Blake Edwards’ The Party: Dolle komedie over een ontsporend feestje

nov 19, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, genre, komedie, regisseur, thema  //  No Comments

THE PARTY

Wordt elke klassieker meteen feestelijk onthaald? Niet echt. Toen The Party in 1968 werd uitgebracht was het een kritische en commerciële flop. Te gek voor het publiek, te afwijkend van de norm voor de critici. Het etiket ‘slapstick komedie’ leverde wel verwijzingen op naar Buster Keaton en Charlie Chaplin maar de exuberante stijl en de sociale commentaar – het feest is een metafoor voor een verscheurde samenleving – bleven onopgemerkt.

THE PARTY

Ondanks zijn stormachtige relatie met Pink Panther-regisseur Blake Edwards en meesterwerken zoals Dr. Strangelove en Being There bleef Peter Sellers echter herhalen dat The Party zijn beste film was. Dat het personage Hrundi V. Bakshi als onbegrepen outsider overeenstemde met het zelfbeeld van Sellers én Edwards was daar ongetwijfeld niet vreemd aan. Het is geen toeval dat toen in de jaren ’70 de ‘New Hollywood’ generatie Scorsese-Coppola-De Palma brak met de normen en conventies van het klassieke Hollywood, The Party werd herontdekt en langzaam uitgroeide tot een klassieker. Een referentie voor de feest-film.

In Indië denken we niet te weten wie we zijn,” zegt Hrundi V. Bakshi, “we wèten wie we zijn”. Zoals vaak bij Edwards gaat The Party over hoe mensen hun identiteit verbergen, onthullen, vormen en veranderen. De held is een onhandige acteur die zich tijdens een decadent Hollywoodfeest wil integreren maar er enkel in slaagt het huis te slopen en zichzelf te verliezen in de ontstane chaos. Klinkt ernstig, maar Edwards gaat resoluut voor een dolle komedie.

THE PARTY

De lach is voor de cineast een vorm van zelfverdediging, een manier om persoonlijke demonen uit te drijven én zich vrolijk te maken over de samenleving. Hij ervaart de dagelijkse realiteit als een vorm van absurd theater en laat zijn personages leven in een gekke, chaotische wereld. Een universum waar niets zeker is en alles nog veel erger kan worden. Rationaliteit en orde worden aan het wankelen gebracht door wandelende catastrofes. Personages die ongewild door hun afwijkend gedrag de boel in het honderd laten lopen. Net zoals het dwaze genie inspecteur Clouseau ontpopt Bakshi zich in het wilde The Party tot een rampenkatalysator eerste klas.

Het verhaal? Dat is eenvoudig. Een slechtziende Indische acteur met beperkte kennis van de Engelse taal vernielt per ongeluk de filmset van een historisch drama en wordt eveneens per ongeluk uitgenodigd op het feestje van producent Clutterbuck. Bakshi mag dan wel duidelijk onbekwaam en stuntelig zijn, hij is ook sympathiek. Zijn futiele poging om zijn zwakte te verbergen (een bril dragen had onheil kunnen voorkomen) is aandoenlijk en tegelijk ook een knipoog naar de Hollywood obsessie om iemand anders te zijn dan de persoon die je bent.

THE PARTY

Ook het huis waar het feest doorgaat is een (jaren ’60) fantasie met bewegende panelen, zwembaden, moderne snufjes en opzichtig plastiek. In dat decor escaleren de ongelukjes van de indringer tot een zondvloed van rampen en quasi totale vernietiging. Alles begint vrij rustig. De onhandigheden van Bakshi blijven aanvankelijk onopgemerkt en zonder grote gevolgen. Zo tracht hij een schoen op te vissen die hij verloor in het alomtegenwoordige water en worstelt hij met de intercom

Terwijl Bakshi eerst vooral observeert. Hij kijkt naar het gedrag van de partygangers en tracht hen te imiteren. Toch gaat de culturele outsider nooit bij het gezelschap horen. Hij blijft onzichtbaar tot de door hem veroorzaakte chaos gaat overheersen. Tot het feest verstoord wordt door een lawine van situaties die variaties zijn op het thema ‘overstroming’. Van water tot schuim. Van een toilet dat blijft lopen tot een olifant die fungeert als sproeisysteem.

THE PARTY

Voor een Hollywoodproductie is The Party verrassend experimenteel. De dialogen zijn beperkt, er wordt geen verhaal met goed gestructureerde plot verteld maar de camera kleeft aan het hoofdpersonage, de blik wordt niet geleid door montage, actie speelt in het centrum en op het voorplan, er is geen hiërarchie in de gebeurtenissen en de held bewaart zijn waardigheid. We lachen met hem, niet om hem. Edwards gebruikt Bakshi als een filter die duidelijk maakt dat het feest een microkosmos is die de samenleving weerspiegelt.

Voor de sterren en studiobazen is de Indische acteur een vreemde, exotische figuur die niet op zijn plaats is in het feestgebeuren. Hun gebrek aan empathie is verbonden met vooroordelen en racisme. De vernederingen die Bakshi moet ondergaan zijn des te pijnlijker omdat hij charmant en vriendelijk blijft. Maar het klikt enkel met andere buitenstaanders. Zoals de Franse vrouw die de avances van een producent afwees en de dronken kelner die onzichtbaar blijft voor de gasten en net als Bakshi een destructieve kracht wordt. Tot wanhoop van snel hysterisch wordende bewakers van de orde: de gastvrouw en de hoofdkelner.

THE PARTY

Doordat Edwards meer met geluid dan met dialogen werkt en kiest voor fysieke humor doet The Party denken aan de films van Jacques Tati (Les vacances de Monsieur Hulot, Mon Oncle). Ook al omdat slapstick wordt gecombineerd met een intelligent gebruik van ruimte en beeld. Zo is de woning van Clutterbuck een afspiegeling van de westerse consumptiemaatschappij. Terwijl de cineast een spel opvoert met wat we zien en niet zien (catastrofes in de keuken die duidelijk worden door een open- en dichtgaande deur) en met tijd en ruimte (nadat een pijltje uit een speelgoedrevolver een gast treft duikt Bakshi plots op ruime afstand op). Er is heel wat tegelijkertijd te zien en dus ook te missen. Er gebeurt van alles op de achtergrond en aan de rand van het beeld, zonder dat camera of montage volgen.

THE PARTY

The Party is een aaneenschakeling van ‘onbelangrijke’ anekdotes en scènes die niet onmiddellijk narratief functioneel zijn. Dat is ongewoon. Maar het werkt. Bovendien is de verwoesting moreel. Om de gasten te entertainen wordt een beschilderde olifant opgevoerd. Een belediging voor zijn volk en cultuur aldus Bakshi. Met een rituele reiniging van het dier neemt hij ongewild wraak op de feestgangers en het party huis. Voor Edwards ook een afrekening met Hollywood. Want “er zijn in deze stad zo weinig mensen met een geweten”. Voor zijn hoofdacteur was leven in die immorele wereld een beproeving, tot leven komen in films een feest. “Ik voel me monsterlijk onecht tot ik iemand anders wordt op het witte doek,” zei Sellers, “er bestaat geen ‘mij’. ‘Ik’ besta niet. Er bestond een ‘ik’ maar die liet ik chirurgisch verwijderen”.

IVO DE KOCK

THE PARTY

Leave a comment