Deauville focust op ‘indies’ en ‘empowerment’

sep 16, 2019   //   by Ivo De Kock   //   actueel, filmfestivals, nieuws  //  No Comments
American Skin

De 45ste editie van het Normandische Deauville American Film Festival stond in het teken van onafhankelijke filmmakers en ‘empowerment’. Vrouwen boven met forse statements van Geena Davis, een pak vrouwelijke filmmakers én prijswinnaar Bull van Annie Silverstein.

The Peanut Butter Falcon

Met 45 jaar festival, 20 jaar competitie en over de planches van de Normandische badstad flanerende sterren zoals Johnny Depp, Geena Davis, Sienna Miller en Kristin Stewart was het feest in Deauville. Toch klonk Bruno Barde, directeur van het ‘Deauville American Film Festival’, weinig vrolijk toen hij betreurde dat “marketing het artistieke verdrongen heeft, de studio’s hebben enkel economische beweegredenen en respecteren festivals niet langer. Zelfs wanneer een cineast aanwezig wil zijn in Deauville beletten ze dat om exclusiviteit te bieden aan Toronto. Terwijl films moeten circuleren wanneer we de cinema willen beschermen. Die obsessie voor exclusiviteit is absurd en nefast.”

Waiting for the Barbarians

Wankel podium voor independents

Lang, lang geleden in een ander filmuniversum beleefden grote Hollywoodproducties hun Europese première in Deauville. Van Bond over Batman tot The Untouchables. Niets daarvan dit jaar. Naast films met distributieproblemen in eigen land zoals Nate Parkers American Skin en Woody Allens A Rainy Day in New York zorgden enkel arthouse films voor rode loper vertoningen. American Woman van Jake Scott, Charlie Says van Mary Harron, Music of My Life van Gurinder Chadha, Seberg van Benedict Andrews, Waiting for the Barbarians van Ciro Guerra en A Hidden Life van Terrence Malick.

Toen Deauville 20 jaar geleden naast hommages en premières een competitie oprichtte om Amerikaanse onafhankelijke filmmakers een podium te geven was het opzet een evenwicht te bereiken tussen ‘grote’ en ‘kleine’ films. Dat evenwicht is nu volledig zoek. Op zich nog geen ramp want ook dit jaar waren er met Skin (Guy Nattiv), Watch List (Ben Rekhi) en de prijswinnaars The Peanut Butter Falcon (Tyler Nilson & Michael Schwartz), Swallow (Carlo Mirabella-Davis), The Climb (Michael Angelo Covino), The Lighthouse (Robert Eggers) en Bull (Annie Silverstein) sterke en creatieve films te ontdekken. Alleen dreigen deze films onze zalen niet meer te halen waardoor Deauville evolueert tot een soort ‘direct to dvd and streaming‘ festival. Dat heeft alles te maken met de tanende populariteit van Amerikaanse onafhankelijke cinema én de vaak onrealistische tarieven van sales agents.

Geena Davis – This Changes Everything

Vrouwen boven

Deauville werd in zijn prille festivaljaren in eigen land “verheerlijking van Amerika” verweten en koesterde haar underdog statuut. Ook toen de term ‘cultuurimperialisme’ in de vergetelheid sukkelde hield het festival vast aan haar rebels imago. Het is geen toeval dat Woody Allen Deauville opende terwijl Juryvoorzitster Catherine Deneuve op het veilige Franse podium Roman Polanski mocht influisteren dat hij in Venetië bekroond was. Terwijl de geselecteerde onafhankelijke films de V.S. heel nadrukkelijk een spiegel voorhouden. Bovendien was, op een moment dat Venetië een andere koers uitzette, het bekronen van vrouwelijke sterren en het opnemen van een pak vrouwelijke filmmakers in de selectie een opvallend statement.

Thelma & Louise

Actrice en producente Geena Davis stelde This Changes Everything voor, een documentaire die de discriminatie van vrouwen door Hollywood stevig fileert, en brak tijdens een persconferentie een lans voor een female gaze in films én meer kansen voor vrouwen in de filmindustrie. Samen met Sandrine Brauer, de Franse producente en woordvoerster van het collectief ’50/50 pour 2020′. “Ik ben iemand met sterke overtuigingen die gelooft dat films een verschil kunnen maken,” zei Davis, “toen Thelma & Louise in 1991 uitkwam zei de pers dat de film alles zou veranderen en ik geloofde dat zelf ook. Er werden inderdaad nog films gemaakt met sterke en complexe vrouwelijke personages maar er veranderde niets fundamenteel. Om de zoveel jaar is er opnieuw een film, een Wonder Woman van Patty Jenkins bijvoorbeeld die mensen doet uitroepen ‘dit verandert alles’ maar telkens gebeurt er niets. Je moet dus vaststellen dat een film niet volstaat en dat het probleem elders ligt. In het systeem dat films maakt, in de structuren van de filmwereld die voorkomen dat er een meetbare significante verbetering optreedt. Want het pijnlijke feit blijft dat de zaken niet verbeteren, dat de films seksistisch blijven en vrouwelijke filmmakers tegen een glazen plafond botsen.”

Al zag Davis ook positieve zaken: “Door #MeToo en Time’s Up zijn dingen wel meer bespreekbaar geworden in de V.S.. Mensen zijn er ook meer mee bezig. Nu durft Gillian Armstrong te zeggen dat ze maar de helft van haar X-Files acteerpartner David Duchovny verdient waardoor het uiteindelijk werd rechtgetrokken. Dat was ongehoord tot nu toe. Ik en mijn collega’s werden geleerd om nooit te klagen, altijd braaf te zwijgen. Er zijn al zo weinig rollen voor vrouwen en ze vonden altijd wel iemand goedkoper en hongeriger om je te vervangen. Dus ‘hou je mond maar’ was het devies. Dat is nu anders. Eindelijk en gelukkig maar.”

Nate Parker

Een vurige filmmaker onder vuur

Een van de hoogtepunten van het festival was de vertoning van Nate Parkers bewust polariserende American Skin, een politiek drama dat het racisme en de geweldcultuur van Amerika uitvergroot. Parker gaat geen cliché maar ook geen argument uit de weg in dit verhaal van een zwarte vader die heel ‘blank’ reageert wanneer zijn zoon sterft door een politiekogel. Hij werd daarvoor in Venetië zwaar op de korrel genomen. In Deauville trachtte Parker tijdens een emotionele persconferentie zijn tranen te verbijten én weerwerk te bieden. “Mijn taak als filmmaker is de samenleving te weerspiegelen,” klonk het aanvankelijk koeltjes, “soms is dat een reflectie die mensen niet willen zien.”

American Skin

Toen verwezen werd naar het persoonlijke karakter van de aanvallen kreeg Parker het evenwel moeilijk: “Het kan me niet schelen wat ze van me denken, wat ze van me zeggen. Ik maak kunst voor de kinderen van mijn kinderen. Wanneer zij in hun tijd niet veiliger zijn dan ik nu ben, heb ik gefaald als mens, vader en filmmaker. Ik wil alleen nog films maken die deze urgentie weergeven.” Het leverde applaus op. Waarna de organisatoren wilden afsluiten. Dat was buiten Tarak Ben Ammar gerekend. De producent, zelf ooit slachtoffer van racisme, wou nog iets kwijt: “Ik ben er zeker van dat wanneer een blanke regisseur American Skin gemaakt had, de reacties nièt zo vijandig geweest waren. Zwarte filmmakers worden genadeloos aangepakt.” Maar ook, aansluitend bij Parkers verwijzing naar Sidney Lumets 12 Angry Men en Dog Dag Afternoon als inspiratiebronnen, “we zijn ver weg van de jaren zeventig toen kritische films als normaal golden.” Het is een van de uitspraken die, samen met de vertoonde ‘indies’, die deze feesteditie kleurden. De haat-liefde verhouding tussen Deauville en Hollywood blijft voor prikkelende (film)momenten zorgen.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij De Filmkrant)

The Lighthouse

Palmares Deauville American Film Festival:

Grote Prijs: BULL van Annie Silverstein

Prijs van de Jury ex aequo: THE CLIMB van Michael Angelo Covino & THE LIGHTHOUSE van Robert Eggers

Speciale Prijs van het 45ste festival: SWALLOW van Carlo Mirabella-Davis

Revelatie Prijs: BULL van Annie Silverstein

Prijs van de Kritiek: BULL van Annie Silverstein

Prijs van het Publiek: THE PEANUT BUTTER FALCON van Tyler Nilson & Michael Schwartz

Prijs van het 45ste Festival de Deauville: CUBAN NETWORK van Olivier Assayas

The Climb

Leave a comment