Claude Sautes Classe tous risques: De gangster als tragische held en schurk
In 1960 kwamen er verschillende Franse misdaadfilms uit: de Nouvelle Vague films A bout de souffle (Jean-Luc Godard) en Tirez sur le pianiste (François Truffaut) én het José Giovanni tweeluik Le Trou (Jacques Becker) en Classe tous risques (Claude Sautet). De eerste twee beroerden critici en publiek en ook Beckers ontsnappingsdrama maakte indruk maar Sautets debuutfilm verdween geruisloos uit de zalen. Om pas jaren later herontdekt te worden. Een gerestaureerde versie maakt duidelijk dat deze parel thuishoort in het pantheon van de Franse (gangster)film.
De geschiedenis kan hard en onrechtvaardig zijn. In 1960 zorgde de hype veroorzaakt door de release van A bout de souffle er voor dat twee weken later het ‘klassieke’ Classe tous risques werd weggehoond door de critici en genegeerd door het publiek. Godard oogstte alle lof voor het ontdekken van Jean-Paul Belmondo en voor zijn locatieopnamen terwijl Sautet meer facetten van Belmondo’s talent toonde én indrukwekkende buitenopnamen (in de straten van Milaan en op Italiaanse wegen) inblikte.
Sautet kwam de klap pas tien jaar later te boven, toen Les choses de la vie (1970) hem als regisseur opnieuw lanceerde, op een moment dat cinefielen zijn debuut herontdekten. Zo zag Cannes-baas Gilles Jacob maar drie revolutionaire gangsterfilms in de sixties: Le Trou, Jean-Pierre Melville’s Le Deuxième Souffle (1966) en “het absolute meesterwerk Classe tous risques”. Van Bertrand Tavernier is de anekdote dat Jacob een link tussen de drie zag maar er niet de vinger op kon leggen tot ene José Giovanni hem duidelijk maakte dat hij de rode draad was. De drie polars waren immers gebaseerd op romans van deze ter dood veroordeelde misdadiger die zijn ervaringen injecteerde in het literaire werk dat hem gratie en een tweede kans bood. Met als resultaat donkere en rauwe verhalen gedragen door authentieke personages.
Toen hoofdacteur Lino Ventura Claude Sautet voorstelde als regisseur vroeg Giovanni de debutant welk beeld hem was bijgebleven van zijn roman. “Een man wandelt over straat. Tien meter achter hem lopen twee kinderen” luidde het antwoord. Giovanni was meteen fan van Sautet want de tragiek van een misdadiger-op-de-vlucht die zijn kinderen ‘alleen’ moet laten vormt de kern van het drama.
Met die centrale rol van emoties, en van familiale gevoelens in het bijzonder, onderscheidt Classe tous risques zich van andere, veelal rond goed versus kwaad stereotypes draaiende, gangsterfilms. Hoofdpersonage Abel Davos is een vermoeide gangster die na jaren ondergedoken geleefd te hebben in Italië terug naar Frankrijk wil om zijn vrouw en kinderen eindelijk een leven te geven. Ook al houdt dat voor hem de zekere dood in. Het noodlot slaat toe en tijdens een shoot out met de politie op een strand verliest Abel zijn vrouw en zijn compagnon.
Abel en zijn zonen worden tragische figuren. Sautet doet ons sympathiseren met de gangster die droomt van een nieuw bestaan voor zijn kinderen maar maakt ook duidelijk dat hij boosaardig, opvliegend, genadeloos en gewelddadig is. Kortom, een verschrikkelijk man. Net als Belmondo’s Eric Starck, een eenzaat die wanneer hij de belager van een vrouw neerslaat zegt “het enige goede aan mij is mijn linker.”
Sautet laat, geholpen door George Delerue’s emotionele score en Ghislain Cloquets melancholische zwart-wit fotografie, gedoemde tough guy Abel naar zijn tragisch einde racen. Onderweg duiken thema’s zoals loyaliteit, overlevingsdrang en wraak op. Abels levensruimte wordt alsmaar beperkter, hij geraakt opgesloten in kamers en auto’s. Wat leidt tot een gevoel claustrofobie en eenzaamheid, tot geweldexplosies en flarden menselijkheid. Een praatje aan een onwillige waterkraan of het observeren van spelende kinderen tonen dat het monster ook mens is. Goed en kwaad zijn innig verstrengeld in het poëtisch realisme van Sautet en Giovanni.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 685, mei 2018)
CLASSE TOUS RISQUES: Claude Sautet, F-I 1960, 110′; met Lino Ventura, Jean-Paul Belmondo, Sandra Milo, Marcel Dalio, Michel Ardan, Simone France; extra’s: documentaire, boekje; FILM: **** / EXTRA’S: ***; dis. BFI (Dual Format Edition).