Jia Zhangke’s Ash is Purest White: Mensen in transitie
Vijf jaar na het met de traditie van de Chinese martial artsfilm verbonden morele epos A Touch of Sin en drie jaar na het wondermooie hedendaagse melodrama Mountains May Depart pakt de met Unknown Pleasures en Still Life bekend geworden Chinese filmmaker Jia Zhangke (° 1970) uit met Ash Is Purest White, een verhaal van liefde en verraad in de criminele onderwereld. Een universum dat, door sociale en economische omwentelingen, in transitie is. Net als de protagonisten. Het over bijna twee decaden lopend wedervaren van gedoemde geliefden verstrengelt daarbij met het oeuvre van een rebelse cineast die, samen met echtgenote en hoofdactrice Zhao Tao, zijn samenleving kritisch in beeld blijft brengen.
Rebel en chroniqueur
Sinds de millennium wissel is de Chinese filmregisseur Jia Zhangke een gekend gezicht in het internationale festivalcircuit en een vertrouwde naam voor liefhebbers van arthouse cinema. Met na negen films ook al een behoorlijk oeuvre. Daardoor ontstond de indruk dat Zhangke flink wat water in zijn wijn gedaan heeft sinds zijn subversief begin met quasi clandestien gedraaid werk zoals het middellange Xiaoshan Going Home (1995) en langspeelfilmdebuut Xiao Wu, artisan pickpocket (1997). Want nadat zijn debuut hem in eigen land een – pas na het internationale succes van The World (2004) opgeheven – status van persona non grata opleverde, de documentaire Dong (2006) in de ban werd geslagen en het controversiële A Touch of Sin (2013) in China niet verdeeld werd (maar dankzij het piratencircuit wel te zien was) werd Zhangke de laatste jaren ook een door de Chinese overheid gerespecteerde filmmaker.
Bovendien werd de kunstenaar tevens politicus (afgevaardigde van zijn geboorteprovincie Shanxi), zakenman, filmfestival organisator en film promotor. Zo creëerde hij in 2006 het Win Project, een initiatief om jonge fictiemakers financieel te ondersteunen. Jia tracht hen, zo vertelde hij aan Les Inrockuptibles, “uit hun isolement te halen want enkel zo kunnen ze evolueren, ik probeer een zo ruim mogelijke dialoog te creëren tussen deze cineasten en de filmindustrie zodat hun nieuwe cinema kan geïntegreerd worden in het distributiesysteem.” Desondanks blijft Zhangke een rebel, een chroniqueur die tegendraadse verhalen vertelt waarmee hij zijn permanent veranderend land een spiegel voorhoudt. Als maatschappelijke waarschuwing. “Wanneer we geen toekomst willen zoals ik hem schets,” vertelde hij n.a.v. Mountains May Depart (2015) aan De Volkskrant, “moeten we snel andere beslissingen maken.” In De Filmkrant voegde hij daar aan toe: “Wat hebben we niet opgeofferd om er economisch beter van te worden!”
Uitroeptekens plaatsen en vragen stellen, dat kan Zhangke als geen ander. “Ik zie u als een de grootse cineasten van de wereldcinema,” zei filmmaker en kenner van Aziatische cinema Olivier Assayas in een gesprek met Jia Zhangke in Les Inrockuptibles, “een cineast die zich in een boeiende positie bevindt in de zin dat uw land zich volop transformeert wat leidt tot extreme spanningen die wel een universeel karakter hebben maar tevens verankerd zijn in de eigenheid van China. Uw films documenteren de wereld maar belichten ook de onuitgesproken recente Chinese geschiedenis. Een beetje naar het model van de Taiwanese Nouvelle Vague van Hou Hsiao-hsien en Edward Yang, met dit verschil dat u meer alleen lijkt te staan.” Dat klopt wel, ook al wordt Zhangke vaak samen met Lou Ye (Suzhou River, Summer Palace) en Wang Xiaoshuang (Bejing Bicycle) ingeschreven in de zogenaamde zesde generatie van Chinese filmmakers. Een generatie die met politiek getinte films focust op marginale, eenzame en dolende mensen. Net als Zhangke maar diens verhalen onderscheiden zich door hun band met zowel het (platte)land als de traditie, hun nadrukkelijke metaforen en tijdsprongen.
Geen regisseur weet tijd (en tijdsprongen) zo dramatisch te gebruiken al Jia Zhangke. De rebel vertelt verhalen over de wisselwerking tussen een veranderende wereld en individuen die er hun plaats zoeken. Een thema dat al aanwezig was in Xiao Wu, artisan pickpocket, het portret van een in de straten van Fenyang rondzwervende zakkenroller uitgespuwd door het moderne China, en verder uitgewerkt werd in de sociale satire Platform (2000) waar de omslag van Mao’s China belicht wordt via een klein theatergezelschap dat zich moet aanpassen aan een veranderde officiële culturele politiek. Daarna worden de metaforen nog nadrukkelijker. Werkloze Chinese teenagers vallen voor Westerse verlokkingen in Unknown Pleasures (20022), de impact van globalisering blijkt uit het Beijing World Park van The World (2004), het Drieklovendam project zet in Dong (2006) en Still Life (2006) letterlijk een wereld onder water en in de semi-fictieve 24 City (2008) moet een fabriek plaats ruimen voor luxe appartementen.
Ook nadat Zhangke zijn minimalistische cinema inruilde voor in genrecinema gedrenkte lyrische epossen bleef transitie de thematische rode draad. Tijdsprongen accentueren in A Touch of Sin (2013), Mountains May Depart (2015) en Ash Is Purest White (2018) de omvang en impact van de transformatie die het land en zijn bewoners doormaken. “We staan op een interessant keerpunt,” benadrukt Zhangke in De Filmkrant, “een punt waarop de samenleving moet durven kijken naar wat we kwijt zijn en naar waar we naartoe willen.” Narratieve ellipsen helpen om die transitie te benadrukken. “Ik besloot tijdsprongen te gebruiken in mijn recentste films omdat ze me toelaten de transformaties die de Chinese samenleving doormaakt dramatisch te belichten,” vertelt Zhangke aan Indiewire, “door het verhaal over zo’n grote tijdspanne te spreiden kan je onderzoeken hoe individuen veranderen. De samenleving verandert, technologie verandert. De combinatie van die effecten transformeert ons als mens. Die transformatie bepaalt hoe we op het vlak van relaties omgaan met andere mensen.”
Een veranderende wereld
In Zangke’s negende film Ash Is Purest White vaart gangsterliefje Qiao op een bepaald moment over de Yangtze rivier terwijl daar de laatste hand gelegd wordt aan de Drieklovendam. Het immens bouwproject dat Zhangke reeds opvoerde in Still Life, de kroniek van een verdwijning waarin een mijnwerker en een verpleegster verwanten zoeken in de veroordeelde en bijna onder water gezette spookstad Fengjie. Dat was 2006 en 12 jaar later loopt het liefdesverhaal van Qiao en Bin, die we voor het eerst ontdekken in een groezelige kelder waar mahjong wordt gespeeld, over een tijdsspanne van bijna 20 jaar. Een periode waarin China razendsnel en onherroepelijk verandert. Om dat te illustreren doet Jia Zhangke beroep op zijn muze en actrice sinds Platform, Zhao Tao, en op archiefmateriaal dat hij draaide ten tijde van Dong en Still Life.
Bovendien zijn de twee belangrijkste personages van Ash Is Purest White (de Engelstalige titel verwijst naar een scène waarin ze een vulkaan observeren) geïnspireerd op de protagonisten van Unknown Pleasures waardoor Zhangke, door te tonen hoezeer zij veranderd zijn, duidelijk maakt hoe sterk de maatschappelijke veranderingen in China in de afgelopen twee decenniawel waren. De kroniek start in 2001 met een sfeerschets van het gangstermilieu. Het koppel Qiao-Bin danst op ‘YMCA’ (“There’s no need to be unhappy…. young man, you can make real your dream”) van The Village People (in Mountains May Depart illustreerde ‘Go West’ volgens Zhangke “dat popmuziek een symbool is van onze rebelse natuur als jongere”) en raakt betrokken in schimmige vastgoeddeals en afrekeningen. Wanneer jonge, respectloze criminelen Bin op straat aanvallen komt Qiao met een pistool tussenbeide. Het levert haar vijf jaar gevangenis op. Bij Qiao’s vrijlating is de wereld veranderd en staat ze er alleen voor. Bin heeft immers een nieuw bestaan opgebouwd, inclusief een nieuwe job en verloofde. In zijn universum is niet langer plaats voor de vrouw die zijn leven redde. Maar de even trouwe als koppige en integere Qiao zet door en ontfermt zich in 2017 opnieuw over Bin na diens sociale en fysieke teloorgang. Want liefde is voor haar, en voor Zhangke, een kwestie van moraliteit.
Ash Is Purest White opent met beelden van mensen die in een bus zitten en Qiao reist in de loop van de film kilometers en kilometers door China langs plekken waar vroegere Zhangke films zich afspeelden. We herkennen naast de Drieklovendam en Still Life ook de panorama’s van Unknown Pleasures, A Touch of Sin en Mountains May Depart. Ash Is Purest White is een film over mensen die onderweg zijn in een wereld die constant in beweging blijkt. Een wereld die verandert, die zoals de doffe mokerslagen die we vaak horen aangeven ‘in constructie’ is. De wereld en de mensen zijn in transitie. Door te reizen, te bewegen, verruimen mensen hun blik én wereld. Zhangke accentueert de transitie op twee manieren. Aan de ene kant zijn er fysieke trips door de ruimte. Reizen door omgevormde, hertekende landschappen. Aan de andere kant zijn er tijdsprongen, narratieve ellipsen die via contrasten transformaties onthullen. Niet toevallig flirt dit crimineel liefdesverhaal net als het gewelddrama A Touch of Sin en het relatiedrama Mountains May Depart bij momenten met de road movie en, via een fantast die vertelt over tours voor UFO-spotters, ook met sciencefiction. Transitie is (ook) een avontuur. Een trip.
Opmerkelijk is dat Jia Zhangke wel opnieuw werkt met een episodische structuur, zijn epos opdeelt in grote hoofdstukken, maar ditmaal niet van perspectief verandert. En evenmin focust op de structuur waarin de personages bewegen. Ash Is Purest White kruipt vooral in de geest van de protagonisten. Vooral dan van de tegelijk fragiele en sterke Qiao. We zien haar lichtjes fysiek veranderen maar vooral reageren op veranderingen en ontmoetingen. Ontmoetingen die duidelijk maken dat alles vergankelijk is, dat iedereen transformeert en niets blijft zoals het was. Ook al blijven er sporen van het verleden, van herinneringen, van het afgelegde parcours. Dat heeft niets te maken met nostalgie maar alles met zowel het weemoedig besef dat alles eindig is als met nauwelijks verholen woede over de hunkering naar geld. Qiao kiest telkens weer voor de liefde en niet voor zichzelf. Bin heeft evenwel andere prioriteiten. Hij kiest niet voor haar maar voor geld. Liefde is niet zo bijzonder voor hem. “We moeten als samenleving de vraag stellen,” zegt Zhangke, “hoe lang laten we onze beslissingen nog door geld dicteren?”
De Jianghu code
Qiao vertrekt in het begin van Ash Is Purest White uit Zhangke’s geboortedorp, gelegen in de noordwestelijke Chinese provincie Shanxi, waar haar vader mijnstakingen leidt. Zelf neemt ze in de stad de leiding van Bins gokhal over. Ze wordt een spilfiguur van de gangsterbende die volgens Zhangke in De Filmkrant “meer is dan alleen maar een criminele organisatie. Wij noemen dit ‘jianghu’ (letterlijk: ‘rivieren en meren’). In de Chinese context verwijst jianghu naar een groep mensen die aan de rand van de samenleving bestaat en die om te overleven een soort broederschap vormt. Daarbinnen kan zich natuurlijk een criminele organisatie vormen maar in essentie verwijst jianghu naar iets veel groters. Het zijn groepen mensen die unieke principes delen, die zichzelf organiseren en er een eigen filosofie en gedragscode op nahouden. Het zijn ook groepen die de dominante machtsstructuur en de dominante cultuur uitdagen en er zo nodig tegenin gaan. Ze hebben zelfs hun eigen beschermheilige.”
China-kenner Tony Rayns benadrukt in Sight & Sound dat het begrip jianghu klassiek refereerde naar een parallelle wereld waar martial arts fictie speelt, “een aparte wereld met zijn eigen hiërarchie, codes en gedragsregels.” Maar in de 20ste eeuw “werd het concept gekaapt door de criminele onderwereld. Gangsters zagen zichzelf als moderne equivalenten van wuxia strijders, eervol levend buiten de wet.” Toen Zhangke een master class gaf tijdens het Filmfestival van Rotterdam zei hij dat “jianghu toehoorde aan zij die geen thuis hadden.” Jiang hu er nü, de Chinese titel van Ash is Purest White, spreekt over ‘zonen en dochters van de Jianghu’ en de protagonisten lijken zich inderdaad niet thuis te voelen in een China in transitie. Jianghu is voor hen een gedragswijze en een geestesgesteldheid, ook al leeft er twijfel of het parallelle universum. “Je zag te veel gangsterfilms,” zegt Bin tegen Qiao, “jianghu bestaat niet meer.” Dat ziet Qiao anders. “Ik heb geleefd als een jianghu om jou te vinden,” zegt ze wanneer ze bij het verlaten van de gevangenis eindelijk de geliefde terugvindt die ondertussen de wereld van criminaliteit – maar ook van morele integriteit – heeft verlaten.
Het mannelijk personage ademt vermoeidheid, melancholie en vervreemding uit; de vrouwelijke heldin kracht, integriteit, loyaliteit, hoop en liefde. Ash Is Purest White is een vrouwenfilm, gedragen door Zhangke’s echtgenote Zhao Tao, met een levendige en getormenteerde vrouw die overeind blijft wanneer de wereld schijnbaar in elkaar stort. Haar obsessieve drang lief te hebben, de hardnekkigheid waarmee ze volgens een oude code wil leven en haar trouw aan een wereld die dreigt te verdwijnen maken van Qiao een zowel romantische als moderne heldin. Tegelijk een onbeweeglijke kracht en een open geest. Het is geen toeval dat de vrouw hier de vector van verandering is. “Zowel de jianghu-cultuur als de mainstreamcultuur is lange tijd gedomineerd geweest door mannen,” zegt Zhangke, “maar in de periode waarin de film zich afspeelt, zie je sterke vrouwen klimmen in de pikorde.
Ook al staan die vrouwen nog steeds voor familiewaarden tegenover de mannen die van oudsher meer op geld gericht zijn, ook die vrouwen zie je sterker worden. Het zijn niet dezelfde zachtaardige, fluisterende vrouwen als de generatie van hun moeders. Dat is de reden dat ik voor een vrouwelijke hoofdpersoon koos. Voor mij gaat deze film niet zozeer over een vrouwelijk perspectief op jianghu maar over een vrouwelijk perspectief punt.” Dat Bin de jianghu-code én zijn band met Qiao schendt en zij nog meer gaat vasthouden aan die ethische code “kun je zien als een metafoor voor de samenleving die intimiteit en vertrouwen is kwijtgeraakt, allemaal in de naam van economische vooruitgang. Loyaliteit aan elkaar, rechtvaardigheid, die dingen zijn allemaal naar de achtergrond gedrongen in die periode.”
Misdaad en kapitalisme
Met de nodige kwinkslagen maakt Zhangke duidelijk dat er een parallel is tussen misdaad en kapitalisme en dat gangsters zich wel nog onderscheiden door respect voor tradities. Ook al moet Qiao naar een pistool grijpen om te voorkomen dat de jonge boefjes de oudere Bin compleet in de vernieling slaan. Een vernedering waarin sommige een verwijzing zagen naar de rivaliteit tussen de een jonge generatie Chinese filmmakers (o.m. Long days journey into night regisseur Gan Bi) en de ondertussen ‘oude meester’ Jia Zhangke. De regisseur zelf ziet in de scharnierscène vooral een botsing tussen jeugdige wildheid en een heldin die afkomstig lijkt uit een andere tijd en als enige vasthoudt aan een oude, instortende wereld. Het universum van in de vergetelheid sukkelende legendes en codes. Met zijn morele heldin die uit liefde een offer levert is Ash is Purest White zowat Zhangke’s meest emotionele en romantische film.
Met dank aan een expressieve hoofdactrice. “Zhao Tao filmen was haast werken aan een documentaire over de invloed van de tijd op een mens,” stelt Zhangke in Liberation, “dankzij haar kon ik een lacune in mijn vorige films, de fysieke en mentale impact van amoureuze relaties, invullen.” Tegelijk greep hij opnieuw naar de documentaire beelden van het Drieklovendam project. “Toen de streek een gigantische werf was belandde ik er toevallig met mijn camera,” aldus Zhangke, “ik voelde de impact op het leven en de toekomst van miljoenen mensen. Er opende zich een wonde in mij die nooit zou sluiten. Zelfs na Ash is Purest White blijft de wonde pijn doe. Het is alsof die plaats, die werf, symboliseerde wat er aan de hand was in China. Het blijft een soort maquette van het gebeuren waarbij economie, politiek en individuele levens verstrengelen. Toen ik na 12 jaar terugkeerde zag ik het water als een overblijfsel waaronder heel wat conflicten en kwetsuren, heel wat verdreven en verscheurde mensen, schuil gaan. Dat wakkerde het verlangen aan om de omwentelingen opnieuw te tonen.”
Het geeft aan dat transitie meer is dan een thema voor Zhangke. Transformatie is voor hem geen intellectueel en abstract gegeven maar een realiteit verbonden met wonden, trauma’s, emoties. Met mensen, hun persoonlijkheid en geestesgesteldheid. Zhangke mag dan wel niet meer de underground filmer van Xiao Wu, artisan pickpocket, Platform en Unknown Pleasureszijn, hijblijft een rebel. Iemand die in 1989 als 19-jarige de bloedige gebeurtenissen van Tiananmen meemaakte, “de vernietiging van een gevoel van vrijheid en van hoop op verandering.” Vandaar dat “waarden als gerechtigheid, gelijkheid en vrijheid zich opdrongen.” Vandaar ook dat Zhangke zich steevast laat leiden door zijn eigen gedrevenheid: “Je moet weten waarom je filmt en welke ideeën je wil uitdrukken, je moet focussen op wat je wil maken en zeggen om te weerstaan aan de druk van de markt of de samenleving. Het gaat allemaal om jou als filmmaker.” Dat bewijst Jia Zhangke film na film.
Ivo De Kock
(Artikel verschenen in Streven, juni 2019)
FILMOGRAFIE JIA ZHANGKE
2018 Ash Is Purest White
2015 Mountains May Depart
2013 A Touch of Sin
2010 I Wish I Knew (doc)
2008 24 City
2007 Useless (doc)
2006 Still Life
2006 Dong (doc)
2004 The World
2002 Unknown Pleasures
2000 Platform
1997 Xiao Wu, artisan pickpocket
1995 Xiaoshan Going Home (kf)