Denis Villeneuve’s complexe filmpuzzels: Taal is geheugen
De Frans-Canadese cineast Denis Villeneuve groeide met Polytechnique en Incendies uit tot arthouse lieveling. Maar Hollywood wenkte. Prisoners, Sicario en Arrival leidden tot een internationale doorbraak én Blade Runner 2049. Straf, want Villeneuve koestert complexiteit. En taal. Geen mainstream stuff.
“Toen ik aan het einde van de 20ste eeuw films begon te maken zei de vorige generatie cineasten dat cinema dood was. Wel, … lang leve cinema!.” In de twintig jaar dat Denis Villeneuve (° 1967) actief is als regisseur ontpopte de Franstalige Canadees zich tot een vakman én auteur, iemand die zowel zalen deed leeglopen (Enemy) als Oscars won (Arrival). Blade Runner 2049 is zijn negende film. Na vier Franstalige films volgden er vijf Engelstalige. Nummer 6 wordt een reboot van Dune. “Dat wordt het project van mijn leven,” klinkt het bij de Frank Herbert fan, “sommige beelden spoken al 35 jaar door mijn geest.”
Dat beelden hem inspireren is geen toeval. Villeneuve draait wel Engelstalige films maar is geen Amerikaans cineast. Dus ook geen verhalenverteller. Of iemand die houdt van rechtlijnige narratieve structuur, zwart-wit tegenstellingen, eenduidige personages en louterende filmeindes. Wat hem fascineert is een complexe realiteit, verstrengelde betekenislagen, taal en beelden. “Er zijn shots die direct door mijn schedel gingen” aldus Villeneuve.
Als voorbeeld citeert hij het shot in There will be blood waar Daniel Day-Lewis een baby doopt met olie. Terwijl “het hert dat in Un Prophète in slowmotion gedood wordt door een wagen een van de krachtigste filmshots van het laatste decennium is.” Met zijn streven om films rond beelden en complexe emoties te laten draaien zal Villeneuve nooit een doorsnee Hollywoodvakman worden. “De uitdaging is je identiteit als filmmaker te bewaren,” beseft hij, “zolang ik vanuit mijn gevoeligheden films mag maken zal ik het doen.”
Villeneuve’s debuutfilm kwam er in 1998, na verschillende kortfilms. Un 32 août sur terre gaat over een model dat obsessief begint te verlangen naar een baby wanneer ze bij een ongeval nipt aan de dood ontsnapt. Villeneuve’s vaste thema’s (leven versus dood), zijn fascinatie voor complexe metaforische verhalen die de traditionele opvattingen over tijd en ruimte verstoren en zijn talent om visueel emotionele conflicten te evoceren valt meteen op. Maelstrom (2000) trekt de lijn door met het portret van een verslaafde actrice die verliefd wordt op een man wiens vader ze denkt gedood te hebben. Het liefdesverhaal wordt verteld door een vis (!) en tussenteksten leveren commentaar.
Sterke vervreemdingseffecten maar tegelijk dompelt de cineast ons visueel en emotioneel onder in het gebeuren. De afwisseling van aantrekken en afstoten, van immersieve en intellectuele cinema werd de rode draad door zijn verdere oeuvre. Samen met het vermogen te communiceren via vorm zoals blijkt uit het poëtisch beeld waar Villeneuve via licht, contrast en het opdelen van het frame zowel zijn protagoniste als haar appartement laat ‘ontwaken’. Qua filmstructuur haalde Villeneuve de mosterd bij Jean-Luc Godard terwijl zijn beelden ogen als vintage Wong Kar-Wai. Ondanks zijn liefde voor experimenten en stilering is Villeneuve geen formalist. “Denis is iemand die bezig is met vorm,” aldus geluidspecialist Sylvain Bellemare, “maar hij let erop dat de inhoud niet verdrongen wordt.”
Zeker in Polytechnique (2009), de recreatie van een schietpartij in een school in Quebec. “Ik wou het onderwerp zo respectvol mogelijk benaderen en koos voor zwart-wit om een zekere afstand te creëren,” zegt Villeneuve. Via beeldcompositie en montage dompelt hij de kijker auditief en visueel onder in de geest en de beleving van de slachtoffers. Hij focust op hun reacties en laat kogels uit het niets komen. Dat creëert afstand (i.p.v. identificatie) en stimuleert analyse en empathie. Deze combinatie van observatie van personages en onderdompeling in hun geest en emoties om een waarheid te onthullen werd Villeneuve’s handelsmerk.
“Polytechnique is de enige film die ik voor de mensen thuis heb gemaakt,” zei de Canadees en Incendies (2010) zou een universeler karakter hebben. “Ik wou hem laten spelen in een imaginaire ruimte zoals Z van Costa-Gavras,” aldus Villeneuve, “ik koos voor de soberheid van rauw realisme bij deze tocht van kinderen naar de bron van de haat van hun moeder.” Wat hem interesseert is het tonen van (de gevolgen van) geweld.
In zijn laatste Franstalige film kiest Villeneuve nadrukkelijk voor een niet-lineaire narratieve structuur en een chaotisch universum waarin grenzen letterlijk en figuurlijk vervagen. Incendies is een afspiegeling van een geglobaliseerde, complexe wereld. “Ik werd geboren als filmmaker toen ik rond de wereld reisde,” zegt Villeneuve, “ik heb veel gezien. Hoe meer ik in contact kwam met andere culturen hoe beter ik besefte dat de wereld complex is. Dat niets zwart-wit is. Film is een geweldig werktuig om die complexiteit te verkennen.”
Bij zijn eerste twee Engelstalige film uit 2013 – de psychologische blockbuster thriller Prisoners en de surrealistische nachtmerrie Enemy – is complexiteit tegelijk onderwerp en motor. Telkens komt een ingewikkeld kluwen van emoties, driften en herinneringen aan de oppervlakte. In Prisoners versterkt de ontvoering van de jongste kinderen van twee families de donkere kant van de persoonlijkheid van alle betrokkenen, in Enemy worstelt een man na een affaire met twee zijden van zijn karakter. Telkens botst een chaotische werkelijkheid met mentale verwarring terwijl ironische tragiek (de levend begraven vader in Prisoners) en absurde twists (de nachtmerriebeelden die in Enemy doordringen tot in de realiteit) een donkere noodlottigheid introduceren.
Daar waar deze films nagaan hoe ver individuen in een gevaarlijke en complexe wereld gaan om hun gezin en zichzelf te beschermen, onderzoekt Sicario (2015) hoe ver een samenleving gaat om zijn burgers te beschermen. Volgens Villeneuve draait het “om de machine van de drugshandel en de machine die deze handel moet stoppen.” Een sfeer van angst, gevaar en wantrouwen wordt gecreëerd via cryptische dialogen, ambigue personages, een gelaagd verhaal, nachtmerrieachtige beelden (ingemetselde lijken) en visuele afwisseling (infrarood beelden, groene nachtopnamen, dronebeelden van de woestijn én grens, claustrofobische tunnelbeelden). Waarbij Villeneuve het principe volgt dat hij dingen niet vertelt of verklaart maar toont.
Essentieel daarbij is dat hij niet gelooft in de klassieke lineaire vertelwijze. Enemy voert een professor op die in zijn lessen benadrukt dat entertainment een vorm van maatschappelijke controle is en last symbolische beelden in (“Ik zocht naar een perfect beeld om het seksuele onderbewustzijn van een man uit te drukken” is al wat Villeneuve kwijt wil over een reuze spin). Prisoners gebruikt personages die een mysterie trachten te ontcijferen om een trip door hun geest te organiseren. In Sicario zegt zwijgzaamheid veel over onmacht en desoriëntatie.
Toch gelooft Villeneuve in het (geschreven) woord. Een detective schrijft een notaboekje vol in Prisoners terwijl een linguïste in Arrival (2016) de cirkelvormige taal van aliens tracht te decoderen om met hen te communiceren. Dat gesprek wordt een zelfonderzoek want door heden en verleden, geheugen en verbeelding door elkaar te laten lopen en via een andere taal ook een andere tijd te introduceren confronteert Villeneuve personages en kijkers met morele en existentiële vragen.
In een poëtische stijl die zweeft tussen Terrence Malick en Christopher Nolan serveert Arrival een dubbele boodschap. Eén: we zijn té bang voor dingen die anders of buiten ons bewustzijn en voorstellingsvermogen liggen; die paranoia zegt alles over ons narcisme. Twee: taal is geheugen; het is de enige manier om te leren en dingen door te geven aan volgende generaties. Geen evidente, en naar Hollywoodnormen ongewoon gebrachte, gedachten. Maar “wanneer kijkers de film omhelzen zal het in hun hart moeilijke vragen doen opborrelen” benadrukt Villeneuve. Een missie die hij ook met Blade Runner 2049 en Dune wil verderzetten.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 678, oktober 2017)
POLYTECHNIQUE: Denis Villeneuve, Can 2009; 76′; met Maxim Gaudette, Szastien Huerdeau, Karine Vanasse; FILM: **** / EXTRA’S: ** (interview); dis. Epicentre Films;
INCENDIES: Denis Villeneuve, Can-F 2010; 131′; met Lubna Azabel, Melissa Désourmeau-Poulain, Maxim Gaudette; FILM: **** / EXTRA’S: *** (Q&A, interview); dis. Trinity;
PRISONERS: Denis Villeneuve, USA 2013; 153′; met Jake Gyllenhaal, Huge Jackman, Viola Davis, Maria Bello, Melissa Leo, Paul Dano; FILM: *** / EXTRA’S: ** (documentaires); dis. Eone;
ENEMY: Denis Villeneuve, Can-S-F 2013; 91′; met Jake Gyllenhaal, Melanie Laurent, Sarah Gadon; FILM: *** / EXTRA’S: ** (documentaire, interviews); dis. Curzon;
SICARIO: Denis Villeneuve, USA 2015; 121′; met Emily Blunt, Benicio del Toro, Josh Brolin; FILM: *** / EXTRA’S: *** (documentaires); dis. Belga;
ARRIVAL: Denis Villeneuve, USA 2016; 116′; met Amy Adams, Jeremy Renner, Forest Whitaker, Michael Stulbarg; FILM: **** / EXTRA’S: *** (documentaires); dis. Sony.