Lewis Teague’s Cujo: Viscerale honden horror
Begin jaren ’80 stapelden de Stephen King verfilmingen zich op. Met The Shining, The Dead Zone en Christine zaten daar bepaald sterke films tussen maar King vond die niet beter dan Children of the Corn of Firestarter. Alleen de bescheiden maar efficiënte thriller Cujo vond genade in zijn ogen. De krachttoer van Lewis Teague krijgt nu een fraaie Blu-ray release.
Het verhaal van horrorthriller Cujo is eenvoudig. Een brave Sint-bernard hond wordt hondsdol na de beet van een vleermuis en terroriseert een overspelige moeder en haar zesjarige zoon wanneer ze met hun auto in panne vallen vlakbij de afgelegen garage van zijn eigenaar nabij Castle Rock, Maine. Donna en Tad worden gedwongen te vechten voor hun leven.
Dolle beste vriend
Lewis Teague zou later nog Cat’s Eye draaien maar Cujo was zijn eerste Stephen King adaptatie en oogt met zijn uiteenvallend gezin en monster dat vleesgeworden angst is, als een donkere versie van een Steven Spielberg film. Hoofdactrice Dee Wallace had net E.T. achter de rug en leverde volgens King “de beste vertolking van een van mijn personages.” Teague zelf zorgt er door een strak ritme voor dat de spanning te snijden is terwijl componist Charles Bernstein de nachtmerrie in lyriek drenkt en DoP Jan de Bont andermaal zijn talent om actie in beeld te brengen en te belichten onderstreept.
Parallel met John Carpenters Christine brengt de Franse distributeur Carlotta een fraai gerestaureerde en van extra’s voorziene Blu-ray van Cujo uit. Dat is eigenlijk wel gepast omdat de monsterlijke loebas wat in de vergetelheid was gesukkeld maar ook omdat de dolgedraaide hond en de possessieve rode auto even bezeten lijken. Overigens leek de productie wel behekst want producent Dan Blatt zag verschillende regisseurs en scenaristen de revue passeren en de opnamen bemoeilijkt worden door overdadige regenval en koppige honden.
“Toen ik het scenario las dacht ik, wow, dat is een tour de force rol voor een vrouw,” zegt hoofdactrice Dee Wallace, “bovendien was het een interessante tocht tussen angst en macht. Cujo gaat ook over de kracht van liefde en over wat een moeder bereid is te doen voor haar kind.” Het boek Cujo was even donker als Pet Sematary, het andere morbide dierenavontuur van King, maar de filmmakers kozen voor een minder sombere aanpak. Met name het deprimerende slot werd geschrapt.
Bewogen opnamen
“Ik heb het boek pas achteraf gelezen,” bekent Wallace, “toen ik bij het doornemen van het script kwam bij het moment waarop het kind gedood wordt dacht ik, ‘dat kan je niet maken nadat je het publiek zolang hebt meegenomen’. We vroegen de mening van Stephen King en die zei, ‘dood het kind niet, ik heb nooit zoveel verontwaardigde brieven gekregen als toen ik het kind doodde in Cujo’.” Daardoor blijft de film Cujo nog wel heftig maar haalt het happy end (compleet met gezinshereniging) de angel uit het tot dan verontrustende verhaal.
Wallace vertelt ook hoe regisseur Peter Medak (The Krays, Romeo is bleeding) werd ontslagen en vervangen door een “lieve en intelligente” Lewis Teague: “Medak wou me geen bh laten dragen terwijl alles in het verhaal rond moederschap draaide. Hij wou het seksuele aspect benadrukken, een seksueel point of view in de film brengen, maar daar had ik niet voor getekend. Ik deed mijn beklag bij de producent, die haast van zijn stoel viel, en Medak werd vervangen.”
De actrice trok de lijn van Spielbergs E.T. door: “Ik speelde opnieuw een beschermende moeder, het enige verschil is het genre. Sommigen willen dingen uitleggen aan het publiek, ik wil dat het publiek het voelt. Kijk naar de scène waar Tad roept ‘it’s amonster‘ en Donna zegt ‘It’s not a monster, it’s just a doggy.’ Op eenvoudige wijze geven we aan dat de eerste reactie van een moeder is om tegen haar zoon te zeggen ‘alles in onder controle’ ook al panikeert ze zelf. Cujo is mijn beste film. Ik ben zo ver gegaan als ik kon gaan, zo waarachtig mogelijk. Ik heb getracht om moederschap in ere te houden en Stephen King ook hoop ik.”
Volgens zijn biograaf Douglas E. Winter “begon King na haast gelijktijdig The Dead Zone en Charlie (verfilmd als Firestarter) geschreven te hebben aan zijn donkerste, meest verstikkende en intimistische boek, Cujo, geïnspireerd door een eigen ervaring. Het boek begint als een sprookje om ons onder te dompelen in een wereld van pijn, angst en gruwel. Met een tragisch slot in de vorm van de dood van een kind.”
Viscerale horror
Lewis Teague opent met puur visuele, viscerale scène waarin een grote hond hijgend achter een konijn jaagt in een veld, een opfladderende nest vleermuizen en een kermende gebeten hond die de aftocht blaast. Om later terug te keren als een brok agressie, een moordmachine op vier poten die moeder en zoon belaagt in hun aftandse Ford nadat ze hun fraaie woning met oceaanzicht verlaten hebben. Angst wordt paniek, dreiging een grommende aanval, terwijl glas breekt, de carrosserie ingedeukt en hulp uitgeschakeld wordt in een lang uitgesponnen overlevingsstrijd.
Dat de filmmakers zich lieten inspireren door het westerngenre voor de finale shoot out is evident, net als het feit dat de hele confrontatie een metafoor is voor de familiale crisis. Dat Cujo overtuigt heeft echter vooral te maken met het het feit dat Teague angstaanjagende animale kracht weet te suggereren zonder speciale effecten. In pre-digitale tijden slaagt hij er met rudimentaire maquillage, de hulp van een hondentrainer en eenvoudige camera trucs (beiden toegelicht in een making of) in om een hond met een hoog knuffelgehalte (gespeeld door vijf dieren) te veranderen in een gruwelijk monster.
Reële en denkbeeldige angst
“Ik was enthousiast omdat het boek alle ingrediënten van een goede horrorfilm heeft,” zegt Lewis Teague, “er zijn immers twee soorten angst: reële en imaginaire angst. De imaginaire angst van Donna is ouder worden en zich vervelen in het kleine dorpje. Haar man is bang voor hun financiële stabiliteit. De jongen, die de spanning en de stress bij zijn ouders ziet, begint monsters in de kast te verzinnen. Het echte gevaar, een Sint-bernard die hondsdol is geworden, brengt hen terug tot leven en de familie reconstrueert zichzelf. Dat vond ik een sterk idee.”
Daarom hield Teague het geweld op beperkt: “Cujo is geen bloederige, gore film. Alles draait om de spanning en de adrenaline die ontstaat via de blikken en reacties van moeder en zoon wanneer ze de hond zien aanvallen.” Doordat ze flippen wordt het gebeuren extra beangstigend. “I want my daddy” roept Tad. “Your daddy is not here” reageert Donna. Schrik, frustratie en woede verstrengelen.
“Sommige producenten waren bang dat zo’n uitval toeschouwers zou choqueren,” vertelt Wallace, “maar ik vroeg ze het publiek te vertrouwen, ‘wie ouder is weet dat je geduld kan verliezen’. Donna roept niet tegen Tad maar omdat ze hem niet kan beschermen. Elke ouder kan dit begrijpen.” Net als de nood aan catharsis. “We sloten af met een freeze frame van de omhelzing omdat het punt gemaakt was,” besluit Teague, “namelijk dat wanneer je geconfronteerd wordt met een levensbedreigend gevaar onze imaginaire angsten veel minder belangrijk lijken.”
IVO DE KOCK
CUJO: regie: Lewis Teague; USA – 1983 – 93′; met Dee Wallace, Daniel Hugh-Kelly, Danny Pintauro, Ed Lauter, Christopher Stone; extra’s commentaar Lee Gambin, interviews met Dee Wallace, Charles Bernstein & Teresa Ann Miller, making of documentaire; FILM: **** / EXTRA’S: ****; distributie: Carlotta.