John Currans The Last Son: De Chappaquiddick doofpot affaire als Griekse tragedie

feb 27, 2019   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, biopic, drama, dvd, film, genre, politieke film, regisseur, tragedie  //  No Comments
The Last Son aka Chappaquiddick

Edward Kennedy was minder populair en mediageniek dan zijn broers Bobby en John Fitzgerald Kennedy. Over het zwarte schaap van de machtige clan zijn dan ook amper films gemaakt. The Last Son, de originele titel Chappaquiddick verwijst naar het dodelijk ongeval dat de senator in de doofpot trachtte te stoppen, wekt sympathie voor een tragische figuur.

The Last Son

Terwijl Amerika zich opmaakt voor de maanlanding in 1969 rijdt een lichtjes dronken senator Ted Kennedy zijn auto van een brug in Chappaquiddick, een eiland verbonden met Martha’s Vineyard in de Amerikaanse staat Massachusetts. Samen met zijn passagier Mary Jo Kopechne, een jonge vrouw die meewerkte aan de verkiezingscampagne van Teds een jaar eerder doodgeschoten broer Bobby, belandt hij in het water. Ted ontsnapt uit de wagen maar doet niets om haar te redden. Bovendien licht hij de politie pas tien uur later in. Vervolging en het einde van een loopbaan dreigen maar een team cynische, ervaren advocaten en pr-medewerkers begint te ‘spinnen’ zodat Kennedy herkozen kon worden als senator.

The Last Son

Chappaquiddick (originele titel van de film bij zijn release in de V.S.), of The Last Son zoals hij nu bij ons (enkel) op dvd wordt uitgebracht, gaat over deze doofpot-affaire. Regisseur John Curran (We Don’t Live Here Anymore, The Painted Veil) tracht sympathie te creëren voor Ted Kennedy (Jason Clarke) door hem het gewicht te laten torsen van zowel de hoge verwachtingen van een dominante vader, Joe Kennedy, als van het noodlot, de Kennedy-vloek die het leven eiste van achtereenvolgens Joseph Kennedy Jr. in 1944, JFK in 1963 en Robert Kennedy in 1968. Waardoor alle druk op de schouders van ‘de laatste zoon’ kwam te liggen.

The Last Son

Maar Curran toont ook hoe Edward (Ted) worstelt met (morele) prioriteiten en dat maakt het voor de kijker moeilijk om zich in te leven in deze Kennedy telg. Wanneer hij na het ongeval bij zijn vertrouwelingen arriveert is het eerste wat hij zegt “I’m not going to be president.” Ik wordt geen president. Terwijl een jonge vrouw gestorven is nadat hij haar heeft achtergelaten in een gezonken auto (flashbacks tonen hoe Mary Jo Kopechne naar adem hapt in de auto). Bepaald wereldvreemd en narcistisch. Allerminst sympathiek en zeker niet heroïsch.

The Last Son

Teds onbegrijpelijk gedrag (hij verwittigt de autoriteiten pas een hele tijd later) wordt enigszins gekaderd wanneer hij zijn vader belt en Joe “Alibi” mompelt. In de ‘betere’ kringen primeren eigenbelang en het beschermen van de erfenis van een dynastie op eventuele morele overwegingen. Even pruttelt Ted tegen. Hij leest een verklaring voor aan de politie nadat hij zijn vader telefonisch verwittigde: “Joe, ik zit op het politiestation. Ik wou je laten weten dat ik ze ga vertellen wat er is gebeurd. Ik ga zeggen dat ik achter het stuur zat. Ik zal mezelf beschermen maar daar kan ik niet onderuit. Ik moet de waarheid vertellen.” Joe blijft echter hameren op “alibi”.

The Last Son

Waarop Ted zijn frustraties uit: “Ik wil niet herinnerd worden aan de hand van mijn fouten. Joe junior was de lieveling, Jack was innemend, Bobby was geniaal, en wat ben ik? De dikzak, het uilskuiken? Ik ben de man die het vaakst in de problemen kwam. Ik kan ook innemend zijn en geniaal. Ik ben de enige zoon die je nog hebt. Ik neem dit besluit.” Aan de andere kant van de lijn zwijgt een gedeeltelijk verlamde vader.”Hij schrijft iets op, Ted.,” zegt een verpleegster, “hij vindt dat je je moet gaan gedragen als het hoofd van de familie.

Nadat Ted toch zijn verklaring geeft aan de politie krijgt hij thuis van zijn vader (een ijzingwekkende Bruce Dern) een afkeurende blik en een nieuw papiertje. Met deze vernietigende boodschap: “Je bent mijn vertrouwen kwijt. Doe wat ik zeg, dan gebeurt dat niet weer. Anders is het bijna onmogelijk om het nog terug te winnen.” Enter een legertje cynische adviseurs die meteen drie problemen zien: “Eén. De ons bekende feiten die niet bekend mogen worden. Twee: De ons nog onbekende feiten die we moeten achterhouden. Drie: De dingen die je hebt verteld, waarvan we ze moeten afleiden.”

The Last Son

Niet dat deze gehaaide mannen verdere flaters kunnen verhinderen. Ted maakt zich belachelijk door een beschermkraag te dragen bij de begrafenis van Mary Jo, medische verklaringen blijken overduidelijk verzonnen; de senator kan zich maar niet empathisch tonen en wentelt zich voor de camera’s in zelfbeklag (“ik loop nog altijd in Jacks schaduw”). “We deden het beter in de Varkensbaai,” zucht een adviseur, verwijzend naar de tijdens JFK’s presidentschap dramatisch verlopen en door de CIA opgezette Cuba-invasie.

Toch blijft de schade uiteindelijk beperkt tot een voorwaardelijke straf. Met dank aan Apollo 11 en astronaut Neil Armstrong die voet zet op de maan en met zijn “dit is een kleine stap voor de mens, maar een grote sprong voor de mensheid” alle aandacht opeist. De maanreis is een succesverhaal dat de V.S. in een optimistische, positieve sfeer dompelt.

The Last Son

John Curran slaagt er uitstekend in om de tijdsgeest te evoceren en aan te geven hoe macht en geld hun stempel drukken op de Amerikaanse samenleving. Over wat er gebeurde op het eiland – in afwezigheid van Teds echtgenote Joan (die later in alcoholisme zou wegzakken) met zes gehuwde mannen en evenveel twintigjarige vrouwen (Boiler Room Girls) – en over de relatie van Ted en Mary Jo blijft de cineast vaag.

Zijn protagonist is een tragische figuur maar ook wat een schlemiel waardoor het morele centrum van The Last Son adviseur Joe Gargan (een overtuigende Ed Helms) wordt. Een man die hoofdschuddend, veroordelend, toekijkt hoe Ted zichzelf moreel compromitteert ondanks zijn waarschuwing “het gaat nu om je integriteit.” Een tekst aan het slot geeft aan dat Joe achteraf brak met de familie terwijl Ted in 1980 toch nog een tevergeefse gooi naar het presidentschap deed. Lang na de dood van pater familias Joe Kennedy.

The Last Son

The Last Son is een boeiende en interessante film maar John Curran heeft er wel geen onvergetelijk en diepgaand meesterwerk van gemaakt. De meest beklijvende en intrigerende evocatie van het ongeval en de doofpot-operatie blijft op naam staan van Brian DePalma, die er in Blow Out een boeiende studie van illusie, manipulatie, bedrog en geweld aan koppelde. Maar geluidsman Jack Terry (John Travolta) wist het in die thriller al: “No one wants to know about conspiracy any more!” Vandaar dat The Last Son kiest voor een Griekse tragedie. Eentje waar er voor de (anti-)held geen goddelijke status is weggelegd.

IVO DE KOCK

THE LAST SON (CHAPPAQUIDDICK): regie: John Curran; USA 2018; 101′; met Jason Clarke, Kate Mara, Ed Helms, Bruce Dern, Jim Gaffigan, Andria Blackman; FILM: ** / EXTRA’S: 0; distributie: The Searchers.

The Last Son

Leave a comment