en het ondergeschikte verhaal, in zijn greep houdt. Simmons schittert, in haar beste rol voor Elmer Gantry, als jonge vrouw wiens enigmatisch gedrag en engelachtig gezicht (lees: masker) twijfel zaait. Is ze heilig of duivels? Diana Treymane, een rijke erfgename die haar vader vereert en haar stiefmoeder verafschuwt, evolueert snel van kindvrouw tot femme fatale. Ze vangt ambulancier Frank Jessup, die ze bij haar thuis ontmoet na een als ongeval vermomde moordpoging, in haar web, en sleurt hem mee in een gewelddadige helletocht. Als privé-chauffeur van de familie geraakt Frank betrokken in een faliekant aflopend moordplan.

“Dat was geïnspireerd op een persoonlijke ervaring”, vertelde Preminger aan Peter Bogdanovich, “ik ben een slechte chauffeur en vertrok ooit zelf aan een verkeerslicht in achteruit”. Het geënsceneerde ongeval draait rond een in ‘achteruit’ geschakelde versnelling die maakt dat de wagen bij het starten het ravijn induikt. Maar ook haar geliefde vader Charles komt daarbij om het leven en zo verliest Diana de persoon die ze net voor zich alleen wou.

Angel Face

Waarna ze haar obsessie overdraagt op haar geliefde die ze meesleept in de waanzin. Wanneer het in functien van een proces opgezet huwelijk van Diana en Frank betekenisloos blijkt, en Frank terugwil naar zijn ex-vriendin Mary (“You’re a pretty nice guy, for a girl”, moet hij vaststellen), gaat Diana ver om hun band een eeuwig karakter te geven. Haar obsessieve passie leidt tot een extreme conclusie waarin liefde en moord samenvallen.

Angel Face is een moderne Griekse tragedie met de vertrouwde Preminger-heldin; een godin van de jacht gedreven tot immoreel gedrag door driften die ze niet kan begrijpen of controleren. In deze lyrische nachtmerrie veroorzaakt Diana de dood van vier mensen, onder wie zichzelf, omwille van een obsessieve liefde voor haar vader. De freudiaanse motieven zijn overduidelijk maar Preminger wil de onbewuste verlangens niet verklaren. Geen symbolische dromen hier, héél de film is een werkelijkheid geworden nachtmerrie.

Angel Face

Preminger legt zich toe op het zichtbaar maken van de verwarring. We zien Diana rondzwerven in een groot leeg huis, piano spelen in een donkere kamer, van een klif in de diepte turen. Met wijdopen, onbegrijpende ogen. Starend in de leegte. Treurend. Om de verspilling van een leven en een passie. De femme fatale is even opnieuw een kindvrouw. Waarna haar (auto)destructief gedrag terugkeert. De vrouw is bij Preminger altijd een mysterie, maar in Angel Face blijkt ze bedrieglijke schijn.

Een projectie die meer zegt over de kijker dan over het beeld. Frank denkt alles onder controle te hebben, maar de kaakslag waarmee hij Diana wil kalmeren keert zich tegen hem. Zijn vrijheid is illusoir, Diana domineert met haar wil (een Wille zur Liebe). Logica maakt plaats voor een delirium dat leidt tot een collectieve ondergang. Via dit verhaal van een vrouw die mannen wil bezitten (vader) en controleren (geliefde) filosofeert Otto Preminger ook over (film)kunst. Het dirigeren van mensen en ensceneren van acties wijst op mise-en-scène. Het geënsceneerde gevangenishuwelijk is een film in de film. Eén waar achter manipulatie passie schuilgaat. Die van de metteur-en-scène. Zowel Otto de Beul als helse schoonheid Diana.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Filmmagie, n° 564, juni 2006)


ANGEL FACE/ reg. Otto Preminger / sce. Frank Nugent & Oscar Millard / fot. Harry Stradling / mon. Frederick Knudston / muz. Dimitri Tiomkin / act. Robert Mitchum (Frank Jessup), Jean Simmons (Diana Tremayne), Mona Freeman (Mary Wilton), Herbert Marshall (Charles Tremayne) / pro. Howard Hughes voor R.K.O. / USA / 1952 / 90’ / dis. Koninklijk Belgisch Filmarchief – Decentralisatie

Angel Face