Richard Kelly: Southland Tales is mijn favoriete onbegrepen kind
Na een film die niemand begreep (Donnie Darko), een die velen uitspuwden (Southland Tales) en een die iedereen prompt vergat (The Box) groeide Richard Kelly uit tot een werkloze cultregisseur. “Ik wil geen nieuwe films maken voor alle elementen goed zitten” vertelde de bedenker van het apocalyptisch konijn Frank ons onlangs in Brussel.
Op 21 mei 2006 waren we getuige van de geboorte van een film maudit. Richard Kelly’s Southland Tales, de tweede film van een cineast die op 25-jarige leeftijd debuteerde met de cultfilm Donnie Darko, werd die zondag tijdens de persvoorstelling in Cannes uitgejouwd. Dat kwam de film niet te boven en na een op onverschilligheid onthaalde Twilight Zone-adaptatie The Box verdween ook de Amerikaanse scenarist-regisseur zelf geruisloos van het toneel. Geruchten waren er genoeg maar Kelly’s teller van gerealiseerde nieuwe projecten bleef tien jaar op nul staan.
In 2016 zette hij wèl mee zijn schouders onder een 4K-restauratie van Donnie Darko die een jaar later leidde naar Arrows Special Edition Blu-ray box met naast de bioscoopversie van zijn debuutfilm ook een director’s cut. Het enthousiasme van de fans creëerde een momentum dat resulteerde in de release van de volgens Kelly “niet definitieve maar alternatieve, remix versie”, deze zomer in Frankrijk en België. De regisseur zakte af naar Parijs en Brussel om ‘zijn’ publiek te ontmoeten en de hype een extra duwtje te geven.
De ervaring deed hem goed bleek bij de avant-première in een eivolle Cinéma Galeries (Koninginnegalerij Brussel) op 15 juni. “Het is leuk dat mijn in 2001 weinig succesvolle debuut nu zo’n cultstatus heeft, maar ik ben vooral blij te merken dat zoveel fans graag nadenken en discussiëren over een complexe, enigmatische film,” vertrouwde Kelly ons toe nadat we het Q&A podium verlieten, “dat ze een persoonlijke film meerdere keren willen zien om er telkens weer iets anders in te ontdekken vind ik helemaal te gek. Ik heb last van jet lag maar dat geeft niet. Wat ik hier en in Parijs beleefde geeft me genoeg energie om mijn eigen weg te blijven volgen.”
Het konijn en de tijdreiziger
“Waar gaat Donnie Darko over? Ik heb geen idee, althans geen bewust idee” liet acteur Jake Gyllenhaal zich ontvallen, “maar op een of andere manier heb ik het ergens altijd begrepen. Het meest verbazingwekkende aan het maken van deze film was voor mij dat niemand – ook de man uit wiens geest het ontsproten is – ooit een eenvoudig antwoord op de vraag had. En dat is waar de film eigenlijk over gaat. Op geen enkele vraag bestaat er een simpel, eenduidig antwoord.”
Wanneer een tiener met de allitererende naam van een superheld anno 1988 bezoek krijgt van zijn denkbeeldige vriend Frank, een bizarre man in een groot konijnenpak die hem in een droom vertelt dat de wereld zal vergaan over 28 dagen, 42 minuten en 12 seconden wordt duidelijk dat er iets scheelt. Gaat het om een menselijke geest die ontspoord is of een tijd-ruimte continuüm dat verstoord is? En wat met de mysterieuze vliegtuigmotor die miraculeus op Donnie’s kamer belandt? Welke rol spelen Grandma Death en een boek over tijdreizen?
In Brussel vertelt Kelly dat verschillende verklaringen valabel zijn, dat mensen die onaangepast en bizar zijn hem boeien en het script in een stream of consciousness werd geschreven: “Ik was 23, pas afgestudeerd en werkte ’s nachts in een postproductiebedrijf van muziekvideo’s waar ik o.m. Madonna en Jennifer Lopez van cappuccino’s en pizza’s voorzag en tussendoor mijn kortfilm Visceral Matters monteerde. Ondanks mijn USC School of Cinematic Arts diploma had ik een scenario nodig om duidelijk te maken dat ik ook een langspeelfilm aankon. Daarom schreef ik in een koortsachtige energieuitbarsting van zo’n 28 dagen een draft die mijn productiepartner Sean McKittrick van 150 tot 120 pagina’s inkortte.”
Kelly vertrok daarbij van een jeugdherinnering, “het krantenverhaal van een ijsblok die loskwam van een vliegtuig en zich in een woning boorde. De kamer van een teenager werd vernietigd maar gelukkig was hij er niet. Als tiener vroeg ik me af wat de impact op mij zou zijn geweest. In mijn verbeelding werd de ijsblok een motor van een onvindbaar vliegtuig en trachtte de jongen het mysterie te ontrafelen.”
Producenten vonden het aanvankelijk een te geschift en ambitieus script en Kelly begon driftig aan een zwarte komedie over mislukte acteurs genaamd Southland Tales. Het enthousiasme voor Donnie Darko groeide “al trachtte men me te overtuigen de regie aan iemand anders te laten. Doordat ik absoluut zelf wou regisseren sleepte het aan tot de na Rushmore populaire acteur Jason Schwartzman toehapte. Producente Nancy Juvonen wou me plots ontmoeten, Drew Barrymore werd producente en actrice voor de rol van onderwijzeres en we verzamelden een budget van 4,5 miljoen dollar. Jasons oom Francis Coppola bood extra financiering maar pas in 2001 en omwille van Drews werkschema moesten we in de zomer van 2000 draaien. Daardoor diende Jason af te haken en ging de rol van Donnie naar Jake Gyllenhaal. Het budget bleef beperkt.”
Dat belette niet dat Kelly, met dank aan DOP Steven Poster, pareltjes filmde zoals een verbluffende scène in Donnie’s school die met vloeiende steadicam bewegingen en wisselende opnamesnelheden de personages in een onwerkelijke sfeer dompelt en met elkaar verbindt. “Je moet lef hebben, de sprong wagen,” aldus Kelly, “het geeft je ballen, een gevoel van moed.” Resultaat was een naar teen spirit ruikende film gedreven door de opwinding, pijn en onzekerheden van adolescentie voortvloeiend uit spanningen met ouders, amoureuze afwijzingen en opspelende hormonen.
Al dreigde het slecht af te lopen toen Kelly de openingsbeelden van de ’s ochtends in foetushouding op een bergweg liggende Donnie opnam. “Die scène was de eerste die we draaiden,” aldus Kelly “we waren daar op die bergweg in het Los Angeles National Forest om 3 uur ’s morgens om de steadycam klaar te maken, de weg vrij te houden, het materiaal uit beeld te plaatsen voor het panorama shot en de scène te repeteren met Jake. De zon komt op en na de eerste ‘actie’ in mijn carrière roep ik in mijn opwinding en enthousiasme een tweede keer ‘action‘ wanneer ik ‘cut‘ bedoel. De crew proestte het uit.”
Erger nog, achteraf bleek dat het beeld beefde omdat de steadycam bediener zijn camera fout gekalibreerd had. Gelukkig maakte de verzekering nieuwe opnamen mogelijk. “Ik begreep meteen dat je als filmmaker niet alles kan plannen en controleren,” zegt Kelly, “bij The Box liep het ook fout tijdens de eerste twee complexe opnamedagen in de Boston Public Library. Omdat mijn digital technician vergat een stekker in te steken werd er niets opgenomen. Dat zijn hartbrekende momenten waar je vreest iets kwijt te zijn dat je nooit kan recupereren. Gelukkig viel het ook daar mee.”
Box office flop en cult revival
Verder herinnert Kelly zich de opnameperiode van Donnie Darko (2001) als “intens, slopend en vreugdevol” en “lichtjes beangstigend omdat ik besefte dat ik geen tweede kans zou krijgen om mijn stempel te drukken als regisseur. Ik gaf alles.” Zijn beloning was een selectie voor het Sundance Filmfestival maar “de vertoning was rampzalig en niemand wou de film kopen. Een direct-naar-dvd einde dreigde. Gelukkig wist Christopher Nolan Newmarket Films te overtuigen om de Amerikaanse distributie op zich te nemen. We creëerden een zeker momentum met 26 oktober 2001 als releasedatum en 58 schermen in 6 steden. Maar dan kwam 9/11 en mensen gingen alleen nog naar de bioscoop voor escapisme.”
Daar hoorden een vliegtuigmotor die zich in een huis boort en een ingewikkelde film niet bij. “We haalden amper 500.000 dollar maar er was wel een kleine groep enthousiastelingen die voor word of mouth zorgden,” aldus Kelly, “daardoor sloeg bij de dvd release de film wèl aan zodat we toch nog winst maakten.” Ondertussen sukkelde hij wel in een depressie: “Ik was blij dat mijn eerste film er was maar vreesde dat het mijn laatste zou zijn. De angst voor het uitbarsten van een Derde Wereldoorlog hield me in zijn greep en zorgde ervoor dat ik mijn Southland Tales scenario een apocalyptische draai gaf.” Maar de samenwerking met Tony Scott voor het prettig gestoorde Domino (2005) en de cultstatus van Donnie Darko hielpen hem er bovenop.
Volgens Kelly was de herwaardering van zijn debuut te wijten aan “de emotionele connectie die ontstond door de look en sfeer” en “het cryptische verhaal dat veel interpretaties toelaat. De mythes verstrengeld in de film fascineerden en door via een website het concept van tijdreizen toe te voegen versterkten we de raadselachtigheid.” Die site werd een hub waar fans ideeën uitwisselden en hun enthousiasme zette Kelly koppig door te zetten: “Elk kunstwerk ontstaat uit angst voor de dood en een verlangen naar liefde en erkenning. Voor mij vormen roem en geld geen motivatie, films maken zie ik als een spirituele zoektocht. Ik hoop dat mijn films mensen gelukkig maken en hen doen nadenken. Ik wil niet zozeer filmmaker zijn maar films maken die ik absoluut moet maken. Films die mijn films zijn, met dingen die uit mijn fantasie en ervaringen komen.”
De meer zakelijke studio begreep dat de geek interesse in tijdreizen de kans bood een geflopte film opnieuw tot leven te wekken. Kelly mocht in 2004 een director’s cut ontwikkelen: “Wanneer Donnie het boek leest, leest het publiek mee met hem en ziet het wat hij ervaart. Ik wist dat het een radicaal andere film zou opleveren maar eentje die kan coëxisteren met de bestaande film. Het was nooit de bedoeling om de bioscoopversie te vervangen. De director’s cut is een alternatieve versie die je kan ervaren wanneer je open staat voor andere interpretaties. Ofwel is Donnie ervan overtuigd dat het allemaal een droom was, ofwel heeft hij echt iets ervaren. Mogelijk stuitte hij op iets zo ver verwijderd van ons begrip dat hij besefte niet langer te kunnen leven. Het moest verwarrend en verontrustend blijven, maar ik wou dit grote verhaal met zijn grote ideeën verbinden met iets archetypisch zoals zelfopoffering en, via mijn tijdreisboek The Philosophy of Time Travel, met het idee van een deus ex machina.”
Wanneer tijdens de zomer van 2019 de 4K restauratie van Donnie Darko een nieuwe release krijgt in Frankrijk en België gebeurt dat met beide versies. “Ik ben over geen van de twee versies tevreden,” bekent Kelly, “toen we in 2004 de director’s cut afronden stonden veel visuele effecten, vooral naar het einde van de film, nog niet op punt. Beide versies hebben hun kwaliteiten. De theatrical cut werkt beter in een volle zaal terwijl de director’s cut de nieuwsgierige thuiskijker de literaire accenten en het thema van tijdreizen laat ontdekken.”
Een apocalyptische schandaalfilm
Het respect dat Richard Kelly moeizaam had afgedwongen verdween in een klap toen een onafgewerkte versie van zijn tweede film Southland Tales (2006) in Cannes met voor het festival typische pathos publiekelijk werd afgemaakt. Na een fluitconcert en harde woorden van de vakpers: ‘incoherent’, ‘zelfgenoegzaam’, ’té ambitieus’, ‘infantiel’. Het ging van kwaad naar erger want een 20 minuten kortere versie flopte in de V.S. (367.000 dollar recette voor een budget van 17 miljoen dollar) waardoor Europa enkel een dvd release kreeg.
Jammer want deze film maudit legt de vinger op de tijdsgeest. Het Kelly universum is op een prettige manier verwarrend en citeert gretig uit de popcultuur en sf-literatuur van K. Dick en Vonnegut, roept de sfeer van Gilliam en Lynch op maar is uniek, en rolt een tapijt uit aan ideeën die verbonden zijn met actuele problemen (fascisme, terrorisme, energietekort, onveiligheid, obsessie met celebs, opwarming van de aarde). De belevenissen van een actiefilmacteur, een pornoster en een Californische politieagent die in een post-nucleair LA anno 2008 verwikkeld raken in een groot complot ogen zo chaotisch en grotesk dat de onderliggende waarschuwing voor rechts extremisme aanvankelijk werd gemist. Pas met de afstand van de jaren werd duidelijk dat Kelly afrekende met de paranoia en onverdraagzaamheid die het Bush-regime kenmerkte. Southland Tales ontluistert de giftige post 9/11-sfeer via een apocalyptische satire.
“Ik hoopte dat de film zou aanzetten tot dialoog,” aldus Kelly, “de waanzinnige gebeurtenissen vertoonden immers gelijkenissen met de dagelijkse realiteit van mijn land.” In een dvd commentaar erkende hij dat “het allemaal wat veel was geweest om te verwerken tijdens een voorstelling, maar de schok zal mensen hopelijk doen verlangen om de film opnieuw te zien.”
Een droom die ook in 2019 nog leeft. “De originele Cannes versie bestaat nog,” vertelde Kelly in Brussel, “voor het eerst in 13 jaar is de lange versie van Southland Tales uit de kluizen gehaald en opnieuw vertoond in LACMA, het Los Angeles County Museum of Art. Ruim 500 mensen kochten tickets voor die vertoning van 23 mei, mensen vlogen naar LA vanuit verschillende Amerikaanse steden. It played like a rock concert! Het was een gekkenhuis, een waanzinnige belevenis. Niemand had die versie nog gezien in dertien jaar. De effecten waren niet afgewerkt maar dat waren ze nooit, de Cannes versie was een work in progress. De vertoning gaf me het gevoel een totaal nieuwe film te zien.” De ervaring smaakte naar meer: “We spreken heel concreet over een uitgebreidere versie van Southland Tales. Alle elementen zijn er, we hebben toegang tot het materiaal en er zijn mensen die er achter staan. De vraag is alleen hoe groot we het zien.”
Bedoeling is een link te leggen met de drie graphic novels, geschreven door Kelly en geïllustreerd door Brett Weldele, die samen met een website voor een “interactieve ervaring moesten zorgen. Er zijn zes hoofdstukken. De film bevat hoofdstukken 4 tot 6 en de eerste drie hoofdstukken gaven we uit als graphic novels. Deze prequels (Two Roads Diverge, Fingerprints, The Mechanicals) zijn lineaire vertellingen die naar de film leiden. In Southern Tales zit ook een scenario dat het Dwayne Johnson personage onderzoekt voor zijn rol maar doordat hij gebrainwasht wordt is het complexer dan dat. Dat scenario brengt ons verder naar de toekomst.”
Toen Kelly naar Cannes trok was er nog maar een boek klaar: “Ik had zo’n 100 exemplaren bij maar niemand wou ze, iedereen vond het rommel. Voor de Amerikaanse release van de film in 2007 werkten we de andere twee af. We ontwikkelden ze zelf, met beperkte middelen. Mijn vriend Kevin Smith vond de onafhankelijke uitgever Graphiti Designs bereid ze uit te brengen. De boeken marineren nu al zo’n dertien jaar, fans geven exemplaren door aan elkaar en ze bereikten een cultstatus. Het rare is dat er een sfeer van verwachting is ontstaan rond een film die eigenlijk oud is maar doordat haast niemand hem zag ook weer nieuw overkomt. Hopelijk kunnen we daar op verder bouwen.”
Kelly vond het “fantastisch om Southland Tales terug te zien, ik was in de wolken.” Want, toegegeven, het Cannes trauma zat diep. “Ik wist meteen na de vertoning dat de film ingekort moest worden maar besefte dat we geen geld hadden voor de effecten,” aldus Kelly, “er hing een donderwolk over de film. Ik ben blij dat deze donkere wolk weg is met die screening in LACMA. Zelfs wanneer het de enige screening zou blijven. Dan heb ik toch die ene avond gehad.” Maar er kriebelt iets. Gevraagd naar zijn favoriete film antwoordt Kelly: “Dat is altijd Southern Tales, mijn meest verwaarloosde en mishandelde film. Het is mijn misbegrepen kind, mijn meest onbegrepen kind.”
Welkom in het RKCU
“Films maken heeft wat van het bouwen van een huis” zegt Kelly, “ik was graag architect geworden of cartoonist. Als filmmaker kan ik beide combineren. Wanneer ik in een huis rondwandel wil ik constant nieuwe details zien, nieuwe dingen aan de muren, nieuw meubilair,… Een film moet zo’n huis zijn waar je constant in leeft, dingen onderzoekt en nieuwe details ontdekt. Helaas kost dat huis veel geld.”
Bovendien is het verschil groot met mainstream films die duidelijk maken wat een toeschouwer moet denken en voelen. Bij Kelly moet je als de kijker zelf dingen ontdekken “op het ogenblik dat je ondergedompeld wordt in een sfeer en een ervaring. Dat is moeilijk. Wanneer er tijdens de eerste kijkervaring geen connectie is met voldoende mensen geraak je als filmmaker in moeilijkheden. Tijdens testvertoningen en aan de box office. Mijn werk is delicaat en moet voorzichtig behandeld worden. Daarom wil ik geen films maken voor alle elementen goed zitten.”
Want ook al werd het Southland Tales debacle gevolgd door het commercieel geflopte The Box (2009) en tien jaar schijnbare werkloosheid, Kelly gaf er niet definitief de brui aan. Hij bleef actief, zij het in de schaduw: “De laatste tien jaar was ik bezig met het schrijven en voorbereiden van verschillende projecten zodat ik een pak films in de pijplijn heb zitten. Wanneer ik voor de eerste groen licht krijg kan ik gedurende lange tijd de ene film na de andere maken. Het was niet makkelijk om al die jaren te schrijven maar ik werkte hard aan dingen die niet enkel goed maar ook mogelijk zijn. Hopelijk.” Gevraagd naar wat er nodig is om dat laatste duwtje te geven blijft Kelly op de vlakte: “Mijn schrijfwerk voor alle projecten moet volledig af zijn zodat de mensen die me vertegenwoordigen voor al elk individueel project ook een afgewerkt product kunnen aanbieden. Het is zoals een dominospel, wanneer het eerste steentje valt volgt de rest.”
Kelly ziet zichzelf als rode draad: “Alle projecten zijn verbonden omdat ik ze bedacht, ze behoren tot mijn universum. Net zoals mijn eerste drie films gelinkt zijn door mythologie, beelden en thema’s. Bovendien gaat het om verschillende formaten, verschillende media. Het is een ruime variëteit die me een lange tijd kan bezighouden.” Dat, met een knipoog naar Marvel, Richard Kelly Cinematic Universe kondigt zich aan als een ruim universum: “Film, televisie en websites bieden veel mogelijkheden. De grenzen vervagen tussen film en televisie terwijl je een werk kan blijven transformeren. Quentin Tarantino deed iets heel interessants met The Hateful Eight voor Netflix. Hij voegde 30 minuten toe en hermonteerde de film tot vier episodes, vier volwaardige verhalen, die telkens openen met de koets in de sneeuw en de Morricone score. De film werd een vier uur lange miniserie en ik moet zeggen dat het een verbetering is. Het was een andere manier om die film te beleven. Netflix vertoeft natuurlijk in zijn eigen wereld en Quentin kan veel gedaan krijgen maar het was een erg geslaagd experiment.”
Niet dat Kelly absoluut aan films wil blijven sleutelen: “Ik start niet met het idee een film te blijven transformeren. Wanneer ik over voldoende middelen beschik zal het bij een cut blijven. Mijn eerste drie films maakte ik tussen mijn 24 en 34 jaar, wat erg jong is, en zeker voor Donnie Darko en Southland Tales beschikte ik niet over voldoende middelen. Bij The Box wèl en ik zou daar van de 40 minuten verwijderde scènes hooguit 8 minuten terug willen integreren wanneer de effecten afgewerkt waren.”
Het probleem ligt niet bij een regisseur die zijn films niet kan afwerken of loslaten maar bij een filmwereld die zweert bij een heel ander soort cinema. “De industrie kiest voor geformatteerde mainstream films die inspelen op succesformules,” stelt Kelly, “de studio’s staan niet open voor wat origineel en afwijkend is en dat maakt het extra uitdagend omdat je hen moet overtuigen dat het ook anders kan. Gelukkig zijn er nu ook veel opwindende nieuwe manieren om films te maken en vertonen. Het zet me ook aan om mijn scenario’s te verfijnen. Daarom duurt het ook allemaal zo lang. Maar ik heb er goede hoop op dat ik nog een aantal films ga maken. En dat Southland Tales geen eeuwig miskend kind zal blijven.”
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen bij www.filmkrant.nl, juli 2019: Kelly)