The Hitchcock Touch. Deel 8: Sabotage.

feb 15, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, genre, Hitchcock, regisseur, thriller  //  No Comments

SABOTAGE

Alfred Hitchcock was voor critici vaak moeilijk te vatten omdat hij een vleesgeworden contradictie bleek te zijn: tegelijk outsider en conformist, tegelijk provocateur en moralist. Iemand die prestatiedrang aan zijn laarzen lapte maar toch behept was van het nuttigheidsprincipe. Een cineast die ongecomplexeerd extreme films maakte – zoals Frenzy of Sabotage – maar even vlot bereid was te ‘bekennen’ aan gesprekspartners als François Truffaut of Peter Bogdanovich dat het floppen van deze films te wijten was aan een eigen ‘fout’. De hautaine auteur veranderde probleemloos in een nederige professional.

SABOTAGE

Deze dualiteit zit vervat in de essentie van de cinema van Alfred Hitchcock: het verontrustende zorgt voor schuldig plezier. In dit opzicht is Sabotage een bijzonder interessante film. De film opent met een woordenboekverklaring van het begrip ‘sabotage’: “a wilful destruction of buildings or machinery with the object of alarming a group of persons or inspiring public uneasiness“. Een citaat dat verwijst naar de activiteiten van ‘geheim agent’ Verloc in de openingsscnes: het ontregelen van de Britse energieproductie.

Maar vooral ook naar zijn opzet: het veroorzaken van angst en paniek. M.a.w. het creëren van een gevoel van ongemak. Het is precies deze ‘malaise’ die centraal staat in het werk van Hitchcock, als onderwerp én als motor van zijn verontrustende verhalen. Het is een gevoel dat Hitchcock in films als Marnie, Vertigo en Sabotage op de kijker overzet. En dat vaak nièt goed blijkt te werken: sommige kijkers storen zich aan dit ongemakkelijk gevoel.

SABOTAGE

Het probleem van Verloc is echter dat zijn sabotage aanvankelijk nièt werkt: zijn daden worden weggelachen door de Britten. Wat hem woedend maakt, want Verloc wil wel anoniem door het leven gaan maar niet als een grap. Een nieuwe opdracht moet daar een einde aan maken. Een vogelhandelaar/explosievenexpert levert Verloc een uiterst krachtige bom. Alleen, een speurder van de geheime dienst dreigt hem voortijdig te ontmaskeren.

Waarop Verloc het jonge broertje van zijn vrouw inschakelt als onwetende bomkoerier. En hier gaat Hitchcock bijzonder efficiënt tewerk: de scnes die tonen hoe de jongen op zijn tocht door Londen wordt opgehouden door marktkramers en optochten, verhogen de spanning. Een spanning die verder wordt opgedreven door closeups van een klok en van het filmblik dat de bom bevat. De sympathie voor de jongen neemt toe en de onstuitbare fataliteit zorgt voor een ondraaglijke frustratie. Waardoor de explosie ook een aanslag op de kijker wordt.

SABOTAGE

Alfred Hitchcock saboteert de verwachtingspatronen (er is géén redding in extremis) en het emotionele evenwicht van de kijker. En hij saboteert tevens een romantisch democratisch concept als gerechtigheid. Het is de vrouw van Verloc die haar man fysiek uitschakelt, die de terechtstelling-door-messteek uitvoert. Zelf wordt ze daarvoor niét gestraft door het gerecht.

Net als in Blackmail houdt een speurder de wetsovertreder, op wie hij verliefd is geworden, de hand boven het hoofd . En opnieuw helpt het toeval een handje: de vogelhandelaar (onschuldig wat betreft de moord maar schuldig op andere vlakken) solliciteert a.h.w. voor een bestraffing en Verloc sterft officieel in de ontploffing die zijn bioscoop/woonplaats vernietigt. Toch blijven zowel de speurder als Sylvia Verloc zich ongemakkelijk voelen door schuldgevoelens: liefde maakte van hem een outsider, wraak veranderde haar in een moordenares. Ze blijven in leven maar verliezen hun ziel.

SABOTAGE

Keren we even terug naar het spel dat Hitchcock opvoert met de kijker. Vanaf de eerste scènes is het duidelijk dat Sabotage geen mysterie is. Zowel de identiteit van de saboteur als zijn motieven en methodes worden uiteengezet. Hitchcock kiest andermaal voor duidelijkheid. Hij pilotteert de film naar de noodzakelijke dood van de jonge Stevie (Hitch vroeg zich enkel later af of hij die  gewelddadige dood ook had mogen tonen) en manoevreert daarbij de kijker in de positie van getuige. Een machteloze getuige van een vreugdeloze moord.

Dit scharniermoment plaatst de kijker in een dubbelzinnige (en juist daarom ongemakkelijke) positie: woedend omwille van de zinloze moord op een onschuldige, maar tegelijk verlangend naar een gewelddadige bestraffing van de schuldige Verloc. Waardoor de kijker onbewust het concept van moord goedkeurt en zelf medeplichtig wordt aan de doodslag die hij aan Sylvia delegeert. Fascinatie en identificatie brengen de kijker uit evenwicht en in een staat van zonde.

SABOTAGE

Van een streng katholieke opvoeding is Alfred Hitchcock steeds een fascinatie voor de complexe problematiek van goed en kwaad, zuiverheid en schuld, bijgebleven. De strijd tussen goed en kwaad, licht en duisternis (niet toevallig koos Hitchcock voor een bioscoop als setting), maakt van de personages en de kijkers medeplichtigen. In Sabotage is Verloc niet het pure kwaad, hij veroorzaakt de dood uit onmacht. ‘ En hij aanvaardt zijn eigen dood, de moord van Sylvia is een gecamoufleerde zelfmoord. Essentieel is het feit dat hij bewust is geworden van het kwaad dat hij veroorzaakt heeft. Zoals ook de kijkers door Hitchcock tot een schuldig bewustzijn (i.v.m. plezier en identificatie) worden gebracht. En uit evenwicht geraken.

Voor Alfred Hitchcock is Sylvia Verloc het centrale personage van Sabotage. Zij is zowat de incarnatie van de kinderlijke onschuld: naïef, open en enthousiast. En natuurlijk blind voor ‘het kwaad’dat zich vlak onder haar neus verschuilt achter een masker van normaliteit. Ook al waarschuwt de undercover agent haar dat gangsters er vaak uitzien als gewone mensen. Anders zouden ze snel opgepakt worden. Sylvia is iemand die, zonder het zelf te beseffen, op drift is in een vijandige, gevaarlijke wereld. Een wereld die ze met clichéconcepten, ontleend aan de cinema, interpreteert.

SABOTAGE

Logisch dat een cruciaal moment in haar bewustwordingsproces in een bioscoopzaal speelt: vlak na de dood van Stevie ziet ze de cartoon ‘Who Killed Cock Robin?’ die voor haar de vraag naar de verantwoordelijkheden stelt én beantwoordt. Wanneer ze even later aan tafel het vlees wil gaan snijden, is het vooral de leegte die Stevie achterlaat die haar pijnlijk treft: zijn plaats aan tafel, zijn modelboot en zijn vogelkooi.

Dit laatste legt de link naar haar eigen toestand (jarenlang ‘gevangen’ in een leugen, met een man die plots een onbekende lijkt) en naar de dood van haar broer (de bom werd aanvankelijk getransporteerd in de kooi). De krampachtige manier waarop Sylvia het mes vastklemt reveleert haar innerlijke strijd en haar langzaam groeiend voornemen om het mes op de schuldige voor het drama te richten. De stuntelige manier waarop Verloc zich verzet, suggereert dat er ook bij hem een gewetenstrijd woedt. De dood is ook voor de dader de enige uitweg.

SABOTAGE

Opmerkelijk is dat beelden hier primeren op woorden. Er is geen dialoog in deze confrontatiescène. En ook tijdens de bewustwordingsscne in de bioscoop ‘spreekt’ enkel een cartoonpersonage. Voor Alfred Hitchcock is film eerst en vooral een visueel medium. Met een eigen taal. Een beeldtaal die een specifieke betrokkenheid teweegbrengt. Hitchcock benaderde een scène met acteurs dan ook als een stuk ruw materiaal. Materiaal dat bewerkt diende te worden. Daarom werd actie opgedeeld in een reeks individuele shots. Waardoor accenten werden gelegd en de kijker naar het midden van het gebeuren werd gezogen.

Hitchcock wijst een toneelmatige expositie – met toeschouwers die vanop afstand acteurs aan het werk zien – af en gebruikt camera en montage om details te tonen, accenten te leggen en verhalen te vertellen.  Hier ligt de verklaring voor de meest misbegrepen uitspraak van Hitchcock: “een regisseur moet acteurs als vee behandelen”. De betekenis hiervan is dat een acteur in een visueel medium als film een ondergeschikte rol heeft, ondergeschikt aan de camera (en het verhaal). Een filmacteur staat ten dienste van de camera en heeft niet dezelfde vrijheid als een toneelacteur (die met zijn spel en dialogen volledig instaat voor de creatieve expressie).

SABOTAGE

Vandaar Hitchcocks afkeer voor method actors (die volgens hem in het verkeerde medium actief waren) en zijn vaak problematische relatie met acteurs en hun ego’s. Sylvia Sidney, de hoofdactrice van Sabotage, was aanvankelijk verbaasd toen ze merkte dat Hitchcock haar geen dialoog gaf voor een zo dramatische scène als de confrontatie met de moordenaar. Maar Hitchcock wist haar te overtuigen dat ze ook zonder woorden de emoties zou kunnen overbrengen. Het lukte haar. Door een minimale vorm van acteren.

Want Hitchcock wil geen overdreven fysieke expressies van zijn acteurs, zoals hij aan François Truffaut vertelde omdat “in het ware leven de gevoelens van mensen niet op hun gezicht te lezen staan; ik ben een filmregisseur en ik wil de geestesgesteldheid van deze vrouw uitdrukken via louter filmische middelen”. Het is de camera die de emotie creëert en bewaart. Acteurs moeten niet via hun eigen middelen en persoonlijkheid de kijker bewerken, ze moeten “eigenlijk niets doen, enkel kalm en natuurlijk blijven en aanvaarden dat ze geïntegreerd worden in de film door de regisseur en zijn camera”.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Film & Televisie)

 

 

SABOTAGE: reg. Alfred Hitchcock. sce. Charles Bennett naar ‘The Secret Agent’van Joseph Conrad. fot. Bernard Knowles. muz. Louis Levy. mon. Charles Frend. pro. Michael Balcon en Ivor Montagu voor Shepherd-Gaumont British. act. Sylvia Sidney (Sylvia Verloc), Oscar Homolka (Carl Verloc), Desmond Tester (Steve), John Loder (Ted Spencer), Joyce Barbour (Renée), e.a. G.B., 1936, 76 min., z/w. dis. Prime Time Video.

SABOTAGE

Leave a comment