The Funhouse: Horrormeester Tobe Hoopers ode aan de monsterfilm

aug 30, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, film, genre, horror, regisseur  //  No Comments

THE FUNHOUSE

The Texas Chainsaw Massacre was zijn Citizen Kane en een van de meest invloedrijke horrorklassiekers aller tijden maar Tobe Hooper heeft nog pareltjes op zijn palmares staan. Waaronder enkele miskende films die recent, en gerestaureerd, op Blu-ray werden uitgebracht: Eaten Alive, Lifeforce en The Funhouse.

THE FUNHOUSE

Ik had altijd al een carnival movie willen maken,”zei Hooper, “bovendien werd de romance tussen mezelf en cinema overduidelijk in The Funhouse.” De film uit 1981 sloot een drieluik van familiale en rurale horror af dat speelde in Leatherface’s afgelegen huis (The Texas Chainsaw Massacre), het geïsoleerde motel waar klanten voedsel voor een reuze krokodil worden (Eaten Alive) en een foor in Texas waar adolescenten collateral damage worden in een familiaal drama (The Funhouse).

THE FUNHOUSE

De gruwel is telkens grotesk maar scharnierfilm The Funhouse duwt het genre niet richting slasher. Wel via humor richting ludieke horror. Al preciseerde Hooper met Lifeforce, Spontaneous Combustion en Mortuary dat horror altijd, door het perverse en het angstaanjagende te combineren, verontrustend moet blijven.

THE FUNHOUSE

Terwijl in de eerste delen van dit drieluik de sfeer meteen morbide en claustrofobisch is en donkere, grauwe kleuren de ‘no escape‘ boodschap versterken; begint The Funhouse kleurrijk en vrolijk. De foor is levendig, spectaculair, amusant. Langzaam transformeert hij in een personage met duistere kantjes. De sfeer wordt mysterieus, onheilspellend en bedreigend. Achter de schermen van het labyrintisch ‘funhouse‘ schuilt duisternis en brutaliteit.

THE FUNHOUSE

Toch blijft dit grimmig universum poëtisch omdat Tobe Hooper liefdevol terugkeert naar de roots van ‘carnival‘, de rondreizende foor die misvormde mensen exposeerde, striptease acts toonde, goochelaars een magisch spektakel liet opvoeren en via waarzeggers een bovennatuurlijk sfeertje opriep. Hooper knipoogt naar het kermisvolk dat Tod Browning in Freaks opvoert maar verwijst ook naar de roots van film als kermisattractie en naar de band van horrorcinema met grand guignol spektakel.

THE FUNHOUSE

Een subjectieve camera herinnert meteen aan Hitchcocks Psycho en Carpenters Halloween. Een gemaskerde jongen doet zijn douchende oudere zus schrikken maar zijn plastic mes plooit op haar huid. Het zal niet de laatste hint naar incest zijn maar Hooper gaat snel over naar de ontluikende seksualiteit van jongeren die zich verstoppen in een spookhuis-met-treintje waar ze ‘iets’ zien. Iets dat hen ook ziet terwijl de meegeglipte jonge broer ook wat opvangt.

THE FUNHOUSE

Het geweld en het aftellen start maar het gore spektakel primeert niet. Hooper refereert meer aan de Universal monsterfilms (Bride of Frankenstein loopt op televisie), hij knoopt aan bij de romantische horrortraditie die draait rond de mens in het monster en die poëtische gruwel puurt uit het melodrama. Achter het (beschermende) Frankenstein masker van Hoopers monster schuilt een fysiek misvormd wezen met een gouden hart. Hij is sympathiek, menselijker dan de meeste slachtoffers en zelf het tragische slachtoffer van een dysfunctionele familie die hem zijn plaats niet gunt.

THE FUNHOUSE

Tobe Hooper toont zich verwant met vroegere ‘horror makers‘ maar hij blijft vooral een kind van de seventies. Een cineast bij wie horror in het gezin schuilt, geweld en seksualiteit verbonden worden en kinderen hun onschuld verliezen. Het extreme avontuur in het barokke decor is Amy’s coming of age maar legt ook de verdrongen gevoelens van Joey bloot. Joeys monsterlijke stilzwijgen wanneer hij met zijn vader wegrijdt van de foor en bewust Amy aan haar lot overlaat zegt alles over de opgekropte frustraties en het verlangen om te ontsnappen aan de gevangenis genaamd gezin. The Funhouse is meer dan een kitscherig spektakel, het is “the stuff that nightmares are made of.” Betoverende cinema van een cineast (een generatie) die nog geloofde in de subversieve kracht van horror.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij www.filmmagie.be)

THE FUNHOUSE

THE FUNHOUSE: Tobe Hooper, USA 1981, 96′; met Elisabeth Berridge, Cooper Huckabee, Miles Carson, Sylvia Miles, William Finley, Kevin Conway; extra’s: verwijderde scènes, documentaire, boekje; FILM: **** / EXTRA’S: ***; dis. Universal/Elephant Films; info: www.facebook.com/ElephantFilms/

THE FUNHOUSE

Leave a comment