Interview Todd Solondz over Dark Horse: ‘Het leven is wreder dan film’
Niemand vindt zoveel menselijkheid in beschadigde personages als Todd Solondz. Of zoveel humor in tragiek. Dark Horse is zijn warmste film over beschadigde zielen in een zieke wereld.
De zevende film van Todd Solondz, de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker van Happiness en Palindromes, is misschien wel zijn laatste. Maar dat was zijn zesde, Life During Wartime, eigenlijk ook al. Na een moeilijke productieperiode kondigde Solondz toen zijn afscheid aan. Hij vond echter “verrassend makkelijk geld” voor het tragikomische sprookje Dark Horse. Enkel om vast te stellen dat haast niemand geïnteresseerd is in het liefdesverhaal van een speelgoed verzamelende dertiger en een chronisch depressieve vrouw. Het was twee jaar wachten op de Nederlandse release maar een achtste trip door het uitvergrote suburbia van Solondz dreigt nog langer uit te blijven. Ook al omdat de cineast niet vrolijk wordt van films maken: “Je krijgt meer ideeën naarmate je ouder wordt, maar je moet zien met welke projecten je een lange tijd wil leven want het proces is slopend”.
Dark Horse wijst op een evolutie in je werk waarbij je tederheid naar voor haalt en tristesse naar de achtergrond duwt.
Ik heb steeds empathie voor mijn personages maar dat was niet altijd duidelijk. Bovendien zijn komedie en pathos voor mij moeilijk te scheiden. Dark Horse mag dan grappig zijn, vaak is het te triest om te lachen. Ik voel de pijn van mijn hoofdpersonage misschien meer dan veel mensen.
“We zijn allemaal verschrikkelijke mensen” zegt Abe.
Abe is heel onbezonnen en vrijpostig en die uitspraak groeide organisch uit hem. Ze weerpiegelt zijn eigen angsten, zijn schrik om op te groeien in de wereld, volwassen te worden en om te gaan met sterfelijkheid.
Je bent vaak beschuldigd van wreedheid maar de wereld is wreder dan je films.
Het leven is harder, moeilijker en wreder dan cinema. Ik verzacht de dingen ironisch genoeg om het voor de toeschouwer mogelijk te maken te geloven in mijn films. Ik ben niet geïnteresseerd in slachtoffer-cinema maar in het begrijpen van wat mensen frustreert en in het onderzoeken van hoe ze obstakels trachten te overwinnen. Mijn outsiders zijn geen slachtoffer en roepen dan ook geen emotionele respons op. Ik wil tonen hoe dader en slachtoffer samenleven in ieder van ons. Abe is een ‘dark horse’ in de zin dat hij wel of niet kan winnen. Maar er zit hoop in gokken op een ‘dark horse’, het is mogelijk dat hij wint.
Je films dagen mensen uit. Wil je dat ze hun waarden opnieuw evalueren of onderzoeken?
In zekere zin is dat minder belangrijk voor de personages dan voor het publiek. Ik hoop dat de kijker op het einde van de film een heel ander idee heeft van de personages. Wanneer ik naar de bioscoop ga wil ik uitgedaagd worden, wil ik herleven tijdens de duur van de film en het gevoel krijgen dat ik niet alleen ben. Meer kan ik voor mijn eigen films niet wensen.
Je humor wordt niet gedreven door zelfhaat maar door woede. Maken ze daarom mensen ongemakkelijk?
Zelf voel ik me niet ongemakkelijk wanneer ik schrijf, er is een spanning tussen de humor en de pathos, tussen wat grappig en angstaanjagend is. Die spanning windt me op en zet me aan om dingen verder te onderzoeken en dramatiseren. Ik tracht eerlijk te zijn t.o.v. mijn personages en hun realiteit in de hoop dat het mensen aanspreekt. Maar ik wil natuurlijk ook dat ze dingen vanuit een andere hoek bekijken en daar situeert zich het ongemak.
Je kan door zelfhaat en afstandelijkheid de toeschouwer op een veilige afstand houden…
…maar je kan ook proberen kijkers te betrekken in het gebeuren.
Dark Horse is voor een keer geen controversiële film.
Ik heb bewust controverses en thema’s vermeden. Al provoceer ik met een onsympathiek lijkend hoofdpersonage. Via humor tracht ik empathie op te wekken terwijl ik fantasie en het surreële gebruik om toegang te creëren tot zijn innerlijke leven en om zijn angsten te dramatiseren.
Heeft de kritiek die je kreeg als ‘wrede satiricus’ en ‘meester van de onbehaaglijkheid’ een impact gehad op hoe je films bent gaan maken?
Ik moet de films maken die ik wil maken, het is onmogelijk om iedereen tevreden te stellen. Ik probeer dat ook niet, daarom zijn mijn films ook klein. Uiteraard ben ik niet meer dezelfde regisseur van toen ik begon, in Storytelling heb ik dit zelfs speels aangebracht. Wanneer iemand iets slecht over me zegt ben ik gedeprimeerd en wanneer iemand iets goed zegt voel ik me goed. Ik wou dat ik onverschillig kon blijven bij kritiek maar uiteindelijk kan ik enkel hopen dat na verloop van tijd ook mijn uitgespuwde films positief bekeken zullen worden.
Bij de release van Life during Wartime zei je dat het je laatste film zou zijn.
Ik was fout, ik dacht dat ik geen film meer gefinancierd zou krijgen. Elk van mijn films brengt maar de helft van de vorige film op; van Welcome to the Dollhouse en Happiness ging het bergaf en het was toen al niet veel. Dus kon ik moeilijk veronderstellen dat iemand me nog ooit geld zou geven. Bovendien bleek het draaien van Life during Wartime een erg pijnlijke ervaring en ik was niet zeker of ik nog bereid zou zijn dit nogmaals door te maken. Nu is een filmproductie altijd stresserend en ik denk dat ik er niet de juiste persoonlijkheid voor heb. Ik hou van casten, montage en muziek maar de opnamen zelf zijn bijzonder stresserend. Ik ben de complete tegenpool van iemand als Ang Lee die zegt meer te leven op de set dan in de realiteit. Pas op, ik werk goed samen met acteurs en ik heb een goede relatie met de meeste crewleden maar helaas is het grootste deel van films maken niet werken met acteurs.
Kies jij een verhaal of kiest het verhaal jou?
Het is correcter om te stellen dat een verhaal jou kiest. Ik wil soms wel iets commerciëler maken maar tijdens het schrijven wordt het toch weer heel anders. Bij Dark Horse wou ik iets lowbudget maken om de controle te bewaren: een 100.000 dollar film met maar twee personages. Het groeide een beetje maar dat was de basis. Dat en het verlangen een liefdesverhaal te vertellen. Abe houdt van Miranda, de secretaresse houdt van hem, alles draait om liefde. Ik beschouw al mijn films trouwens als liefdesverhalen.
Je hebt vaak gezegd verbaasd te zijn dat je een filmcarrière hebt.
Ik werk fulltime als leraar, dat bezorgt me zekerheid. Mijn eerste film, Fear, Anxiety & Depression, was een pijnlijke ervaring en daarom zocht ik professionele zekerheid. Pas vijf jaar later keerde ik terug met Welcome to the Dollhouse omdat ik niet wou dat mijn eerste film ook mijn laatste zou zijn. Ik heb me ook enkel ingeschreven in een filmschool omdat ik een aantal slechte kortfilms gezien had en dacht beter te kunnen doen. Wanneer ik goede films gezien had zou ik er misschien zelfs niet aan begonnen zijn. Door John Ford en Howard Hawks te bekijken kan je bevriezen maar slechte films zijn goed voor je zelfvertrouwen.
Ivo De Kock