Film Fest Gent 2019: Eviva urgente cinema!

sep 25, 2019   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Belgische cinema, filmfestivals, nieuws  //  No Comments
Les Misérables

Met de openingsfilm Les Misérables, het sociaalkritische drama dat dit jaar de Franse Oscarinzending wordt, zet Film Fest Gent de toon. Ook voor haar 46ste editie, die loopt van 8 tot 18 oktober, blijft het belangrijkste Belgische filmfestival inzetten op urgente cinema. Met maatschappijkritische films, een focus op werk dat radicalisering belicht en een retrospectieve van taboedoorbrekende Spaanse films wordt de traditie van de laatste jaren doorgetrokken. Als kers op de taart is er eerbetoon aan Spanje’s best bewaarde geheim: cultregisseur Agustí Villaronga.

Ghost Tropic

Door de volgspot te richten op muziek heeft Film Fest Gent nu al ettelijke jaren lang een stevige reputatie verworven in het internationale festival circuit. Met dank aan de World Soundtrack Awards waar dit jaar Marco Beltrami, Tamar-kali en Frédéric Devreese eregasten zijn en Krzysztof Penderecki een Lifetime Achievement Award ontvangt. Maar er zit nog meer muziek in Gent. Getuige het crossoverfestival VIDEODROOM en Hollywood Nightmares, de opvoering o.l.v. Dirk Brossé van een ‘best of horror scores.’

Paradepaard blijft de competitie met films die creatief gebruik maken van muziek. Blikvangers daar zijn o.m. Bas Devos’ derde film Ghost Tropic, de straffe animatieparel J’ai perdu mon corps (Jérémy Clapin), La Llorona van voormalig prijswinnaar Jayro Bustamante (Ixcanul), het langverwachte Muidhond van Rosie-cineaste Patrice Toye, Jessica Hausners Little Joe, Atlantique van de Frans-Senegalese regisseur Mati Diop en James Franco’s koortsdroom Zeroville.

The Barefoot Emperor

Radicalisering in beeld

Nieuw dit jaar is een Parcours met films die onderzoeken hoe hedendaagse films omgaan met radicalisering aan alle kanten van het politieke spectrum. Naast Ladj Ly’s Les Misérables koos Film Fest Gent voor heel verschillende maar steevast intrigerende films. Zoals The Barefoot Emperor, de politieke satire die Jessica Woodworth en Peter Brosens draaiden op het eiland van Tito als opvolger voor hun mockkumentary King of the Belgians. Daarnaast blijken nogal wat jongeren verstrengeld in een socio-politiek maalstroom: het Colombische Monos (Alejandro Landes) portretteert een dysfunctionele, paramilitair getrainde groep tieners, Luce (Julias Onah) een mysterieuze debater en Stupid Young Heart (Selma Vilhunen) een jongeman die terechtkomt bij extreemrechtse fundamentalisten.

Er worden veel te weinig intelligente politieke thrillers (een genre waarin de Amerikaanse cinema uitblonk in de jaren zeventig) gemaakt en The Report van Scott Z. Burns wil die lacune opvullen met het verhaal van een doofpotoperatie m.b.t. CIA-martelpraktijken. Sons of Denmark (Ulaa Salim) kiest daarbij voor een andere insteek: een jongeman beraamt een aanslag op een nationalistisch politicus als reactie op diens xenofoob discours. Terwijl in Let There Be Light (Marko Skop) een vader zijn zoon uit de wurggreep van een extreemrechtse vriendengroep wil halen.

While at War

In de documentaire Stieg Larsson – The Man Who Played With Fire toont Henrik Georgsson hoe de te vroeg gestorven auteur van de ‘Millennium’ trilogie de strijd tegen extreemrechts heel ernstig nam. Dat doet de Spaans Chileense cineast Alejandro Amenábar (Tesis, Abre los Ojos, The Others, Mar adentro) ook. De link tussen populisme en extreemrechts in Europa zette hem aan om via het verhaal van schrijver Miguel de Unamuno in waarschuwingsdrama While at War ook het Franco regime te fileren.

Spaanse subversie

Met de fascistische dictatuur van generaal Franco sluiten we naadloos aan bij de Spaanse naoorlogse cinema die zich ondanks pressie en repressie niet liet muilkorven. Via dubbele bodems, symboliek en metaforen rekenden cineasten af met zowel een verstikkend regime als de erfenis van de Spaanse Burgeroorlog. Film Fest Gent vertoont, met voormalig artistiek directeur Patrick Duynslaegher als curator, in een retrospectieve enkele markante subversieve films die seksuele, religieuze en politieke taboes doorbraken.

Viridiana

Uiteraard is Luis Buñuels provocerende godslastering Viridiana van de partij, maar ook de toonaangevende jaren 70 meesterwerken Ana y los lobos (Carlos Saura was nooit beter) en El espíritu de la colmena (Victor Erices wonderlijk meesterwerk). Verder kleven ook op El Diputado (Eloy de la Iglesia), Tesis (Alejandro Amenábar), Jamón Jamón (van Caniche-regisseur Bigas Luna) en Balada Triste de Trompeta (Alex de la Iglesia) het etiket ‘niet te missen’.

De recente Spaanse cinema blijft grotendeels onbekend in Vlaanderen. Op het werk van icoon Pedro Almodóvar na. Maar Spanje is meer dan Dolor y gloria, Volver en La mala educación. Daarom vertoont het festival werk van o.m. Albert Serra (Liberté), Jaime Rosales (Petra), Gabriel Velázquez (Zaniki), Caros Marques-Marcet (Els dies que vindram) en Isaki Lacuesta (Entre dues aigües).

Tras el cristal

Maar dé ontdekking van dit festival kan voor velen wel eens de als ‘onbekende’ grote regisseur uit de moderne Spaanse cinema omschreven Agustí Villaronga (1953) worden. Diens in 1986 erg omstreden psychologisch gruweldrama Tras el Cristal (over een voormalige nazi-dokter die zijn kwalijke experimenten niet kan loslaten) blijft ook nu nog schokkend en fascinerend maar El Nino de la Luna, El Mar, Pa Negre, El Rey de la Habana en Incerta Gloria moeten daar amper voor onderdoen.

Als Spaanse filmmaker van de post-Erice & Saura generatie is Villaronga niet zozeer bezig met de Burgeroorlog en het Francotijdperk zelf maar, rechtstreeks of als metafoor, met de impact van deze traumatische periode. “Wanneer een situatie een collectief trauma is voor een eerste of tweede generatie,” stelt Villaronga (die afzakt naar het festival), “blijft het nazinderen in volgende generaties.” Terwijl “de kindertijd een mythische tijd is in ons leven. Stukjes ervan blijven voorleven wanneer we volwassen zijn.” Niemand weet zoveel poëzie en intensiteit te puren uit traumatische wonderjaren als Agustí Villaronga. Een cineast voor het Spaanse pantheon en een must voor festivalgangers.

Ana y Los Lobos

Aanraders voor filmfans

Heel subjectief willen we een elftal films aanstippen waar we zelf naar uitkijken, met dank aan team FFG:

The Lighthouse van Robert Eggers. We zagen deze briljant barokke psychologische horrorprent over twee vuurtorenwachters die behoorlijk extreem uit de bocht gaan in Deauville waar het publiek verdeeld reageerde maar de film van de regisseur van The Witch wel een prijs kreeg. “Neem mijn film vooral niet te ernstig” raadde Eggers ons aan en dat willen we bij een tweede visie doen. Willem Dafoe en Robert Pattinson zijn overigens waanzinnig sterk.

Judy

Judy van Rupert Goold. Ook de conventionele maar wel gitzwarte biopic over een uitdovende en sporadische opflakkerende geboren ster Judy Garland konden we al bekijken maar van de Yellow Brick Road en het door Renée Zellweger (ja, Bridget Jones heeft een stem) verbijsterend sterk gebrachte ‘Somewhere over the Rainbow’ kunnen we niet genoeg krijgen. Vandaar.

La Llorona van Jayro Bustamente. Na Ixcanul en Tremblores verwachten we veel van deze film over een eeuwenoude Latijns-Amerikaanse legende, onlangs nog bedacht met een Hollywood bewerking (het conventionele maar niet onverdienstelijke The Curse of La Llorona van Michael Chaves). Bustamente heeft immers iets met magisch-realisme en dat is ideaal om de vloek van de ‘huilende vrouw’ in een wonderlijk drama te gieten.

Muidhond van Patrice Toye. Rosie, (N)iemand en Little Black Spiders konden ons bekoren, dus we kijken uit naar Toye’s adaptatie van de controversiële roman van Inge Schilperoord over de innerlijke strijd van een zedendelinquent met een verlangen naar jonge meisjes.

Cleo van Eva Cools. Dit drama over een zeventienjarig meisje dat haar ouders verloor tijdens een ongeval met vluchtmisdrijf en dit tracht te plaatsen zou met steun van Dirk Brossé wel eens kunnen uitgroeien tot debuut van het jaar.

The Dead don’t Die

The Dead Don’t Die van Jim Jarmusch. Indie meester Jarmusch (Stranger than paradise, Broken Flowers, Only Lovers Left Alive, Patterson) + zombies + humor + maatschappijkritiek + Adam Driver & Bill Murray + Tilda Swinton + Iggy Pop = een apocalyptische komedie die we niet willen missen.

Sorry We Missed You van Ken Loach. Van de Britse geëngageerde veteraan (I, Daniel Blake, It’s a free world…, The Wind That Shakes The Barley) willen we geen film missen, zeker niet wanneer die belooft de moordende werkdruk te fileren en andermaal sterke arbeidersportretten te schetsen.

What You Gonna Do When the World’s On Fire?

What You Gonna Do When The World’s On Fire van Robert Minervini. Als chroniqueur van de onderklasse in het Amerikaanse Zuiden is Minervini een buitenbeentje in Hollywood. Correctie, de regisseur van het meesterlijke Stop the pounding heart heeft geen uitstaans met de Amerikaanse filmindustrie. En deze zwart-wit documentaire over de zwarte bevolking van Louisiana belooft een mokerslag te serveren.

The Great Buster: A Celebration van Peter Bogdanovich. Van de grote komiek Buster Keaton krijgen we nooit genoeg en daarom willen we dit met liefde en vooral ook kennis van zaken samengesteld eerbetoon terugzien. De interviews van regisseur en voormalig criticus Bogdanovich (The Last Picture Show, Saint Jack, They All Laughed, Mask) zijn sterk maar vooral de clips van ‘The Great Stone Face’ zijn verrukkelijk. Voor jong en oud.

Sorry We Missed You

Leap of Faith: William Friedkin on The Exorcist & Memory: The Origins of Alien van Alexandre O. Philippe. Aangezien we de documentaire van Philippe over Ridley Scotts 40 jaar oude ruimte horrorfilm Alien meeslepend vonden, verwachten we veel van zijn filmisch essay over The Exorcist-regisseur William Friedkin (die ook aan bod komt in Friedkin Uncut van Francesco Zippel). Voer voor cinefielen. Die sowieso tijdens de 46ste editie van Film Fest Gent verwend worden.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 1 oktober 2019)

Cleo

Leave a comment