Joel & Ethan Coens True Grit: Grote gebaren in een iconisch landschap

mei 13, 2018   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, film, genre, regisseur, western  //  No Comments

TRUE GRIT

Het stoïcijnse heroïsme van een U.S. Marshall in vakman Henry Hathaways 1969 versie leverde John Wayne een Oscar op. Of de meer complexe en grimmige Rooster Cogburn die Jeff Bridges neerzet in de True Grit van 2010 ook bekroond wordt valt af te wachten. Joel en Ethan Coen verrassen wèl met een sprookjesachtige klassieke western. Een stijlvolle genrefilm die aangeeft dat ’the West’ na de burgeroorlog geen land voor kleine meisjes was. Ook al bleef er ruimte voor grote gebaren.

TRUE GRIT

The wicked flee where none pursueth” lezen we voor het schimmige openingsbeeld langzaam een in de sneeuw op straat liggend lichaam onthult. Na de fade-out zegt een voice-over stem dat de moordenaar “ook had kunnen wegwandelen omdat niemand in de stad de moeite nam om hem te achtervolgen”. Wat we niet te lezen krijgen is het vervolg van de spreuk, “but the righteous are bold as a lion”. Joel en Ethan Coen laten vertelster Mattie voorspellen wat er gaat gebeuren: “You must pay for everything in this world. There is nothing for free. Except the grace of God”. Iedereen betaalt de rekening voor geweld: de dader, het slachtoffer en zij die gerechtigheid of wraak zoeken. Maar ook zij die moed en lef ofte true grit tonen.

Het is zo’n met persoonlijkheid verstrengelde instelling die Mattie zoekt. De 14-jarige dochter van de neergekogelde Frank Ross wil dat iemand moordenaar Tom Chaney opspoort. “Ik kwam naar jou omdat men zei dat je true grit hebt,” slingert ze de zelfgenoegzame U.S. Marshall Reuben ‘Rooster’ Cogburn in het gezicht, “ik heb geen praatjes nodig”. Ze laat in Fort Smith, Arkansas het lichaam van haar vader repatriëren, onderhandelt gewiekst met paardenhandelaar kolonel Stonehill en wint de meedogenloze oldtimer-met-het-ooglapje voor haar zaak. Gerechtigheid of wraak, ze is er wel nog niet helemaal uit. En dat haar ‘werknemer’ Texas Ranger LaBoeuf, meer dandy dan cowboy, op sleeptouw neemt zint haar niet. Terwijl de twee mannen zich node neerleggen bij haar deelname aan de zoektocht dwars door Indian Territory naar de zich bij treinrovers verschuilende vluchteling.

TRUE GRIT

Net zoals Henry Hathaway (From Hell to Texas, Nevada Smith) in ’69 volgen de makers van de moderne western No Country for Old Men Charles Portis’ roman ‘True Grit’ vrij trouw, al zijn de kleine verschillen veelzeggend. True Grit wordt in hun handen een rauw coming of age verhaal van een assertief meisje dat tijdens de beproeving haar seksualiteit (gewekt door LaBoeuf) en een surrogaatvader (ruwe bolster met blanke pit Cogburn) ontdekt. Terwijl het avontuurlijke westen ontluisterd wordt. Naarmate de dodental toeneemt, begint Mattie meer en meer te walgen van het mannelijke geweld dat de norm is in deze wildernis. Al weet ze haar eigen gevoelens voor beide macho-mannen niet te plaatsen. En lijkt ze vaak zelf een toeschouwer in het men-on-a-mission verhaal dat via een lange tocht door onherbergzame, ruige natuur leidt tot een heroïsche shoot out. Mattie’s eigen interventie zorgt voor een bijna-dood-ervaring wanneer de terugslag van vaders pistool haar in een slangenkuil doet tuimelen.

Ondanks een flinke dosis realistisch geweld (afgehakte vingers, opgehangen outlaws en bloedige vuurgevechten) en een portie zwarte humor (“if you hit what you aim, explain my shoulder” zegt een door Cogburns verdwaalde kogel getroffen LaBoeuf) is True Grit vooral een macaber sprookje. Mattie slaapt in een lijkenhuis en botst in een (magisch) bos op een in een hoge boom opgeknoopte man (“I do not know this man” zegt Cogburn droogweg wanneer ze het lijk tegen de grond laat smakken), een indiaan die handel drijft met lichaamsdelen en een in een berenhuid gehulde gekke tandarts. Na dit vreemde universum en de adrenalinerush van het ongelijke duel in de vlakte volgt de val. Cogburn dondert van zijn paard en Mattie in een kuil waar een slang zich nestelde in een lijk.

TRUE GRIT

DOP Roger Deakins versterkt, op de tonen van Carter Burwells hymnen, de onwerkelijke sfeer door de droomachtige western iconografie van John Ford te imiteren. Volledig onwerkelijk is de hallucinante tocht van de marshall en het gebeten meisje door een onwezenlijke nacht. De dolle rit start als een slalom langs outlawlijken en eindigt als een mentale (het landschap wordt een koortsdroom) en een fysieke uitputtingsslag. Uiteindelijk storten na het meisje ook het paard en de marshall in elkaar. Volledig uitgeput. Vlak bij een huis waar licht brandt. “I’m growing old” zucht Cogburn voor hij net als LaBoeuf uit beeld verdwijnt. Een tijdperk is afgesloten. Mattie blijft alleen achter. Met een arm minder en herinneringen aan mannen met true grit.

Het imaginaire en het mythische zijn steeds belangrijk voor de broers Coen maar ditmaal bouwen ze geen autoreflexieve afstand in. De komische, zelfbewuste aanpak van The Big Lebowski (mèt Bridges) maakt plaats voor een sobere, rechttoe-rechtaan benadering. True Grit is een klassieke western die zoals The Missing, Open Range, Broken Trail, 3:10 to Yuma en Appoloosa breekt met kritische, ontluisterende post-The Wild Bunch westerns. Maar net zoals bij The Assassination of Jesse James ontmoeten mythe en realiteit elkaar. ‘The West’ ziet er na de Amerikaanse burgeroorlog anders uit.

TRUE GRIT

De indianen zijn verdreven, de bizons quasi uitgeroeid en de cowboys gek of misdadig. Terwijl in de ‘beschaafde’ steden racisme de kop opsteekt (voor een veroordeelde indiaan zijn er geen laatste woorden). In de slotepisode bezoekt Mattie de Wild West show waar Cogburn kort voor zijn dood het verleden naspeelde. Maar hij is enkel een legende voor zijn collega’s (Cole Younger en Frank James) en voor zijn metgezel van weleer. “We had lively times,” mijmert Mattie, maar “time just gets away from us”. Haar eresaluut is een nieuw graf, dat van de broers Coen een poëtisch slotbeeld waarin mens en natuur versmelten.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 613, maart 2011)

TRUE GRIT: western / reg. Joel & Ethan Coen / sce. Joel & Ethan Coen naar Charles Portis / fot. Roger Deakins / mon. Joel & Ethan Coen / muz. Carter Burwell / act. Jeff Bridges (Rooster Cogburn), Hailee Steinfeld (Mattie Ross), Matt Damon (LaBoeuf), Josh Brolin (Tom Chaney), Barry Pepper (Lucky Ned Pepper), Dakin Matthews (Col. Stonehill) / pro. Scott Rudin, Joel & Ethan Coen / USA / 2010 / 110′ / dis. UPI

TRUE GRIT

Leave a comment