Implosie in Hollywood: De fabriek droomt niet meer
De Apocalyps is in Hollywood niet langer enkel een leuk filmonderwerp, sinds enkele maanden is doemdenken ook verbonden met de droomfabriek zelf. Het was Steven Spielberg die de trend startte door in juni tijdens een panelgesprek een implosie te voorspellen. “Het is een zootje, de chaos is totaal,” aldus Spielberg, “maar uit die chaos zullen wonderlijke dingen ontstaan. Er zijn momenteel fantastische mogelijkheden voor jongeren die naar de industrie komen en zeggen ‘ik ga dit doen en niemand zal me stoppen’”. De profeet mag dan al aan de heropbouw denken, feit is dat de fabriek al een tijdje niet meer droomt.
“Mickey neemt afscheid van Jerry” schreef de Amerikaanse vakpers eind september toen Disney en producent Jerry Bruckheimer aankondigden dat hun wegen zouden scheiden. Na een lange (27 films in meer dan 20 jaar) en vruchtbare samenwerking (National Treasure, Pirates of the Caribbean). Volgens de 70-jarige producent van Flashdance, Top Gun, Bad Boys en Black Hawk Down omdat hij “meer volwassen films wil gaan produceren dan wat Disney maakt”. Maar insiders weten beter, Jerry werd het slachtoffer van de “summer of flops”, een zomer waar de blockbusters in het algemeen en Bruckheimers Lone Ranger in het bijzonder flopten. Money talks in Hollywood en lege zalen nog meer. Zeker wanneer de sterkhouder van weleer al een tijdje matige resultaten boekt en tijdens de productie van Lone Ranger in de clinch gaat met de studio (waardoor de release met een jaar vertraagd werd).
Blockbuster Apocalyps nu?
Tijdens een panelgesprek n.a.v. de opening van een nieuw gebouw van de filmschool van de University of Southern California begin juni klonken George Lucas en Steven Spielberg onheilspellend. Volgens het duo stormt de industrie richting afgrond. Aangespoord door foute productiekeuzes en revolutionaire distributiesystemen. Het publiek heeft te weinig tijd en moet kiezen uit te veel content, waardoor het drummen is voor films en studio’s neigen naar in hun ogen veilige strategieën zoals investeren in films met mega-budgetten.
“Het grote gevaar,” aldus Spielberg, “is dat er een implosie, of een meltdown, gaat optreden. Drie, vier of misschien een halfdozijn films die floppen en het hele systeem doen wankelen”. Lucas ging niet zo ver maar wees wel op de negatieve invloed van hoge marketingkosten waardoor producties enkel nog gericht zijn op het grote publiek en niche publieken in de kou blijven staan. “Films zoals Lincoln zullen in de toekomst verdwijnen uit de zalen en enkel op televisie te zien zijn,” zegt Lucas. “Het scheelde niet veel of mijn film was enkel op HBO te zien” vult Spielberg aan waarop Lucas besluit dat “de weg om in bioscopen te geraken steeds smaller en smaller wordt voor films”.
Een maand voordien, tijdens het filmfestival van Cannes, bleek de industrie hopeloos verdeeld over de te volgen weg. Disney, NBC Universal en Paramount kondigden grote transformaties aan voor hun productie-eenheden in en rond Los Angeles (“We maken ons klaar voor de volgende 100 jaar” aldus Paramount vice-president Sharon Keyser) terwijl net meer en meer producties andere staten en landen opzoeken om er betere ‘voorwaarden’ te vinden.
Zo belandde The Fifth Estate dankzij de Belgische tax shelter in ons land en draaide Nicolas Winding Refn Only God Forgives in Bangkok. Niemand kijkt nog op van een bericht zoals “Michael Bay wordt aangevallen met een airco in Hongkong”. Het spreekt dat Transformers 4 daar gemaakt wordt, goedkoop en met een cast (popster Han Geng) die fungeert als breekijzer voor de cruciale Aziatische markt. Niet toevallig trekt Martin Scorsese in 2014 richting Taipei voor Silence, zijn langverwacht epos over twee christelijke missionarissen die het 17de eeuwse Japan trachten te evangeliseren.
Toen Steven Spielberg in juni sprak over de dreigende implosie van het Hollywood studiosysteem vermeed hij het om er een termijn aan te verbinden. Dat de crash zo dichtbij kon zijn, kon hij waarschijnlijk zelf niet vermoeden. Maar de zomer van 2013 deed als “summer of mega-flops” Hollywood op zijn grondvesten daveren. Ook producente Lynda Obst had er vooraf voor gewaarschuwd dat “het katastrofaal zou zijn wanneer pakweg vier grote tentpoles (blockbusters) floppen in hetzelfde seizoen”.
Bij Sony alleen al stond de teller snel op vier (After Earth, White House Down, The Smurfs 2, Elysium) en andere studio’s zagen The Hangover part III, The Internship, Turbo en Pacific Rim op zijn zachtst gezegd matig presteren op de Amerikaanse markt. Om maar te zwijgen van de actiekomedie RIPD en het nochtans gehypete Lone Ranger dat ondanks Johnny Depp een mega-flop werd. Alles samen zo’n 10 perperdure fiasco’s die de balansen donkerrood deden kleuren.
Was dit dan de Blockbuster Apocalyps? Dat valt af te wachten, maar de implosie was alleszins niet onmiddellijk en spectaculair. Ook al groeit het besef dat 3D – minder populair, mede door de verhoging van de ticketprijzen – toch niet de redder van de blockbuster wordt. Maar de studioverantwoordelijken zijn hardleers en zoeken hardnekkig argumenten om toch maar niet van koers te moeten veranderen. Zo kijkt men naar de films die wèl scoorden. En naast verrassingen zoals The Purge en The Conjuring zijn dat films zoals Iron Man 3, Fast and Furious 6, Monsters Univerity, Despicable Me 2, World War Z en Man of Steel.
Dat het hier veelal om sequels en reboots gaat (op World War Z na, maar dat bleek een moeilijke productie waarbij regisseur Marc Forster zijn controle over de plot verloor en het laatste derde van de film heropgenomen moest worden) sterkt velen in hun overtuiging dat toch vooral aan die zekerheden moet worden vastgehouden. Het is volgens Business Week “een klassiek geval van The Innovator’s Dilemma, de tendens van dominante spelers om hun producten enkel via traditionele parameters te verbeteren”. Ze richten zich ook op een mainstream publiek met (blockbuster) ervaringen die ze kennen. Hollywood wil en kan niet buiten de vertrouwde franchises denken (de volgende zomers bieden sequels van Captain America, The Avengers, Star Wars, Independence Day, Pirates of the Caribbean en Man of Steel).
Bovendien zijn er altijd wel argumenten te vinden om de stellen dat het “nog zo slecht niet gaat”. Want op de internationale markt haalt een film zoals Pacific Rim wèl fraaie cijfers waardoor er uiteindelijk zelfs winst gemaakt wordt en een vervolg wordt overwogen. En met het geld dat Man of Steel binnenbracht kon Sony de verliezen van haar flops dekken. Terwijl de totale bioscoopinkomsten in de VS ondanks alle flops records breken (10% meer dan zomer 2012). Voor wie vergeet dat het verhogen van de ticketprijzen daar grotendeels voor zorgde, nog een rede om te stellen dat dit andermaal een crisis is die zichzelf wel zal oplossen. Een kans om rekeningen te vereffenen (met lastige figuren zoals Jerry Bruckheimer, Joel Silver of Steven Soderbergh) en meer niet. Maar ook al stort het kaartenhuisje niet meteen in elkaar, Hollywood is al een tijdje een door de crisis getroffen fabriek verkeert die niet meer droomt.
Een industrieel systeem in crisis
Tijdens de Nouvelle Vague ontstond bij cinefielen het geloof dat grote cineasten, ‘auteurs’ zoals John Ford en Alfred Hitchcock, binnen het Hollywoodsysteem eigenzinnige, creatieve en persoonlijke films konden maken. Ook toen in het kielzog van Spielbergs haaithriller Jaws het fenomeen van de blockbuster ontstond bleef de overtuiging leven dat de Hollywoodmachine, de droomfabriek, af en toe sterke mainstreamfilms kan afleveren waar innovatie en formatering elkaar in evenwicht houden. Nu worden er nog altijd films zoals The Dark Knight Rises gemaakt, sombere megaproducties die melancholie en tristesse uitademen, maar het geloof in het vermogen van de fabriek om te dromen is weg. En dat is erger dan piraterij, dalende bezoekcijfers en het krimpen van de dvd-markt. Een droomfabriek die zich omtovert tot marketingfabriek spreekt niet langer tot de verbeelding. Manifest cynisme leidt tot onverschilligheid.
Aan de basis daarvan ligt het ‘groot, groter, grootst’-streven van Hollywood. Symbolisch is dat niet meer gesproken wordt van blockbusters maar van tentpoles, in termen van budget, marketinginvestering en verwachtingen kolossale producties die tijdens de ‘Amerikaanse zomer’ het jaar van de zes major studio’s (Paramount Pictures, Warner Bros. Entertainment, Sony Pictures Entertainment, Walt Disney Studios Motion Pictures, Universal Pictures en Twentieth Century Fox) goed moeten maken. Deze tentpoles zijn als vlaggenschepen van de studio’s mijlenver verwijderd van de auteurcinema.
Toen Sony in conflict kwam met Sam Raimi, maker van enkele interessante Spider-Man films, kozen ze voor een radicale reboot (een van nul herlanceren van een saga om een nieuw publiek aan te boren) en vakman Marc Webb. The Amazing Spider-Man bleek allerminst verbazingwekkend. In tegenstelling tot The Dark Knight Rises, een in 35 en 70 mm gedraaide film die netjes uitgebracht werd in 2D met een minimum aan effecten. Christopher Nolan was met zijn viscerale, donkere en complexe film de laatste der Mohikanen want tentpoles als Pacific Rim, Jack Reacher, Oblivion, Man of Steel en World War Z worden nu digitaal opgenomen, bulken van de special effects en zijn van een onstellende narratieve en thematische eenvoud. Complexe artisanale cinema is definitief out. Getuige ook de bombastische propaganda-draak Zero Dark Thirty.
Winst willen maken zit in de genen van de studio’s, maar voor de droomfabriek gold lang dat men daarbij toch steeds de best mogelijke films trachtte te maken. Producenten hielden immers van film. Dat is niet langer het geval, de scheidingslijn tussen creatief talent en businessmensen is verdwenen. Enkel de cijfers tellen. “De creatieve comités die nu regeren bij de studio’s bestonden in mijn tijd niet,” zegt Roman Polanski, “ik sprak rechtstreeks met de studiobaas, Bob Evans. Hij nam de beslissingen maar we konden als gelijken praten. Nu worden beslissingen genomen door een groep, een soort politbureau, en daar heerst angst voor risico’s. Schrijf je een scenario, dan sturen ze je zogenaamde ‘creatieve nota’s’. En tijdens de opnamen is de inmenging nog groter”.
Punt is dat de studiobazen steeds sterker onder druk staan van aandeelhouders om de winstcijfers te maximaliseren en dat trachten ze doen door een drietal tentpoles, dure maar risico-arme projecten, aan te vullen met een handvol kleine niche-films. Genrefilms zoals het apocalyptische The Colony of de strip-actiefilm Bullet to the Head én komedies zoals The Guilt Trip, Identity Thief, Thin Ice of The Dilemma. Vaak films met nobele onbekenden voor en achter de camera maar toch zijn er soms ook ervaren regisseurs (Walter Hill, Ron Howard) en voormalige vedetten (Barbra Streisand, Sylvester Stallone) betrokken bij deze films.
Scharnierjaar 2008
De crisis van de droomfabriek, of zoals positivo’s stellen het begin van een periode van twijfel, situeert zich in 2008. Het jaar van zowel de scenaristenstaking in Hollywood als de financiële crisis. De staking van de scenarioschrijvers mag dan relatief snel opgelost zijn, er is wel een en ander van blijven hangen. Met name het wederzijds wantrouwen tussen vaklui die zich beroemen op hun creativiteit en studio’s die vooral commerciële verhalen zoeken. Een verschil dat uitgegroeid is tot een onoverbrugbare kloof. Zo redeneren producenten dat films zoals Pacific Rim geen nood hebben aan een scenario (de pitch en effecten volstaan) maar moeten ze vaststellen dat een minimaal script (Flight) beter is dan helemaal geen script (World War Z).
De financiële crisis bleef niet zonder gevolgen. Wall Street had zich ingewerkt in Hollywood via slate deals, investeringen in pakketten erg verschillende films met het oog op het minimaliseren van de risico’s en het optimaliseren van de winsten. Die overeenkomsten blijven bestaan maar zijn nu verbonden aan strengere voorwaarden. Voormalige trader Ryan Kavanaugh heeft bij zijn bedrijf Relativity Media een speciale tool ingeschakeld om scenario’s te wikken. Scripts worden niet langer gelezen maar geanalyseerd aan de hand van een aantal parameters die via een mysterieus algoritme een cijfer oplevert. Is dat cijfer hoger dan een bepaalde grens, dan krijgt het project een greenlight. Een lager cijfer betekent verticaal klasseren.
Het mag hier om een buitenbeentje gaan, toch geeft het een tendens aan. Meer en meer financiers en producenten trekken naar Hollywood louter voor het geld en de glamour. Kuifje in Wonderland. Met cijfers als leidraad én doelstelling. Terwijl de kracht van Hollywood altijd was dat het meer was dan een industrie, het was een droom. En de fabriek droomt niet meer. Er was een Australiër nodig om via het tragische, romantische crisis-verhaal The Great Gatsby een ode te brengen aan het larger than life muzikaal filmspektakel van weleer. En tegelijk een sneer te geven naar de link tussen geld en aanzien die van de Grote Depressie ook een mentale malaise maakte. In een verleden dat heel hedendaags oogt.
“Het is verschrikkelijk hoe geldschieters beslissen dat ze scheten kunnen laten in de keuken” zei Steven Soderbergh bij zijn afscheid. Zijn ster van, het niet toevallig door tv-zender HBO geproduceerde, Behind the Candelabra klinkt minder bitter. “Hopelijk leert de industrie van het zomer-debacle door the talent terug creatieve vrijheid te geven, zoals nu gebeurt bij televisie” liet Michael Douglas zich hoopvol ontvallen in Deauville. Zoals velen vestigt hij zijn hoop op televisie en online streaming.
Het klopt dat televisie ambitieuze projecten zoals Philip Kaufmans fraaie biopic Hemingway & Gellhorn blijft maken, creatieve series bij de vleet produceert én auteurs kansen biedt om zich uit te leven. Terwijl video on demand bedrijven Netflix en Amazon meer en meer gaan bepalen wat er gemaakt en vertoond wordt. Volgens Businessweek zullen zij, en niet de dalende bezoekcijfers en dvd-verkoop (niet gecompenseerd door Bluray), voor een implosie van het systeem zorgen: “Wat Spielberg en andere critici echt zeggen is dat er een implosie komt wanneer Netflix en Amazon stoppen met hoge prijzen te betalen voor de mega-gebudgeteerde tentpole movies, en consumenten het niet erg vinden dat ze die films niet kunnen streamen. Dàt zal het systeem pas echt grondig verstoren”.
Indie-hoop in bange dagen
Niemand maakt zich de illusie dat het succes van films zoals The Butler, Blue Jasmine en The Purge Hollywood zal aansporen om het roer volledig om te gooien maar het is wel zo dat de Amerikaanse onafhankelijke cinema – die jaren tussen twee stoelen, multiplex en arthouse, viel – opnieuw in blakende gezondheid verkeert. Ook al omdat de indies willen experimenteren. Zo ging Only God Forgives in de VS met succes tegelijk uit op video on demand en in de zalen.
Maar cruciaal is natuurlijk dat de meest getalenteerde Amerikaanse filmmakers zich met het independent label vereenzelvigen. Gevestigde waarden zoals Steven Soderbergh (Magic Mike en Side Effects) en Derek Cianfrance (The Place Beyond the Pines). Maar ook nieuwkomers zoals Benh Zeitlin (Beasts of the Southern Wilde), David Lowery (Ain’t them bodies Saints) of Ryan Coogler (Fruitvale Station). Niet dat alles altijd perfect lukt. Zo is Sarah Polleys Take This Waltz behoorlijk kunstmatig en over the top, maar het is een film die dankzij de acteurs (Michelle Williams en Seth Rogen) en complexe personages blijft intrigeren. Geen meesterwerk maar ook geen hapklare brok; een film die nazindert.
Ook Disconnect speelt misschien een beetje te handig met het verstrengelen van multipele verhaallijnen en internet-onheil maar ook hier blijkt liefde voor personages en acteurs. Die liefde wordt tot een kunst verheven in Frances Ha, Greta Gerwig schittert in de rol van een New Yorkse hipster op zoek naar een identiteit en levensdoel. Haar “I’m not a real person” klinkt even hard als de emotionele kreten van de personages in de John Cassavetes films van weleer. Noah Baumbach kiest gepast voor een hard en mooi zwart-wit voor zijn meest empathische film sinds The Squid and the Whale. “You judge people who aren’t as moderate as you,” zegt de ‘onvolwassen’ Frances tegen haar vriendin Sophie. Het is een hint aan de droomfabriek: koester het kinderlijke, matig alleen budgetten en effecten, prijs innovatie en complexiteit; en vooral: leer opnieuw dromen.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 640, december 2013)
BULLET TO THE HEAD; Walter Hill; USA 2012; 90′; met Sylvester Stallone, Jen Sedu; FILM: *** / EXTRA’S: * (documentaire); dis. Eone
THE COLONY; Jeff Renfroe; USA 2013; 95′; met Lawrence Fishburne, Bill Paxton; FILM: * / EXTRA’S: * (documentaire); dis. Splendid Film
THE DARK KNIGHT RISES; Christopher Nolan; USA 2012; 105′; met Christian Bale, Anne Hathaway; FILM: **** / EXTRA’S: *** (documentaires); dis. Warner
THE DILEMMA; Ron Howard; USA 2012; 106′; met Vince Vaughn, Kevin James; FILM: * / EXTRA’S: * (documentaires); dis. Universal
DISCONNECT; Henry-Alex Rubin; USA 2012; 113′; met Jason Bateman, Alexander Skarsgard; FILM: *** / EXTRA’S: * (interviews); dis. Lumière
FLIGHT; Robert Zemeckis; USA 2012; 138′; met Denzel Washington, John Goodman; FILM: ** / EXTRA’S: ** (documentaires, interview); dis. Paramount
FRANCES HA; Noah Baumbach; USA 2012; 82′; met Greta Gerwig, Mickey Summer; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. A-Film
THE GREAT GATSBY; Baz Luhrmann; USA-Aus 2013; 143′; met Leonardo Di Caprio, Toby Maguire); FILM: *** / EXTRA’S: * (verwijderde scènes); dis. Warner
THE GUILT TRIP; Anne Fletcher; USA 2012; 92′; met Barbra Streisand, Seth Rogen; FILM: * / EXTRA’S: * (verwijderde scènes); dis. Paramount
HEMINGWAY & GELLHORN; Philip Kaufman; USA 2012; 155′; met Nicole Kidman, Clive Owen; FILM: ** / EXTRA’S: ** (commentaar); dis. Warner
IDENTITY THIEF; Seth Gordon; USA 2012; 111′; met Melissa McCarthy, Jason Bateman; FILM: * / EXTRA’S: 0; dis. Universal
JACK REACHER; Christopher McQuarrie; USA 2012; 125′; met Tom Cruise, Richard Jenkins; FILM: * / EXTRA’S: ** (documentaires); dis. Paramount
MAGIC MIKE; Steven Soderbergh; USA 2012; 106′; met Channing Tatum, Alex Petyfer; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. A-Film
MAN OF STEEL; Zack Snyder; USA 2013; 137′; met Henry Cavill, Amy Adams; FILM: ** / EXTRA’S: ** (documentaires); dis. Warner
OBLIVION; Joseph Kosinski; USA 2013; 124′; met Tom Cruise, Morgan Freeman; FILM: ** / EXTRA’S: 0; dis. Universal
ONLY GOD FORGIVES; Nicolas Winding Refn; USA 2013; 96′; met Ryan Gosling, Kristin Scott Thomas; FILM: **** / EXTRA’S: *** (interview, commentaar, documentaire); dis. TwinPics
PACIFIC RIM; Guillermo del Toro; USA 2013; 126′; met Idris Elba, Charlie Hunnam; FILM: ** / EXTRA’S: *** (commentaar, verwijderde scènes); dis. Warner
THE PLACE BEYOND THE PINES; Derek Cianfrance; USA 2012; 135′; met Ryan Gosling, Bradley Cooper, Eva Mendes; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Warner
SIDE EFFECTS; Steven Soderbergh; USA 2013; 106′; met Jude Law, Rooney Mara; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Warner
TAKE THIS WALTZ; Sarah Polley; USA 2012; 112′; met Michelle Williams, Seth Roben; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Eone
THIN ICE; Jill Sprecher; USA 2012; 90′; met Greg Kinnear, Alan Arkin; FILM: * / EXTRA’S: 0; dis. Universal
WORLD WAR Z; Marc Foster; USA 2013; 111′; met Brad Pitt, Mirelle Enos; FILM: * / EXTRA’S: 0; dis. Paramount
ZERO DARK THIRTY; Kathryn Bigelow; USA 2012; 151′; met Jessica Chastain, Mark Strong; FILM: ** / EXTRA’S: ** (documentaires); dis. A-Film