Finding Nemo: Onderwateravontuur van een bange vader

jul 21, 2017   //   by Ivo De Kock   //   animatie, film, genre  //  No Comments

FINDING NEMO

Now, what’s the one thing we have to remember about the ocean?” vraagt Marlin in Finding Nemo. “It’s not safe” antwoordt Nemo. “That’s my boy” repliceert Marlin. Angst en humor gaan samen in deze briljante Pixar-film.

“Tijdens het maken van Toy Story bracht ik een bezoekje aan een aquarium,” aldus Finding Nemo co-regisseur Andrew Stanton, “ik realiseerde me dat het digitaal herscheppen van die onderwaterwereld perfect mogelijk was geworden. Mijn gedachten gingen ook naar de bezoekjes aan de tandarts in mijn jeugd. Bij mijn tandarts was er een aquarium in de muur ingebouwd en als kind vroeg ik me af hoe vreemd het in de ogen van die vissen moest lijken: de man in zijn witte jas met die boor, de in een stoel met opengesperde mond spartelende patiënten, de geluiden,…

FINDING NEMO

Toen er door het vele werk aan Toy Story 2 amper tijd was voor onze familie organiseerde ik op een bepaald moment een uitje met mijn vijfjarig zoontje. De hele tijd was ik bezig met ‘Doe dat niet, pas op, blijf daar af,…’. Plotseling besefte ik dat ik de namiddag verpestte omdat ik zo bang was dat er iets met hem zou gebeuren. Ik begreep dat angst verlammend kan werken, het kan verhinderen een goede ouder te worden. Doordat we aan de kust wonen legde ik de link met de tegelijk beangstigende en opwindende oceaan, een uitstekende metafoor voor het leven. Zo kwam Finding Nemo tot stand, het verhaal van een bange vader die zijn zoon verliest en terugvindt.»

In de woelige wateren van de animatiecinema groeide Pixar tot een fenomeen uit. Het vreemde visje (in Finding Nemo duikt een lichtgevende vis op die doet denken aan het Pixar-logo) dat de walvis (Disney zorgt voor de marketing en distributie van Pixar-films) voorbijzwom. Getuige het vermogen van Pixar om grenzen te blijven verleggen qua computeranimatie.

FINDING NEMO

Na beweging (Toy Story), licht (A Bug’s Life) en pels (Monsters, Inc.) is in Finding Nemo water de technische uitdaging. Met succes want de onderwaterwereld komt tot leven met kleurige panorama’s, realistische details, overtuigend bewegende vissen en een oceaan vol lichten kleurvariatles. Het feit dat je vaak vergeet dat je naar een animatiefilm kijkt, is het ultieme compliment voor de makers. Maar Pixar overvleugelt Disney ook als hitfabriek (wat blijkbaar de onderhandelingen over de verlenging van de onderlinge overeenkomst bemoeilijkt).

De eerste 4 Pixarfilms (Toy Story, A Bug’s Life, Toy Story 2 en Monsters, Inc.) waren al commerciële voltreffers, maar Finding Nemo werd in een recordtijd de meest succesrijke animatiefilm ooit. Gelukkig is Finding Nemo meer dan een titel op een boxoffice-lijst. Het is een grappig en, zeker bij digitale projectie, visueel adembenemend avontuur met aandoenlijke personages. Volgens Pixars creatieve roerganger John Lasseter is het geheim van de film simpel: «een goed verhaal». Dat lijkt een cliché, ware het niet dat het onvermogen van de geflopte «zomertoppers» (The Hulk, X-Men 2, The Matrix Reloaded) om verhalen te vertellen zo schrijnend duidelijk was.

FINDING NEMO

Finding Nemo moet het zonder dominante slechterik stellen (alleen het nichtje van de tandarts ontpopt zich even tot schrik van de vissen) en
werd volgens regisseur en scenarist Andrew Stanton «bewust vanuit het standpunt van een vader verteld. Door de ogen van het kind bekeken zou het verhaal jeugdiger en minder interessant geweest zijn». De vader in kwestie is de «clown fish» Marlin, enige ouder (moeder sneuvelt al in de openingsscène) van de jonge en roekeloze Nemo. Wanneer Nemo gevangen wordt door een duiker en in het aquarium van een tandarts belandt, begint Marlin samen met de vergeetachtige Dory aan een zoektocht.

FINDING NEMO

Finding Nemo is een fabel over ouderlijke angst en de noodzaak om kinderen de eigen grenzen te leren ontdekken. Ernstig (dood, ontvoering) en grappig (de afkickende haai met zijn «fish are our friends»-motto) tegelijk. Originaliteit is daarbij geen streefdoel. Want «zo goed als alles is al gedaan» beseft co-regisseur Lee Unkrich, «je kan alleen nog een verhaal vertellen en het jouw stempel geven». Niet toevallig is Pixar «director driven» (dixit Andrew Stanton) en «a studio where visionaries make movies» (dixit John Lasseter). Creatief talent moet verhalen immers een meerwaarde geven. Een mix van creatieve inspiratie en technologische innovatie helpt daarbij.

Ondersteund door een bedrijfscultuur waar mens en plezier centraal staan. De vrolijke Pixarbende wordt niet gedreven door de wil te innoveren maar wel door het verlangen om het publiek een onderhoudende animatiefilm aan te bieden. Volgens Lee Unkrich wil men ook heraanknopen bij «het plezier naar de bioscoop te gaan voor een avondvullend programma». Daarom werd de oude Pixar-korifilm Knick Knack (1989) voor de generiek van Finding Nemo geplaatst.

FINDING NEMO

Bij een digitale opsmukbeurt kregen de vrouwelijke figuren naar wie de opgesloten sneeuwman smacht, vreemd genoeg kleinere borsten. Hopelijk blijven dergelijke opwellingen van politieke correctheid achterwege wanneer Pixar na de dieptes van de Great Barrler Reef nieuwe werelden voor onze ogen tovert. Eerst een wereld waar superhelden outlaws zijn (The Incredibles), dan een waar historische automodellen op Route 66 (Cars) tot leven komen.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Film en Televisie, n° 537; december 2003)

 

FINDING NEMO: reg. Andrew Stanton / co-reg. Lee Unkrich / sce. A. Stanton, Bob Peterson & David Reynolds naar een verhaal van A. Stanton / fof. Sharon Calahan & Jeremy Lasky / mon. David Ion Salter / prod. des. Ralph Eggleston / muz. Thomas Newman / orig. stemmen: Albert Brooks (Marlin), Ellen DeGeneres (Dory), Alexander Gould (Nemo), Willem Dafoe (Gill), Brad Garrett (Bloot) / pro. Graham Walters / exec. pro. John Lasseter voor Pixar Animation Studios film & Walt Disney Pictures / USA / 2003 / 100′ / dis. Buena Vista.

FINDING NEMO

Leave a comment